EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009D0502

2009/502/EG: Besluit van de Raad van 19 januari 2009 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Nieuw-Zeeland

PB L 171 van 1.7.2009, p. 27–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2009/502/oj

Related international agreement

1.7.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 171/27


BESLUIT VAN DE RAAD

van 19 januari 2009

betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Nieuw-Zeeland

(2009/502/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 170 in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:

(1)

De Commissie heeft namens de Gemeenschap met de regering van Nieuw-Zeeland onderhandeld over een Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking.

(2)

Deze overeenkomst is, behoudens sluiting ervan op een latere datum, op 16 juli 2008 in Brussel ondertekend.

(3)

De overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Nieuw-Zeeland (hierna de „overeenkomst” genoemd) wordt namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

Artikel 2

De Commissie vertegenwoordigt de Gemeenschap en neemt het standpunt van de Gemeenschap aan dat in het bij artikel 6, lid 1, van de overeenkomst opgerichte Gemengd Comité inzake wetenschappelijke en technische samenwerking ten aanzien van technische wijzigingen van de overeenkomst in overeenstemming met artikel 6, lid 3, onder c, van de overeenkomst moet worden ingenomen.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad verricht namens de Europese Gemeenschap de in artikel 13, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving.

Gedaan te Brussel, 19 januari 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

P. GANDALOVIČ


(1)  Advies uitgebracht op 21 oktober 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).


Top

1.7.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 171/28


OVEREENKOMST

inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Nieuw-Zeeland

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna de „Gemeenschap” genoemd),

en

DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND,

hierna samen „de partijen” genoemd,

OVERWEGENDE dat de partijen op een aantal gebieden van gemeenschappelijk belang activiteiten inzake onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie verrichten, en zich bewust van de snelle uitbreiding van de wetenschappelijke kennis en de positieve bijdrage ervan tot het bevorderen van bilaterale en internationale samenwerking,

VASTSTELLENDE dat er in het kader van de Regeling tussen de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de regering van Nieuw-Zeeland voor samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie van 17 mei 1991 op een aantal wetenschappelijke en technologische gebieden samenwerking en informatie-uitwisseling heeft plaatsgevonden,

WENSENDE het terrein van de wetenschappelijke en technologische samenwerking op een aantal gebieden van gemeenschappelijk belang te verbreden door het opzetten van een productief partnerschap voor vreedzame doeleinden en wederzijds voordeel,

VASTSTELLENDE dat deze samenwerking en de toepassing van de resultaten van deze samenwerking zullen bijdragen tot de economische en sociale ontwikkeling van de partijen, en

VERLANGENDE een formeel kader in te stellen voor de uitvoering van de algemene samenwerkingsactiviteiten die de samenwerking op het gebied van „wetenschap en technologie” tussen de partijen zullen versterken,

HEBBEN OMTRENT HET VOLGENDE OVEREENSTEMMING BEREIKT:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

1.   „Samenwerkingsactiviteiten”: zowel directe als indirecte samenwerkingsactiviteiten.

2.   „Directe samenwerkingsactiviteiten”: door de partijen of hun uitvoerende organen op het gebied van wetenschap en technologie uitgevoerde samenwerkingsactiviteiten.

3.   „Indirecte samenwerkingsactiviteiten”: samenwerkingsactiviteiten buiten directe samenwerkingsactiviteiten op het gebied van wetenschap en technologie die door de regering van Nieuw-Zeeland of deelnemers van Nieuw-Zeeland enerzijds en de Gemeenschap of deelnemers van de Gemeenschap anderzijds worden uitgevoerd door middel van:

4.   „Intellectuele eigendom”: hetgeen eronder verstaan wordt in artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor intellectuele eigendom, gedaan te Stockholm op 14 juli 1967.

5.   „Deelnemer”: elke gewoonlijk in Nieuw-Zeeland of de Gemeenschap residerende natuurlijke persoon of in Nieuw-Zeeland of in de Gemeenschap gevestigde rechtspersoon die rechtspersoonlijkheid bezit, in eigen naam aanspraak kan maken op rechten en onderworpen is aan verplichtingen van welke aard dan ook en geen van de partijen omvat. Om elke twijfel te vermijden: Nieuw-Zeelandse kroonentiteiten zijn deelnemers en vallen niet onder „partij”. Het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) van de Europese Gemeenschap kan de twee hoedanigheden aannemen: die van deelnemer voor de deelname aan indirecte samenwerkingsactiviteiten, en die van uitvoerend orgaan voor de uitvoering van directe samenwerkingsactiviteiten.

