Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CN0506

    Zaak C-506/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Korkein hallinto-oikeus (Finland) op 12 november 2014 — Yara Suomi Oy, Borealis Polymers Oy, Neste Oil Oyj, SSAB Europe Oy

    PB C 34 van 2.2.2015, p. 9–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    2.2.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 34/9


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Korkein hallinto-oikeus (Finland) op 12 november 2014 — Yara Suomi Oy, Borealis Polymers Oy, Neste Oil Oyj, SSAB Europe Oy

    (Zaak C-506/14)

    (2015/C 034/09)

    Procestaal: Fins

    Verwijzende rechter

    Korkein hallinto-oikeus

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: Yara Suomi Oy, Borealis Polymers Oy, Neste Oil Oyj, SSAB Europe Oy

    Verwerende partij: Työ- ja elinkeinoministeriö

    Prejudiciële vragen

    1)

    Is besluit 2013/448/EU (1), voor zover het is gebaseerd op artikel 10 bis, lid 5, van de emissiehandelrichtlijn (2), ongeldig en in strijd met artikel 23, lid 3, van de emissiehandelrichtlijn, omdat het niet is vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing, die is voorgeschreven in artikel 5 bis van besluit 1999/468/EG (3) van de Raad en artikel 12 van verordening nr. 182/2011/EU (4)? Ingeval deze vraag bevestigend wordt beantwoord, hoeven de andere vragen niet te worden beantwoord.

    2)

    Is besluit 2013/448/EU in strijd met artikel 10 bis, lid 5, van de emissiehandelrichtlijn voor zover de Commissie bij de vaststelling van het industriële emissieplafond geen rekening heeft gehouden met:

    (i)

    een deel van de geverifieerde emissies van activiteiten en installaties in de periode van 2005 tot en met 2007, die voor de periode van 2008 tot en met 2012 onder het toepassingsgebied van de emissiehandelrichtlijn zijn gebracht, maar waarvoor geen verificatieplicht bestond voor de periode van 2005 tot en met 2007 en die derhalve niet zijn opgenomen in het CITL-systeem;

    (ii)

    de voor de perioden van 2008 tot en met 2012 en van 2013 tot en met 2020 onder het toepassingsgebied van de emissiehandelrichtlijn gebrachte nieuwe activiteiten, voor zover die niet binnen het toepassingsgebied van de richtlijn vielen in de periode van 2005 tot en met 2007 en in installaties werden uitgeoefend die reeds onder het toepassingsgebied van de richtlijn vielen in de periode van 2005 tot en met 2007;

    (iii)

    emissies van vóór 30 juni 2011 gesloten installaties, hoewel er van deze installaties in de periode van 2005 tot en met 2007 en voor een deel ook in de periode van 2008 tot en met 2012 geverifieerde emissies zijn?

    Ingeval een of meer van de vragen 2(i)-(iii) bevestigend moeten worden beantwoord, is besluit 2013/448/EU van de Commissie dan wat de toepassing van de transsectorale correctiefactor betreft in die zin ongeldig dat het niet van toepassing is?

    3)

    Is besluit 2013/448/EU van de Commissie ongeldig en in strijd met artikel 10 bis, lid 5, van de emissiehandelrichtlijn en de doelstellingen van deze richtlijn, omdat het bij de berekening van het industriële emissieplafond overeenkomstig artikel 10 bis, lid 5, sub a en b, van de emissiehandelrichtlijn geen rekening houdt met de emissies afkomstig van (i) de productie van elektriciteit met procesgassen in installaties die vallen onder bijlage I bij de emissiehandelrichtlijn en geen „elektriciteitsopwekkers” zijn, en (ii) de productie van warmte in installaties die vallen onder bijlage I bij de emissiehandelrichtlijn en geen „elektriciteitsopwekkers” zijn, en waarvoor een kosteloze toewijzing overeenkomstig artikel 10 bis, leden 1 en 4, van de emissiehandelrichtlijn en besluit 2011/278/EU (5) is toegestaan?

    4)

    Is besluit 2013/448/EU, op zich en/of in samenhang met artikel 10 bis, lid 5, van de emissiehandelrichtlijn, ongeldig en in strijd met artikel 3, sub e en u, van de emissiehandelrichtlijn voor zover het bij de berekening van het industriële emissieplafond overeenkomstig artikel 10 bis, lid 5, sub a en b, van de emissiehandelrichtlijn de hierboven in de derde vraag bedoelde emissies buiten beschouwing laat?

    5)

    Is besluit 2013/448/EU in strijd met artikel 10 bis, lid 12, van de emissiehandelrichtlijn voor zover de transsectorale correctiefactor is uitgebreid tot een in besluit 2010/2/EU (6) omschreven bedrijfstak met een CO2-weglekrisico?

    6)

    Is besluit 2011/278/EU in strijd met artikel 10 bis, lid 1, van de emissiehandelrichtlijn, voor zover de Commissie bij de vaststelling van de benchmarks in de maatregelen rekening dient te houden met stimulansen voor energie-efficiënte technieken, de meest efficiënte technieken, hoogrenderende warmtekrachtkoppeling en het energie-efficiënt hergebruik van rookgassen?

    7)

    Is besluit 2011/278/EU in strijd met artikel 10 bis, lid 2, van de emissiehandelrichtlijn voor zover de beginselen voor het bepalen van de benchmarks gegrond zouden moeten zijn op de gemiddelde prestatie van de 10 % meest efficiënte installaties van een bedrijfstak?


    (1)  2013/448/EU: Besluit van de Commissie van 5 september 2013 betreffende nationale uitvoeringsmaatregelen voor de voorlopige kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten overeenkomstig artikel 11, lid 3, van richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 240, blz. 27).

    (2)  Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275, blz. 32).

    (3)  1999/468/EG: Besluit van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184, blz. 23).

    (4)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55, blz. 13).

    (5)  2011/278/EU: Besluit van de Commissie van 27 april 2011 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 130, blz. 1).

    (6)  2010/2/EU: Besluit van de Commissie van 24 december 2009 tot vaststelling, overeenkomstig richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, van een lijst van bedrijfstakken en deeltakken die worden geacht te zijn blootgesteld aan een significant CO 2-weglekrisico (PB L 1, blz. 10).


    Top