This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62020CB0573
Case C-573/20: Order of the Court (Sixth Chamber) of 14 April 2021 (request for a preliminary ruling from the Commissione tributaria provinciale di Parma — Italy) — Casa di Cura Città di Parma SpA v Agenzia delle Entrate (Reference for a preliminary ruling — Articles 53(2) and 99 of the Rules of Procedure of the Court — Taxation — Common system of value added tax (VAT) — Sixth Directive 77/388/EEC — Article 17(2)(a) — Mixed taxable person — Deductible proportion — Public or private health structures carrying out exempt activities — National legislation excluding the deduction of VAT relating to the purchase of goods or services used for the requirements of those exempt activities)
Zaak C-573/20: Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 14 april 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Commissione tributaria provinciale di Parma — Italië) — Casa di Cura Città di Parma SpA / Agenzia delle Entrate (Prejudiciële verwijzing – Artikel 53, lid 2, en artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Fiscaliteit – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Zesde richtlijn 77/388/EEG – Artikel 17, lid 2, onder a) – Gemengde belastingplichtige – Evenredige aftrek – Openbare of particuliere gezondheidsinrichtingen die vrijgestelde activiteiten verrichten – Nationale wettelijke regeling waarbij de aftrek van de btw over de aankoop van goederen of diensten die voor die vrijgestelde activiteiten worden gebruikt, wordt uitgesloten)
Zaak C-573/20: Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 14 april 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Commissione tributaria provinciale di Parma — Italië) — Casa di Cura Città di Parma SpA / Agenzia delle Entrate (Prejudiciële verwijzing – Artikel 53, lid 2, en artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Fiscaliteit – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Zesde richtlijn 77/388/EEG – Artikel 17, lid 2, onder a) – Gemengde belastingplichtige – Evenredige aftrek – Openbare of particuliere gezondheidsinrichtingen die vrijgestelde activiteiten verrichten – Nationale wettelijke regeling waarbij de aftrek van de btw over de aankoop van goederen of diensten die voor die vrijgestelde activiteiten worden gebruikt, wordt uitgesloten)
PB C 289 van 19.7.2021, p. 19–19
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
19.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 289/19 |
Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 14 april 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Commissione tributaria provinciale di Parma — Italië) — Casa di Cura Città di Parma SpA / Agenzia delle Entrate
(Zaak C-573/20) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, en artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Fiscaliteit - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Zesde richtlijn 77/388/EEG - Artikel 17, lid 2, onder a) - Gemengde belastingplichtige - Evenredige aftrek - Openbare of particuliere gezondheidsinrichtingen die vrijgestelde activiteiten verrichten - Nationale wettelijke regeling waarbij de aftrek van de btw over de aankoop van goederen of diensten die voor die vrijgestelde activiteiten worden gebruikt, wordt uitgesloten)
(2021/C 289/26)
Procestaal: Italiaans
Verwijzende rechter
Commissione tributaria provinciale di Parma
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Casa di Cura Città di Parma SpA
Verwerende partij: Agenzia delle Entrate
Dictum
Artikel 17, lid 2, onder a), van de Zesde richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een nationale regeling die niet toestaat dat de voorbelasting over de aankoop van goederen en diensten die worden gebruikt ten behoeve van vrijgestelde activiteiten wordt afgetrokken en die bijgevolg bepaalt dat het recht van een gemengde belastingplichtige op btw-aftrek wordt berekend op basis van een pro rata dat overeenkomt met de verhouding tussen enerzijds het bedrag van de verrichtingen waarvoor recht op aftrek bestaat en anderzijds het totale bedrag van de in het betrokken jaar verrichte handelingen met inbegrip van de vrijgestelde medisch-sanitaire prestaties.