Artikel 2

Doel en beginselen

1.   De partijen bevorderen, ontwikkelen en vergemakkelijken samenwerkingsactiviteiten voor vreedzame doeleinden in overeenstemming met deze overeenkomst en de wet- en regelgeving van beide partijen.

2.   Samenwerkingsactiviteiten worden uitgevoerd op basis van de volgende beginselen:

a)

wederzijdse en billijke bijdragen en voordelen;

b)

wederzijdse toegang voor de deelnemers tot door de andere partij geleide of gefinancierde onderzoeksprogramma’s;

c)

tijdige uitwisseling van informatie die betrekking kan hebben op samenwerkingsactiviteiten;

d)

bevordering van kennisverenigingen voor de economische en sociale ontwikkeling van beide partijen, en

e)

bescherming van intellectuele-eigendomsrechten overeenkomstig artikel 8.

Artikel 3

Samenwerkingsactiviteiten

1.   Directe samenwerkingsactiviteiten op grond van deze overeenkomst kunnen omvatten:

a)

bijeenkomsten in verschillende vormen, inclusief bijeenkomsten van deskundigen, om te discussiëren en informatie uit te wisselen over wetenschappelijke en technologische onderwerpen van algemene of specifieke aard en om projecten en programma’s voor onderzoek en ontwikkeling aan te wijzen die in samenwerkingverband kunnen worden ondernomen;

b)

uitwisseling van informatie over activiteiten, beleidslijnen, praktijken, wet- en regelgeving betreffende onderzoek en ontwikkeling;

c)

bezoeken en uitwisselingen van wetenschappers, technisch personeel en andere deskundigen over algemene of specifieke onderwerpen, en

d)

andere vormen van activiteiten op het gebied van wetenschap en technologie, inclusief uitvoering van samenwerkingsprojecten en -programma’s waartoe door het in artikel 6 bedoelde Gemengd Comité kan worden besloten, in overeenstemming met de respectieve wet- en regelgeving van de partijen.

2.   Met het oog op de ontwikkeling van indirecte samenwerkingsactiviteiten kan elke Nieuw-Zeelandse deelnemer of deelnemer van de Gemeenschap, met instemming van de andere deelnemers aan dat programma of project en in overeenstemming met de respectieve wet- en regelgeving van de partijen en de relevante regels voor deelname aan deze programma’s of projecten, deelnemen aan alle onderzoeksprogramma’s of -projecten die door de andere partij worden geleid of gefinancierd.

3.   Binnen het kader van deze overeenkomst poogt, ingeval de ene partij met een deelnemer van de andere partij een contract voor een indirecte samenwerkingsactiviteit sluit, de andere partij op verzoek alle redelijke en mogelijke bijstand te verstrekken die voor de eerste partij nodig of nuttig kan zijn voor de vlotte uitvoering van dit contract.

4.   De coördinatie en vergemakkelijking van samenwerkingsactiviteiten op grond van deze overeenkomst gebeuren namens Nieuw-Zeeland door het ministerie van Onderzoek, wetenschap en technologie of de rechtsopvolger ervan en namens de Gemeenschap door de diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, die als uitvoerend orgaan optreden.

Artikel 4

Uitvoeringsregelingen

1.   In voorkomende gevallen kunnen samenwerkingsactiviteiten plaatsvinden ingevolge uitvoeringsregelingen tussen de partijen of tussen de Commissie en Nieuw-Zeelandse organisaties die namens de Nieuw-Zeelandse regering onderzoeksprogramma’s of -projecten financieren. In deze regelingen kunnen worden vastgesteld:

a)

de aard en duur van samenwerking op een specifiek gebied of voor een specifiek doel;

b)

de behandeling van door de samenwerking gegenereerde intellectuele-eigendomsrechten, in overeenstemming met de overeenkomst;

c)

alle toepasselijke financieringsverbintenissen;

d)

de toewijzing van kosten in verband met de samenwerking, en

e)

alle andere relevante zaken.

