EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020IP0193

Resolutie van het Europees Parlement van 10 juli 2020 over de humanitaire situatie in Venezuela en de migratie- en vluchtelingencrisis (2019/2952(RSP))

PB C 371 van 15.9.2021, p. 48–52 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.9.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 371/48


P9_TA(2020)0193

De humanitaire situatie in Venezuela en de migratie- en vluchtelingencrisis

Resolutie van het Europees Parlement van 10 juli 2020 over de humanitaire situatie in Venezuela en de migratie- en vluchtelingencrisis (2019/2952(RSP))

(2021/C 371/06)

Het Europees Parlement,

gezien zijn vorige resoluties over Venezuela, met name die van 16 januari 2020 over de situatie in Venezuela na de illegale verkiezing van de voorzitter en het bureau van het nieuwe parlement (parlementaire coup) (1),

gezien de verklaring van de woordvoerder van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) van 1 april 2020 over het voorstel van de VS en de situatie in de context van de coronaviruspandemie in Venezuela,

gezien de verklaring van mensenrechtendeskundigen van de VN van 30 april 2020 over de noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid in Venezuela,

gezien de waarschuwing van mensenrechtendeskundigen van de VN van 6 mei 2020 over het verwoestende effect van de humanitaire en economische crisis in het land op de mensenrechten,

gezien het mensenrechtenverslag over Venezuela van Michelle Bachelet, hoge commissaris van de VN voor de rechten van de mens, van 2 juli 2020,

gezien de gezamenlijke persmededeling van het Bureau van de hoge commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen (UNHCR) en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) van 1 april 2020 over de situatie van vluchtelingen en migranten uit Venezuela tijdens de COVID-19-crisis,

gezien de verklaring van de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten van 5 januari 2020 en 26 juni 2020 over de situatie in Venezuela,

gezien de verklaringen van de Groep van Lima van 20 februari, 2 maart, 2 april en 16 juni 2020,

gezien de verklaringen van de VV/HV van 4 en 16 juni 2020 over de laatste ontwikkelingen in Venezuela,

gezien de verklaring van de Commissie buitenlandse zaken van het Europees Parlement van 11 juni 2020 over de recente aanvallen op de Nationale Vergadering van Venezuela,

gezien de verklaringen van de Internationale Contactgroep van 16 juni 2020 over de aangetaste geloofwaardigheid van het verkiezingsorgaan van Venezuela, en van 24 juni 2020 over de verergering van de politieke crisis in Venezuela,

gezien Besluit (GBVB) 2020/898 van de Raad van maandag 29 juni 2020 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2017/2074 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Venezuela (2), waarmee elf vooraanstaande Venezolaanse functionarissen zijn toegevoegd aan de lijst met personen voor wie beperkende maatregelen gelden,

gezien de internationale donorconferentie voor solidariteit met de Venezolaanse vluchtelingen en migranten van 26 mei 2020,

gezien de grondwet van Venezuela,

gezien het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof,

gezien artikel 132, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat de Europese Unie en de lidstaten de Venezolaanse bevolking en de gemeenschappen die vluchtelingen opvangen reeds jarenlang ondersteunen; overwegende dat de Europese Unie en de regering van Spanje op 26 mei 2020 met de steun van de UNHRC en de IOM een internationale donorconferentie voor solidariteit met de Venezolaanse vluchtelingen en migranten hebben bijeengeroepen; overwegende dat de internationale donoren 2,544 miljard EUR aan steun hebben beloofd, waarvan evenwel slechts 595 miljoen EUR de vorm heeft van rechtstreekse subsidies en de rest niet meer is dan voorwaardelijke leningen; overwegende dat verschillende leningnemers tijdens de conferentie hun bezorgdheid hebben geuit over de bureaucratische problemen en het ingewikkelde karakter van de regeling bij het verkrijgen van de leningen; overwegende dat de 595 miljoen EUR aan rechtstreekse subsidies bij lange na niet volstaat om aan de jaarlijkse gevolgen van een dergelijke ongekende crisis in de buurlanden van Venezuela het hoofd te bieden; overwegende dat de internationale gemeenschap innovatieve oplossingen moet vinden om andere mogelijke financiële middelen vrij te maken om de Venezolaanse bevolking te helpen in hun dringende behoeften te voorzien, naast humanitaire hulp en samenwerkingssteun op langere termijn;

