Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011D0780

    2011/780/EU: Besluit van de Raad van 28 november 2011 over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

    PB L 319 van 2.12.2011, p. 1–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2011/780/oj

    2.12.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 319/1


    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 28 november 2011

    over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

    (2011/780/EU)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, en artikel 218, lid 9,

    Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bijlage XIII bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de overeenkomst”) bevat specifieke bepalingen en regelingen inzake vervoer.

    (2)

    Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (2) heeft als belangrijkste doelstelling de totstandbrenging en instandhouding van een hoog uniform veiligheidsniveau in de burgerluchtvaart in de Unie.

    (3)

    De activiteiten van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart kunnen van invloed zijn op het veiligheidsniveau in de burgerluchtvaart in de Europese Economische Ruimte.

    (4)

    Verordening (EG) nr. 216/2008 dient derhalve in de overeenkomst te worden opgenomen, zodat de EVA-staten volwaardig kunnen deelnemen aan het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart.

    (5)

    De in de overeenkomst opgenomen Verordening (EG) nr. 1592/2002 (3) wordt bij Verordening (EG) nr. 216/2008 ingetrokken en dient derhalve uit de overeenkomst te worden geschrapt.

    (6)

    Bijlage XIII bij de overeenkomst moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (7)

    De Unie moet in het Gemengd Comité van de EER derhalve het standpunt innemen dat is opgenomen in het aan dit besluit gehechte ontwerp-besluit,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot de voorgestelde wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerp-besluit van het Gemengd Comité van de EER.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel, 28 november 2011.

    Voor de Raad

    De voorzitster

    K. SZUMILAS


    (1)  PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

    (2)  PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.

    (3)  Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (PB L 240 van 7.9.2002, blz. 1).


    ONTWERP

    BESLUIT Nr. …/2011 VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

    van …

    tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de overeenkomst”), en met name artikel 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bijlage XIII bij de overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … (1).

    (2)

    Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (2) heeft als belangrijkste doelstelling de totstandbrenging en instandhouding van een hoog uniform veiligheidsniveau in de burgerluchtvaart in de Unie.

    (3)

    De activiteiten van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart kunnen van invloed zijn op het veiligheidsniveau in de burgerluchtvaart in de Europese Economische Ruimte.

    (4)

    Verordening (EG) nr. 216/2008 dient derhalve in de overeenkomst te worden opgenomen, zodat de EVA-staten volwaardig kunnen deelnemen aan het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart.

    (5)

    De in de overeenkomst opgenomen Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad (3) wordt bij Verordening (EG) nr. 216/2008 ingetrokken en dient derhalve uit de overeenkomst te worden geschrapt,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Bijlage XIII bij de overeenkomst wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

    Artikel 2

    De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 216/2008 zijn authentiek.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op …, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (4).

    Artikel 4

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, …

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitter

    De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER


    (1)  PB L …

    (2)  PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.

    (3)  PB L 240 van 7.9.2002, blz. 1.

    (4)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]

    Verklaring van de EVA-staten bij Besluit nr. […] van het Gemengd Comité van de EER waarbij Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG in de overeenkomst wordt opgenomen

    „Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad behandelt onder meer de bevoegdheid tot het opleggen van geldboeten en dwangsommen op het gebied van de veiligheid van de luchtvaart. Het opnemen van deze verordening in de overeenkomst laat eventuele institutionele oplossingen met betrekking tot toekomstige besluiten waarbij bevoegdheden tot het opleggen van sancties worden verleend, onverlet.”

    BIJLAGE

    bij Besluit nr. … van het Gemengd Comité van de EER

    Bijlage XIII bij de overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    In punt 66a (Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad) en in punt 66r (Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:

    „—

    32008 R 0216: Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 (PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1).”.

    2)

    In punt 68a (Richtlijn 91/670/EEG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd:

    „ , gewijzigd bij:

    32008 R 0216: Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 (PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1).”.

    3)

    De tekst van punt 66n (Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad) wordt vervangen door het volgende:

    32008 R 0216: Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1).

    De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:

    a)

    Tenzij hierna anders wordt bepaald, en in afwijking van de bepalingen van Protocol 1 bij de overeenkomst, staat de in de verordening gebruikte term „lidsta(a)t(en)” niet alleen voor de in de verordening bedoelde lidstaten, maar ook voor de EVA-staten. Punt 11 van Protocol 1 is van toepassing.

    b)

    Wat de EVA-staten betreft, staat het Agentschap waar en wanneer nodig de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA of het Permanent Comité, naargelang van het geval, bij in de uitvoering van hun respectieve taken. Het Agentschap en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA of, naargelang van het geval, het Permanent Comité werken waar en voor zover nodig samen en wisselen informatie uit.

    c)

    Niets in deze verordening mag worden uitgelegd als een overdracht aan het Agentschap van bevoegdheid om krachtens internationale overeenkomsten namens de EVA-staten te handelen voor andere doeleinden dan bijstand in de uitvoering van hun verplichtingen uit hoofde van die overeenkomsten.

    d)

    Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

    i)

    in lid 1 worden na de woorden „de Gemeenschap” de woorden „of een EVA-staat” ingevoegd;

    ii)

    lid 2 wordt vervangen door:

    „Voert de Unie met een derde land onderhandelingen over de sluiting van een overeenkomst die het mogelijk maakt dat een lidstaat of het Agentschap certificaten afgeeft op basis van certificeringen van de luchtvaartautoriteiten van dat derde land, dan streeft zij ernaar dat het betrokken derde land de EVA-staten een soortgelijke overeenkomst aanbiedt. De EVA-staten streven er op hun beurt naar met derde landen overeenkomsten te sluiten die overeenstemmen met die van deUnie.”.

    e)

    Aan artikel 14, lid 7, wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „Onverminderd punt 4, onder d), van Protocol 1 bij de EER-overeenkomst deelt de Commissie, wanneer zij en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA informatie uitwisselen over een krachtens dit lid genomen besluit, de informatie van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA aan de EU-lidstaten mede en deelt de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de informatie van de Commissie aan de EVA-staten mede.”.

    f)

    Aan artikel 15 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „5.   Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie is, voor de toepassing van de verordening, eveneens van toepassing voor alle documenten van het Agentschap betreffende de EVA-staten.”.

    g)

    In artikel 17, lid 2, onder b), wordt het volgende toegevoegd:

    „Het Agentschap staat tevens de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bij en biedt haar dezelfde ondersteuning wanneer zij krachtens de overeenkomst bevoegd is voor dergelijke maatregelen en taken.”.

    h)

    Artikel 17, lid 2, onder e), wordt vervangen door:

    „Op de onder zijn bevoegdheid vallende gebieden de taken uit te voeren die door de toepasselijke internationale verdragen, met name het Verdrag van Chicago, aan de overeenkomstsluitende partijen zijn toebedeeld. De nationale luchtvaartautoriteiten van de EVA-staten voeren deze taken slechts uit zoals bepaald in deze verordening.”.

    i)

    De eerste zin van artikel 20 wordt vervangen door:

    „Met betrekking tot producten, onderdelen en uitrustingsstukken, bedoeld in artikel 4, lid 1, onder a) en b), oefent het Agentschap in voorkomend geval, overeenkomstig het bepaalde in het Verdrag van Chicago of de bijlagen daarbij, de functies en taken uit van het land van ontwerp, vervaardiging of registratie, voor zover deze verband houden met de erkenning van het ontwerp. De nationale luchtvaartautoriteiten van de EVA-staten oefenen dergelijke functies en taken slechts uit voor zover deze door dit artikel aan hen zijn toebedeeld.”.

    j)

    Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

    i)

    in lid 1 wordt het volgende toegevoegd:

    „Over normalisatie-inspecties in een EVA-staat brengt het Agentschap verslag uit bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”;

    ii)

    in lid 4 wordt het volgende toegevoegd:

