Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018TA0726

    Zaak T-726/18: Arrest van het Gerecht van 28 november 2019 – Mélin/Parlement („Institutioneel recht – Regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement – Vergoeding voor parlementaire assistentie – Terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen – Motiveringsplicht – Niet-mededeling van de bijlage bij het besluit tot terugvordering”)

    PB C 27 van 27.1.2020, p. 32–33 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    27.1.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 27/32


    Arrest van het Gerecht van 28 november 2019 – Mélin/Parlement

    (Zaak T-726/18) (1)

    („Institutioneel recht - Regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement - Vergoeding voor parlementaire assistentie - Terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen - Motiveringsplicht - Niet-mededeling van de bijlage bij het besluit tot terugvordering”)

    (2020/C 27/40)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partij: Joëlle Mélin (Aubagne, Frankrijk) (vertegenwoordiger: F. Wagner, advocaat)

    Verwerende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: S. Seyr en M. Ecker, gemachtigden)

    Voorwerp

    Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van het besluit van de secretaris-generaal van het Parlement van 4 oktober 2018 betreffende de terugvordering van verzoekster van een bedrag van 130 339,35 EUR, dat ten onrechte is overgemaakt als vergoeding voor parlementaire assistentie en van de bijhorende debetnota van 10 oktober 2018.

    Dictum

    1)

    Het besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 4 oktober 2018 betreffende de terugvordering van Joëlle Mélin van een bedrag van 130 339,35 EUR dat ten onrechte is overgemaakt als vergoeding voor parlementaire assistentie en de bijhorende debetnota van 10 oktober 2018 worden nietig verklaard.

    2)

    Het Parlement wordt verwezen in de kosten.


    (1)  PB C 65 van 18.2.2019.


    Top