B.

overwegende dat de EU-steun meer dan 319 miljoen EUR bedraagt, zowel binnen als buiten Venezuela; overwegende dat 156 miljoen EUR is uitgetrokken voor humanitaire hulp, 136 miljoen EUR voor ontwikkeling en 27 miljoen EUR voor stabiliteit en vrede;

C.

overwegende dat de politieke, economische, institutionele, sociale en multidimensionale humanitaire crisis in Venezuela voor de COVID-19-pandemie al ernstig was en tijdens de pandemie nog aanzienlijk is verslechterd; overwegende dat een toenemend tekort aan geneesmiddelen en voedsel, massale schendingen van de mensenrechten, hyperinflatie, politieke onderdrukking, corruptie en geweld het leven van mensen in gevaar brengen, waardoor zij gedwongen worden het land te verlaten;

D.

overwegende dat steeds meer mensen in Venezuela, en met name kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen en zieken, aan ondervoeding lijden als gevolg van de beperkte beschikbaarheid van kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorgdiensten, geneesmiddelen, voedsel en water;

E.

overwegende dat het Venezolaanse nationale gezondheidsstelsel aanzienlijk is verzwakt ten gevolge van de verkeerde aanpak door het regime hetgeen heeft geleid tot kritieke tekorten aan geneesmiddelen en het ontbreken van medische behandelingen; overwegende dat de door het regime verstrekte cijfers over de COVID-19-pandemie niet geloofwaardig zijn en dat zij noch binnen Venezuela noch door internationale gemeenschap worden vertrouwd;

F.

overwegende dat de huidige multidimensionale crisis in Venezuela de grootste verplaatsing van bevolkingsgroepen in de geschiedenis van de regio heeft veroorzaakt; overwegende dat zo’n vijf miljoen Venezolanen het land zijn ontvlucht, van wie 80 % als ontheemden in landen in de regio verblijven; overwegende dat volgens het UNHCR de Venezolaanse vluchtelingencrisis de op een na ergste ter wereld is, na die van Syrië; overwegende dat er eind 2020 naar verwachting meer dan 6,5 miljoen mensen op de vlucht zouden kunnen zijn voor de verslechterende toestand in Venezuela;

G.

overwegende dat volgens het UNHCR het aantal Venezolanen dat wereldwijd asiel heeft aangevraagd met 2 000 % is gestegen; overwegende dat 650 000 Venezolanen wereldwijd asielaanvragen hebben ingediend en dat rond de twee miljoen Venezolanen verblijfsvergunningen hebben gekregen in andere landen in Noord-, Midden- of Zuid-Amerika; overwegende dat 12 % van de bevolking het land heeft ontvlucht en dat mensen blijven vertrekken met een gemiddeld aantal van 5 000 personen per dag;

H.

overwegende dat de huidige algehele noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid een reeds hopeloze situatie voor vele vluchtelingen en migranten uit Venezuela, alsmede hun gastlanden nog heeft verergerd; overwegende vele vluchtelingen en migranten afhankelijk zijn van een dagloon dat niet volstaat om in hun basisbehoeften te voorzien, zoals onderkomen, voedsel en gezondheidszorg;

I.

overwegende dat in de eerste rapporten over hoe het reeds ondermijnde Venezolaanse gezondheidsstelsel door de COVID-19-pandemie werd overspoeld, melding wordt gemaakt van ziekenhuizen die vol liggen met coronapatiënten en tientallen besmettingen bij gezondheidswerkers;

J.

