Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017D0344

    Besluit (EU) 2017/344 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 over de gebruikmaking van de marge voor onvoorziene uitgaven in 2017

    PB L 50 van 28.2.2017, p. 57–58 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 06/01/2018

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2017/344/oj

    28.2.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 50/57


    BESLUIT (EU) 2017/344 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    van 14 december 2016

    over de gebruikmaking van de marge voor onvoorziene uitgaven in 2017

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (1), en met name punt 14, tweede alinea,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Artikel 13 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (2) voorziet in de vorming van een marge voor onvoorziene uitgaven van ten hoogste 0,03 % van het bruto nationaal inkomen van de Unie.

    (2)

    Overeenkomstig artikel 6 van die verordening heeft de Commissie het absolute bedrag van deze marge voor onvoorziene uitgaven voor 2017 berekend (3).

    (3)

    Na alle andere financiële mogelijkheden te hebben onderzocht om op onvoorziene omstandigheden te reageren binnen de maxima voor vastleggingskredieten voor 2017 van rubriek 3 (Veiligheid en burgerschap) en rubriek 4 (Europa als wereldspeler) van het meerjarig financieel kader, en na het volledige bedrag van het flexibiliteitsinstrument van 530 miljoen EUR dat in 2017 beschikbaar is te hebben gebruikt, blijkt het nodig gebruik te maken van de marge voor onvoorziene uitgaven om tegemoet te komen aan de behoeften in verband met de migratie-, vluchtelingen- en veiligheidscrisis, door de vastleggingskredieten van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2017 te verhogen tot boven de maxima voor vastleggingskredieten van de rubrieken 3 en 4 van het meerjarig financieel kader.

    (4)

    Gezien deze zeer uitzonderlijke situatie is aan de voorwaarde inzake het laatste redmiddel van artikel 13, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad voldaan.

    (5)

    Om de tijd die nodig is om gebruik te maken van de marge voor onvoorziene uitgaven zo veel mogelijk te beperken, dient dit besluit vanaf het begin van het begrotingsjaar 2017 van toepassing te zijn,

    HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2017 wordt gebruikgemaakt van de marge voor onvoorziene uitgaven om een bedrag van 1 176 030 960 EUR aan vastleggingskredieten boven het maximum aan vastleggingskredieten van rubriek 3 (Veiligheid en burgerschap) en een bedrag van 730 120 000 EUR aan vastleggingskredieten boven het maximum aan vastleggingskredieten van rubriek 4 (Europa als wereldspeler) van het meerjarig financieel kader beschikbaar te stellen.

    Artikel 2

    Het totaalbedrag van 1 906 150 960 EUR aan vastleggingskredieten dat het resultaat is van de toepassing van artikel 1 wordt volledig verrekend met de marges onder de maxima aan vastleggingskredieten voor de jaren 2017 tot en met 2019 van de volgende rubrieken van het meerjarig financieel kader:

    a)

    2017:

    i)

    rubriek 2 (Duurzame groei — Natuurlijke hulpbronnen): 575 000 000 EUR;

    ii)

    rubriek 5 (Administratie): 507 268 804 EUR;

    b)

    2018: rubriek 5 (Administratie): 570 000 000 EUR;

    c)

    2019: rubriek 5 (Administratie): 253 882 156 EUR.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2017.

    Gedaan te Straatsburg, 14 december 2016.

    Voor het Europees Parlement

    De voorzitter

    M. SCHULZ

    Voor de Raad

    De voorzitter

    I. KORČOK


    (1)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

    (2)  Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

    (3)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2016 betreffende de technische aanpassing van het financieel kader voor 2017 in overeenstemming met de ontwikkeling van het bni (COM(2016) 311).


    Top