Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CB0615

    Zaak C-615/16: Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 21 november 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supremo Tribunal Administrativo — Portugal) — Giovanna Judith Kerr / Fazenda Pública [Prejudiciële verwijzing — Fiscale bepalingen — Belasting over de toegevoegde waarde (btw) — Richtlijn 2006/112/EG — Artikel 15, lid 2, en artikel 135, lid 1, onder f) — Gebruiksrechten voor onroerende goederen — Vrijstellingen — Werkingssfeer — Begrip „bemiddeling”]

    PB C 32 van 29.1.2018, p. 7–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    29.1.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 32/7


    Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 21 november 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supremo Tribunal Administrativo — Portugal) — Giovanna Judith Kerr / Fazenda Pública

    (Zaak C-615/16) (1)

    ([Prejudiciële verwijzing - Fiscale bepalingen - Belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Richtlijn 2006/112/EG - Artikel 15, lid 2, en artikel 135, lid 1, onder f) - Gebruiksrechten voor onroerende goederen - Vrijstellingen - Werkingssfeer - Begrip „bemiddeling”])

    (2018/C 032/09)

    Procestaal: Portugees

    Verwijzende rechter

    Supremo Tribunal Administrativo

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Giovanna Judith Kerr

    Verwerende partij: Fazenda Pública

    Dictum

    Artikel 15, lid 2, en artikel 135, lid 1, onder f), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat het begrip „bemiddeling” in de zin van laatstgenoemde bepaling kan zien op een activiteit als die welke verzoekster in het hoofdgeding uitoefent, op voorwaarde dat het gaat om de activiteit van een tussenpersoon die wordt vergoed om een dienst te verrichten ten behoeve van een van de partijen bij een overeenkomst betreffende financiële verrichtingen inzake effecten, waarbij de dienstverrichting erin bestaat, het nodige te doen opdat de verkoper en de koper deze overeenkomst sluiten, zonder dat de tussenpersoon zelf deze overeenkomst ondertekent en in elk geval zonder dat hij een eigen belang heeft bij de inhoud van diezelfde overeenkomst. Het staat aan de verwijzende rechter om na te gaan of in het bij hem aanhangige geding is voldaan aan deze voorwaarden.


    (1)  PB C 151 van 15.5.2017.


    Top