Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020X1113(01)

    Besluit (EU)2020/1689 van de Europese Autoriteit voor effecten en markten van 16 september 2020 tot verlenging van de tijdelijke verplichting voor natuurlijke of rechtspersonen met netto shortposities boven een bepaalde drempelwaarde in het geplaatste aandelenkapitaal van ondernemingen waarvan de aandelen tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, om bij een lagere drempelwaarde de bevoegde autoriteiten in kennis te stellen overeenkomstig artikel 28, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad

    PB L 379 van 13.11.2020, p. 60–76 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 17/12/2020

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/1689/oj

    13.11.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 379/60


    BESLUIT (EU)2020/1689 VAN DE EUROPESE AUTORITEIT VOOR EFFECTEN EN MARKTEN

    van 16 september 2020

    tot verlenging van de tijdelijke verplichting voor natuurlijke of rechtspersonen met netto shortposities boven een bepaalde drempelwaarde in het geplaatste aandelenkapitaal van ondernemingen waarvan de aandelen tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, om bij een lagere drempelwaarde de bevoegde autoriteiten in kennis te stellen overeenkomstig artikel 28, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad

    DE RAAD VAN TOEZICHTHOUDERS VAN DE EUROPESE AUTORITEIT VOOR EFFECTEN EN MARKTEN,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name bijlage IX,

    Gezien Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG (1) van de Commissie, en met name artikel 9, lid 5, artikel 43, lid 1, en artikel 44, lid 1,

    Gezien Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps (2), en met name artikel 28, lid 1,

    Gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie van 5 juli 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende shortselling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps ten aanzien van definities, de berekening van netto shortposities, gedekte kredietverzuimswaps op overheidsschuld, meldingsdrempels, liquiditeitsdrempels voor het opschorten van beperkingen, aanmerkelijke dalingen in de waarde van financiële instrumenten en ongunstige gebeurtenissen (3), en met name artikel 24,

    Gezien Besluit (EU) 2020/525 van de Europese Autoriteit voor effecten en markten van 16 maart 2020 dat natuurlijke of rechtspersonen met netto shortposities boven een bepaalde drempelwaarde in het geplaatste aandelenkapitaal van ondernemingen waarvan de aandelen tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, tijdelijk verplicht worden bij een lagere drempelwaarde de bevoegde autoriteiten in kennis te stellen overeenkomstig artikel 28, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad (4),

    Gezien Besluit (EU) 2020/1123 van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) van 10 juni 2020 tot verlenging van de tijdelijke verplichting voor natuurlijke of rechtspersonen met nettoshortposities boven een bepaalde drempelwaarde in het geplaatste aandelenkapitaal van ondernemingen waarvan de aandelen tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, om bij een lagere drempelwaarde de bevoegde autoriteiten in kennis te stellen overeenkomstig artikel 28, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad (5),

    Overwegende hetgeen volgt:

    1.   INLEIDING

    (1)

    Bij Besluit (EU) 2020/525 heeft ESMA natuurlijke personen of rechtspersonen met netto shortposities in het geplaatste aandelenkapitaal van ondernemingen waarvan de aandelen tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, ertoe verplicht de bevoegde autoriteiten nadere gegevens mee te delen over dergelijke posities die 0,1 % van het geplaatste kapitaal bereiken, overschrijden of onderschrijden overeenkomstig artikel 28, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad.

    (2)

    De bij Besluit (EU) 2020/525 opgelegde maatregel was erop gericht de nationale bevoegde autoriteiten in staat te stellen de netto shortposities die marktdeelnemers hebben ingenomen in aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, te monitoren, wat in het licht van uitzonderlijke omstandigheden op de financiële markten noodzakelijk is gebleken.

    (3)

    Bij Besluit (EU) 2020/1123 heeft ESMA de tijdelijke verplichting verlengd, aangezien, niettegenstaande een gedeeltelijk herstel van de financiële markten van de EU van de verliezen die hebben plaatsgevonden sinds de uitbraak van de pandemie, de vooruitzichten voor een toekomstig herstel onzeker blijven en er nog steeds sprake is van bedreigingen van het ordelijk functioneren en de integriteit van de financiële markten en de stabiliteit van het financiële systeem.

    (4)

    In overeenstemming met artikel 28, lid 10, van Verordening (EU) nr. 236/2012 moet ESMA deze maatregel met passende tussenpozen en ten minste om de drie maanden evalueren.

    (5)

    ESMA heeft deze evaluatie uitgevoerd op basis van een analyse van de prestatie-indicatoren, waaronder prijzen, volatiliteit, spreads voor kredietverzuimswaps en de ontwikkeling van netto shortposities, met name die tussen 0,1 % en 0,2 %. Op grond van deze analyse heeft ESMA besloten de maatregel met nog eens drie maanden te verlengen.

    2.   VERMOGEN VAN DE MAATREGEL OM RELEVANTE BEDREIGINGEN EN GRENSOVERSCHRIJDENDE GEVOLGEN TE ONDERVANGEN (ARTIKEL 28, LID 2, ONDER A), VAN VERORDENING (EU) NR. 236/2012)

    a)   Bedreiging voor het ordelijk functioneren en de integriteit van de financiële markten

    (6)

    De COVID-19-pandemie heeft nog steeds negatieve gevolgen voor de reële economie en het algemene vooruitzicht voor een toekomstig herstel blijft onzeker, met name gelet op de recente ontwikkelingen in de EU en daarbuiten. ESMA merkt op dat het aantal COVID-19-gevallen de afgelopen weken in meerdere rechtsgebieden aanzienlijk is toegenomen, waardoor gevreesd wordt voor een mogelijke tweede golf van COVID-19-besmettingen en de onzekerheid van eventuele toekomstige vooruitzichten wordt vergroot.