overwegende dat het onwettige Venezolaanse Hooggerechtshof, dat door het regime van Nicolás Maduro wordt gecontroleerd, op 26 mei 2020 de benoeming van Luis Parra tot voorzitter van de Nationale Vergadering op ongerechtvaardigde wijze heeft bekrachtigd; overwegende dat deze benoeming heeft plaatsgevonden tijdens een illegale zitting in januari 2020, waarbij de rechtsgang en de democratische grondwettelijke beginselen met de voeten werden getreden doordat de grote meerderheid van de democratisch verkozen vertegenwoordigers werd verhinderd aan de zitting deel te nemen, soms zelfs met geweld, en bijgevolg niet aan de stemming kon deelnemen; overwegende dat het onwettige besluit dat tijdens deze eveneens onwettige zitting is genomen, de Raad van de EU ertoe heeft aangezet sancties op te leggen aan nog eens elf verantwoordelijke functionarissen voor hun rol in de ondermijning van de democratie en de rechtsstaat, onder wie Luis Parra en Juan José Mendoza, voorzitter van de constitutionele kamer van het Hooggerechtshof; overwegende dat Juan Guaidó weigert deel te nemen aan mogelijke overgangsregeringen, en dat Maduro er geen deel van kan uitmaken;

K.

overwegende dat het onwettige Hooggerechtshof op 13 juni 2020 andermaal nieuwe leden van de Nationale Kiesraad heeft benoemd, hoewel het hiertoe geenszins wettelijk is bevoegd; overwegende dat deze benoemingen overeenkomstig de artikelen 187 en 296 van de Venezolaanse grondwet onder de uitsluitende bevoegdheid van de Nationale Vergadering vallen, een door het Venezolaanse volk democratisch gekozen instantie; overwegende dat het Europees Parlement geen unilaterale besluiten of uitspraken van deze onwettige organen zal erkennen; overwegende dat de functionarissen die verantwoordelijk zijn voor deze besluiten, ook op de sanctielijst van de EU zijn geplaatst;

L.

overwegende dat Nicolás Maduro de ambassadeur van de Europese Unie heeft bevolen het land te verlaten, nog geen drie dagen na de oplegging door de EU van gerichte sancties ten aanzien van verscheidene functionarissen die zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige mensenrechtenschendingen, en overwegende dat Maduro ook heeft gedreigd met represailles tegen de ambassadeur van Spanje; overwegende dat er in mei 2020 meerdere gevallen van pesterij aan het adres van de Franse ambassade in Caracas zijn gemeld, zoals het afsluiten van water en elektriciteit in de woning van de ambassadeur; overwegende dat het regime heeft besloten dat besluit terug te draaien en de ambassadeur van de EU niet uit te zetten;

M.

overwegende dat het regime van Maduro van leer is getrokken tegen de politieke partijen Acción Democratica, Primero Justicia en Un Nuevo Tiempo, en deze heeft onderworpen aan systematische vervolging middels uitspraken van het onwettige Hooggerechtshof waardoor zij tegen de wil van hun leden van hun nationale besturen worden beroofd; overwegende dat de democratische politieke partij Voluntad Popular door het regime van Maduro als een terroristische organisatie is bestempeld;

N.

overwegende dat de democratische internationale gemeenschap, inclusief de EU, de electorale farce en alle soortgelijke illegale acties in Venezuela resoluut heeft afgekeurd; overwegende dat dit illegale optreden de democratische ruimte in Venezuela tot een absoluut minimum heeft doen krimpen en aanzienlijke hindernissen heeft opgeworpen voor een oplossing voor de politieke crisis in het land; overwegende dat het voor het te boven komen van de escalerende crisis van essentieel belang is een evenwichtige en inclusieve nationale noodregering te vormen, waarin alle democratische politieke en sociale sectoren van het land zijn vertegenwoordigd en die in staat is de huidige humanitaire noden aan te pakken;

O.

overwegende dat de eerbiediging van internationale normen, een onafhankelijke en evenwichtige Nationale Kiesraad en een gelijk speelveld ter garantie van de ongehinderde participatie van alle politieke partijen en kandidaten, de hoekstenen vormen van een geloofwaardig verkiezingsproces, dat vrije en eerlijke parlements- en presidentsverkiezingen mogelijk maakt;

