Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009IP0140

Strategisch partnerschap EU-Brazilië Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad van 12 maart 2009 betreffende het strategisch partnerschap EU-Brazilië (2008/2288(INI))

PB C 87E van 1.4.2010, p. 168–172 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

1.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 87/168


Donderdag, 12 maart 2009
Strategisch partnerschap EU-Brazilië

P6_TA(2009)0140

Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad van 12 maart 2009 betreffende het strategisch partnerschap EU-Brazilië (2008/2288(INI))

2010/C 87 E/34

Het Europees Parlement,

gezien de ontwerpaanbeveling aan de Raad, ingediend door Véronique De Keyser namens de PSE-Fractie, betreffende het Strategisch Partnerschap EU-Brazilië (B6-0449/2008),

gelet op Titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

gelet op de kaderovereenkomst voor samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Federale Republiek Brazilië (1),

gelet op de interregionale kaderovereenkomst voor samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zuid-Amerikaanse gemeenschappelijke markt en zijn deelnemende Staten, anderzijds (2),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 november 2001 over een globaal partnerschap en een gemeenschappelijke strategie voor de betrekkingen tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika (3),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 27 april 2006 over een sterker partnerschap tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika (4),

gezien de Mededeling van de Commissie „Naar een strategisch partnerschap tussen de EU en Brazilië” (COM(2007)0281),

gezien de Gemeenschappelijke Verklaring van de eerste Top EU-Brazilië van 4 juli 2007 in Lissabon,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 24 april 2008 over de vijfde Top Latijns-Amerika en de Caraïben - Europese Unie in Lima (5),

gezien de Verklaring van Lima, aangenomen op de vijfde Top Latijns-Amerika en de Caraïben - Europese Unie, in Lima, Peru op 16 mei 2008,

gezien de Gemeenschappelijke Verklaring van de tweede Top EU-Brazilië, van 22 december 2008 in Rio de Janeiro,

gelet op artikel 114, lid 3, van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A6-0062/2009),

A.

overwegende dat Brazilië op regionaal en mondiaal niveau een steeds grotere rol speelt en voor de EU een strategische gesprekspartner is geworden,

B.

overwegende dat Brazilië en de Europese Unie als partners een gemeenschappelijke visie delen inzake mondiale kwesties, en veranderingen en oplossingen op mondiaal niveau kunnen stimuleren,

C.

overwegende dat het Strategisch Partnerschap tussen de Europese Unie en Brazilië op de eerste Top EU-Brazilië is gelanceerd op basis van de nauwe historische, culturele en economische banden tussen de partijen, en dat op de tweede Top EU-Brazilië een gezamenlijk actieplan is aangenomen dat gedurende drie jaar als raamwerk fungeert voor verdere actie binnen het Strategisch Partnerschap,

D.

overwegende dat de partners gemeenschappelijke fundamentele waarden en principes hebben, zoals de democratie, de rechtstaat en de bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, alsmede een markteconomie en sociale cohesie, die fundamentele voorwaarden vooraf voor de ontwikkeling van het strategisch partnerschap betekenen,

E.

overwegende dat de prioriteiten van beide regio’s zijn veranderd door onder meer politieke en economische integratieprocessen, de voortschrijdende mondialisering van de economie en het belang van het debat over democratie, mensenrechten en het milieu,

F.

overwegende dat Brazilië het voortouw heeft genomen bij de integratie in Zuid-Amerika door oprichting van de Unie van Zuid-Amerikaanse landen (UNASUR),

G.

overwegende dat het strategisch partnerschap een belangrijke impuls zal geven aan de totstandkoming tegen het jaar 2012 van een Europees-Latijns-Amerikaanse globale interregionale associatiezone, die het Parlement in zijn bovengenoemde resolutie van 27 april 2006 heeft voorgesteld,

H.

overwegende dat de instelling van de Euro-Latijns-Amerikaanse parlementaire vergadering (EuroLat) een beslissende stap is geweest voor de versterking van de democratische legitimiteit en de politieke dimensie van de betrekkingen tussen de EU en Latijns-Amerika, en dat de toekomstige toetreding van het parlement van Mercosur tot EuroLat de rol van deze vergadering als permanent forum voor politieke dialoog tussen de twee regio’s zal versterken,

