This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014TA0786
Case T-786/14: Judgment of the General Court of 13 July 2018 — Bourdouvali and Others v Council and Others (Non-contractual liability — Economic and monetary policy — Stability support programme for Cyprus — Decision of the Governing Council of the ECB relating to emergency liquidity assistance following a request from the Central Bank of Cyprus — Euro Group Statements of 25 March, 12 April, 13 May and 13 September 2013 concerning Cyprus — Decision 2013/236/EU — Memorandum of Understanding of 26 April 2013 on Specific Economic Policy Conditionality concluded between the Republic of Cyprus and the European Stability Mechanism — Jurisdiction of the General Court — Admissibility — Formal requirements — Exhaustion of national rights of action — Sufficiently serious breach of a rule of law intended to confer rights on individuals — Right to property — Legitimate expectations — Equal treatment)
Zaak T-786/14: Arrest van het Gerecht van 13 juli 2018 — Bourdouvali e.a./Raad e.a. [„Niet-contractuele aansprakelijkheid — Economisch en monetair beleid — Programma ter ondersteuning van de stabiliteit van Cyprus — Besluit van de raad van bestuur van de ECB ten aanzien van de door de Central Bank of Cyprus gevraagde noodliquiditeitssteun — Verklaringen van de Eurogroep van 25 maart, 12 april, 13 mei en 13 september 2013 over Cyprus — Besluit 2013/236/EU — Memorandum van overeenstemming inzake specifieke economische beleidsvoorwaarden dat op 26 april 2013 tussen de Republiek Cyprus en het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) is gesloten — Bevoegdheid van het Gerecht — Ontvankelijkheid — Vormvereisten — Uitputting van de nationale rechtsmiddelen — Voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel die aan particulieren rechten toekent — Eigendomsrecht — Vertrouwensbeginsel — Gelijke behandeling”]
Zaak T-786/14: Arrest van het Gerecht van 13 juli 2018 — Bourdouvali e.a./Raad e.a. [„Niet-contractuele aansprakelijkheid — Economisch en monetair beleid — Programma ter ondersteuning van de stabiliteit van Cyprus — Besluit van de raad van bestuur van de ECB ten aanzien van de door de Central Bank of Cyprus gevraagde noodliquiditeitssteun — Verklaringen van de Eurogroep van 25 maart, 12 april, 13 mei en 13 september 2013 over Cyprus — Besluit 2013/236/EU — Memorandum van overeenstemming inzake specifieke economische beleidsvoorwaarden dat op 26 april 2013 tussen de Republiek Cyprus en het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) is gesloten — Bevoegdheid van het Gerecht — Ontvankelijkheid — Vormvereisten — Uitputting van de nationale rechtsmiddelen — Voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel die aan particulieren rechten toekent — Eigendomsrecht — Vertrouwensbeginsel — Gelijke behandeling”]
PB C 352 van 1.10.2018, p. 29–29
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
1.10.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 352/29 |
Arrest van het Gerecht van 13 juli 2018 — Bourdouvali e.a./Raad e.a.
(Zaak T-786/14) (1)
([„Niet-contractuele aansprakelijkheid - Economisch en monetair beleid - Programma ter ondersteuning van de stabiliteit van Cyprus - Besluit van de raad van bestuur van de ECB ten aanzien van de door de Central Bank of Cyprus gevraagde noodliquiditeitssteun - Verklaringen van de Eurogroep van 25 maart, 12 april, 13 mei en 13 september 2013 over Cyprus - Besluit 2013/236/EU - Memorandum van overeenstemming inzake specifieke economische beleidsvoorwaarden dat op 26 april 2013 tussen de Republiek Cyprus en het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) is gesloten - Bevoegdheid van het Gerecht - Ontvankelijkheid - Vormvereisten - Uitputting van de nationale rechtsmiddelen - Voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel die aan particulieren rechten toekent - Eigendomsrecht - Vertrouwensbeginsel - Gelijke behandeling”])
(2018/C 352/34)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: Eleni Pavlikka Bourdouvali (Meneou, Cyprus) en 51 andere verzoekende partijen waarvan de namen zijn opgenomen als bijlage bij het arrest (vertegenwoordiger: P. Tridimas, barrister)
Verwerende partijen: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: A. de Gregorio Merino, E. Moro en E. Chatziioakeimidou, gemachtigden), Europese Commissie (vertegenwoordigers: J.-P. Keppenne, M. Konstantinidis en L. Flynn, gemachtigden), Europese Centrale Bank (vertegenwoordigers: K. Laurinavičius en M. Szablewska, gemachtigden, bijgestaan door H.-G. Kamann, advocaat), Eurogroep, vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: A. de Gregorio Merino, E. Moro en E. Chatziioakeimidou, gemachtigden) en Europese Unie, vertegenwoordigd door de Europese Commissie (vertegenwoordigers: J.-P. Keppenne, M. Konstantinidis en L. Flynn, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 268 VWEU tot vergoeding van de schade die verzoekers stellen te hebben geleden ten gevolge van het besluit van de raad van bestuur van de ECB van 21 maart 2013 ten aanzien van de door de Central Bank of Cyprus gevraagde noodliquiditeitssteun, van de verklaringen van de Eurogroep van 25 maart, 12 april, 13 mei en 13 september 2013 over Cyprus, van besluit 2013/236/EU van de Raad van 25 april 2013 gericht tot Cyprus inzake specifieke maatregelen om de financiële stabiliteit en de duurzame groei te herstellen (PB 2013, L 141, blz. 32), van het memorandum van overeenstemming inzake specifieke economische beleidsvoorwaarden dat op 26 april 2013 tussen de Republiek Cyprus en het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) is gesloten, en van andere handelingen en gedragingen van de Commissie, de Raad, de ECB en de Eurogroep die verband houden met de toekenning van een financiëlebijstandfaciliteit aan de Republiek Cyprus
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
Eleni Pavlikka Bourdouvali en de andere verzoekende partijen, waarvan de namen zijn opgenomen als bijlage, worden verwezen in hun eigen kosten en in die van de Raad van de Europese Unie, de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB). |