    „Voor de EVA-staten wordt het Agentschap geraadpleegd door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”.

    k)

    In artikel 25, lid 1, wordt het volgende toegevoegd:

    „De bevoegdheid om aan personen en ondernemingen waaraan het Agentschap een certificaat heeft afgegeven, boeten en dwangsommen op te leggen, berust in die gevallen waarin deze personen en ondernemingen in een EVA-staat gevestigd zijn, bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.”.

    l)

    In artikel 25, lid 4, worden met betrekking tot de EVA-staten de woorden „Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen” vervangen door „EVA-Hof” en wordt het woord „Commissie” vervangen door „Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”.

    m)

    Aan artikel 29 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „4.   In afwijking van artikel 12, lid 2, onder a), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie kunnen onderdanen van de EVA-staten die over hun volledige burgerrechten beschikken, op basis van een contract door de directeur van het Agentschap in dienst worden genomen.”.

    n)

    In artikel 30 wordt het volgende toegevoegd:

    „De EVA-staten passen op het Agentschap en op het personeel daarvan het Protocol inzake voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie en de toepasselijke, op grond van dat protocol vastgestelde regels toe.”.

    o)

    In lid 1 van artikel 32 wordt na het woord „Gemeenschap” het volgende ingevoegd:

    „ , in het IJslands en in het Noors”.

    p)

    Na artikel 33, lid 2, onder c), wordt het volgende ingevoegd:

    „ca)

    Het algemene jaarverslag en het werkprogramma van het Agentschap, respectievelijk overeenkomstig punt b) en punt c), worden aan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA toegezonden.”.

    q)

    Aan artikel 34 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „4.   De EVA-staten nemen volwaardig deel aan de werkzaamheden van de Raad van beheer en hebben binnen deze raad dezelfde rechten en plichten als de EU-lidstaten, met uitzondering van stemrecht.”.

    r)

    Aan artikel 41 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „6.   Onderdanen van EVA-staten kunnen als lid of voorzitter van de kamers van beroep worden benoemd. Bij de vaststelling van de in lid 3 bedoelde lijst met kandidaten neemt de Commissie tevens geschikte personen met de nationaliteit van de EVA-staten in aanmerking.”.

    s)

    Op het einde van lid 1 van artikel 54 wordt het volgende toegevoegd:

    „Voor de EVA-staten zal het Agentschap de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bijstaan in de uitvoering van genoemde taken.”.

    t)

    In artikel 58, lid 3, worden na de woorden „genoemde talen” de volgende woorden ingevoegd:

    „of in het IJslands of het Noors”.

    u)

    Aan artikel 59 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „12.   De EVA-staten nemen een gedeelte van de in lid 1, onder a), bedoelde financiële bijdrage van de Gemeenschap voor hun rekening. Te dien einde zijn de procedures van artikel 82, lid 1, onder a), van de overeenkomst en Protocol 32 bij de overeenkomst van overeenkomstige toepassing.”.

    v)

    Aan artikel 65 worden de volgende leden toegevoegd:

    „8.   De EVA-staten nemen volwaardig deel aan de werkzaamheden van het in lid 1 bedoelde comité en hebben binnen dit comité dezelfde rechten en plichten als de EU-lidstaten, met uitzondering van stemrecht.

    9.   Neemt de Raad bij het ontbreken van een akkoord tussen de Commissie en het comité een besluit over de betrokken materie, dan kunnen de EVA-staten het vraagstuk overeenkomstig artikel 5 van de overeenkomst aan de orde stellen in het Gemengd Comité van de EER.”.

    w)

    Waar van toepassing en tenzij anders is bepaald, zijn de bovengenoemde aanpassingen van overeenkomstige toepassing op andere wetgeving van de Unie waarbij aan het Agentschap bevoegdheden worden toegekend, en worden zij in deze overeenkomst opgenomen.”.


    Top