Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018R0967

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/967 van de Commissie van 26 april 2018 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 wat betreft de niet-naleving van de betalingstermijnen en wat betreft de wisselkoers die moet worden gehanteerd voor de opstelling van uitgavendeclaraties

    C/2018/2420

    PB L 174 van 10.7.2018, p. 2–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2022; stilzwijgende opheffing door 32022R0127

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2018/967/oj

    10.7.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 174/2


    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/967 VAN DE COMMISSIE

    van 26 april 2018

    tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 wat betreft de niet-naleving van de betalingstermijnen en wat betreft de wisselkoers die moet worden gehanteerd voor de opstelling van uitgavendeclaraties

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (1), en met name artikel 40 en artikel 106, lid 6,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In artikel 75, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 is bepaald dat de lidstaten steun die onder het geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS) valt, binnen een bepaalde termijn aan de begunstigden moeten betalen. Betalingen die buiten die termijn worden verricht, komen op grond van artikel 40 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 niet in aanmerking voor financiering door de Unie en kunnen derhalve niet door de Commissie worden vergoed. Voor uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) toegekende steun worden deze betalingstermijnen van toepassing met ingang van het aanvraagjaar 2019. Daarom moeten specifieke voorschriften voor betalingen uit het Elfpo worden vastgesteld.

    (2)

    Aangezien de lidstaten de GBCS-betalingen in het kader van het Elfpo in sommige gevallen pas na 30 juni verrichten omdat zij aanvullende controles moeten uitvoeren in verband met contentieuze aanvragen, beroepsprocedures of andere nationale rechtsgeschillen, moet volgens het evenredigheidsbeginsel een bepaalde uitgavenmarge worden vastgesteld waarbinnen voor deze gevallen geen verlagingen op de betalingen worden toegepast. Voorts moet, om ervoor te zorgen dat de financiële gevolgen bij overschrijding van deze marge in verhouding staan tot de vertraging bij de betaling, worden bepaald dat de Commissie wordt gemachtigd om de betalingen van de Unie evenredig te verlagen naargelang van de lengte van de geconstateerde termijnoverschrijding van de betaling.

    (3)

    In artikel 5 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie (2) zijn regels voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) vastgesteld met betrekking tot proportionele verlagingen van de maandelijkse betalingen wanneer de uitgaven na het verstrijken van de betalingstermijn zijn gedaan. Wat het Elfpo betreft, vinden de uitgavendeclaraties en de vergoedingen eenmaal plaats voor elk kwartaal van het jaar. Ter wille van de eenvoud en de efficiëntie moet voor elk kwartaal een enkel verlagingspercentage worden toegepast op te late betalingen die uit het Elfpo worden vergoed.

    (4)

    In artikel 11, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 is bepaald welke wisselkoers de lidstaten die niet tot de eurozone behoren, bij de opstelling van hun uitgavendeclaraties moeten hanteren voor alle betalings- of inningsverrichtingen. De door de lidstaten opgestelde jaarlijkse uitgavendeclaraties bevatten evenwel bedragen waarvoor geen betalings- of inningsverrichtingen in de rekeningen van het betaalorgaan zijn geregistreerd, zoals bestemmingsontvangsten die voortvloeien uit de financiële gevolgen van niet-inning, als bedoeld in artikel 54, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Daarom moet worden bepaald welke wisselkoers moet worden toegepast voor andere verrichtingen dan die welke in artikel 11, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 zijn omschreven.

    (5)

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    De titel van artikel 5 wordt vervangen door:

    „Niet-naleving van de laatste betalingstermijn met betrekking tot het Europees Landbouwgarantiefonds”.

    2)

    Na artikel 5 wordt het volgende artikel 5 bis ingevoegd:

    „Artikel 5 bis

    Niet-naleving van de laatste betalingstermijn met betrekking tot het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

    1.   Wat het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) betreft, komen uitgaven die na de betalingstermijn zijn verricht, op grond van de in artikel 40, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde uitzonderingen en in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel in aanmerking voor financiering door de Unie onder de in de leden 2 tot en met 6 van het onderhavige artikel beschreven voorwaarden.

    2.   Als de uitgaven die na de in artikel 75, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde termijn zijn gedaan, niet meer dan 5 % van de binnen die termijn gedane uitgaven uitmaken, worden de tussentijdse betalingen niet verlaagd.

    Als de uitgaven die na de in artikel 75, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde termijn zijn gedaan, boven deze marge van 5 % liggen, worden alle verdere uitgaven die te laat zijn gedaan, voor de in artikel 22, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie (*1) bedoelde perioden als volgt verlaagd:

    a)

    uitgaven die worden gedaan van 1 juli tot en met 15 oktober van het jaar waarin de betalingstermijn is verstreken, worden met 25 % verlaagd;

    b)

    uitgaven die worden gedaan van 16 oktober tot en met 31 december van het jaar waarin de betalingstermijn is verstreken, worden met 60 % verlaagd;

    c)

    uitgaven die worden gedaan na 31 december van het jaar waarin de betalingstermijn is verstreken, worden met 100 % verlaagd.

    3.   In afwijking van lid 2 wordt, indien de in de eerste alinea van dat lid bedoelde marge niet is opgebruikt voor uiterlijk op 31 december van het jaar N + 1 verrichte betalingen voor het kalenderjaar N en er nog meer dan 2 % van resteert, die resterende marge verlaagd tot 2 %.

    4.   Indien voor bepaalde maatregelen sprake is van uitzonderlijke omstandigheden bij het beheer of indien de lidstaten gegronde redenen aanvoeren, past de Commissie andere dan de in de leden 2 en 3 vastgestelde tijdschema's, dan wel lagere of geen verlagingspercentages toe.

    5.   De naleving van de betalingstermijn wordt elk begrotingsjaar eenmaal gecontroleerd voor de uitgaven die tot en met 15 oktober zijn gedaan.

    Met overschrijdingen van de betalingstermijn wordt rekening gehouden in het besluit over de goedkeuring van de rekeningen als bedoeld in artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

    6.   De in dit artikel bedoelde verlagingen worden toegepast onverminderd het latere besluit over de conformiteitsgoedkeuring als bedoeld in artikel 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

    (*1)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie van 6 augustus 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, voorschriften inzake controles, zekerheden en transparantie (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 59).”."

    3)

    Aan artikel 11, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „Voor verrichtingen waarvoor in de sectorale landbouwwetgeving geen ontstaansfeit is vastgesteld, is de toe te passen wisselkoers de op één na laatste wisselkoers die de Europese Centrale Bank heeft bepaald vóór de laatste maand van de periode waarvoor de uitgaven of de bestemmingsontvangsten worden gedeclareerd.”.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 26 april 2018.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.

    (2)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 18).


    Top