This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CN0646
Case C-646/15: Reference for a preliminary ruling from First-tier Tribunal (Tax Chamber) (United Kingdom) made on 3 December 2015 — Trustees of the P Panayi Accumulation & Maintenance Settlements v Commissioners for Her Majesty's Revenue and Customs
Zaak C-646/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het First-tier Tribunal (Tax Chamber) (Verenigd Koninkrijk) op 3 december 2015 — Trustees of the Panayi Accumulation & Maintenance Settlements/Commissioners for Her Majesty’s Revenue & Customs
Zaak C-646/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het First-tier Tribunal (Tax Chamber) (Verenigd Koninkrijk) op 3 december 2015 — Trustees of the Panayi Accumulation & Maintenance Settlements/Commissioners for Her Majesty’s Revenue & Customs
PB C 48 van 8.2.2016, p. 22–23
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.2.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 48/22 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het First-tier Tribunal (Tax Chamber) (Verenigd Koninkrijk) op 3 december 2015 — Trustees of the Panayi Accumulation & Maintenance Settlements/Commissioners for Her Majesty’s Revenue & Customs
(Zaak C-646/15)
(2016/C 048/28)
Procestaal: Engels
Verwijzende rechter
First-tier Tribunal (Tax Chamber)
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Trustees of the Panayi Accumulation & Maintenance Settlements
Verwerende partij: Commissioners for Her Majesty’s Revenue & Customs
Prejudiciële vragen
1) |
Handelt een lidstaat in overeenstemming met de vrijheid van vestiging, de vrijheid van kapitaalverkeer of de vrijheid van dienstverrichting wanneer hij een wettelijke regeling zoals section 80 van de Taxation of Chargeable Gains Act 1992 uitvaardigt en handhaaft, volgens welke belasting wordt geheven over de niet-gerealiseerde meerwaarden van de vermogensbestanddelen van een trust wanneer de beheerders van deze trust op een bepaald tijdstip niet langer hun woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats in de lidstaat hebben? |
2) |
In de veronderstelling dat een dergelijke heffing de uitoefening van de betrokken vrijheid belemmert, kan deze belastingheffing dan worden gerechtvaardigd uit hoofde van de evenwichtige verdeling van de heffingsbevoegdheden en is deze belastingheffing dan evenredig wanneer volgens de wettelijke regeling de trustbeheerders niet de keuzemogelijkheid hebben om de heffing uit te stellen of om in termijnen te betalen en evenmin rekening wordt gehouden met eventuele latere waardeverminderingen van de vermogensbestanddelen van de trust? |
3) |
Vinden een of meer fundamentele vrijheden toepassing wanneer een lidstaat belasting heft over de niet-gerealiseerde meerwaarden van vermogensbestanddelen van een trust op het tijdstip waarop de meerderheid van de trustbeheerders niet langer hun woonplaats of gebruikelijk verblijfplaats in die lidstaat heeft? |
4) |
Is een beperking van de betrokken vrijheid als gevolg van deze exitheffing gerechtvaardigd door de noodzaak om een evenwichtige verdeling van de heffingsbevoegdheden te handhaven wanneer het mogelijk was om de meerwaardebelasting alsnog te heffen over de gerealiseerde meerwaarde, doch enkel indien in de toekomst bepaalde specifieke omstandigheden zich voordeden? |
5) |
Moet de evenredigheid worden beoordeeld aan de hand van de feiten van het concrete geval? Is de beperking als gevolg van een dergelijke belastingheffing met name evenredig wanneer:
|