EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CN0324

Zaak C-324/15 P: Hogere voorziening ingesteld op 30 juni 2015 door Hitachi Chemical Europe GmbH en Polynt SpA tegen het arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 30 april 2015 in zaak T-135/13, Hitachi Chemical Europe GmbH, Polynt SpA en Sitre Srl/Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

PB C 311 van 21.9.2015, p. 25–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

21.9.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 311/25


Hogere voorziening ingesteld op 30 juni 2015 door Hitachi Chemical Europe GmbH en Polynt SpA tegen het arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 30 april 2015 in zaak T-135/13, Hitachi Chemical Europe GmbH, Polynt SpA en Sitre Srl/Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

(Zaak C-324/15 P)

(2015/C 311/31)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirantes: Hitachi Chemical Europe GmbH en Polynt SpA (vertegenwoordiger: C. Mereu, avocat)

Andere partijen in de procedure: Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA), Sitre Srl, REACh ChemAdvice GmbH, New Japan Chemical, Koninkrijk der Nederlanden, Europese Commissie

Conclusies

het arrest van het Gerecht in zaak T-135/13 vernietigen; en

het bestreden besluit nietig verklaren of anders de zaak terugverwijzen naar het Gerecht voor een uitspraak op rekwirantes beroep tot nietigverklaring; en

verweerder verwijzen in de kosten van de hogere voorziening en die van de procedure voor het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirantes stellen dat het Gerecht het gemeenschapsrecht heeft geschonden door hun beroep tot nietigverklaring van het bestreden besluit te verwerpen. Meer bepaald stellen rekwirantes dat het Gerecht meerdere fouten heeft gemaakt in zijn redenering en uitlegging van de op rekwirantes situatie toepasselijke bepalingen. Dientengevolge heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting op de volgende punten:

Het Gerecht heeft tegenstrijdige en onjuiste uitspraken gedaan ten aanzien van de noodzaak rekening te houden met de risicobeoordeling ingevolge artikel 57, onder f, van de REACH-verordening (1), waardoor het deze bepaling onjuist heeft uitgelegd.

Het Gerecht heeft tegenstrijdige uitspraken gedaan en is afgeweken van de vaste rechtspraak inzake de positie en het belang van richtsnoeren bij de uitlegging van wat moet worden verstaan onder het begrip „even zorgwekkend” in artikel 57, onder f, van deze verordening.

De onjuiste toepassing van artikel 60, lid 2, van de REACH-verordening door het Gerecht heeft geleid tot een ontoereikende motivering.

Het Gerecht heeft de onjuiste juridische bepaling toegepast bij de afwijzing van de argumenten inzake de blootstelling van werknemers en consumenten, en bijgevolg artikel 57, onder f, onjuist toegepast.

Om die redenen verzoeken rekwirantes om vernietiging van het arrest van het Gerecht in zaak T-135/13 en nietigverklaring van het bestreden besluit.


(1)  Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396, blz. 1).


Top