    (7)

    De aandelenmarkten in de EU hebben, zoals te zien is in de Euro Stoxx 50-index, in de periode tussen 20 februari en 3 september 2020 een daling laten zien van 14 %, in vergelijking met een verlies in waarde van 13 % tussen 20 februari en 4 juni (afbeelding 1). Er was sprake van een aanzienlijke verbetering van de Euro Stoxx 50-index gezien het niveau dat in maart werd bereikt (toen de daling ongeveer 30 % bedroeg in vergelijking met februari 2020, zoals is beschreven in Besluit (EU) 2020/525), maar er is nog geen sprake van een herstel tot het niveau van voor COVID-19.

    (8)

    De volatiliteit, zoals gemeten door VSTOXX (6), blijft ook relatief hoog in vergelijking met februari 2020. Het in september gemeten niveau (+ 15 %) is iets hoger dan het niveau in juni (+ 13 %). Hetzelfde geldt in hogere mate voor de VIX (7) (+ 18 % in september ten opzichte van +9 % in juni) (afbeelding 1 en afbeelding 2).

    (9)

    Het niveau van kredietverzuimswaps (Credit Default Swaps, CDS) is tussen 4 juni en 3 september tussen 17 % en 28 % afgenomen (afbeelding 1). Om echter beter inzicht te krijgen in de informatieve waarde van CDS op dit moment, moeten de gegevens worden beoordeeld in het licht van het besluit van de Europese Centrale Bank (ECB) betreffende een pandemie-noodaankoopprogramma (Pandemic Emergency Purchase Programme — PEPP). Vanaf begin maart werden CDS-spreads zeer volatiel en gaven zij een hoog financieel risico aan. De verlenging van Besluit (EU) 2020/525 door ESMA op basis van gegevens tot en met 4 juni was ook gebaseerd op het feit dat de CDS-spreads op dat moment hoog en volatiel waren en werden beschouwd als een indicatie van de risicoperceptie op de markt.

    (10)

    De verhoging van het PEPP met nog eens 600 miljard EUR waartoe op 4 juni werd besloten, bracht de totaal aangekondigde monetaire stimuli van de ECB op 1,35 biljoen EUR, waardoor de informatieve waarde van CDS-spreads in relatie tot de risicoperceptie op de markt afnam.

    (11)

    Soortgelijke overwegingen kunnen worden gemaakt in verband met de informatieve waarde van de staatsobligatiemarkten die, net als bij CDS-spreads, worden beïnvloed door het monetaire beleid van de centrale banken. Zoals te zien is in afbeelding 1 nam het rendement op tienjarige staatsobligaties van Duitsland, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk met gemiddeld 22 basispunten af ten opzichte van het niveau in juni.

    (12)

    Als gevolg daarvan is ESMA van mening dat de ontwikkeling van de aandelenmarkten, die aanzienlijk minder worden beïnvloed door het monetaire beleid van de centrale banken, beter inzicht zouden moeten bieden in het huidige risiconiveau op de financiële markten in de EU.

    (13)

    Net als de Euro Stoxx 50 heeft ook de STOXX Europe 800-index, exclusief Zwitserland, ongeveer 17 % verloren sinds 20 februari 2020, in vergelijking met een daling van 16 % in juni. De STOXX Europe Total Market Banks (ref. Europese banken) is sinds februari met 37 % gedaald, terwijl het verlies in juni ongeveer 30 % bedroeg.

    (14)

    Zoals is vermeld in het “Report on Trends, Risks and Vulnerabilities” (TRV-verslag) nr. 2 van september 2020 van ESMA, waren er in het tweede kwartaal van 2020 differentiaties te zien tussen de sectoren, die met name gevolgen hadden voor kredietinstellingen. De indexen voor de luchtvaart- en banksectoren van de EU lagen eind juni respectievelijk 36 % en 30 % onder het niveau van begin januari. Daarnaast is in afbeelding 3 te zien dat de bank- en verzekeringssectoren sinds juni redelijk stabiel zijn, maar dat de resultaten tussen 20 februari en 3 september in vergelijking met de prestaties tussen 20 februari en 4 juni een achteruitgang laten zien: – 38 % tegenover – 33 % voor de banksector en – 21 % tegenover – 20 % voor de verzekeringssector. De prestaties van niet-financiële (8) sectoren is daarentegen licht verbeterd: – 9 % tegenover – 11 %.

    (15)

    Het prijsherstel van sommige sectoren vond plaats in het kader van een verder verslechterende macro-economische omgeving en een diepe en wereldwijd synchroon lopende recessie. Zoals is vermeld in het TRV-verslag, geeft de huidige klaarblijkelijke ontkoppeling tussen de prestaties op de financiële markt en de onderliggende economische activiteit aanleiding tot vragen over de duurzaamheid van het marktherstel in de toekomst.

    (16)

    Gezien het geaggregeerde nationale of EU-niveau, lijkt het prijsherstel zich niet te hebben voorgedaan: in afbeelding 5 is te zien dat prijsdalingen in de hele Unie plaatsvinden, van juni tot september was er geen sprake van een aanzienlijke verbetering en de resultaten van de aandelenindexen voor 22 EU-markten geven aan dat de daling tussen 20 februari en 3 september ernstiger was dan de daling tussen 20 februari en 4 juni. Bovendien hebben de aandelenmarkten in 25 rechtsgebieden, vergeleken met 24 in juni, ten minste 10 % van hun waarde verloren als de prijzen van 3 september worden vergeleken met die van 20 februari 2020. In diezelfde periode hebben de aandelenprijzen van Europese kredietinstellingen tussen 10 % en 59 % verloren, vergeleken met de verliezen in waarde tussen 9 % en 48 % die zijn opgetreden in de periode van februari tot juni.

    (17)

    Het percentage aandelen met een netto shortpositie tussen 0,1 % en 0,2 % is in de periode van 16 maart tot 11 juni 2020 gestaag toegenomen en vervolgens stabiel gebleven tot 4 september 2020 (9) op een gemiddelde van 13 % over het totaal aantal netto shortposities (afbeelding 6). Bovendien was bij een lagere rapporteringsdrempel duidelijk geworden dat de netto shortposities tussen 0,1 % en 0,2 % in sommige landen tot 50 % van de totale gerapporteerde posities vertegenwoordigden. Er kan worden geconcludeerd dat het percentage netto shortposities tussen 0,1 % en 0,2 %, dat moest worden gerapporteerd als gevolg van de tijdelijk verlaagde meldingsdrempel, een aanzienlijk deel blijft vormen van de totale netto shortposities en in dit kader een hoge informatieve waarde heeft voor regelgevende instanties.

    (18)

    Aanzienlijke prijsdalingen in belangrijke sectoren, relatief hoge volatiliteit, de mogelijke ontkoppeling tussen de prestaties van de financiële markt en onderliggende economische activiteiten en een aanhoudend hoog niveau van netto shortposities, in combinatie met de onzekerheid over de ontwikkeling van de COVID-19-pandemie en de gevolgen daarvan voor de reële economie, wijzen erop dat de financiële markten van de EU fragiel blijven. Onder deze omstandigheden is het waarschijnlijker dat de door short selling uitgeoefende druk in de komende maanden negatieve ontwikkelingen kan veroorzaken of verergeren, wat vervolgens weer negatieve gevolgen kan hebben voor het marktvertrouwen of de integriteit van het prijsvormingsmechanisme.

    (19)

    ESMA is daarom van mening dat de combinatie van de hierboven beschreven omstandigheden een ernstige bedreiging vormt voor het ordelijk functioneren en de integriteit van de financiële markten.

    b)   Bedreiging voor de stabiliteit van het gehele financiële stelsel in de Europese Unie of een deel ervan

    (20)

    Zoals de ECB in haar Financial Stability Review (10) heeft uitgelegd, is financiële stabiliteit een toestand waarin het financiële stelsel — bestaande uit financiële tussenpersonen, markten en marktinfrastructuren — bestand is tegen schokken en financiële onevenwichtigheden.

    (21)

    De COVID-19-pandemie heeft nog steeds ernstige gevolgen voor de reële economie in de Unie. Zoals aangegeven in het TRV-verslag van ESMA zal de marktomgeving, niettegenstaande het marktherstel, kwetsbaar blijven en voorziet ESMA dat dit ertoe zal leiden dat “institutionele en kleine beleggers gedurende een langere periode zullen worden blootgesteld aan het risico van verdere, mogelijk significante, marktcorrecties, en zullen worden geconfronteerd met bijzonder hoge risico’s in het gehele bevoegdheidsgebied van ESMA” (11). In dit verband heeft ESMA het publiek gewaarschuwd voor een mogelijke ontkoppeling van de meest recente prestaties van financiële markten en de onderliggende economische activiteit.

    (22)

    Sectie 2 a) hiervoor bevat nadere informatie over de prestaties van banken, het verzekeringswezen en de financiële markten.

    (23)

    Deze wijdverbreide prijsdalingen hebben ervoor gezorgd dat het merendeel van de EU-aandelen in alle sectoren zich in een precaire situatie bevinden, waarbij verdere prijsdalingen die niet worden veroorzaakt door aanvullende fundamentele informatie, zeer negatieve gevolgen kunnen hebben.

    (24)

    In deze aanhoudende onzekere situatie is ESMA van mening dat aanmerkelijke verkoopdruk en ongebruikelijke volatiliteit in de koers van de aandelen kunnen worden veroorzaakt door verschillende factoren, waaronder een toenemend aantal marktdeelnemers dat actief is op het gebied van short selling en het opbouwen van aanzienlijke netto shortposities.

    (25)

    ESMA merkt met name op dat de wijdverbreide prijsverliezen voor kredietinstellingen, die een van de parameters vormden voor het in juni genomen verlengingsbesluit, niet zijn verbeterd. Dit wijst erop dat kredietinstellingen, die in sommige gevallen van systemisch belang zijn, potentieel kwetsbaar blijven voor short selling-strategieën en voor de opbouw van aanzienlijke netto shortposities, ongeacht of deze strategieën en posities worden gerechtvaardigd door fundamentele informatie.

    (26)

    Het risico blijft bestaan dat de opeenstapeling van short selling-strategieën en de opbouw van aanzienlijke netto shortposities zouden kunnen leiden tot een onordelijke neerwaartse prijsspiraal voor bepaalde uitgevende instellingen, met mogelijke overloopeffecten binnen dezelfde lidstaat of in de hele EU, die op hun beurt uiteindelijk het financiële stelsel van een of meer lidstaten in gevaar kunnen brengen.

    (27)

    Ondanks het gedeeltelijke herstel dat zich in sommige sectoren van de Europese financiële markten heeft voorgedaan, is ESMA van mening dat de huidige marktomstandigheden een ernstige bedreiging voor de stabiliteit van het financiële stelsel in de Unie blijven vormen.

    (28)

    Binnen de grenzen van het mandaat van ESMA verplicht de voorgenomen verlenging van de maatregel natuurlijke of rechtspersonen met een netto shortpositie in aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, om dit aan de nationale bevoegde autoriteiten te melden bij een lagere drempelwaarde dan is vastgesteld in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 236/2012.

