This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32016R0898
Commission Implementing Regulation (EU) 2016/898 of 8 June 2016 concerning the authorisation of a preparation of Bacillus licheniformis (ATCC 53757) and its protease (EC 3.4.21.19) as a feed additive for chickens for fattening, chickens reared for laying and minor poultry species for fattening and reared for laying and ornamental birds (holder of authorisation Novus Europe SA/NV) (Text with EEA relevance)
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/898 van de Commissie van 8 juni 2016 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Bacillus licheniformis (ATCC 53757) en de protease ervan (EC 3.4.21.19) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen, opfokleghennen en minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mest- en legdoeleinden en siervogels (vergunninghouder Novus Europe SA/nv) (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/898 van de Commissie van 8 juni 2016 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Bacillus licheniformis (ATCC 53757) en de protease ervan (EC 3.4.21.19) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen, opfokleghennen en minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mest- en legdoeleinden en siervogels (vergunninghouder Novus Europe SA/nv) (Voor de EER relevante tekst)
C/2016/3370
PB L 152 van 9.6.2016, p. 11–14
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 16/03/2022
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modified by | 32022R0268 | vervanging | titel tekst | 16/03/2022 | |
Modified by | 32022R0268 | vervanging | bijlage tabelkolom 2 tekst | 16/03/2022 |
9.6.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 152/11 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/898 VAN DE COMMISSIE
van 8 juni 2016
tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Bacillus licheniformis (ATCC 53757) en de protease ervan (EC 3.4.21.19) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen, opfokleghennen en minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mest- en legdoeleinden en siervogels (vergunninghouder Novus Europe SA/nv)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de vergunningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag ingediend voor een vergunning voor een preparaat van Bacillus licheniformis (ATCC 53757) en de protease ervan (EC 3.4.21.19). Bij de aanvraag waren de krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten gevoegd. |
(3) |
Die aanvraag betreft de vergunning voor een preparaat van Bacillus licheniformis (ATCC 53757) en de protease ervan (EC 3.4.21.19), als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen, opfokleghennen en minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mestdoeleinden en voor opfok tot zij legrijp zijn, en siervogels in de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen”. |
(4) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 11 maart 2015 (2) geconcludeerd dat onder de voorgestelde gebruiksomstandigheden het preparaat van Bacillus licheniformis (ATCC 53757) en de protease ervan (EC 3.4.21.19) geen ongunstige gevolgen voor de diergezondheid, de menselijke gezondheid of het milieu heeft en dat het een potentieel heeft om doeltreffend te zijn in voeding om bij de aanbevolen dosis de voederconversie bij mestkippen te verbeteren, maar alleen wanneer voeding met een verlaagd proteïnegehalte werd verstrekt. Zij is eveneens van mening dat deze conclusie kan worden uitgebreid tot opfokleghennen en minder gangbare pluimveesoorten voor mest- en legdoeleinden en siervogels. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethoden voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding gecontroleerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend. |
(5) |
Uit de beoordeling van het preparaat van Bacillus licheniformis (ATCC 53757) en de protease ervan (EC 3.4.21.19) blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van dat preparaat zoals omschreven in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegestaan. |
(6) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor het in de bijlage beschreven preparaat, dat behoort tot de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „andere zoötechnische toevoegingsmiddelen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 8 juni 2016.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.
(2) EFSA Journal 2015;13(3):4055.
BIJLAGE
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel |
Naam van de vergunninghouder |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||||||||||||||||||
CFU/eenheden werkzame stof/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
|||||||||||||||||||||||||||||
Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: andere zoötechnische toevoegingsmiddelen (verbetering van zoötechnische prestatie) |
|||||||||||||||||||||||||||||
4d12 |
Novus Europe SA/NV |
Bacillus licheniformis (ATCC 53757) en de protease ervan (EC 3.4.21.19) |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Preparaat van Bacillus licheniformis (ATCC 53757) en de protease ervan (EC 3.4.21.19) met minimaal:
Karakterisering van de werkzame stof Levensvatbare sporen van Bacillus licheniformis (ATCC 53757) en de protease ervan (EC 3.4.21.19) Analysemethode (2) Identificatie en kwantificering van Bacillus licheniformis (ATCC 53757) in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeding
Kwantificering van protease in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels en diervoeding:
|
Mestkippen en opfokleghennen Minder gangbare pluimveesoorten voor mest- en legdoeleinden Siervogels |
— |
5 × 108 CFU Bacillus licheniformis 3 × 105 U protease |
— |
|
29 juni 2026 |
(1) U is de hoeveelheid protease die bij een pH van 8,0 en een temperatuur van 37 °C 1 micromol para-nitroaniline (pNA) uit het Succinyl-Ala-Ala-Pro-Phe-pNA (C30H36N6O9) substraat per minuut vrijmaakt.
(2) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op het volgende adres van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports