Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009CN0346

    Zaak C-346/09: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof 's-Gravenhage (Nederland) op 28 augustus 2009 — Staat der Nederlanden tegen Denkavit Nederland BV e.a.

    PB C 282 van 21.11.2009, p. 25–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    21.11.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 282/25


    Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof 's-Gravenhage (Nederland) op 28 augustus 2009 — Staat der Nederlanden tegen Denkavit Nederland BV e.a.

    (Zaak C-346/09)

    2009/C 282/44

    Procestaal: Nederlands

    Verwijzende rechter

    Gerechtshof's-Gravenhage

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoeker

    :

    Staat der Nederlanden

    Verweersters

    :

     

    Denkavit Nederland BV

     

    Cehave Landbouwbelang Voeder BV

     

    Arie Blok BV

     

    Internationale Handelsmaatschappij „Demeter” BV

    Prejudiciële vraag

    Moet het gemeenschapsrecht, in het bijzonder richtlijn 90/425/EEG (1), beschikking 94/381/EG (2) en beschikking 2000/766/EG (3), aldus worden uitgelegd dat daarmee onverenigbaar is een nationaal verbod zoals bepaald bij artikel 2 van de Tijdelijke regeling, dat ter bescherming tegen BSE verbiedt om verwerkte dierlijke eiwitten bestemd voor vervoedering aan landbouwhuisdieren, te produceren en te verhandelen, indien zodanig nationaal verbod

    reeds op 15 december 2000 in werking is getreden (dus eerder dan beschikking 2000/766/EG), en

    tijdelijk (tot beschikking [2001/9/EG] (4) van 29 december 2000) ook heeft gegolden voor vismeel en dicalciumfosfaat ?


    (1)  Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PB L 224, blz. 29).

    (2)  Beschikking 94/381/EG van de Commissie van 27 juni 1994 betreffende bepaalde beschermende maatregelen ten aanzien van boviene spongiforme encefalopathie en het vervoederen van van zoogdieren afkomstig eiwit (PB L 172, blz. 23).

    (3)  Beschikking 2000/766/EG van de Raad van 4 december 2000 betreffende bepaalde beschermingsmaatregelen ten aanzien van overdraagbare spongiforme encefalopathieën en het vervoederen van dierlijke eiwitten (PB L 306, blz. 32).

    (4)  Beschikking 2001/9/EG van de Commissie van 29 december 2000 betreffende controlemaatregelen voor de tenuitvoerlegging van Beschikking 2000/766/EG van de Raad betreffende bepaalde beschermingsmaatregelen ten aanzien van overdraagbare spongiforme encefalopathieën en het vervoederen van dierlijke eiwitten (PB 2001 L 2, blz. 32).


    Top