Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011D0225

    2011/225/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 6 april 2011 betreffende het tijdelijke verbod op het in de handel brengen van het detergens POR-ÇÖZ in Duitsland (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 2290)

    PB L 94 van 8.4.2011, p. 29–30 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2011/225/oj

    8.4.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 94/29


    UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

    van 6 april 2011

    betreffende het tijdelijke verbod op het in de handel brengen van het detergens POR-ÇÖZ in Duitsland

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 2290)

    (2011/225/EU)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia (1), en met name artikel 15 en artikel 12, lid 2,

    Gezien Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (2), en met name artikel 5,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 29 oktober 2010 heeft het Duitse Umweltbundesamt de Commissie en de overige lidstaten ervan in kennis gesteld dat het het in de handel brengen van het reinigingsmiddel POR-ÇÖZ met een salpeterzuurgehalte van 20 % of meer in Duitsland tijdelijk had verboden in verband met de risico’s van corrosie en gevaarlijke dampen als gevolg van het bestanddeel salpeterzuur (3).

    (2)

    Krachtens artikel 12 van Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid (4) hebben de Duitse autoriteiten de Commissie tevens via RAPEX (5) in kennis gesteld van het tijdelijke verbod op POR-ÇÖZ. Als bijkomend risico werd aangegeven dat de flessen POR-ÇÖZ niet voorzien waren van een voldoende kinderveilige sluiting.

    (3)

    POR-ÇÖZ wordt in Turkije geproduceerd door de geregistreerde onderneming Levent Kimya en in Duitsland ingevoerd door Karakus Handels GmbH, statutair gevestigd te 58638 Iserlohn, Duitsland.

    (4)

    POR-ÇÖZ bevat 20-30 % salpeterzuur in waterige oplossing. Salpeterzuur is krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (6) betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels ingedeeld als corrosief voor de huid, categorie 1.

    (5)

    POR-ÇÖZ wordt in de handel gebracht als kalk- en roestverwijderaar voor algemeen gebruik. Het is een mengsel voor reinigingsdoeleinden en derhalve een detergens overeenkomstig artikel 2 van de verordening.

    (6)

    Volgens de Duitse RAPEX-kennisgeving is het product POR-ÇÖZ niet voorzien van een adequate kinderveilige sluiting. Derhalve voldoet het niet aan artikel 11, lid 1, van Verordening (EG) nr. 648/2004 in samenhang met artikel 9, lid 1, punt 1.3, en bijlage IV, deel A, van Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad (7) inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten en valt het niet onder artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 648/2004, dat alleen geldt voor producten die aan de voorschriften van die verordening voldoen.

    (7)

    Duitsland heeft de situatie mondeling toegelicht op de vergadering van de werkgroep Detergentia van 14 december 2010. Daarbij verklaarde Duitsland dat er op de Duitse markt twee producten met de merknaam POR-ÇÖZ verkrijgbaar waren. Het in de kennisgeving aan de Commissie van 29 oktober 2010 bedoelde product, dat werd ingevoerd door Karakus Handels GmbH, was correct geëtiketteerd en voorzien van een adequate kinderveilige sluiting. Het tweede product POR-ÇÖZ van dezelfde producent werd illegaal via onbekende kanalen ingevoerd. Het was in het Turks geëtiketteerd en niet voorzien van een voldoende kinderveilige sluiting.

    (8)

    Duitsland heeft bij brief van 22 december 2010 bevestigd dat het in zijn kennisgeving van 29 oktober 2010 bedoelde product (vervaardigd door Levent Kimya en in Duitsland ingevoerd door Karakus Handels GmbH) voldeed aan Verordening (EG) nr. 648/2004 en met name de voorschriften inzake etikettering en verpakking daarvan, aangezien het etiket in het Duits was en het product een kinderveilige sluiting had. RAPEX-kennisgeving nr. 1760/10 is gewijzigd door middel van een herziene kennisgeving die op 16 december 2010 aan de Commissie is gezonden en waarin werd aangegeven dat het product niet werd verboden omdat het niet aan de wettelijke voorschriften voldeed maar vanwege de grote risico’s voor de menselijke gezondheid.

    (9)

    Op grond van het bovenstaande is artikel 15 van Verordening (EG) nr. 648/2004 van toepassing, aangezien het in de Duitse kennisgeving bedoelde product POR-ÇÖZ een detergens is dat voldoet aan de voorschriften van die verordening.

    (10)

    Duitsland heeft gegronde redenen om aan te nemen dat het product POR-ÇÖZ risico’s oplevert voor de gezondheid van de mens. Duitsland heeft melding gemaakt van één geval waarbij een kind in dat land letsel heeft opgelopen dat werd toegeschreven aan het gebruik van POR-ÇÖZ in Duitsland. Tussen 1999 en 2010 hebben de Duitse vergiftigingencentra voorts 134 gevallen van ernstige gezondheidsschade geregistreerd als gevolg van het huishoudelijke gebruik van kalk- en roestverwijderaars die salpeterzuur bevatten. In België, de enige andere lidstaat waar de variant van POR-ÇÖZ met een Turks etiket is aangetroffen, hebben de vergiftigingencentra drie gevallen geregistreerd van ernstige ademhalingsmoeilijkheden als gevolg van beroepsmatig gebruik van kalkverwijderaars met een salpeterzuurgehalte van 30 %. Op grond van een beoordeling van de risico’s voor de gezondheid van het gebruik van reinigingsmiddelen met een salpeterzuurgehalte van 20-30 % heeft het Duitse Bundesinstitut für Risikobewertung op 28 september 2010 geadviseerd dat reinigingsmiddelen met meer dan 20 % salpeterzuur niet voor levering aan het grote publiek in de handel mogen worden gebracht (8).

    (11)

    De Commissie heeft de lidstaten geraadpleegd aan de hand van een op 15 november 2010 verzonden vragenlijst en tijdens een op 14 december 2010 gehouden vergadering van de werkgroep Detergentia. De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het op 14 maart 2011 door het comité uitgebrachte advies,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De Bondsrepubliek Duitsland mag het tijdelijke verbod op het in de handel brengen van het reinigingsmiddel POR-ÇÖZ met een salpeterzuurgehalte van 20 % of meer gedurende één jaar vanaf de datum van vaststelling van dit besluit handhaven.

    Artikel 2

    Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 6 april 2011.

    Voor de Commissie

    Antonio TAJANI

    Vicevoorzitter


    (1)  PB L 104 van 8.4.2004, blz. 1.

    (2)  PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

    (3)  Besluit van het Duitse Umweltbundesamt van 25 oktober 2010 (Allgemeinverfügung zum vorläufigen Verbot des Inverkehrbringens des Reinigungsmittels Por Cöz nach § 14(2) des Wasch- und Reinigungsmittelgesetztes und § 8(4) des Geräte- und Produktsicherheitsgesetztes, Bundesanzeiger Ausgabe Nr. 164 vom 28. Oktober 2010).

    (4)  PB L 11 van 15.1.2002, blz. 4.

    (5)  RAPEX-kennisgeving nr. 1760/10.

    (6)  PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1.

    (7)  PB L 200 van 30.7.1999, blz. 1.

    (8)  BfR-advies nr. 041/2010 van 6.9.2010.


    Top