This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014TN0790
Case T-790/14: Action brought on 4 December 2014 — Hassan v Council
Zaak T-790/14: Beroep ingesteld op 4 december 2014 — Hassan/Raad
Zaak T-790/14: Beroep ingesteld op 4 december 2014 — Hassan/Raad
PB C 34 van 2.2.2015, p. 42–43
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
2.2.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 34/42 |
Beroep ingesteld op 4 december 2014 — Hassan/Raad
(Zaak T-790/14)
(2015/C 034/50)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Samir Hassan (Damascus, Syrië) (vertegenwoordiger: L. Pettiti, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
— |
op grond van artikel 263 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) nietig verklaren:
|
— |
vaststellen dat de gevolgen van de nietig verklaarde handelingen definitief zijn; |
— |
op grond van de artikelen 268 VWEU en 340 VWEU de schade vergoeden die Hassan heeft geleden als gevolg van de vaststelling van bovengenoemde beperkende maatregelen ten aanzien van hem, en dienovereenkomstig:
|
— |
in elk geval, de Raad van de Europese Unie verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vier middelen aan.
1. |
Eerste middel: kennelijk onjuiste beoordeling door de Raad van de feiten en daaruit voortvloeiende onjuiste rechtsopvatting, doordat de Raad de naam van verzoeker opnieuw heeft opgenomen op de lijsten van personen en entiteiten waarop de beperkende maatregelen van toepassing zijn, op gronden die niet rechtens genoegzaam zijn gestaafd. |
2. |
Tweede middel: schending van het eigendomsrecht en van het evenredigheidsbeginsel. |
3. |
Derde middel: schending van het vermoeden van onschuld van verzoeker. |
4. |
Vierde middel: dit middel betreft vergoeding van de schade die verzoeker stelt te hebben geleden wegens de onrechtmatige maatregelen die de Raad ten aanzien van hem heeft vastgesteld. |