    (29)

    De verlenging van de maatregel moet waarborgen dat de nationale bevoegde autoriteiten en ESMA over een verbeterd vermogen blijven beschikken om de ontwikkeling van de situatie adequaat te beoordelen, een onderscheid te maken tussen marktbewegingen die worden geleid door fundamentele informatie van de bewegingen die mogelijk worden geïnitieerd of verergerd door short selling, en te reageren indien de integriteit, het ordelijk functioneren en stabiliteit van de markten strengere maatregelen vereisen.

    c)   Grensoverschrijdende gevolgen

    (30)

    Een andere voorwaarde voor ESMA om deze maatregel te kunnen nemen, is dat de geïdentificeerde bedreigingen grensoverschrijdende gevolgen hebben.

    (31)

    Zoals hiervoor is beschreven, zijn de aandelenmarkten in de EU, gezien zowel nationale als pan-Europese indexen, nog niet volledig hersteld van de scherpe prijsdalingen die te zien waren in maart.

    (32)

    Gezien het feit dat de financiële markten van de meeste lidstaten door deze bedreigingen worden getroffen, zij het in verschillende mate, blijven de grensoverschrijdende gevolgen bijzonder ernstig, aangezien de onderlinge verwevenheid tussen de financiële markten van de EU de waarschijnlijkheid vergroten van potentiële overloop- of besmettingseffecten tussen markten in geval van door short selling veroorzaakte verkoopdruk.

    (33)

    ESMA is daarom van mening dat de hierboven beschreven bedreigingen voor de marktintegriteit, het ordelijk functioneren en de financiële stabiliteit grensoverschrijdende gevolgen hebben. Als gevolg van de aard van de COVID-19-crisis hebben ze feitelijk een pan-EU en wereldwijd karakter.

    3.   GEEN VAN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN HEEFT MAATREGELEN GENOMEN OM DE BEDREIGING TE ONDERVANGEN OF EEN OF MEER BEVOEGDE AUTORITEITEN HEBBEN MAATREGELEN GENOMEN DIE DE BEDREIGING NIET ADEQUAAT ONDERVANGEN (ARTIKEL 28, LID 2, ONDER B), VAN VERORDENING (EU) NR. 236/2012)

    (34)

    Een andere voorwaarde voor het opleggen van de maatregel in dit besluit door ESMA is dat één of meer bevoegde autoriteiten geen maatregelen hebben genomen om de bedreiging te ondervangen of dat de maatregelen die zijn genomen de bedreiging niet adequaat ondervangen.

    (35)

    De in het Besluit (EU) 2020/525 beschreven zorgen met betrekking tot marktintegriteit, ordelijk functioneren en financiële stabiliteit, die blijven gelden voor dit besluit, hebben ertoe geleid dat sommige nationale bevoegde autoriteiten nationale maatregelen hebben getroffen om short selling van aandelen in Spanje, Frankrijk, Oostenrijk, België, Griekenland en Italië (12) te beperken, die op 18 mei zijn verlopen.

    (36)

    Na beëindiging of opheffing van deze tijdelijke maatregelen zijn er in de EU geen verdere maatregelen getroffen op grond van Verordening (EU) nr. 236/2012, en op de datum van dit besluit is er geen enkele maatregel van deze aard van kracht.

    (37)

    Ten tijde van de vaststelling van dit besluit heeft geen van de bevoegde autoriteiten door het vastleggen van lagere meldingsdrempels maatregelen getroffen om meer zicht te krijgen op de ontwikkeling van netto shortposities, omdat zij een beroep kunnen doen op Besluit (EU) 2020/1123.

    (38)

    De noodzaak van een grotere zichtbaarheid van netto shortposities is nog dringender in een context waarin de bovengenoemde beperkingen die zijn opgelegd krachtens artikel 20 van Verordening (EU) nr. 236/2012 niet langer van toepassing zijn en de onzekerheid in verband met de langdurige gevolgen van de COVID-19-crisis aanhoudt. Aangezien short selling en transacties met soortgelijk effect niet langer onderworpen zijn aan andere externe beperkingen, moeten de nationale bevoegde autoriteiten in de hele EU in staat zijn om vooraf te bepalen of netto shortposities worden opgebouwd die ertoe kunnen leiden dat zich de hierboven beschreven bedreigingen voor de financiële markten en de financiële stabiliteit voordoen en nog worden verergerd door verkoopdruk als gevolg van short selling.

    (39)

    In het licht van de bovengenoemde pan-Europese bedreigingen blijft het duidelijk dat de informatie die de nationale bevoegde autoriteiten ontvangen onder toepassing van de normale meldingsdrempel van artikel 5, lid 2, van Verordening (EU) nr. 236/2012, onder de huidige gespannen marktomstandigheden niet toereikend is. ESMA is van mening dat de handhaving van de lagere meldingsdrempel ervoor zorgt dat alle nationale bevoegde autoriteiten in de hele EU en ESMA over de best beschikbare gegevens beschikken om de marktontwikkelingen te volgen en in staat zijn zo nodig verdere maatregelen te treffen.

    4.   EFFICIËNTIE VAN DE MAATREGEL (ARTIKEL 28, LID 3, ONDER A), VAN VERORDENING (EU) NR. 236/2012)

    (40)

    ESMA moet ook rekening houden met de mate waarin de verlenging van de maatregel de vastgestelde bedreigingen aanmerkelijk ondervangt.

    (41)

    ESMA is van mening dat de markten ondanks de buitengewone verliezen bij de handel in aandelen op gereglementeerde markten sinds 20 februari 2020 ordelijk hebben gefunctioneerd en dat de integriteit van de markten grotendeels is bewaard.

