Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001D0329

    2001/329/EG: Beschikking van de Raad van 24 april 2001 betreffende de bijwerking van deel VI en van de bijlagen 3, 6 en 13 van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en van de bijlagen 5 a), 6 a) en 8 van het Gemeenschappelijk Handboek

    PB L 116 van 26.4.2001, p. 32–34 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 04/04/2010; stilzwijgende opheffing door 32009R0810

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2001/329/oj

    32001D0329

    2001/329/EG: Beschikking van de Raad van 24 april 2001 betreffende de bijwerking van deel VI en van de bijlagen 3, 6 en 13 van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en van de bijlagen 5 a), 6 a) en 8 van het Gemeenschappelijk Handboek

    Publicatieblad Nr. L 116 van 26/04/2001 blz. 0032 - 0034


    Beschikking van de Raad

    van 24 april 2001

    betreffende de bijwerking van deel VI en van de bijlagen 3, 6 en 13 van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en van de bijlagen 5 a), 6 a) en 8 van het Gemeenschappelijk Handboek

    (2001/329/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 789/2001 van de Raad van 24 april 2001 tot verlening van uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad met betrekking tot bepaalde gedetailleerde voorschriften en praktische procedures voor de behandeling van visumaanvragen(1),

    Gelet op artikel 4 van Verordening (EG) nr. 790/2001 van de Raad van 24 april 2001 tot verlening van uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad met betrekking tot bepaalde gedetailleerde voorschriften en praktische procedures inzake de uitvoering van de controle en de bewaking aan de grenzen(2),

    Gelet op het initiatief van Zweden,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Ingevolge Besluit 2000/777/EG van de Raad van 1 december 2000 inzake de inwerkingstelling van het Schengenacquis in Denemarken, Finland en Zweden, alsmede in IJsland en Noorwegen(3), is het nodig deel VI en de bijlagen 3, 6 en 13 van de Gemeenschappelijke Visuminstructie aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten (GVI)(4) alsmede de bijlagen 5 a), 6 a) en 8 van het Gemeenschappelijk Handboek (GH) bij te werken.

    (2) Met het onderhavige instrument wordt, overeenkomstig het protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, voortgebouwd op het Schengenacquis als omschreven in bijlage A van Besluit 1999/435/EG van de Raad van 20 mei 1999 betreffende de vaststelling van het Schengenacquis met het oog op de vaststelling, in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag betreffende de Europese Unie, van de rechtsgrond van elk van de bepalingen of besluiten die het Schengenacquis vormen(5).

    (3) Denemarken neemt, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, niet deel aan de aanneming van dit instrument. Dit instrument is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken. Aangezien dit instrument tot doel heeft het Schengenacquis te ontwikkelen ingevolge titel IV van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 5 van genoemd protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad dit instrument heeft vastgesteld of het dit in zijn nationale wetgeving zal omzetten.

    (4) Ten aanzien van de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen houdt dit instrument een ontwikkeling in van het Schengenacquis in de zin van de op 18 mei 1999 door de Raad van de Europese Unie en deze twee staten gesloten overeenkomst(6). Na afloop van de in deze overeenkomst vastgestelde procedures, gelden de uit dit instrument voortvloeiende rechten en verplichtingen eveneens voor deze beide staten, alsook bij de betrekkingen van deze beide staten met de aan dit instrument deelnemende lidstaten.

    (5) Ingevolge artikel 1 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, nemen Ierland en het Verenigd Koninkrijk niet deel aan de aanneming van dit instrument. Onverminderd artikel 4 van genoemd Protocol zijn de bepalingen van dit instrument derhalve niet van toepassing op Ierland en het Verenigd Koninkrijk,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. De tekst van deel VI, punt 1.1, Rubriek "GELDIG VOOR ...", derde streepje, van de GVI wordt vervangen door de volgende tekst: "- In de gevallen bedoeld in artikel 14 van de Uitvoeringsovereenkomst mag de territoriale geldigheid tot het grondgebied van één of meer lidstaten worden beperkt; in dat geval en naar gelang van de in de rubriek aan te brengen codes van de lidstaten, staan de volgende mogelijkheden open:

    a) in de rubriek worden de codes van de betrokken lidstaten aangebracht;

    b) in de rubriek wordt de vermelding 'Schengenstaten' aangebracht in de taal van de lidstaat van afgifte, gevolgd door een tussen haakjes geplaatst minteken en de codes van de lidstaten voor het grondgebied waarvan het visum niet geldt.".

    2. In bijlage 3, deel 3, van de GVI, alsook in bijlage 5 a), deel 3, van het GH, worden de rubrieken "Denemarken", "Finland", "Zweden", "IJsland" en "Noorwegen", alsook de desbetreffende verblijfstitels geschrapt.

    3. In bijlage 6 van de GVI wordt het tweede streepje geschrapt.

    4. In bijlage 13, voorbeeld 14, van de GVI, alsook in bijlage 6 a), voorbeeld 14, van het GH, worden de volgende codes toegevoegd:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    5. Voorbeeld 11 in bijlage 13 van de GVI en voorbeeld 11 in bijlage 6 a) van het GH, alsook voorbeeld 2 van bijlage 8 van het GH worden vervangen door het voorbeeld in de bijlage bij deze beschikking.

    Artikel 2

    Deze beschikking is van toepassing met ingang van 27 april 2001.

    Artikel 3

    Overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is deze beschikking gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Luxemburg, 24 april 2001.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    M. Winberg

    (1) Zie blz. 2 van dit Publicatieblad.

    (2) Zie blz. 5 van dit Publicatieblad.

    (3) PB L 309 van 9.12.2000, blz. 24.

    (4) PB L 239 van 22.9.2000, blz. 318.

    (5) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 1.

    (6) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

    BIJLAGE

    VOORBEELD 11

    TBV VOOR KORT VERBLIJF GELDIG VOOR MEERDERE STATEN

    In dit geval worden in de rubriek "geldig voor":

    - hetzij de codes aangebracht van de staten waarvoor het visum geldig is (België: B, Denemarken: DK, Duitsland: D, Griekenland: GR, Spanje: E, Frankrijk: F, Italië: I, Luxemburg: L, Nederland: NL, Oostenrijk: A, Portugal: P, Finland: FIN, Zweden: S, IJsland: IS, Noorwegen: N. In het geval van de Benelux: BNL). In het voorbeeld is de territoriale geldigheid beperkt tot Frankrijk en Spanje,

    >PIC FILE= "L_2001116NL.003402.EPS">

    - hetzij de vermelding "Schengenstaten" aangebracht, gevolgd door een tussen haakjes geplaatst minteken en de codes van de lidstaten waarvoor het visum niet geldig is. In het voorbeeld is de territoriale geldigheid beperkt tot alle lidstaten die het Schengenacquis toepassen, met uitzondering van het grondgebied van Frankrijk en Spanje.

    >PIC FILE= "L_2001116NL.003403.EPS">

    Top