Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015TA0249

Zaak T-249/15: Arrest van het Gerecht van 11 december 2017 — JT/EUIPO — Carrasco Pirard (QUILAPAYÚN) („Uniemerk — Oppositieprocedure — Aanvraag voor Uniebeeldmerk QUILAPAYÚN — Relatieve weigeringsgrond — Algemeen bekend merk — Artikel 8, lid 2, onder c), van verordening (EG) nr. 207/2009 [thans artikel 8, lid 2, onder c), van verordening (EU) 2017/1001] — Houder van het merk”)

PB C 32 van 29.1.2018, p. 20–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

29.1.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 32/20


Arrest van het Gerecht van 11 december 2017 — JT/EUIPO — Carrasco Pirard (QUILAPAYÚN)

(Zaak T-249/15) (1)

((„Uniemerk - Oppositieprocedure - Aanvraag voor Uniebeeldmerk QUILAPAYÚN - Relatieve weigeringsgrond - Algemeen bekend merk - Artikel 8, lid 2, onder c), van verordening (EG) nr. 207/2009 [thans artikel 8, lid 2, onder c), van verordening (EU) 2017/1001] - Houder van het merk”))

(2018/C 032/26)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: JT (vertegenwoordiger: A. Mena Valenzuela, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (vertegenwoordigers: E. Zaera Cuadrado, gemachtigde)

Andere partijen in de procedure voor de kamer van beroep van het EUIPO: Eduardo Carrasco Pirard (Santiago, Chili) en de 7 andere partijen in de procedure voor de kamer van beroep van het EUIPO, van wie de namen zijn vermeld in de bijlage bij het arrest.

Voorwerp

Beroep tegen de beslissing van de tweede kamer van beroep van het EUIPO van 13 maart 2015 (zaak R 354/2014-2) inzake een oppositieprocedure tussen enerzijds JT en anderzijds Carrasco Pirard en de andere partijen in de procedure voor de kamer van beroep van het EUIPO, van wie de namen zijn vermeld in bijlage

Dictum

1)

De beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) van 13 maart 2015 (zaak R 354/2014-2) wordt vernietigd.

2)

De overige vorderingen van het beroep worden afgewezen.

3)

Elke partij draagt haar eigen kosten.


(1)  PB C 337 van 12.10.2015.


Top