Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016TN0170

    Zaak T-170/16: Beroep ingesteld op 19 april 2016 – Guardian Glass España, Central Vidriera/Commissie

    PB C 243 van 4.7.2016, p. 35–36 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    4.7.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 243/35


    Beroep ingesteld op 19 april 2016 – Guardian Glass España, Central Vidriera/Commissie

    (Zaak T-170/16)

    (2016/C 243/38)

    Procestaal: Spaans

    Partijen

    Verzoekende partij: Guardian Glass España, Central Vidriera, S.L. (Llodio, Spanje) (vertegenwoordigers: M. Araujo Boyd, D. Armesto Macías en A. Lamadrid de Pablo, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    het beroep en de aangevoerde middelen tot nietigverklaring ontvankelijk verklaren;

    de ter onderbouwing van het beroep aangevoerde middelen tot nietigverklaring gegrond verklaren en derhalve het bestreden besluit nietig verklaren;

    gelasten dat de formele onderzoeksprocedure van artikel 108, lid 2, VWEU wordt geopend, zodat verzoekster gebruik kan maken van haar processuele rechten en de Commissie formeel, overeenkomstig het recht, een einde kan maken aan haar twijfels over de verenigbaarheid van de aan de orde zijnde steun met de interne markt;

    de Commissie verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Het onderhavige beroep ziet op het besluit van de Europese Commissie waarbij door Guardian ontvangen steun onverenigbaar is verklaard met de interne markt, welk besluit ter kennis is gebracht van de Spaanse autoriteiten bij brief van de Commissie van 15 juli 2015 met referentie „Belastingzaken in het Baskenland (Álava) – Informele mededeling betreffende aanvullende verklaringen met betrekking tot de verenigbaarheid met de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen van 1998” en aan verzoekster door de Spaanse autoriteiten is medegedeeld op 19 februari 2016.

    Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster twee middelen aan.

    1.

    Eerste middel

    Primair stelt verzoekster dat de Commissie bij de vaststelling van haar besluit waarbij individuele steun onverenigbaar is verklaard met de interne markt, artikel 250 VWEU en het collegialiteitsbeginsel heeft geschonden doordat het besluit niet is vastgesteld door het college van commissarissen, en dat er voorts sprake is van schending van artikel 108, lid 2, VWEU en de artikelen 4 en 13 van verordening (EG) nr. 659/1999 (1) doordat de Commissie geen formele onderzoeksprocedure heeft geopend alvorens een besluit te nemen.

    2.

    Tweede middel

    Met het subsidiair aangevoerde tweede middel betoogt verzoekster dat artikel 107, lid 3, VWEU is geschonden doordat de Commissie in haar besluit blijk heeft gegeven van een onjuiste beoordeling van de vraag of de aan de orde zijnde steun verenigbaar is met de interne markt.


    (1)  Verordening van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (PB L 83, blz. 1).


    Top