EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015FN0100

Zaak F-100/15: Beroep ingesteld op 6 juli 2015 — ZZ/EIB

PB C 414 van 14.12.2015, p. 41–42 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

14.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 414/41


Beroep ingesteld op 6 juli 2015 — ZZ/EIB

(Zaak F-100/15)

(2015/C 414/51)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: ZZ (vertegenwoordigers: L. Isola en G. Isola, advocaten)

Verwerende partij: Europese Investeringsbank

Voorwerp en beschrijving van het geding

Nietigverklaring van, ten eerste, verzoekers beoordelingsrapport over 2013 en, ten tweede, de daarop volgende en daarmee verband houdende besluiten van de EIB, zoals het besluit om hem niet naar de rang D te bevorderen, alsmede vergoeding van de geleden materiële en immateriële schade

Conclusies van de verzoekende partij

nietigverklaring van het besluit van het beroepscomité van 8 december 2014, met terugverwijzing van het dossier naar dat comité na bepaling van de criteria waaraan het zich voor de vaststelling van het nieuwe besluit moet houden;

nietigverklaring van de richtsnoeren zoals door het directoraat personeel gedefinieerd in de nota „richtsnoeren voor de beoordeling van het personeel over 2013”, voor zover deze bepalen dat de eindbeoordeling moet worden uitgedrukt door middel van een woordelijke synthese, zonder ooit de daarbij behorende verklaringen te hebben gedefinieerd;

Subsidiair:

nietigverklaring van het volledige beoordelingsrapport over 2013 (in het gedeelte beoordeling, voor zover verzoeker daarbij niet de beoordeling „uitzonderlijke” of „zeer goede” prestatie wordt gegeven en hij niet wordt voorgedragen voor bevordering naar de functie D, en ten slotte voor zover daarin niet wordt voorzien in de ontwikkeling van zijn loopbaan en de vaststelling van zijn doelstellingen voor 2014);

nietigverklaring van alle daarmee verband houdende, daarop volgende en daaraan voorafgaande handelingen, waaronder de bevorderingen die bekend zijn gemaakt in de op 31 maart 2014 verspreide nota „Performance Evaluation exercise 2013 — List of promotions and awards”;

vaststelling dat er sprake is van intimidatie jegens verzoeker;

vaststelling dat de Europese Unie aansprakelijk is voor het aanzetten tot intimidatie en schending van de regels betreffende een „eerlijk proces”;

veroordeling van verweerders tot hoofdelijke betaling van een redelijke vergoeding voor de fysieke, immateriële en materiële schade zoals uitvoerig aangegeven in de punten 112 tot en met 120 van het verzoekschrift;

veroordeling van verweerders tot hoofdelijke betaling van vertragingsrente en van een vergoeding voor de geldontwaarding over de toegekende bedragen;

met voorbehoud, verwijzing van de twee verweerders in de kosten van de procedure.


Top