This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2007/269/117
Case T-356/07: Action brought on 19 September 2007 — Pfizer v OHIM — Isdin (ISDIN 14-8.000)
Zaak T-356/07: Beroep ingesteld op 19 september 2007 — Pfizer/BHIM — Isdin (ISDIN 14-8.000)
Zaak T-356/07: Beroep ingesteld op 19 september 2007 — Pfizer/BHIM — Isdin (ISDIN 14-8.000)
PB C 269 van 10.11.2007, p. 64–64
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
10.11.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 269/64 |
Beroep ingesteld op 19 september 2007 — Pfizer/BHIM — Isdin (ISDIN 14-8.000)
(Zaak T-356/07)
(2007/C 269/117)
Taal van het verzoekschrift: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Pfizer Ltd (Sandwich, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: V. von Bomhard, A. Renck, T. Dolde, advocaten, en M. Hawkins, solicitor)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Isdin, SA (Barcelona, Spanje)
Conclusies
— |
de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 28 juni 2007 in zaak R 565/2006-1 te vernietigen; en |
— |
verweerder te verwijzen in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd: woordmerk „ISDIN 14-8.000” voor waren van onder meer klasse 5 — gemeenschapsmerk nr. 1 243 633
Houder van het gemeenschapsmerk: Isdin, SA
Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: verzoekster
Merkrecht van de partij die nietigverklaring vordert: nationaal woordmerk „ISTIN” voor waren van klasse 5
Beslissing van de nietigheidsafdeling: gedeeltelijke nietigverklaring van het gemeenschapsmerk
Beslissing van de kamer van beroep: vernietiging van de beslissing van de nietigheidsafdeling voor zover daarbij het gemeenschapsmerk werd nietig verklaard
Aangevoerde middelen: schending van verzoeksters recht om te worden gehoord overeenkomstig artikel 73 van verordening nr. 40/94 van de Raad en schending van artikel 52 juncto artikel 8, lid 1, sub b), van deze verordening