Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017TA1206(08)

    Verslag over de jaarrekening van het Communautair Bureau voor plantenrassen betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van het Bureau

    PB C 417 van 6.12.2017, p. 57–62 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    6.12.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 417/57


    VERSLAG

    over de jaarrekening van het Communautair Bureau voor plantenrassen betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van het Bureau

    (2017/C 417/08)

    INLEIDING

    1.

    Het Communautair Bureau voor plantenrassen (hierna „Bureau” ofwel „CPVO” genoemd), gevestigd te Angers, werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad (1). De belangrijkste taken van het Bureau zijn het registreren en onderzoeken van de aanvragen tot verlening van kwekersrechten in de Unie, alsmede het door de bevoegde bureaus in de lidstaten laten uitvoeren van de nodige technische onderzoeken.

    2.

    De tabel bevat de belangrijkste cijfers met betrekking tot het Bureau (2).

    Tabel

    De belangrijkste cijfers met betrekking tot het Bureau

     

    2015

    2016

    Begroting (miljoen euro)

    14,7

    16,1

    Totaalaantal personeelsleden per 31 december (3)

    46

    44

    TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

    3.

    De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van het Bureau. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”.

    OORDEEL

    4.

    Wij hebben het volgende gecontroleerd:

    a)

    de jaarrekening van het Bureau, die bestaat uit de financiële staten (4) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (5) betreffende het per 31 december 2016 afgesloten begrotingsjaar, en

    b)

    de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening,

    zoals voorgeschreven door artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

    Betrouwbaarheid van de rekeningen

    Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

    5.

    Naar ons oordeel geven de rekeningen van het Bureau over het op 31 december 2016 afgesloten jaar op alle materiële punten een getrouw beeld van de financiële situatie van het Bureau per 31 december 2016, van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen en van de veranderingen van de nettoactiva in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels. Deze zijn gebaseerd op internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector.

    Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

    Ontvangsten

    Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen

    6.

    Naar ons oordeel zijn de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2016 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

    Betalingen

    Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende betalingen bij de rekeningen

    7.

    Naar ons oordeel zijn de onderliggende betalingen bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2016 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

    Verantwoordelijkheden van de leiding en de met governance belaste personen

    8.

    Overeenkomstig de artikelen 310-325 van het VWEU en het financieel reglement van het Bureau is de leiding verantwoordelijk voor het opstellen en weergeven van de rekeningen op basis van de internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. Deze verantwoordelijkheid omvat het ontwerpen, invoeren en in stand houden van internebeheersingsmaatregelen die relevant zijn voor het opmaken en getrouw weergeven van financiële staten die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten. De leiding dient er ook voor te zorgen dat de in de financiële staten weergegeven activiteiten, financiële verrichtingen en informatie in overeenstemming zijn met de voorschriften waar ze onder vallen. De leiding van het Bureau draagt uiteindelijk de verantwoordelijkheid voor de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen die ten grondslag liggen aan de rekeningen.

    9.

    Bij het voorbereiden van de rekeningen is de leiding verantwoordelijk voor het beoordelen van het vermogen van het Bureau om zijn activiteiten voort te zetten, voor het in voorkomend geval melden van kwesties die verband houden met de bedrijfscontinuïteit en voor het hanteren van het continuïteitsbeginsel.

    10.

    Degenen die belast zijn met governance zijn verantwoordelijk voor de supervisie van het proces van financiële verslaglegging over de entiteit.

    Verantwoordelijkheden van de controleur voor de controle van de rekeningen en onderliggende verrichtingen

    11.

    Onze doelstellingen bestaan erin, redelijke zekerheid te verkrijgen over de vraag of de rekeningen van het Bureau geen afwijkingen van materieel belang vertonen en of de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn, alsmede op basis van onze controle het Europees Parlement en de Raad of andere betrokken kwijtingsautoriteiten een betrouwbaarheidsverklaring te verschaffen over de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. Redelijke zekerheid is een hoge mate van zekerheid, maar geen garantie dat bij een controle een bestaande materiële afwijking of niet-conformiteit altijd zal worden opgespoord. Deze kan voortkomen uit fraude of fouten en wordt van materieel belang geacht indien hiervan, afzonderlijk of geaggregeerd, redelijkerwijs zou kunnen worden verwacht dat deze een invloed heeft op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze rekeningen nemen.

