Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CA0520

Zaak C-520/14: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 12 mei 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) – Gemeente Borsele/Staatssecretaris van Financiën, Staatssecretaris van Financiën/Gemeente Borsele [Prejudiciële verwijzing — Belasting over de toegevoegde waarde — Richtlijn 2006/112/EG — Artikelen 2, lid 1, onder c), en 9, lid 1 — Belastingplichtigen — Economische activiteiten — Begrip — Leerlingenvervoer]

PB C 243 van 4.7.2016, p. 10–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

4.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 243/10


Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 12 mei 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) – Gemeente Borsele/Staatssecretaris van Financiën, Staatssecretaris van Financiën/Gemeente Borsele

(Zaak C-520/14) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Belasting over de toegevoegde waarde - Richtlijn 2006/112/EG - Artikelen 2, lid 1, onder c), en 9, lid 1 - Belastingplichtigen - Economische activiteiten - Begrip - Leerlingenvervoer])

(2016/C 243/08)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Hoge Raad der Nederlanden

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Gemeente Borsele, Staatssecretaris van Financiën

Verwerende partijen: Staatssecretaris van Financiën, Gemeente Borsele

Dictum

Artikel 9, lid 1, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, moet aldus worden uitgelegd dat een territoriaal overheidslichaam dat, in omstandigheden als die in het hoofdgeding, een leerlingenvervoersdienst verricht, geen economische activiteit uitoefent en derhalve niet de hoedanigheid van belastingplichtige heeft.


(1)  PB C 56 van 16.2.2015.


Top