1.

beveelt de Raad het volgende aan:

a)

het strategisch partnerschap moet worden ingepast in de biregionale aanpak en in de globale visie van de betrekkingen tussen de EU en Latijns-Amerika en de Caraïben, die ten grondslag liggen aan het biregionaal strategisch partnerschap waartoe in het kader van de topbijeenkomsten EU-LAC is besloten;

b)

de preferentiemechanismen voor de politieke dialoog in het kader van het strategisch partnerschap moeten een impuls geven aan de betrekkingen met en tussen de verschillende regionale integratiestructuren, teneinde de waarden en belangen van het strategisch partnerschap te vrijwaren en de multilaterale aanpak van de internationale betrekkingen te versterken;

c)

het strategisch partnerschap moet een nieuwe impuls geven aan de sluiting van de associatieovereenkomst EU-Mercosur, een strategische doelstelling van de EU om de economische en handelsbetrekkingen verder uit te diepen, alsook om de politieke dialoog en de samenwerking tussen beide regio’s uit te breiden;

d)

het strategisch partnerschap moet een reële toegevoegde waarde betekenen, zowel ten aanzien van de bestaande kaderovereenkomst voor samenwerking met Brazilië, de lopende kaderovereenkomst voor samenwerking met Mercosur als de toekomstige associatieovereenkomst met Mercosur;

e)

de centrale thema’s van de politieke agenda van het strategisch partnerschap moeten de bevordering omvatten van gemeenschappelijke strategieën om het hoofd te bieden aan de mondiale uitdagingen, onder meer vrede en veiligheid, democratie en mensenrechten, klimaatverandering, de financiële crisis, biodiversiteit, zekerheid van energievoorziening en duurzame ontwikkeling, alsook de strijd tegen armoede en uitsluiting;

f)

een effectief multilateralisme, gebaseerd op het stelsel van de VN, is de beste manier om de wereldproblemen aan te pakken; de partners moeten proberen om hun standpunten op elkaar af te stemmen via nauwe samenwerking en systematisch overleg voorafgaand aan de bijeenkomsten van de VN en andere internationale organisaties (bv. de WTO en fora (bv. de G20);

g)

het strategisch partnerschap moet het belang onderstrepen van de uitvoering van het voortdurende hervormingsproces, dat tijdens de VN-Top in 2005 werd goedgekeurd, met inbegrip van de hervorming van de belangrijkste organen van de VN;

h)

de partners moeten er eveneens naar streven de mogelijkheden op het vlak van de voorkoming van conflicten en het crisisbeheer bij de VN, in regionale organisaties en op bilateraal niveau uit te breiden en de inspanningen in het kader van VN-vredesmissies en stabilisatieoperaties te coördineren;

i)

het strategisch partnerschap moet een instrument zijn om de democratie en de mensenrechten, de rechtsstaat en goed bestuur op wereldschaal te bevorderen; de partners moeten zowel in de Mensenrechtenraad van de VN als in de Derde Commissie van de Algemene Vergadering van de VN verder samenwerken om de eerbiediging van de mensenrechten in de wereld te bevorderen;

j)

de partners moeten blijven werken aan de versterking van het multilaterale handelsstelsel op het niveau van de WTO; rekening houdend met de huidige internationale financiële crisis en de nauwe banden tussen financiën en handel, moet protectionisme worden vermeden; de partners moeten samenwerken, met als doel bij te dragen tot de succesvolle afronding van de onderhandelingen over de ontwikkelingsagenda van Doha;

k)

het strategisch partnerschap moet worden aangewend om de samenwerking tussen de partners in andere internationale fora zoals de Wereldbank, het Internationaal Muntfonds IMF en de G20 te bevorderen, teneinde bij te dragen tot het vinden van oplossingen voor de huidige globale financiële crisis, die aantoont dat er dringend nood is aan een hervorming van het internationale financiële stelsel;

l)