    12.

    Een controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat een inschatting omvat van de risico’s op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de wet- en regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting wordt gekeken naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar niet om een oordeel uit te spreken over de doeltreffendheid van de internebeheersingsmaatregelen. Een controle houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor de financiële verslaglegging en de redelijkheid van de door de leiding gemaakte boekhoudkundige schattingen, evenals een beoordeling van de algehele presentatie van de rekeningen.

    13.

    Voor de ontvangsten beoordelen wij de procedures van het Bureau voor het innen van vergoedingen en andere inkomsten, voor zover van toepassing.

    14.

    Ten aanzien van de uitgaven onderzoeken wij betalingsverrichtingen wanneer de uitgaven zijn gedaan, geboekt en goedgekeurd. Voorschotbetalingen worden onderzocht wanneer de ontvanger van de middelen het passende gebruik ervan aantoont en het Bureau dit bewijs accepteert door het afwikkelen van de voorschotbetaling in hetzelfde jaar of later.

    Andere aangelegenheid

    15.

    Zonder iets af te doen aan haar oordeel vestigt de Rekenkamer de aandacht op het feit dat het Verenigd Koninkrijk (VK) de Europese Raad op 29 maart 2017 in kennis heeft gesteld van zijn besluit om zich terug te trekken uit de Europese Unie. Er zal worden onderhandeld over een akkoord over de voorwaarden voor zijn terugtrekking. De begroting van het Bureau wordt volledig uit eigen middelen gefinancierd, voornamelijk door ontvangsten van aanvragers en houders van communautaire kwekersrechten. Hoewel ongeveer 4 % van de ontvangsten afkomstig is van klanten uit het VK, acht het Bureau het niet waarschijnlijk dat het vertrek van het VK een aanzienlijk risico voor zijn inkomsten zal vormen. Het Bureau is eveneens van oordeel dat er maatregelen getroffen kunnen worden om te garanderen dat er passende voorzieningen beschikbaar zijn voor de onderzoeken naar soorten die momenteel in het VK worden uitgevoerd, zonder noemenswaardig risico voor de bedrijfscontinuïteit van het Bureau.

    16.

    De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

    OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER

    17.

    Het niveau van overgedragen vastgelegde kredieten was hoog voor titel II (administratieve uitgaven) met 788 540 euro, ofwel 40 % (2015: 395 882 euro, ofwel 28 %). Dit kan voornamelijk worden toegeschreven aan lopende renovaties van gebouwen (284 423 euro), IT-projecten (253 483 euro) en kosten met betrekking tot controles en evaluaties (137 098 euro) waarvoor de diensten pas gedeeltelijk in 2017 worden geleverd of waarvan de facturen pas in 2017 worden ontvangen.

    18.

    Het percentage geannuleerde betalingskredieten die van 2015 naar 2016 waren overgedragen, was ook hoog voor titel II met 17 % (2015: 20 %), hetgeen duidt op de noodzaak om de begrotingsplanning van het Bureau te verbeteren.

    OVERIGE OPMERKINGEN

    19.

    De oprichtingsverordening van het Bureau schrijft geen periodieke externe prestatie-evaluaties voor. Hoewel het Bureau of de Commissie op ad-hocbasis evaluaties van specifieke onderwerpen uitvoerde, zou het Bureau samen met de Commissie moeten overwegen om eens in de vijf jaar uitgebreide externe prestatie-evaluaties uit te laten voeren, zoals het geval is voor de meeste agentschappen. Bij een toekomstige wijziging van de oprichtingsverordening zou een dergelijk vereiste moeten worden ingevoerd.

    FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN VOORGAANDE JAREN

    20.

    De bijlage bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

    Dit verslag werd door kamer IV onder leiding van de heer Baudilio TOMÉ MUGURUZA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 19 september 2017.

    Voor de Rekenkamer

    Klaus-Heiner LEHNE

    President


    (1)  PB L 227 van 1.9.1994, blz. 1.

    (2)  Meer informatie over de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau is te vinden op zijn website: www.cpvo.europa.eu

    (3)  Het personeelsbestand bestaat uit ambtenaren, tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen.

    Bron: Door het Bureau verstrekte gegevens.

    (4)  De financiële staten omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, het kasstroomoverzicht en het mutatieoverzicht van de nettoactiva, alsook een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

    (5)  De verslagen over de uitvoering van de begroting omvatten de verslagen die een samenvatting zijn van alle begrotingsverrichtingen en de bijbehorende toelichtingen.


    BIJLAGE

    Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

    Jaar

    Opmerkingen van de Rekenkamer

    Stand van de corrigerende maatregel

    (Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

    2014

    Het Bureau maakt voor de meeste van zijn betalingen gebruik van elektronisch bankieren. De rekenplichtige en haar twee vervangers kunnen betalingen elektronisch ondertekenen. Er is geen handtekening van een tweede persoon nodig, hetgeen een financieel risico inhoudt voor het Bureau.

    Nog af te handelen

    2014

    Hoewel het Bureau sinds 1995 operationeel is, is er nog steeds geen zetelovereenkomst gesloten met de gastlidstaat die de voorwaarden zou verduidelijken waaronder het Bureau kan opereren alsook de voorwaarden die het Bureau zijn personeel kan bieden.

    Loopt nog

    2015

    Het niveau van overgedragen vastgelegde kredieten was hoog voor titel II (administratieve uitgaven) met 395 882  euro, ofwel 28 % (2014: 394 599  euro, ofwel 30 %). Ze hebben voornamelijk betrekking op IT-projecten (134 030  euro), kosten van dienstreizen (96 368  euro) en kosten met betrekking tot interne audit (82 070  euro) waarvoor de diensten pas in 2016 worden geleverd of waarvan de facturen pas in 2016 worden ontvangen.

    N.v.t.

    2015

    Het percentage geannuleerde overdrachten uit 2014 was met 20 % (2014: 26 %) hoog voor Titel II en duidt op tekortkomingen in de planning van het Bureau.

    Loopt nog

    2015

    De uitgaven voor procedures in verband met beroepsprocedures moesten in principe worden gedekt door beroepsrechten (1). Deze rechten dekken echter slechts een klein gedeelte van de daadwerkelijk gemaakte kosten. In 2015 bedroegen de inkomsten uit beroepsrechten in totaal 11 000  euro (2014: 12 500  euro) terwijl de kosten voor de leden van de kamer van beroep ongeveer 62 037  euro bedroegen (2014: 80 114  euro).

    N.v.t.

    2015

    Op 31 december 2015 bedroegen de rechten die langer dan 90 dagen onbetaald waren gebleven (vooral jaarlijkse rechten) 240 766  euro. Het Bureau maakte geen gebruik van alle opties die in zijn financieel reglement worden geboden om onbetaalde rechten te innen, zoals gedwongen invordering (2).

    Loopt nog


    (1)  Overwegingen bij Verordening (EG) nr. 1238/95 van de Commissie (PB L 121 van 1.6.1995, blz. 31).

    (2)  Artikel 53 van het financieel reglement van het Bureau.


    ANTWOORD VAN HET BUREAU

    Het Bureau neemt nota van de bevindingen van de Rekenkamer.

    17.

    Het hoge niveau aan overdrachten in 2016 betrof grotendeels een renovatie van het gebouw die nog gaande is, en een IT-ontwikkelingsproject. De uitvoering van beide projecten kan om operationele redenen niet samenvallen met het kalenderjaar.


    Top