    (42)

    ESMA heeft daarom de huidige omstandigheden geanalyseerd, met name in hoeverre deze een bedreiging vormen voor de integriteit van de markten en de financiële stabiliteit in de Unie en of de verlenging van de maatregel van ESMA een efficiënt middel kan zijn om deze bedreigingen te ondervangen door een toekomstgerichte benadering.

    a)   De maatregel ondervangt de bedreiging voor het ordelijk functioneren en de integriteit van de financiële markten aanmerkelijk

    (43)

    Onder de hierboven beschreven omstandigheden kan een plotselinge toename van de verkoopdruk en de marktvolatiliteit als gevolg van short selling en de opbouw van korte posities de neerwaartse trends op de financiële markten versterken. Hoewel short selling op andere momenten een positieve functie kan vervullen bij het bepalen van de juiste waarde van emittenten, kan het in de huidige marktomstandigheden een extra bedreiging vormen voor het ordelijk functioneren en de integriteit van markten.

    (44)

    In het bijzonder gelet op de brede uitwerking van de aanhoudende noodsituatie die uiteenlopende aandelen in de hele Unie treft, kunnen plotseling dalende aandelenkoersen worden verergerd door extra verkoopdruk als gevolg van short selling en toegenomen netto shortposities die, als ze onder de normale drempelwaarde blijven voor melding aan de nationale bevoegde autoriteiten krachtens artikel 5 van Verordening (EU) nr. 236/2012, niet opgemerkt zouden worden.

    (45)

    Om de bovengenoemde redenen moeten de nationale bevoegde autoriteiten en ESMA zo snel mogelijk op de hoogte zijn van marktdeelnemers die short selling aangaan en aanmerkelijke netto shortposities opbouwen, zodat ze indien nodig kunnen voorkomen dat die posities het signaal vormen voor een opeenvolging van verkooporders en als gevolg daarvan aanmerkelijke koersdalingen.

    (46)

    ESMA is van mening dat, wanneer deze maatregel niet voor drie maanden wordt verlengd, de nationale bevoegde autoriteiten en ESMA niet beschikken over de capaciteit om de markt in toereikende mate te bewaken in de huidige onzekere en fragiele omgeving. Dit wordt benadrukt door de klaarblijkelijke ontkoppeling tussen de prestaties van de financiële markt en de onderliggende economische activiteit, in combinatie met de zich ontwikkelende aard van de COVID-19-pandemie. Dergelijke factoren kunnen een plotse en aanzienlijke verkoopdruk veroorzaken, evenals een ongebruikelijke extra volatiliteit in de prijs van Unieaandelen die, op hun beurt, verder kunnen worden versterkt door de opeenstapeling van shortposities.

    (47)

    Tegelijkertijd is ESMA van mening dat het passend is om de in artikel 6 van Verordening (EU) nr. 236/2012 vastgestelde openbaarmakingsdrempel, die overeenkomt met 0,5 % van het geplaatste kapitaal van de onderneming, te behouden, aangezien de verlaging van deze drempel niet noodzakelijk lijkt vanuit het oogpunt van het behouden van ordelijke markten en het aanpakken van risico’s voor de financiële stabiliteit. ESMA blijft de marktomstandigheden voortdurend bewaken en neemt, indien nodig, verdere maatregelen.

    b)   De maatregel ondervangt de bedreiging voor de stabiliteit van het gehele financiële stelsel in de Unie (of een deel ervan) aanmerkelijk

    (48)

    Zoals hiervoor is beschreven, zijn de prestaties op het merendeel van de Europese aandelenmarkten tussen juni en september 2020 verslechterd in vergelijking met 20 februari. In het algemeen werd en wordt de handel in aandelen sinds 20 februari 2020 gekenmerkt door verkoopdruk en een relatief hoog niveau van volatiliteit. Zoals hierboven duidelijk wordt, blijven verschillende risicofactoren van invloed op vele sectoren van de reële economie en op de financiële markten van de EU. In deze omgeving kunnen het aangaan van short selling-transacties en het opbouwen van aanmerkelijke netto shortposities de verkoopdruk en neergaande trends versterken die op hun beurt een bedreiging kunnen verergeren met potentieel zeer nadelige gevolgen voor de financiële stabiliteit van financiële instellingen en bedrijven in andere sectoren.

    (49)

    In die context zouden ontbrekende gegevens de nationale bevoegde autoriteiten en ESMA beperken in hun vermogen om mogelijke negatieve effecten op de economie en uiteindelijk op de financiële stabiliteit van de Unie als geheel af te wenden.

    (50)

    De verlenging van de maatregel van ESMA die voorziet in een tijdelijke verlaging van de drempels voor meldingen van netto shortposities aan de nationale bevoegde autoriteiten, ondervangt deze bedreiging voor de stabiliteit van delen van of uiteindelijk het gehele financiële systeem van de Unie efficiënt door gegevensbeperkingen te verhelpen en het vermogen van de nationale bevoegde autoriteiten te vergroten om toekomstige bedreigingen in een vroeg stadium aan te pakken.

    c)   Verbetering van het vermogen van de bevoegde autoriteiten om de bedreiging te monitoren

    (51)

    Onder normale marktomstandigheden monitoren de nationale bevoegde autoriteiten elke bedreiging die kan voortvloeien uit short selling en het opbouwen van netto shortposities door middel van de toezichthulpmiddelen die zijn vastgelegd in de wetgeving van de Unie, in het bijzonder de meldingsplichten betreffende netto shortposities die zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 236/2012 (13).

    (52)

    De huidige marktomstandigheden maken het echter noodzakelijk om de monitoringactiviteiten van de nationale bevoegde autoriteiten en ESMA aangaande de geaggregeerde netto shortposities in aandelen die zijn toegelaten tot de handel op gereglementeerde markten, te versterken. Met het oog hierop en gezien de aanhoudende onzekerheid met betrekking tot de COVID-19-pandemie blijft het belangrijk dat de nationale bevoegde autoriteiten zo vroeg mogelijk informatie blijven ontvangen over de opbouw van netto shortposities, voordat deze het niveau van 0,2 % van het geplaatste kapitaal bereiken, zoals is vastgelegd in artikel 5, lid 2, van Verordening (EU) nr. 236/2012.

