Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CB0232

    Zaak C-232/17: Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 21 november 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Budai Központi Kerületi Bíróság — Hongarije) — VE / WD (Prejudiciële verwijzing — Artikel 53, lid 2, en artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Consumentenbescherming — Richtlijn 93/13/EEG — Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten — In vreemde valuta luidende kredietovereenkomst — Onvoldoende precisering van de feitelijke en juridische context van het hoofdgeding en van de redenen waarom een antwoord op de prejudiciële vragen noodzakelijk is — Kennelijke niet-ontvankelijkheid)

    PB C 32 van 29.1.2018, p. 8–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    29.1.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 32/8


    Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 21 november 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Budai Központi Kerületi Bíróság — Hongarije) — VE / WD

    (Zaak C-232/17) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, en artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Consumentenbescherming - Richtlijn 93/13/EEG - Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten - In vreemde valuta luidende kredietovereenkomst - Onvoldoende precisering van de feitelijke en juridische context van het hoofdgeding en van de redenen waarom een antwoord op de prejudiciële vragen noodzakelijk is - Kennelijke niet-ontvankelijkheid))

    (2018/C 032/11)

    Procestaal: Hongaars

    Verwijzende rechter

    Budai Központi Kerületi Bíróság

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: VE

    Verwerende partij: WD

    Dictum

    Het bij beslissing van 10 april 2017 door de Budai Központi Kerületi Bíróság (rechter in eerste aanleg voor het centrum van Boeda, Hongarije) ingediende verzoek om een prejudiciële beslissing is kennelijk niet-ontvankelijk.


    (1)  PB C 256 van 7.8.2017.


    Top