P.

overwegende dat illegale financiering en buitenlandse inmenging van het regime in verkiezingen een aanzienlijke bedreiging vormen voor de Europese democratieën;

Q.

overwegende dat de uitvoering van besluiten van de EU inzake buitenlandse zaken in de handen van de nationale autoriteiten ligt, maar dat de Commissie verantwoordelijk is voor het toezicht op de uitvoering van het EU-recht;

R.

overwegende dat de autoriteiten van Kaapverdië op 12 juni 2020 Alex Saab hebben gearresteerd, een zakenman die was verwikkeld in verscheidene corruptiepraktijken waarbij het regime van Maduro betrokken was, en die nu in afwachting is van een rechterlijke uitspraak en een mogelijke uitwijzing; overwegende dat uit de zaak-Saab blijkt hoe algemeen verbreid de corruptie in Venezuela is, terwijl het land zich middenin een ongekende humanitaire crisis bevindt; overwegende dat het land op de 173e van de 180 landen op de corruptieperceptie-index van Transparency International van 2019 stond;

S.

overwegende dat het aantal politieke gevangenen sinds het begin van de massale onlusten in 2014 is toegenomen, tot momenteel meer dan 430; overwegende dat er naar verluidt ook elf Europeanen in Venezuela worden vastgehouden; overwegende dat talrijke meldingen van foltering door het regime momenteel door het Internationaal Strafhof worden onderzocht als misdaden tegen de menselijkheid; overwegende dat repressie, willekeurige detenties en foltering tijdens de COVID-19-crisis zijn toegenomen; overwegende dat het verslag over Venezuela van Michelle Bachelet, hoge commissaris van de VN, van 2 juli 2020, bewijzen bevat van meer dan 1 300 buitengerechtelijke executies door veiligheidstroepen tussen 1 januari en 31 mei 2020;

T.

overwegende dat het regime van Maduro heeft nagelaten transparante informatie te verstrekken, internationale humanitaire bijstand te aanvaarden en voorrang te geven aan de behoeften en rechten van de kwetsbaarste bevolkingsgroepen; overwegende dat op 1 juni 2020 een overeenkomst is gesloten tussen het Ministerie van Volksmacht voor de volksgezondheid en het adviesteam van de Nationale Vergadering voor COVID-19, die het mogelijk heeft gemaakt humanitaire hulp aan Bolivia te verstrekken via de Panamerikaanse gezondheidsorganisatie (PAHO); overwegende dat het regime de afgelopen jaren elke vorm van humanitaire hulp heeft afgewezen;

U.

overwegende dat het regime van Maduro sinds 2016 steun verleent aan illegale ambachtelijke goudwinning in het Venezolaanse Amazonegebied, met het oog op de financiering van ongeregelde gewapende groeperingen; overwegende dat het goud illegaal uit het land wordt gesmokkeld en in het buitenland illegaal wordt verkocht en geruild; overwegende dat dit zogenaamde bloedgoud wordt gewonnen en geëxploiteerd in illegale en criminele omstandigheden die ten koste gaan van en een ernstige bedreiging vormen voor de mensenrechten en het milieu;

V.

overwegende dat er doeltreffende maatregelen nodig zijn om een einde te maken aan de veiligheidsrisico’s voor de omliggende gebieden die voortkomen uit de betrekkingen tussen het dictatoriale regime van Maduro, terroristische groeperingen en georganiseerde gewapende groeperingen met criminele activiteiten in Venezuela;

1.

toont zich andermaal diep bezorgd over de ernst van de humanitaire noodsituatie, die een grote bedreiging voor het leven van de Venezolanen vormt; spreekt zijn solidariteit uit met alle Venezolanen die gedwongen zijn hun land te verlaten als gevolg van het gebrek aan fundamentele voorzieningen, zoals voedsel, drinkwater, gezondheidszorgdiensten en geneesmiddelen;

2.

