Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CN0225

Zaak C-225/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Sozialgericht Nürnberg (Duitsland) op 10 mei 2010 — Juan Pérez García, José Arias Neira, Fernando Barrera Castro, Dolores Verdún Espinosa als rechtsopvolgster van José Bernal Fernández/Familienkasse Nürnberg

PB C 221 van 14.8.2010, p. 17–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

14.8.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 221/17


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Sozialgericht Nürnberg (Duitsland) op 10 mei 2010 — Juan Pérez García, José Arias Neira, Fernando Barrera Castro, Dolores Verdún Espinosa als rechtsopvolgster van José Bernal Fernández/Familienkasse Nürnberg

(Zaak C-225/10)

()

2010/C 221/27

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Sozialgericht Nürnberg

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Juan Pérez García, José Arias Neira, Fernando Barrera Castro en Dolores Verdún Espinosa als rechtsopvolgster van José Bernal Fernández

Verwerende partij: Familienkasse Nürnberg

Prejudiciële vragen

1.

Moet artikel 77, lid 2, sub b-i, van verordening (EEG) nr. 1408/71 (1) aldus worden uitgelegd dat de vroegere werkstaat niet gehouden is kinderbijslag uit te keren aan rechthebbenden op pensioen of rente wegens ouderdom, invaliditeit, arbeidsongeval of beroepsziekte die verschuldigd is krachtens de wettelijke regelingen van meer dan één lidstaat (zogenoemde rechthebbenden op dubbel of meervoudig pensioen of rente), wier recht op pensioen of rente wordt ontleend aan de wettelijke regeling van de vroegere werkstaat (recht op nationaal pensioen of rente), wanneer in de woonstaat in een vergelijkbare, hogere uitkering is voorzien, die evenwel niet verenigbaar is met een andere bijslag waarvoor de betrokkene op basis van een keuzemogelijkheid heeft geopteerd?

2.

Moet artikel 78, lid 2, sub b-i, van verordening (EEG) nr. 1408/71 aldus worden uitgelegd dat de vroegere werkstaat niet gehouden is kinderbijslag uit te keren aan wezen van een overleden werknemer of zelfstandige die aan de wettelijke regelingen van meer dan een lidstaat onderworpen is geweest, dewelke een fictief recht op een wezenpensioen ontlenen aan de wettelijke regeling van de vroegere werkstaat (mogelijk recht op nationaal pensioen of rente), wanneer in de woonstaat in een vergelijkbare, hogere bijslag is voorzien, die evenwel niet verenigbaar is met een andere bijslag waarvoor de betrokkene op basis van een keuzemogelijkheid heeft geopteerd?

3.

Geldt dit ook voor een onder artikel 77 of artikel 78 van verordening (EEG) nr. 1408/71 vallende bijslag waarin in de woonstaat van de kinderen in beginsel is voorzien, maar met betrekking waartoe geen keuzemogelijkheid bestaat?


(1)  Verordening van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149, blz. 2).


Top