EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014CN0204
Case C-204/14: Request for a preliminary ruling from the Tatabányai Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság (Hungary) lodged on 23 April 2014 — István Tivadar Szabó v Nemzeti Adó- és Vámhivatal Közép-dunántúli Regionális Adó Főigazgatósága
Zaak C-204/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tatabányai Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság (Hongarije) op 23 april 2014 — Szabó István Tivadar/Nemzeti Adó- és Vámhivatal Közép-dunántúli Regionális Adó Főigazgatósága
Zaak C-204/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tatabányai Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság (Hongarije) op 23 april 2014 — Szabó István Tivadar/Nemzeti Adó- és Vámhivatal Közép-dunántúli Regionális Adó Főigazgatósága
PB C 245 van 28.7.2014, p. 4–5
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
28.7.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 245/4 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tatabányai Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság (Hongarije) op 23 april 2014 — Szabó István Tivadar/Nemzeti Adó- és Vámhivatal Közép-dunántúli Regionális Adó Főigazgatósága
(Zaak C-204/14)
2014/C 245/06
Procestaal: Hongaars
Verwijzende rechter
Tatabányai Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Szabó István Tivadar
Verwerende partij: Nemzeti Adó- és Vámhivatal Közép-dunántúli Regionális Adó Főigazgatósága
Prejudiciële vragen
1) |
Is de nationale rechter in een bestuursrechtelijke procedure — die ziet op de rechterlijke toetsing van een besluit dat een nationale overheidsinstantie heeft vastgesteld op het beroep van een belanghebbende particulier — gehouden om na te gaan of de nationale bepaling waarop het administratieve besluit is gebaseerd, in strijd is met een Unierechtelijke bepaling die rechtstreekse werking heeft en bovendien relevant blijkt voor het concrete geval? |
2) |
Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord: Is de nationale rechter daartoe ambtshalve gehouden of enkel wanneer een van de partijen uitdrukkelijk aanvoert dat het Unierecht is geschonden? |
3) |
Moeten de artikelen 26, lid 2, VWEU, 35 VWEU en 56 VWEU aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale regeling zoals die van de artikelen 24/C en 24/D van de adózás rendjéről szóló 2003. évi XCIII. törvény (wetboek fiscaal procesrecht), volgens welke een onderneming naar Hongaars recht die haar handelsactiviteit deels in andere lidstaten van de Europese Unie verricht, een Hongaars staatsburger niet kan aanstellen als directeur wanneer hij voorheen directeur is geweest van een andere Hongaarse onderneming die actief is op de interne markt, om de enkele reden dat die andere onderneming een belastingschuld heeft opgebouwd, terwijl de opbouw van die schuld niet aan de betrokken Hongaarse staatsburger, in zijn hoedanigheid van voormalig bestuurder van die onderneming, kon worden toegerekend? |