vestigt de aandacht op de steeds grotere migratiecrisis die zich over gehele regio heeft verspreid, namelijk tot aan Colombia, Peru, Ecuador, Bolivia, Chili, Brazilië, Panama en Argentinië, alsmede tot aan sommige lidstaten van de EU en het Caribisch gebied, en onderstreept de uiterst moeilijke omstandigheden die nog eens worden verergerd door de strijd tegen de COVID-19-pandemie; prijst de inspanningen van de buurlanden en de solidariteit die zij hebben betoond; verzoekt de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) met deze landen en gebieden te blijven samenwerken, niet alleen door humanitaire bijstand te verlenen, maar ook door meer middelen ter beschikking te stellen en door middel van ontwikkelingsbeleid;

3.

spoort de Venezolaanse autoriteiten aan te erkennen dat er sprake is van een humanitaire crisis, te voorkomen dat de situatie verder verslechtert, en zich in te zetten voor politieke en economische oplossingen die zorgen voor veiligheid voor alle burgers en voor stabiliteit voor het land en de regio; neemt nota van de overeenkomst tussen Venezuela en de PAHO over de bestrijding van COVID-19;

4.

dringt aan op urgente maatregelen om te voorkomen dat de humanitaire en volksgezondheidscrisis verergert en dat ziekten, zoals mazelen, malaria, difterie en mond-en-klauwzeer, weer de kop opsteken; dringt er met klem op aan op korte termijn maatregelen te nemen voor het aanpakken van de ondervoeding bij de meest kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen en zieken;

5.

verheugt zich over de toezeggingen en inspanningen van de internationale donorconferentie voor solidariteit met de Venezolaanse vluchtelingen en migranten; dringt in dit verband aan op minder administratieve rompslomp en op een vereenvoudigd kader, zodat de toegezegde middelen zo spoedig mogelijk terechtkomen bij degenen die er dringend behoefte aan hebben;

6.

verwerpt ten stelligste de schendingen van de democratische, constitutionele en transparante werking van de Nationale Vergadering, evenals de intimidatie, het geweld en de willekeurige besluiten tegen de leden ervan; hekelt de ondemocratische benoeming van nieuwe leden in de Nationale Kiesraad en het feit dat de huidige raden van bestuur van bepaalde partijen tegen de wil van hun leden worden opgeheven;

7.

erkent andermaal dat Juan Guaidó, na een transparante en democratische stemming van de Nationale Vergadering, de rechtmatige voorzitter van de Nationale Vergadering en de rechtmatige interim-president van de Bolivariaanse Republiek Venezuela is, overeenkomstig artikel 233 van de Venezolaanse grondwet;

8.

spreekt nogmaals zijn volledige steun uit voor de Nationale Vergadering, het enige rechtmatig gekozen democratische orgaan van Venezuela, waarvan de bevoegdheden moeten worden geëerbiedigd, waaronder de prerogatieven en de veiligheid van haar leden; onderstreept dat een vreedzame politieke oplossing slechts kan worden bereikt wanneer de constitutionele prerogatieven van de Nationale Vergadering volledig worden geëerbiedigd;

9.

wijst andermaal op het feit dat de eerbiediging van de democratische instellingen en beginselen, en de handhaving van de rechtsstaat de essentiële voorwaarden vormen voor het vinden van een oplossing voor de crisis in Venezuela ten behoeve van zijn bevolking; dringt daarom ten zeerste aan op het scheppen van voorwaarden die leiden tot vrije, transparante en geloofwaardige presidents- en parlementsverkiezingen op basis van een vast tijdschema, eerlijke voorwaarden voor alle actoren, transparantie, en de aanwezigheid van geloofwaardige internationale waarnemers, en beschouwt dit alles als de enige uitweg uit de crisis waarmee geweld of militaire acties kunnen worden vermeden;

10.

roept de EU en andere internationale actoren op om een antwoord van de internationale gemeenschap te vinden dat bijdraagt aan het dringende herstel van de democratie en de rechtsstaat in Venezuela;

