Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/269/104

    Zaak T-340/07: Beroep ingesteld op 4 september 2007 — Evropaïki Dynamiki/Commissie

    PB C 269 van 10.11.2007, p. 57–58 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    10.11.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 269/57


    Beroep ingesteld op 4 september 2007 — Evropaïki Dynamiki/Commissie

    (Zaak T-340/07)

    (2007/C 269/104)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Evropaïki Dynamiki (Athene, Griekenland) (vertegenwoordiger: N. Korogiannakis, advocaat)

    Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

    Conclusies

    de Commissie te veroordelen om aan verzoekster te betalen de som van 172 588,62 EUR als voor vergoeding in aanmerking komende kosten die zij heeft gemaakt in het kader van overeenkomst nr. EDC-53007 EEBO/27873;

    de Commissie te veroordelen om aan verzoekster te betalen de symbolische som van 1 000 EUR als vergoeding voor de schade aan haar reputatie en goodwill;

    de Commissie te verwijzen in de proceskosten en de andere kosten die verzoekster heeft gemaakt in verband met dit beroep.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Met haar op de artikelen 238 EG en 235 EG gebaseerd beroep verlangt verzoekster vergoeding van de schade die haar is toegebracht door de beschikking van de Commissie van 16 mei 2003 waarbij een einde wordt gemaakt aan de met de Commissie gesloten overeenkomst nr. EDC-53007 EEBO/27873 betreffende het project „e-Content Exposure and Business Opportunities” („EEBO”) in het kader van een communautair meerjarenprogramma ter stimulering van de ontwikkeling en het gebruik van Europese digitale inhoud op de mondiale netwerken en ter bevordering van de taalkundige verscheidenheid in de informatiemaatschappij (2001-2005), die de heren Fischer en Marthinsen als externe adviseurs bij de uitvoering van het project betrok.

    Verzoekster betoogt dat de beschikking van de aanbestedende dienst (DG INFSO) tot beëindiging van de overeenkomst kennelijke beoordelingsfouten bevat, die ertoe hebben geleid dat zij haar contractuele verplichtingen niet is nagekomen. Bovendien is de bestreden beschikking gegeven met schending van de beginselen van goed bestuur en transparantie, en hebben bepaalde personeelsleden van de Commissie verzuimd, gestelde belangenconflicten uit de weg te ruimen. In het licht van het bovenstaande stelt verzoekster dat zij recht heeft op vergoeding voor de verrichte diensten en de kosten die zij in het kader van de uitvoering van de overeenkomst daadwerkelijk heeft gemaakt, met inbegrip van rente vanaf de datum waarop die bedragen verschuldigd zijn geworden.


    Top