2.   Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst reeds aan de gang zijnde samenwerkingsactiviteiten vallen vanaf die datum onder deze overeenkomst.

Artikel 5

Toelating van personeel en apparatuur

Elke partij vergemakkelijkt, overeenkomstig de relevante wet- en regelgeving van de partijen en EU-lidstaten, het binnenkomen en verlaten van haar grondgebied van bij samenwerkingsactiviteiten betrokken of gebruikt personeel, materiaal en uitrusting.

Artikel 6

Gemengd Comité

1.   Voor het verzekeren van de effectieve uitvoering van deze overeenkomst richten de uitvoerende organen een Gemengd Comité voor wetenschappelijke en technologische samenwerking op (hierna „het Gemengd Comité” genoemd). Het Gemengd Comité bestaat uit vertegenwoordigers van elke partij en wordt samen voorgezeten door vertegenwoordigers van beide partijen.

2.   Het Gemengd Comité vergadert ten minste om de twee jaar afwisselend in Nieuw-Zeeland en de Gemeenschap.

3.   Het Gemengd Comité heeft tot taak:

a)

uitwisselen van zienswijzen en informatie over wetenschappelijke en technologische beleidskwesties;

b)

doen van aanbevelingen aan de partijen met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst, inclusief de aanwijzing en aanbeveling van toevoegingen aan de in artikel 3 genoemde samenwerkingsactiviteiten en concrete maatregelen voor het verbeteren van de in artikel 3, lid 2, bedoelde wederzijdse toegang;

c)

aanbrengen, behoudens de binnenlandse goedkeuringsprocedures van elke partij, van technische wijzigingen van deze overeenkomst naarmate dit vereist kan zijn, en

d)

tijdens elke vergadering evalueren van en rapporteren aan de partijen over de status, de prestaties en de effectiviteit van samenwerkingsactiviteiten, inclusief de wederzijdse toegang als bedoeld in artikel 3, lid 2, en de regelingen voor gastonderzoekers van elke partij.

4.   Het Gemengd Comité stelt zijn reglement van orde vast. Zijn besluiten komen bij consensus tot stand.

5.   De uitgaven van vertegenwoordigers in vergaderingen van het Gemengd Comité, zoals reis- en verblijfskosten, worden gedragen door de partijen waarop deze betrekking hebben. Alle andere kosten in verband met deze bijeenkomsten worden gedragen door de gastpartij.

Artikel 7

Financiering

1.   Deze overeenkomst wordt door elke partij uitgevoerd onder voorbehoud van de beschikbaarheid van gereserveerde middelen en de toepasselijke wet- en regelgeving van die partij.

2.   De kosten van samenwerkingsactiviteiten worden gedragen zoals door de betrokken deelnemers of partijen besloten.

3.   Wanneer de ene partij in verband met indirecte samenwerkingsactiviteiten financiële ondersteuning aan deelnemers van de andere partij verschaft, worden alle subsidies en financiële of andere bijdragen van de financierende partij aan deelnemers van de andere partij ter ondersteuning van die activiteiten toegekend vrij van belastingen overeenkomstig de relevante wet- en regelgeving die op het moment dat deze subsidies en financiële of andere bijdragen worden toegekend van kracht is op de grondgebieden van elke partij.

Artikel 8

Informatie en intellectuele-eigendomsrechten

1.   Wetenschappelijke en technologische niet-eigendomsrechtelijk beschermde informatie die voortkomt uit samenwerkingsactiviteiten kan door elke partij langs de gebruikelijke kanalen en in overeenstemming met haar algemene procedures voor het publiek beschikbaar worden gesteld.

2.   Elke partij verzekert dat haar behandeling van de rechten en verplichtingen inzake intellectuele eigendom van deelnemers aan indirecte samenwerkingsactiviteiten en de gerelateerde rechten en verplichtingen die uit deze deelname voortkomen verenigbaar zijn met de relevante wet- en regelgeving en internationale verdragen, inclusief de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van het intellectuele eigendom, bijlage 1C van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie alsmede de Akte van Parijs van 24 juli 1971 van de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst en de Akte van Stockholm van 14 juli 1967 van het Verdrag van Parijs tot bescherming van het industriële eigendom.