    (53)

    Dit wordt benadrukt door het percentage aandelen met een netto shortpositie tussen 0,1 % en 0,2 %, dat in de periode van 16 maart tot 11 juni 2020 gestaag is toegenomen en sindsdien stabiel is gebleven tot 4 september 2020 (14), op gemiddeld 13 % over de gehele waarnemingsperiode. Daarom kan worden geconcludeerd dat het percentage netto shortposities tussen 0,1 % en 0,2 % dat is gerapporteerd als gevolg van de door ESMA opgelegde lagere meldingsdrempel, een relevant deel blijft van de totale netto shortposities.

    (54)

    Daarom handhaaft de verlenging van de maatregel van ESMA het verbeterde vermogen van de bevoegde nationale autoriteiten om mogelijke bedreigingen in een eerder stadium aan te pakken, teneinde hen en ESMA in staat te stellen bedreigingen van het ordelijk functioneren van markten en de financiële stabiliteit tijdig te beheersen indien zich tekenen van marktstress voordoen.

    5.   DE MAATREGELEN LEVEREN NIET HET RISICO VAN REGELGEVINGSARBITRAGE OP (ARTIKEL 28, LID 3, ONDER B), VAN VERORDENING (EU) NR. 236/2012)

    (55)

    Om een maatregel op grond van artikel 28 van Verordening (EU) nr. 236/2012 vast te stellen of te verlengen, moet ESMA nagaan of de maatregel het risico van regelgevingsarbitrage oplevert.

    (56)

    Aangezien de verlenging van de maatregel van ESMA betrekking heeft op de meldingsplichten van marktdeelnemers aangaande alle aandelen die zijn toegelaten tot de handel op gereglementeerde markten in de Unie, waarborgt deze dat er één enkele meldingsdrempel voor alle nationale bevoegde autoriteiten geldt, wat voor gelijke marktvoorwaarden voor marktdeelnemers binnen en buiten de Unie zorgt met betrekking tot de handel in aandelen die tot de handel op gereglementeerde markten in de Unie zijn toegelaten.

    6.   DE MAATREGEL VAN ESMA HEEFT GEEN NADELIG EFFECT OP DE EFFICIËNTIE VAN DE FINANCIËLE MARKTEN, OOK NIET DOOR DE LIQUIDITEIT OP DIE MARKTEN TE VERMINDEREN OF DOOR ONZEKERHEID TE CREËREN VOOR MARKTDEELNEMERS, DAT NIET IN VERHOUDING STAAT TOT DE VOORDELEN VAN DE MAATREGEL (ARTIKEL 28, LID 3, ONDER C), VAN VERORDENING (EU) NR. 236/2012)

    (57)

    ESMA moet beoordelen of de maatregel nadelige effecten heeft die niet in verhouding zouden staan tot de voordelen ervan.

    (58)

    ESMA acht het passend dat de nationale bevoegde autoriteiten de ontwikkelingen met betrekking tot netto shortposities nauwlettend volgen voordat zij overwegen meer indringende maatregelen te nemen. ESMA merkt op dat de normale meldingsdrempel (0,2 % van het geplaatste aandelenkapitaal) in de aanhoudende uitzonderlijke marktomstandigheden mogelijk niet toereikend is om trends en zich voordoende bedreigingen tijdig vast te stellen.

    (59)

    Weliswaar heeft de invoering van een uitgebreidere meldingsplicht mogelijk extra lasten met zich mee gebracht voor de rapporterende entiteiten, maar deze hebben hun interne systemen reeds aangepast voor de toepassing van de Besluiten (EU) 2020/525 en (EU) 2020/1123, zodat de verlenging van deze maatregel naar verwachting geen verdere gevolgen zal hebben voor de nalevingskosten van de rapporterende entiteiten. Bovendien wordt het vermogen van marktdeelnemers om shortposities in aandelen te verwerven of te verhogen, hierdoor niet beperkt. Daardoor blijft de efficiëntie van de markt onaangetast.

    (60)

    Vergeleken met andere mogelijke en meer ingrijpende maatregelen zal deze verlenging van de maatregel naar verwachting geen invloed hebben op de liquiditeit op de markt, aangezien de strengere meldingsplicht voor een beperkt aantal marktdeelnemers naar verwachting niet tot een wijziging van hun handelsstrategie leiden en dus ook niet van invloed zijn op hun marktdeelname. Bovendien is de handhaving van de uitzondering voor de activiteiten van marketmakers en stabilisatieprogramma’s bedoeld om entiteiten die belangrijke diensten aanbieden bij het verschaffen van liquiditeit en het verminderen van de volatiliteit niet zwaarder te belasten, wat met name in de huidige situatie bijzonder relevant is.

    (61)

    Wat de reikwijdte van de verlenging van de maatregel betreft, is ESMA van mening dat een beperking van deze maatregel tot een of meer sectoren of tot een van de segmenten van emittenten mogelijk niet het gewenste resultaat oplevert. De omvang van de koersdalingen die is geregistreerd na de uitbraak van de COVID-19-pandemie, het brede scala aan aandelen (en sectoren) die worden getroffen en de onderlinge verwevenheid tussen de Europese economieën en handelsplatformen, duiden erop dat een EU-brede maatregel waarschijnlijk effectiever is dan sectorale maatregelen voor het bieden van vroege marktinformatie aan de nationale bevoegde autoriteiten.

