Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CA0247

    Zaak C-247/08: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 1 oktober 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Köln — Duitsland) — Gaz de France — Berliner Investissement SA/Bundeszentralamt für Steuern (Vrij verkeer van kapitaal — Vrijstelling in lidstaat van dochtermaatschappij van bronbelasting over aan moederonderneming uitgekeerde winsten — Begrip vennootschap van lidstaat — Société par actions simplifiée naar Frans recht)

    PB C 282 van 21.11.2009, p. 11–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    21.11.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 282/11


    Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 1 oktober 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Köln — Duitsland) — Gaz de France — Berliner Investissement SA/Bundeszentralamt für Steuern

    (Zaak C-247/08) (1)

    (Vrij verkeer van kapitaal - Vrijstelling in lidstaat van dochtermaatschappij van bronbelasting over aan moederonderneming uitgekeerde winsten - Begrip „vennootschap van lidstaat” - „Société par actions simplifiée” naar Frans recht)

    2009/C 282/19

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Finanzgericht Köln

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Gaz de France — Berliner Investissement SA

    Verwerende partij: Bundeszentralamt für Steuern

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Finanzgericht Köln (Duitsland) — Uitlegging van de artikelen 43, 48, 56, lid 1, en 58, lid 1, sub a, en lid 3, EG-Verdrag alsmede van artikel 2, sub a, en van de bijlage, sub f, bij richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (PB L 225, blz. 6) — Begrip „vennootschap van een lidstaat” — Weigering, in de lidstaat van dochteronderneming, om vrijstelling van bronbelasting over winst te verlenen aan een moedermaatschappij die is opgericht in de vorm van een „société par actions simplifiée” naar Frans recht, een vennootschapsvorm die ten tijde van de feiten nog niet voorkwam op de lijst in de bijlage bij de richtlijn

    Dictum

    1.

    Artikel 2, sub a, van richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten, gelezen in samenhang met punt f van de bijlage bij deze richtlijn, moet aldus worden uitgelegd dat een vennootschap naar Frans recht die de vorm heeft van een société par actions simplifiée niet reeds vóór de wijziging van deze richtlijn bij richtlijn 2003/123/EG van de Raad van 22 december 2003 als een „vennootschap van een lidstaat” in de zin van deze richtlijn kon worden beschouwd.

    2.

    Het onderzoek van de tweede vraag heeft geen elementen aan het licht gebracht die de geldigheid van artikel 2, sub a, van richtlijn 90/435, gelezen in samenhang met punt f van de bijlage bij deze richtlijn en met artikel 5, lid 1, van deze richtlijn, kunnen aantasten.


    (1)  PB C 223 van 30.8.2008.


    Top