3.   Elke partij verzekert dat de deelnemers aan indirecte samenwerkingsactiviteiten van de andere partij ten aanzien van intellectuele eigendom dezelfde behandeling krijgen als de deelnemers van de ene partij op grond van de relevante regels voor deelname van elk onderzoeksprogramma of -project of haar toepasselijke wet- en regelgeving krijgen.

Artikel 9

Territoriale toepassing

Deze overeenkomst is van toepassing:

a)

op de grondgebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap geldt, onder de in dat Verdrag vastgestelde voorwaarden, en

b)

op het grondgebied van Nieuw-Zeeland.

Dit vormt geen beletsel voor de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten op open zee, in de ruimte of op het grondgebied van derde landen volgens de regels van internationaal recht.

Artikel 10

Andere overeenkomsten en regeling van geschillen

1.   De bepalingen van deze overeenkomst doen geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen van de partijen op grond van bestaande en/of toekomstige overeenkomsten tussen de partijen, of tussen een lidstaat van de Gemeenschap en de regering van Nieuw-Zeeland.

2.   Alle vraagstukken of geschillen in verband met de interpretatie of uitvoering van deze overeenkomst worden door de partijen in overleg geregeld.

Artikel 11

Status van de bijlage

De bijlage bij deze overeenkomst vormt een niet-bindende regeling tussen de uitvoerende organen betreffende intellectuele-eigendomsrechten en andere eigendomsrechten die in de loop van directe samenwerkingsactiviteiten ontstaan of ingevoerd worden.

Artikel 12

Wijzigingen

Uitgezonderd wat betreft de technische wijzigingen door het Gemengd Comité op grond van artikel 6, lid 3, onder c), mag deze overeenkomst met wederzijdse instemming van de partijen worden gewijzigd door middel van de uitwisseling van diplomatieke nota’s. Tenzij door de partijen anders overeengekomen, treedt een wijziging in werking op de datum waarop de partijen diplomatieke nota’s uitwisselen waarin zij elkaar op de hoogte brengen dat hun respectieve interne procedures voor de inwerkingtreding van de wijziging zijn voltooid.

Artikel 13

Inwerkingtreding en opzegging

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de datum waarop de partijen diplomatieke nota’s uitwisselen waarin zij elkaar meedelen dat hun voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst vereiste respectieve interne procedures zijn voltooid.

2.   Deze overeenkomst blijft van kracht gedurende een eerste periode van vijf jaar. Tenzij een van de twee partijen de andere ervan in kennis stelt dat deze overeenkomst aan het einde van de eerste periode ten einde loopt, blijft deze overeenkomst na de eerste periode van kracht totdat een van de twee partijen aan de andere partij schriftelijk kennisgeving doet van haar voornemen deze overeenkomst op te zeggen. In dat geval treedt deze overeenkomst buiten werking zes maanden na de ontvangst van die kennisgeving.

3.   De opzegging van deze overeenkomst heeft geen invloed op de samenwerkingsactiviteiten die op het moment van de opzegging van deze overeenkomst niet volledig zijn uitgevoerd, noch op specifieke rechten en verplichtingen die zijn ontstaan met inachtneming van de bijlage bij deze overeenkomst.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, hiertoe volgens de regels gemachtigd door de Europese Gemeenschap respectievelijk de regering van Nieuw-Zeeland, deze overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te Brussel, de zestiende juli tweeduizend acht in de Engelse, de Bulgaarse, de Tsjechische, de Deense, de Nederlandse, de Estse, de Finse, de Franse, de Duitse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Slowaakse, de Sloveense, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Съставено в Брюксел на шестнадесети юли две хиляди и осма година.

Hecho en Bruselas, el dieciséis de julio de dos mil ocho.

V Bruselu dne šestnáctého července dva tisíce osm.

Udfærdiget i Bruxelles den sekstende juli to tusind og otte.

Geschehen zu Brüssel am sechzehnten Juli zweitausendacht.

Kahe tuhande kaheksanda aasta juulikuu kuueteistkümnendal päeval Brüsselis.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις δεκαέξι Ιουλίου δύο χιλιάδες οκτώ.

Done at Brussels on the sixteenth day of July in the year two thousand and eight.

Fait à Bruxelles, le seize juillet deux mille huit.