het standpunt dat wordt ingenomen in de mededeling van de Commissie van 18 september 2008 getiteld „Meertaligheid: een troef voor Europa en een gemeenschappelijk engagement” (COM(2008)0566), waarin wordt gewezen op de strategische waarde voor de EU van „de externe dimensie van meertaligheid” in de huidige geglobaliseerde wereld, moet worden gesteund; dat een aantal EU-talen eveneens wordt gesproken in tal van niet-lidstaten in diverse werelddelen, dat zij een belangrijke schakel tussen volkeren en naties, en een waardevol communicatie-instrument voor de zakenwereld vormen, met name in opkomende markten zoals Brazilië, en dat zij eveneens een relevant samenwerkings- en ontwikkelingsinstrument zijn, moet duidelijk worden gesteld;

m)

de partners moeten samenwerken om het hoofd te bieden aan de meest dringende mondiale problemen op het gebied van vrede en veiligheid, onder meer door ontwapening, non-proliferatie van en controle op wapens, met name als het gaat om nucleaire, chemische en biologische wapens en de mogelijkheden voor leverantie ervan, alsmede op het gebied van corruptie, grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, in het bijzonder drugshandel, witwassen van geld, smokkel in wapens van klein kaliber, lichte wapens en munitie, mensenhandel en terrorisme; zij moeten zich verbinden tot uitvoering van het mechanisme van de EU-LAC inzake verdovende middelen;

n)

het strategisch partnerschap tussen de Europese Unie en de Federale Republiek Brazilië moet gebaseerd zijn op wederzijdse erkenning van definitieve gerechtelijke uitspraken;

o)

de partners moeten nauw samenwerken om de millenniumdoelstellingen (MDG’s)voor ontwikkeling te bevorderen en ten uitvoer te leggen, teneinde armoede en sociale ongelijkheid op mondiaal niveau te bestrijden; zij moeten de samenwerking op het gebied van ontwikkelingshulp, met inbegrip van de driehoekssamenwerking, intensiveren en op soortgelijke wijze samenwerken in de strijd tegen het internationale terrorisme, de drugshandel en misdaad in het algemeen;

p)

de inspanningen van Brazilië om de MDG’s te verwezenlijken moeten worden toegejuicht en het land moet worden gecomplimenteerd met de positieve ontwikkelingen op gebieden als armoedebestrijding, terugdringing van de ondervoeding onder kinderen en basisonderwijs; er moet worden onderstreept dat Brazilië nog aanzienlijke inspanningen moet leveren om de MDG’s uiterlijk in 2015 te bereiken en er onder meer voor moet zorgen dat voldoende kwaliteit in het basisonderwijs voor zowel meisjes als jongens wordt gegarandeerd en het sterftecijfer van kinderen beneden de vijf jaar verder blijft dalen; er moet op worden gewezen dat de bevordering van gendergelijkheid een fundamenteel mensenrecht is alsook een instrument om de MDG’s te verwezenlijken en deel moet uitmaken van het Strategisch Partnerschap EU-Brazilië;

q)

er moet worden vastgesteld dat er in Brazilië ondanks de economische ontwikkeling en de toenemende rijkdom nog steeds zeer veel armen zijn; er moet worden onderstreept dat het noodzakelijk is de inspanningen van de Braziliaanse regering om de armoede in de armste regio’s respectievelijk lagen van de samenleving aan te pakken, te ondersteunen, gelet op het feit dat 65 % van de armste Brazilianen zwart of van gemengde etnische afkomst is, terwijl in de meest bevoorrechte klasse 86 % blank is;

r)

het strategisch partnerschap moet een forum vormen voor debat en uitwisseling van beste praktijken tussen de partners inzake sociale en regionale cohesie; in die context moet worden gewezen op de zeer gunstige gevolgen van het Braziliaanse „Bolsa Família”-programma voor de armoedebestrijding en de verbetering van de ontwikkelingsindicatoren in het land;

s)

er dient een brede dialoog over migratie te worden opgezet, waarbij voorrang moet worden gegeven aan kwesties in verband met reguliere en illegale migratie, de bescherming van de mensenrechten van migranten en het vergemakkelijken van het overmaken van geld;

t)