    (62)

    Wat het creëren van onzekerheid op de markt betreft, brengt de maatregel geen nieuwe wettelijke verplichtingen, zoals bij het verlagen van de betreffende drempel, maar wijzigt hij slechts de bestaande meldingsplicht die sinds 2012 van kracht is. ESMA benadrukt ook dat de verlenging van de maatregel beperkt blijft tot de melding van aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt in de Unie zijn toegelaten, teneinde die posities vast te leggen waar aanvullende melding het meest relevant lijkt.

    (63)

    ESMA is daarom van mening dat een dergelijke strengere verplichting om transparant te zijn, geen nadelige effecten hoeft te hebben op de efficiëntie van de financiële markten of op beleggers, die niet in verhouding staan tot de voordelen van de maatregel en geen onzekerheid op de financiële markten hoeft te creëren.

    (64)

    Wat de duur van de maatregel betreft, is ESMA van mening dat een verlenging van de maatregel met drie maanden gerechtvaardigd is, gezien de op dit moment beschikbare informatie en de aanhoudende over het geheel genomen onzekere vooruitzichten in de context van de COVID-19-pandemie. ESMA is voornemens terug te keren naar de normale meldingsplicht zodra de situatie verbetert, maar kan tegelijkertijd de mogelijkheid niet uitsluiten dat de maatregel moet worden verlengd indien de situatie verergert of de markten kwetsbaar blijven.

    (65)

    Op basis daarvan acht ESMA dit besluit om de tijdelijke maatregel voor een verhoogde transparantie ten aanzien van netto shortposities te verlengen, op deze datum evenredig gezien de aanhoudende negatieve omstandigheden.

    7.   RAADPLEGING EN KENNISGEVING (ARTIKEL 28, LEDEN 4 EN 5, VAN VERORDENING (EU) NR. 236/2012)

    (66)

    ESMA heeft het ESRB geraadpleegd. Het ESRB heeft geen bezwaren geuit tegen het aannemen van het voorgestelde besluit.

    (67)

    ESMA heeft de nationale bevoegde autoriteiten in kennis gesteld van het voorgenomen besluit.

    (68)

    De verlenging van de maatregel van ESMA treedt op 18 september 2020 in werking,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Definitie

    Voor de toepassing van dit besluit wordt onder een “gereglementeerde markt” verstaan: een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder 21, van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (15).

    Artikel 2

    Tijdelijke bijkomende transparantieverplichtingen

    1.   Een natuurlijke of rechtspersoon met een netto shortpositie in het geplaatste kapitaal van een onderneming waarvan de aandelen tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, stelt de relevante bevoegde autoriteit in overeenstemming met artikelen 5 en 9 van Verordening (EU) nr. 236/2012 in kennis telkens wanneer de positie een relevante meldingsdrempel als bedoeld in lid 2 van dit artikel bereikt of onderschrijdt.

    2.   Een relevante meldingsdrempel is een percentage dat gelijk is aan 0,1 % van het geplaatste kapitaal van de betrokken onderneming en elke 0,1 % daarboven.

    Artikel 3

    Vrijstellingen

    1.   In overeenstemming met artikel 16 van Verordening (EU) nr. 236/2012 zijn de tijdelijke bijkomende transparantieverplichtingen als bedoeld in artikel 2 niet van toepassing op aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten waarvan het belangrijkste handelsplatform voor de handel in die aandelen in een derde land gevestigd is.

    2.   Overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 236/2012 zijn de in artikel 2 bedoelde tijdelijke bijkomende transparantieverplichtingen niet van toepassing op transacties die in verband met activiteiten van marketmakers worden verricht.

    3.   De in artikel 2 bedoelde tijdelijke bijkomende transparantieverplichtingen zijn niet van toepassing op een netto shortpositie met betrekking tot het verrichten van een stabilisatie krachtens artikel 5 van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende marktmisbruik (16).

    Artikel 4

    Inwerkingtreding en toepassing

    Dit besluit treedt in werking op 18 september 2020. Het is van toepassing voor een periode van drie maanden vanaf de datum van inwerkingtreding.

    Gedaan te Parijs, 16 september 2020.

    Namens de raad van toezichthouders

    Steven MAIJOOR

    De voorzitter


    (1)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.

    (2)  PB L 86 van 24.3.2012, blz. 1.

    (3)  PB L 274 van 9.10.2012, blz. 1.

    (4)  PB L 116 van 15.4.2020, blz. 5.

    (5)  PB L 245 van 30.7.2020, blz. 17.

    (6)  De VSTOXX meet de impliciete volatiliteit op basis van de aandelenprijzen van de Euro Stoxx 50.

    (7)  De VIX-index wordt berekend met behulp van het middelpunt van de realtime bied- en laatprijzen van opties in de S&P 500-index (SPX).

    (8)  De volgende subsectoren vallen niet onder de niet-financiële sectoren: banken, verzekeringsdiensten en financiële diensten.

    (9)  De rapportages van de dagelijkse netto shortposities van Denemarken ontbreken voor de periode van 31 augustus tot 4 september als gevolg van een technische storing.

    (10)  https://www.ecb.europa.eu/pub/financial-stability/fsr/html/ecb.fsr201911~facad0251f.en.html

    (11)  TRV-verslag, samenvatting, blz. 4.

    (12)  In Italië werd de maatregel op 18 mei opgeheven.

    (13)  Zie artikel 5 van Verordening (EU) nr. 236/2012.

    (14)  De rapportages van de dagelijkse netto shortposities van Denemarken ontbreken voor de periode van 31 augustus tot 4 september als gevolg van een technische storing.

    (15)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

    (16)  Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1).


    BIJLAGE

    In deze bijlage wordt onder “besluit van ESMA” verstaan: Besluit (EU) 2020/525.