Fatto a Bruxelles, addì sedici luglio duemilaotto.

Briselē, divtūkstoš astotā gada sešpadsmitajā jūlijā.

Priimta du tūkstančiai aštuntų metų liepos šešioliktą dieną Briuselyje.

Kelt Brüsszelben, a kétezer-nyolcadik év július tizenhatodik napján.

Magħmul fi Brussell, fis-sittax-il jum ta’ Lulju tas-sena elfejn u tmienja.

Gedaan te Brussel, de zestiende juli tweeduizend acht.

Sporządzono w Brukseli, dnia szesnastego lipca roku dwa tysiące ósmego.

Feito em Bruxelas, em dezasseis de Julho de dois mil e oito.

Întocmit la Bruxelles, la data de șaisprezece iulie două mii opt.

V Bruseli šestnásteho júla dvetisícosem.

V Bruslju, dne šestnajstega julija leta dva tisoč osem.

Tehty Brysselissä kuudentenatoista päivänä heinäkuuta vuonna kaksituhattakahdeksan.

Som skedde i Bryssel den sextonde juli tjugohundraåtta.

За Европейската общност

Por la Comunidad Europea

Za Evropské společenství

På vegne af Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Euroopa Ühenduse nimel

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Eiropas Kopienas vārdā

Europos bendrijos vardu

Az Európai Közösség részéről

Għall-Komunitá Ewropea

Voor de Europese Gemeenschap

W imieniu Wspólnoty Europejskiej

Pela Comunidade Europeia

Pentru Comunitatea Europeană

Za Európske spoločenstvo

Za Evropsko skupnost

Euroopan yhteisön puolesta

På Europeiska gemenskapen

Image

Image

За правителството на Нова Зеландия

Por el Gobierno de Nueva Zelanda

Za vládu Nového Zélandu

På vegne af New Zealands regering

Für die Regierung Neuseelands

Uus-Meremaa valitsuse nimel

Για την κυβέρνηση της Νέας Ζηλανδίας

For the Government of New Zealand

Pour le gouvernement de la Nouvelle-Zélande

Per il governo della Nuova Zelanda

Jaunzēlandes valdības vārdā

Naujosios Zelandijos Vyriausybės vardu

Új-Zéland kormánya részéről

Għall-Gvern ta’ New Zealand

Voor de regering van Nieuw-Zeeland

W imieniu rządu Noweij Zelandii

Pelo Governo da Nova Zelândia

Pentru Guvernul Noii Zeelande

Za vládu Nového Zélandu

Za vlado Nove Zelandije

Uuden-Seelannin hallituksen puolesta

För Nya Zeelands regering

Image


BIJLAGE

Regeling betreffende intellectuele-eigendomsrechten en andere eigendomsrechten die in de loop van directe samenwerkingsactiviteiten door Nieuw-Zeeland en de Europese Gemeenschap ontstaan of ingevoerd worden

Het ministerie van Onderzoek, wetenschap en technologie, en de Commissie van de Europese Gemeenschappen („de uitvoerende organen”) hebben in overeenstemming met artikel 11 van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Nieuw-Zeeland („de overeenkomst”) de volgende afspraken bereikt betreffende de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten die in de loop van directe samenwerkingsactiviteiten (als gedefinieerd in artikel 1 van de overeenkomst) op grond van de overeenkomst ontstaan of ingevoerd worden:

1.

Tenzij door de uitvoerende organen onderling anders besloten, zijn de volgende regels van toepassing op intellectuele-eigendomsrechten die door de partijen in de loop van directe samenwerkingsactiviteiten gecreëerd of ingevoerd worden:

a)

De partij die het intellectuele eigendom creëert, heeft de volle eigendom. In gevallen dat het intellectuele eigendom gezamenlijk is gecreëerd en het respectieve aandeel in de werkzaamheden van de twee partijen niet kan worden vastgesteld, hebben de partijen de gezamenlijke eigendom van het intellectuele eigendom.

b)

Behoudens het bepaalde in lid 2 verleent de partij die de intellectuele eigendom bezit of invoert aan de andere partij de toegangsrechten nodig voor het uitvoeren van alle directe samenwerkingsactiviteiten. Deze toegangsrechten worden verleend vrij van royalty’s.

c)

Behoudens het bepaalde in lid 2 verleent elke partij, voor zover de partijen gezamenlijk de intellectuele eigendom bezitten, aan de andere partij een niet-exclusieve, onherroepelijke, royalty-vrije licentie om die intellectuele eigendom voor de eigen doeleinden van de andere partij te gebruiken en te exploiteren.