de partners moeten de handen in elkaar slaan om de besprekingen in internationale fora vooruit te helpen, met als doel in 2009 een algemene en omvattende overeenkomst over klimaatverandering te sluiten voor de periode na 2012, die met name gebaseerd moet zijn op het beginsel van gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden;

u)

de partners moeten eveneens nauw samenwerken om het Verdrag inzake biologische diversiteit te implementeren en om de doelstelling van 2010 op het gebied van biodiversiteit te halen;

v)

de partners moeten de internationale samenwerking op het gebied van de instandhouding en het duurzaam beheer van alle soorten bossen, met inbegrip van het Amazonewoud, intensiveren; zij moeten beste praktijken op het gebied van duurzaam bosbeheer en toepassing van de boswetgeving uitwisselen;

w)

de partners moeten energietechnologieën met lage koolstofemissies ontwikkelen en de duurzame productie en het duurzame gebruik van hernieuwbare energiebronnen verzekeren, met inbegrip van duurzame biobrandstoffen die de productie van voedingsgewassen en de biodiversiteit niet in het gedrang brengen; zij moeten het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in hun algemene energiemix verhogen, energie-efficiëntie en -veiligheid bevorderen, alsmede een grotere energieveiligheid bewerkstelligen;

x)

de samenwerking op het gebied van nucleair onderzoek moet worden geïntensiveerd zodat Brazilië kan deelnemen aan het ITER-project (internationale thermonucleaire experimentele reactor) inzake de opwekking van thermonucleaire energie;

y)

de pogingen van Brazilië om AIDS met goedkope medicijnen te bestrijden moeten, daar beschikbaarheid van farmaceutische producten en volksgezondheid primaire doelen zijn, worden gesteund en de EU moet nader onderzoek doen naar de verplichte vergunningen voor geneesmiddelen voor de behandeling van verwaarloosde pandemische ziekten waaraan de armen lijden;

z)

de financiële middelen die Brazilië in het kader van het financieringinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (6) (DCI) ter beschikking worden gesteld, moeten worden ingezet voor maatregelen die Brazilië bij de bestrijding van de armoede en de verwezenlijking van de MDG’s ondersteunen, alsook voor andere maatregelen die als echte ontwikkelingshulp kunnen worden aangemerkt, zoals maatregelen op milieugebied;

aa)

de bestaande dialoog moet worden geïntensiveerd, en er moeten nieuwe gesprekken op gang worden gebracht, met name inzake milieu en duurzame ontwikkeling, energie, vervoer, voedselzekerheid, wetenschap en technologie, de informatiemaatschappij, werkgelegenheid en sociale vraagstukken, financiën en macro-economie, regionale ontwikkeling, cultuur en onderwijs;

ab)

het strategisch partnerschap moet contacten tussen maatschappelijke organisaties, handelsverenigingen en fora voor sociale partners aanmoedigen en uitwisselingen op het gebied van onderwijs en cultuur bevorderen;

ac)

maatregelen ten behoeve van politiek partnerschap tussen de EU en Brazilië, wederzijdse kennismaking en wederzijds begrip, alsook uitwisselingsprogramma’s dienen via een ander instrument dan het DCI te worden gefinancierd;

ad)

het strategisch partnerschap moet het kader vormen voor de totstandbrenging van een regelmatige, structurele dialoog tussen de leden van het Nationaal Congres van Brazilië en de leden van het Europees Parlement;

ae)

de EU-instellingen en de regering van Brazilië moeten het Europees Parlement en EuroLat regelmatig en volledig informeren over de stand van het strategisch partnerschap;

2.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en - ter informatie - aan de Commissie, alsmede aan de regeringen en de parlementen van de lidstaten, alsmede de president en het Nationaal Congres van de Federale Republiek Brazilië.


(1)  PB L 262 van 1.11.1995, blz. 54.

(2)  PB L 69 van 19.3.1996, blz. 4.

(3)  PB C 140 E van 13.6.2002, blz. 569.

(4)  PB C 296 E van 6.12.2006, blz. 123.

(5)  Aangenomen teksten, P6_TA(2008)0177.

(6)  Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).


Top