11.

brengt in herinnering dat de lidstaten wettelijk verplicht zijn Besluit (GBVB) 2017/2074 van de Raad na te leven en de daarin vervatte beperkende maatregelen uit te voeren, en met name moeten verhinderen dat de personen op wie de beperkende maatregelen van toepassing zijn, hun grondgebied betreden of door hun grondgebied passeren, en de Raad onverwijld schriftelijk in kennis moeten stellen van eventuele door hen verleende vrijstellingen;

12.

neemt kennis van het besluit van de Raad van 29 juni 2020 om elf Venezolaanse functionarissen toe te voegen aan de lijst van degenen die zijn onderworpen aan individuele sancties die geen schade aan de Venezolaanse bevolking berokkenen, en dringt erop aan dat de lijst wordt versterkt en uitgebreid, indien de situatie van de mensenrechten en de democratie in het land erop achteruit blijft gaan; is van mening dat de EU-autoriteiten de bewegingsvrijheid van de personen op deze lijst en van hun nauwste verwanten moeten beperken, en hun vermogensbestanddelen en visa moeten bevriezen; dringt voorts aan op een onmiddellijk verbod op de handel in en de omloop van illegaal bloedgoud uit Venezuela;

13.

betreurt ten zeerste dat Maduro ermee heeft gedreigd de EU-ambassadeur uit Caracas te verbannen, als vergelding voor de sancties die zijn opgelegd aan elf functionarissen die zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige schendingen van de mensenrechten; neemt in dit verband kennis van de initiële verklaring van de VV/HV, waarin hij wederkerige maatregelen aankondigt en de lidstaten verzoekt om in overeenstemming met het beginsel van wederkerigheid te overwegen maatregelen te nemen als deze situatie zich nogmaals voordoet, namelijk door de geloofsbrieven van de ambassadeurs van Maduro in de EU in te trekken; herhaalt zijn oproep aan de lidstaten om de door Juan Guaidó aangewezen politieke vertegenwoordigers te erkennen;

14.

laakt de ongebreidelde corruptie die integraal deel van het regime van Maduro uitmaakt; veroordeelt het feit dat het regime van Maduro politieke financiering gebruikt als een instrument voor buitenlandse inmenging; veroordeelt met klem, en betreurt, alle gevallen van corruptie, met inbegrip van de gevallen waarover in de lidstaten een gerechtelijk onderzoek loopt;

15.

eist de onmiddellijke vrijlating van alle politieke gevangenen en de stopzetting van alle foltering, mishandeling en intimidatie van politieke tegenstanders, mensenrechtenactivisten en vreedzame betogers, en dringt erop aan dat degenen die op onrechtvaardige wijze tot ballingschap werden gedwongen, toestemming krijgen om terug te keren;

16.

staat volledig achter het onderzoek van het Internationaal Strafhof naar de talrijke misdaden en daden van repressie door het Venezolaanse regime; dringt er bij de Europese Unie op aan steun te verlenen aan het initiatief van de verdragsstaten van het Internationaal Strafhof om een onderzoek in te stellen naar misdrijven tegen de menselijkheid door de feitelijke regering van Maduro, met als doel de verantwoordelijken rekenschap te doen afleggen;

17.

neemt kennis van het besluit van het Britse gerecht van 2 juli 2020, waarmee de president van de Bolivariaanse Republiek Venezuela, Juan Guaidó, juridische toegang wordt verleend tot de goudreserves van de Republiek en aldus de democratische legitimiteit van de Bolivariaanse Republiek Venezuela ondubbelzinnig in zijn persoon wordt erkend;

18.

vraagt om een onderzoeksmissie naar het land te sturen om de situatie te beoordelen;

19.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de rechtmatige interim-president alsook de Nationale Vergadering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela, de regeringen en parlementen van de landen van de Groep van Lima, de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering en de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten.

(1)  Aangenomen teksten, P9_TA(2020)0013.

(2)  PB L 205 I van 29.6.2020, blz. 6.


Top