2.

Tenzij door de uitvoerende organen onderling anders besloten, zijn de volgende regels van toepassing op auteursrechten en gerelateerde rechten van de partijen die door de partijen in de loop van directe samenwerkingsactiviteiten gecreëerd of ingevoerd worden.

a)

Wanneer een partij door middel van tijdschriften, artikelen, rapporten, boeken, het internet of in een andere vorm, inclusief videobanden en elektronische opslagapparatuur, wetenschappelijke en technische gegevens, informatie of resultaten publiceert die voortkomen uit en betrekking hebben op samenwerkingsactiviteiten, spant de publicerende partij zich tot het uiterste in om voor de andere partij in alle landen waar auteursrechtelijke bescherming voorhanden is niet-exclusieve, onherroepelijke, royalty-vrije licenties te verkrijgen om deze werken te vertalen, te reproduceren, te bewerken, over te dragen en publiek te verspreiden. De publicerende partij is evenwel niet verplicht deze licenties van een derde te verkrijgen van wie de publicerende partij op het moment van eerste publicatie niet wist dat zij enige intellectuele eigendom op deze werken bezat.

b)

Op alle publiek verspreide kopieën van een auteursrechtelijk beschermd werk als bedoeld in lid 2, onder a), dient de naam van de auteurs van het werk te worden vermeld tenzij de auteurs daar expliciet van afzien. Ook moet op een duidelijk zichtbare plaats een vermelding worden opgenomen met betrekking tot de samenwerkingssteun van de partijen.

3.

Tenzij door de uitvoerende organen onderling anders besloten, wordt elke intellectuele eigendom op grond van de leden 1 en 2 verleend zonder enige, expliciete of impliciete, garantie inclusief garanties ten aanzien van geschiktheid voor een bepaald doel, titel of niet-inbreuk.

4.

Tenzij door de uitvoerende organen onderling anders besloten, zijn de volgende regels van toepassing op geheime informatie van de partijen:

a)

bij het doorgeven aan de andere partij van informatie die nodig is voor het uitvoeren van directe samenwerkingsactiviteiten geeft elke partij aan welke informatie zij geheim wil houden („geheime informatie”);

b)

een partij die geheime informatie ontvangt, mag deze informatie voor het specifieke doel directe samenwerkingsactiviteiten uit te voeren aan haar agentschappen of door deze agentschappen in dienst genomen personen doorgeven. De ontvangende partij verplicht de agentschappen, hun werknemers en derden, inclusief contractanten en subcontractanten, tot geheimhouding van deze geheime informatie;

c)

enkel met voorafgaande schriftelijke toestemming van de partij die de geheime informatie verstrekt, mag de andere partij deze geheime informatie op ruimere schaal verspreiden dan in lid 4, onder b), wordt toegestaan. De partijen werken samen procedures uit voor het aanvragen en verkrijgen van voorafgaande schriftelijke toestemming voor die verspreiding op ruimere schaal. Op verzoek verleent elke partij deze toestemming in de mate als krachtens haar wet- en regelgeving is toegestaan.

d)

informatie die voortkomt uit seminars, bijeenkomsten, op grond van de overeenkomst geregelde overdrachten van personeel en het gebruik van voorzieningen wordt als geheime informatie behandeld wanneer de partij die de informatie verstrekt deze als zodanig aanmerkt overeenkomstig lid 4, onder a).

e)

indien een van de partijen zich ervan bewust wordt of verwacht dat zij niet zal kunnen voldoen aan de beperkingen en voorwaarden inzake verspreiding van deze bijlage, brengt zij daar de andere partij onmiddellijk van op de hoogte. De partijen overleggen vervolgens om een passende gedragslijn te bepalen.

5.

Deze regeling kan worden gewijzigd met schriftelijke wederzijdse toestemming van de uitvoerende organen.

6.

Deze regeling treedt in werking op de dag dat de overeenkomst van kracht wordt.

Top