EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CN0069

Zaak C-69/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal administratif (Luxemburg) op 5 februari 2010 — Brahim Samba Diouf/Ministre du Travail, de l'Emploi et de l'Immigration

PB C 100 van 17.4.2010, p. 27–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

17.4.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 100/27


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal administratif (Luxemburg) op 5 februari 2010 — Brahim Samba Diouf/Ministre du Travail, de l'Emploi et de l'Immigration

(Zaak C-69/10)

2010/C 100/40

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Tribunal administratif

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Brahim Samba Diouf

Verwerende partij: Ministre du Travail, de l'Emploi et de l'Immigration

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 39 van richtlijn 2005/85/EG (1) in die zin worden uitgelegd, dat het zich verzet tegen een nationale regeling als die welke in het Groothertogdom Luxemburg is ingevoerd bij artikel 20, lid 5, van de gewijzigde wet van 5 mei 2006 betreffende het asielrecht en aanvullende vormen van bescherming, op grond waarvan een aanvrager geen beroep in rechte kan instellen tegen het besluit van de bestuursautoriteit om volgens de versnelde procedure te beslissen over de gegrondheid van zijn verzoek om internationale bescherming?

2)

Zo neen, moet het algemene beginsel, dat er in de context van het gemeenschapsrecht een effectief rechtsmiddel moet bestaan, dat is geïnspireerd op de artikelen 6 en 13 van het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950, dan in die zin worden uitgelegd, dat het zich verzet tegen een nationale regeling als die welke in het Groothertogdom Luxemburg is ingevoerd bij artikel 20, lid 5, van de gewijzigde wet van 5 mei 2006 betreffende het asielrecht en aanvullende vormen van bescherming, op grond waarvan een aanvrager geen beroep in rechte kan instellen tegen het besluit van de bestuursautoriteit om volgens de versnelde procedure te beslissen over de gegrondheid van zijn verzoek om internationale bescherming?


(1)  Richtlijn 2005/85/EG van de Raad van 1 december 2005 betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus (PB L 326, blz. 13).


Top