Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009TN0153

    Zaak T-153/09: Beroep ingesteld op 8 april 2009 — ISDIN/BHIM — Pfizer (ISDIN)

    PB C 141 van 20.6.2009, p. 54–54 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    20.6.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 141/54


    Beroep ingesteld op 8 april 2009 — ISDIN/BHIM — Pfizer (ISDIN)

    (Zaak T-153/09)

    2009/C 141/110

    Taal van het verzoekschrift: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: ISDIN, SA (Barcelona, Spanje) (vertegenwoordiger: M. Esteve Sanz, advocaat)

    Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

    Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Pfizer Ltd (Sandwich, Verenigd Koninkrijk)

    Conclusies

    vernietiging van de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 22 januari 2009 in zaak R 390/2008-1;

    subsidiair, vernietiging van de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 22 januari 2009 in zaak R 390/2008-1 voor zover daarbij het ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring was gevorderd, nietig wordt verklaard voor een aantal waren van klasse 5; en

    verwijzing van verweerder en in voorkomend geval van de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep in de kosten van de procedure, daaronder begrepen de kosten die zijn opgekomen voor de kamer van beroep.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd: woordmerk „ISDIN” voor waren van de klassen 3 en 5

    Houder van het gemeenschapsmerk: verzoekster

    Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

    Beslissing van de nietigheidsafdeling: gedeeltelijke nietigverklaring van het betrokken gemeenschapsmerk

    Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

    Aangevoerde middelen: schending van artikel 73 van verordening nr. 40/94 (1) van de Raad (thans artikel 75 van verordening nr. 207/2009 van de Raad) en van regel 50, lid 2, sub h, van verordening nr. 2868/95 (2) van de Commissie doordat de kamer van beroep niet heeft gemotiveerd waarom sprake is van gevaar van verwarring van de betrokken merken; schending van artikel 51, lid 1, sub a, (thans artikel 52, lid 1, sub a, van verordening nr. 207/2009 van de Raad) junctis de artikelen 8, lid 1, sub b, en 74 van verordening nr. 40/94 van de Raad (thans de artikelen 8, lid 1, sub b, en 76 van verordening nr. 207/2009 van de Raad) doordat de kamer van beroep heeft geweigerd rekening te houden met de beperking die verzoekster had gemaakt in haar uiteenzetting van de gronden van het beroep, en dus op algemene wijze heeft geoordeeld dat de conflicterende waren dezelfde zijn; subsidiair, schending van artikel 51, lid 1, sub a, juncto artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 van de Raad doordat in de bestreden beslissing wordt verwezen naar bepaalde goederen van klasse 5; schending van artikel 51, lid 1, sub a, juncto artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 van de Raad doordat de kamer van beroep de geldigheid van de beslissing van de nietigheidsafdeling heeft bevestigd voor alle waren waarop het bestreden merk aanvankelijk betrekking had.


    (1)  Vervangen door verordening (EG) nr. 2004/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk (PB L 78, blz. 1).

    (2)  Verordening (EG) nr. 2868/95 van de Commissie van 13 december 1995 tot uitvoering van verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad inzake het Gemeenschapsmerk (PB L 303, blz. 1).


    Top