Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CB0243

    Zaak C-243/17: Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 16 november 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supremo Tribunal Administrativo — Portugal) — Instituto de Financiamento da Agricultura e Pescas, IP / António da Silva Rodrigues [Prejudiciële verwijzing — Artikel 53, lid 2, en artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Verordening (EG) nr. 1260/1999 — Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 — Artikel 3, lid 1 — Bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie — Begrip „meerjarig programma” — Toepassingsgebied]

    PB C 32 van 29.1.2018, p. 8–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    29.1.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 32/8


    Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 16 november 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supremo Tribunal Administrativo — Portugal) — Instituto de Financiamento da Agricultura e Pescas, IP / António da Silva Rodrigues

    (Zaak C-243/17) (1)

    ([Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, en artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Verordening (EG) nr. 1260/1999 - Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 - Artikel 3, lid 1 - Bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie - Begrip „meerjarig programma” - Toepassingsgebied])

    (2018/C 032/12)

    Procestaal: Portugees

    Verwijzende rechter

    Supremo Tribunal Administrativo

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij:Instituto de Financiamento da Agricultura e Pescas, IP

    Verwerende partij: António da Silva Rodrigues

    Dictum

    1)

    Artikel 3, lid 1, eerste alinea, van verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, moet aldus worden uitgelegd dat in geval van een onregelmatigheid die niet voortdurend of voortgezet is, de erin bedoelde verjaringstermijn van vier jaar ingaat op de dag waarop de onregelmatigheid is begaan.

    2)

    De tweede, de derde en de vierde vraag van de Supremo Tribunal Administrativo zijn kennelijk niet-ontvankelijk.


    (1)  PB C 256 van 7.8.2017.


    Top