Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R0052

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 52/2013 van de Commissie van 22 januari 2013 tot wijziging van bijlage XI ter bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft parelwijn, parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd en gerectificeerde geconcentreerde druivenmost

    PB L 20 van 23.1.2013, p. 44–45 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2013; opgeheven door 32013R1308

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2013/52/oj

    23.1.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 20/44


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 52/2013 VAN DE COMMISSIE

    van 22 januari 2013

    tot wijziging van bijlage XI ter bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft parelwijn, parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd en gerectificeerde geconcentreerde druivenmost

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 113 quinquies, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig artikel 113 quinquies van Verordening (EG) nr. 1234/2007 zijn in bijlage XI ter van de genoemde verordening de wijncategorieën opgenomen die in de Unie in de handel mogen worden gebracht indien het product voldoet aan de in de genoemde bijlage opgenomen voorwaarden.

    (2)

    Met betrekking tot parelwijn en parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, is in bijlage XI ter, punten 8 en 9, bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 voorzien dat die wijnen worden verkregen uit wijn. In bijlage I, punten 17 en 18, bij Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (2) is evenwel bepaald dat deze producten ook kunnen worden verkregen uit andere producten die tot wijn kunnen worden verwerkt. De bij Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad (3) ingevoerde hervorming van de wijnsector was niet gericht op het wijzigen van de lijst van producten voor het verkrijgen van parelwijn en parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd. Daarom moet opnieuw worden bepaald dat parelwijn en parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd ook kunnen worden verkregen uit jonge nog gistende wijn, druivenmost of gedeeltelijk gegiste druivenmost.

    (3)

    Door nieuwe productieprocedés voor gerectificeerde geconcentreerde druivenmost kan gekristalliseerde gerectificeerde geconcentreerde druivenmost worden verkregen. De definitie van gerectificeerde geconcentreerde druivenmost in bijlage XI ter, punt 14, bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 voorziet uitsluitend in een vloeistof. De definitie van gerectificeerde geconcentreerde druivenmost moet zo worden aangepast dat daaronder ook de gekristalliseerde vorm valt.

    (4)

    Bijlage XI ter bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (5)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 195, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde regelgevend comité,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bijlage XI ter bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Punt 8, onder a), wordt vervangen door:

    „a)

    is verkregen uit wijn, uit jonge nog gistende wijn, uit druivenmost of uit gedeeltelijk gegiste druivenmost, voor zover het alcoholvolumegehalte van die producten ten minste 9 % vol bedraagt;”.

    2)

    Punt 9, onder a), wordt vervangen door:

    „a)

    is verkregen uit wijn, uit jonge nog gistende wijn, uit druivenmost of uit gedeeltelijk gegiste druivenmost;”.

    3)

    Punt 14 wordt vervangen door:

    „14.   Gerectificeerde geconcentreerde druivenmost

    Onder „gerectificeerde geconcentreerde druivenmost” wordt verstaan:

    a)

    de niet-gekaramelliseerde vloeistof die:

    i)

    wordt verkregen door gedeeltelijke dehydratatie van druivenmost door middel van elk ander toegestaan procedé dan de rechtstreekse werking van vuur, en op zodanige wijze dat bij een temperatuur van 20 °C met een refractometer volgens een overeenkomstig artikel 120 octies voor te schrijven methode een waarde van niet minder dan 61,7 % wordt gemeten;

    ii)

    een toegestane behandeling voor ontzuring en eliminatie van andere bestanddelen dan suiker heeft ondergaan;

    iii)

    de volgende kenmerken vertoont:

    pH niet hoger dan 5 bij 25 °Brix,

    optische dichtheid bij 425 nm en een dikte van 1 cm, niet hoger dan 0,100, voor geconcentreerde druivenmost bij 25 °Brix,

    sucrosegehalte niet vast te stellen met een nader te bepalen analysemethode,

    Folin-Ciocalteu-index niet hoger dan 6,00 bij 25 °Brix,

    getitreerde zuurgraad niet hoger dan 15 milli-equivalent per kilogram suikertotaal,

    gehalte aan zwaveldioxide niet hoger dan 25 mg per kilogram suikertotaal,

    gehalte aan kationen totaal niet hoger dan 8 milli-equivalent per kilogram suikertotaal,

    conductiviteit bij 25 °Brix en 20 °C niet hoger dan 120 micro-Siemens/cm,

    gehalte aan hydroxymethylfurfural niet hoger dan 25 mg per kilogram suikertotaal,

    aanwezigheid van meso-inositol;

    b)

    de niet-gekaramelliseerde vaste stof die:

    i)

    zonder gebruik van oplosmiddelen wordt verkregen door kristallisatie van vloeibare gerectificeerde geconcentreerde druivenmost;

    ii)

    een toegestane behandeling voor ontzuring en eliminatie van andere bestanddelen dan suiker heeft ondergaan;

    iii)

    na verdunning bij 25 °Brix de volgende kenmerken vertoont:

    pH niet hoger dan 7,5,

    optische dichtheid bij 425 nm en een dikte van 1 cm, niet hoger dan 0,100,

    sucrosegehalte niet vast te stellen met een nader te bepalen analysemethode,

    Folin-Ciocalteu-index niet hoger dan 6,00,

    getitreerde zuurgraad niet hoger dan 15 milli-equivalent per kilogram suikertotaal,

    gehalte aan zwaveldioxide niet hoger dan 10 mg per kilogram suikertotaal,

    gehalte aan kationen totaal niet hoger dan 8 milli-equivalent per kilogram suikertotaal,

    conductiviteit bij 20 °C niet hoger dan 120 micro-Siemens/cm,

    gehalte aan hydroxymethylfurfural niet hoger dan 25 mg per kilogram suikertotaal,

    aanwezigheid van meso-inositol.

    Gerectificeerde geconcentreerde druivenmost mag een effectief alcoholvolumegehalte hebben van ten hoogste 1 % vol.”.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 22 januari 2013.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

    (2)  PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1.

    (3)  PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1.


    Top