    Afbeelding 1

    Financiële indicatoren

    Prestaties van aandelenmarkten

    Wijzigingen van 20.2.2020 tot 3.9.2020

    (in %)

    Indexniveau per 3.9.2020

    Wijzigingen van 20.2.2020 tot 4.6.2020

    (in %)

    Indexniveau per 4.6.2020

    STOXX EUROPE 800 excl. Zwitserland

    – 17

    116

    – 16

    117

    EURO STOXX INDEX

    – 13

    362

    – 13

    364

    EURO STOXX 50

    – 14

    3 304

    – 13

    3 323

    US S&P500

    2

    3 451

    – 8

    3 112

    JP Nikkei

    0

    23 466

    – 3

    22 864

    Wereldwijd

    – 1

    228

    – 9

    211

    Europese banken

    – 37

    93

    – 30

    104

    IT financiële instellingen

    – 30

    27

    – 29

    28

    ES financiële instellingen

    – 48

    34

    – 35

    42

    DE financiële instellingen

    – 13

    123

    – 11

    126

    FR financiële instellingen

    – 34

    118

    – 28

    130

    Volatiliteit

    Wijzigingen van 20.2.2020 tot 3.9.2020

    (in %)

    Indexniveau per 3.9.2020

    Wijzigingen van 20.2.2020 tot 4.6.2020

    (in %)

    Indexniveau per 4.6.2020

    VSTOXX

    15

    29

    13

    28

    VIX

    18

    33

    9

    25

    Kredietverzuimswaps

    Wijzigingen in bp van 20.2.2020 tot 3.9.2020

    CDS-spreads in bp per 3.9.2020

    Wijzigingen in bp van 20.2.2020 tot 4.6.2020

    CDS-spreads in bp per 4.6.2020

    Bedrijfseffecten Europa

    5

    45

    22

    62

    Hoog rendement Europa

    92

    290

    157

    355

    Financiële instellingen Europa

    15

    59

    29

    73

    Financiële instellingen Europa, achtergesteld

    38

    124

    62

    149

    Tienjarige staatsobligaties

    Wijzigingen in bp van 20.2.2020 tot 3.9.2020

    Obligatierendement in % per 3.9.2020

    Wijzigingen in bp van 20.2.2020 tot 4.6.2020

    Obligatierendement in % per 4.6.2020

    DE10Y

    – 5

    – 0,49

    15

    -0,29

    ES10Y

    9

    0,33

    32

    0,55

    FR10Y

    2

    – 0,19

    23

    0,01

    IT10Y

    15

    1,06

    51

    1,42

    US10Y

    – 90

    0,62

    – 67

    0,86

    GB10Y

    – 34

    0,24

    – 24

    0,34

    JP10Y

    8

    0,04

    9

    0,05

    Opmerking: wijzigingen in de aandelenmarkt uitgedrukt in relatieve termen, overige wijzigingen in absolute termen.

    Bronnen: Refinitiv EIKON, ESMA.

    Image 1

    Opmerking: Impliciete volatiliteiten van de EURO STOXX 50 (VSTOXX) en S&P 500 (VIX), in %.

    Bronnen: Refinitiv Datastream, ESMA.

    Image 2

    Opmerking: Aandelenkoersen. 20.2.2020 = 100

    Bronnen: Refinitiv Datastream, ESMA.

    Image 3

    Opmerking: Aandelenkoersen. 20.2.2020 = 100

    Bronnen: Refinitiv Datastream, ESMA.

    Image 4

    Opmerking: Aandelenkoersen. 20.2.2020 = 100

    Bronnen: Refinitiv Datastream, ESMA.

    Afbeelding 4

    CDS-spreadindexen EU

    Image 5

    Opmerking: CDS-spreads voor Europese IG-bedrijven (iTraxx Europe), Europese HY-bedrijven (iTraxx Europe Crossover) en Europese financiële instellingen, in bp.

    Bronnen: Refinitiv EIKON, ESMA.

    Afbeelding 5

    Prestaties van Europese aandelenindexen per land

     

    Wijziging in percentage van 20.2.2020 tot 3.9.2020

    Wijziging in percentage van 20.2.2020 tot 4.6.2020

    STOXX EUROPE 800 excl. Zwitserland

    – 16,67

    – 15,78

    EURO STOXX INDEX

    – 13,22

    – 12,72

    EURO STOXX 50

    – 13,57

    – 13,07

    AT

    – 30,21

    – 23,30

    BE

    – 19,22

    – 14,86

    BG

    – 20,67

    – 15,69

    CY

    – 39,52

    – 34,73

    CZ

    – 17,81

    – 13,94

    DE

    – 4,44

    – 7,32

    DK

    4,24

    – 2,48

    EE

    – 13,55

    – 13,16

    ES

    – 29,45

    – 21,88

    FI

    – 5,35

    – 8,66

    FR

    – 17,37

    – 15,91

    GB

    – 21,32

    – 13,93

    GR

    – 29,24

    – 26,64

    HR

    – 19,61

    – 17,16

    HU

    – 24,05

    – 17,83

    IE

    – 13,00

    – 12,90

    IS

    – 1,50

    – 4,44

    IT

    – 22,04

    – 20,01

    LT

    5,06

    – 1,98

    LU

    – 25,92

    – 21,60

    LV

    5,53

    – 1,81

    MT

    – 20,80

    – 12,92

    NL

    – 11,66

    – 9,17

    NO

    – 11,80

    – 10,22

    PL

    – 15,75

    – 13,47

    PT

    – 20,09

    – 13,64

    RO

    – 10,73

    – 11,45

    SE

    – 7,28

    – 9,47

    SI

    – 13,01

    – 10,83

    SK

    – 7,05

    0,07

    Bronnen: Refinitiv EIKON, ESMA.

    Afbeelding 6

    NSP tussen 0,1 % en 0,2 % over de periode tussen 16 maart 2020 en 4 september 2020 (1)

    Image 6

    Top