This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015TN0353
Case T-353/15: Action brought on 26 June 2015 — NeXovation v Commission
Zaak T-353/15: Beroep ingesteld op 26 juni 2015 — NeXovation/Commissie
Zaak T-353/15: Beroep ingesteld op 26 juni 2015 — NeXovation/Commissie
PB C 311 van 21.9.2015, p. 50–51
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
21.9.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 311/50 |
Beroep ingesteld op 26 juni 2015 — NeXovation/Commissie
(Zaak T-353/15)
(2015/C 311/55)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: NeXovation, Inc. (Hendersonville, USA) (vertegenwoordigers: A. von Bergwelt, F. Henkel en M. Nordmann, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
besluit C(2014) 3634 final van de Europese Commissie van 1 oktober 2014 (zoals gerectificeerd op 13 april 2015) betreffende steunmaatregel SA.31550 van Duitsland ten behoeve van Nürburgring gedeeltelijk nietig verklaren, voor zover |
— |
daarin wordt besloten dat de verkoop van activa van Nürburgring GmbH, Motorsport Resort Nürburgring GmbH en Congress- und Motorsport Hotel Nürburgring GmbH geen staatssteun vormt, zoals verklaard in het eerste opsommingsteken van punt 285 van het bestreden besluit; |
— |
daarin wordt besloten dat verkoop van activa van Nürburgring GmbH, Motorsport Resort Nürburgring GmbH en Congress- und Motorsport Hotel Nürburgring GmbH niet leidt tot een economische continuïteit tussen Nürburgring GmbH, Motorsport Resort Nürburgring GmbH and Congress- und Motorsport Hotel Nürburgring GmbH en Capricorn NÜRBURGRING Besitzgesellschaft GmbH, de nieuwe eigenaar van de activa, of dochtermaatschappijen daarvan, zoals verklaard in de eerste zin van het tweede opsommingsteken van punt 285 van het bestreden besluit; |
— |
daarin derhalve wordt besloten dat een eventuele terugvordering van onverenigbare staatssteun geen betrekking zal hebben op Capricorn NÜRBURGRING Besitzgesellschaft GmbH, de koper van de activa die na de aanbestedingsprocedure zijn verkocht, of dochtermaatschappijen daarvan, zoals verklaard in artikel 3, lid 2, van het dispositief van het bestreden besluit, ingevolge de tweede zin van het tweede opsommingsteken van punt 285 van het bestreden besluit, en |
— |
de Commissie verwijzen in haar eigen kosten en in die van de verzoekende partij. |
Middelen en voornaamste argumenten
Verzoekende partij bestrijdt het besluit van de Commissie van 1 oktober 2014 (gerectificeerd op 13 april 2015), omdat daarin is vastgesteld dat de verkoop van de activa van het Nürburgring complex geen staatssteun vormt, dat de verkoop van de activa niet leidt tot financiële/economische continuïteit tussen de verkopers en de koper van de activa en dat een eventuele terugvordering van onverenigbare staatssteun geen betrekking zal hebben op de koper van de activa.
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekende partij de volgende middelen aan:
1. |
Eerste middel: onjuiste toepassing door de Commissie van artikel 107, lid 1, VWEU, aangezien de Commissie de betekenis van een open, transparante, niet-discriminerende aanbestedingsprocedure met verkoop aan de hoogste bieder verkeerd heeft begrepen en voorts niet naar behoren de betrokkenheid van de overheid bij de verkoopprocedure heeft onderzocht. |
2. |
Tweede middel: onjuiste toepassing door de Commissie van artikel 107, lid 1, VWEU, doordat zij tot de conclusie komt dat het tijdelijke leasecontract van de activa van de ring geen staatssteun oplevert en dat de verkopers niet onrechtmatig de verdere verkoop van de activa aan een Russische investeerder hebben beïnvloed. |
3. |
Derde middel: onjuiste toepassing door de Commissie van het beginsel van financiële/economische continuïteit. |
4. |
Vierde middel: de Commissie heeft geen formele onderzoeksprocedure ingeleid. |
5. |
Vijfde middel: schending door de Commissie van de rechten van verzoekende partij op grond van artikel 20, lid 2, van verordening nr. 659/1999. |
6. |
Zesde middel: schending door de Commissie van het beginsel van een onpartijdig en zorgvuldig onderzoek. |
7. |
Zevende middel: onjuiste toepassing door de Commissie van artikel 296, lid 2, VWEU. |