EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006R0968

Verordening (EG) nr. 968/2006 van de Commissie van 27 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap

PB L 176 van 30.6.2006, p. 32–43 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 322M van 2.12.2008, p. 183–194 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 12/03/2014: This act has been changed. Current consolidated version: 21/07/2011

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/968/oj

30.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 176/32


VERORDENING (EG) Nr. 968/2006 VAN DE COMMISSIE

van 27 juni 2006

houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), en met name op artikel 12,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 320/2006 voorziet in de toekenning van herstructureringssteun aan de ondernemingen die besluiten hun quotumproductie te beëindigen, van welke steun een deel wordt gereserveerd voor telers van suikerbieten, suikerriet en cichorei en loonwerkbedrijven om hen schadeloos te stellen voor verliezen als gevolg van de sluiting van suikerfabrieken. Die verordening voorziet voorts in de beschikbaarstelling van diversificatiesteun aan de lidstaten voor diversificatiemaatregelen in de door fabriekssluitingen getroffen regio's, in de toekenning van overgangssteun aan voltijdraffinaderijen en in de beschikbaarstelling van overgangssteun aan bepaalde lidstaten.

(2)

Alvorens een aanvraag voor herstructureringssteun in te dienen, moeten de ondernemingen overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 320/2006 overleg plegen met de telers van suikerbieten, suikerriet en cichorei. Om ervoor te zorgen dat de telers en andere belanghebbende partijen een eerlijke kans wordt geboden om hun zienswijze kenbaar te maken, dienen uitvoeringsbepalingen inzake het overlegproces te worden vastgesteld.

(3)

De herstructureringssteun wordt toegekend voor het verkoopseizoen waarvoor afstand van het quotum wordt gedaan. Bijgevolg moet in het geval dat suiker, isoglucose of inulinestroop van het voorgaande verkoopseizoen aan de markt is onttrokken of is overgeboekt en daardoor de eerste quotumproductie wordt van het verkoopseizoen waarvoor de onderneming voornemens is afstand van haar quotum te doen, de onderneming worden toegestaan om één enkele aanvraag in te dienen voor de afstanddoening van het quotum in twee opeenvolgende verkoopseizoenen, waarbij de onderneming voor elk deel van het quotum het bedrag aan herstructureringssteun zal ontvangen dat geldt voor het verkoopseizoen waarvoor van dat deel afstand wordt gedaan.

(4)

Wat de afstanddoening van quotum betreft, biedt artikel 3 van Verordening (EG) nr. 320/2006 de mogelijkheid om de productie-installaties volledig dan wel slechts gedeeltelijk te ontmantelen, in welke twee gevallen verschillende bedragen aan herstructureringssteun gelden. Bij de bepaling van de aan deze twee mogelijkheden te verbinden voorwaarden moet er enerzijds rekening mee worden gehouden dat voor een volledige ontmanteling een hoger bedrag aan herstructureringssteun wordt toegekend wegens de hogere kosten die daarmee zijn gemoeid, en is het anderzijds passend de instandhouding toe te staan van niet tot de productielijn behorende delen van de fabriek die kunnen worden gebruikt voor andere, in het herstructureringsplan beoogde doeleinden, vooral wanneer door dat gebruik werkgelegenheid wordt geschapen. Daarentegen moeten niet rechtstreeks op de suikerproductie gerichte voorzieningen worden ontmanteld als er niet binnen een redelijke termijn een andere gebruiksmogelijkheid voor is gevonden en instandhouding ervan schadelijk zou zijn voor het milieu.

(5)

Ter bescherming van de belangen van de landbouwers en de loonwerkbedrijven moet van de ondernemingen worden verlangd dat zij hun het hun toekomende deel van de herstructureringssteun uitbetalen volgens door de lidstaat vastgestelde criteria en binnen een redelijke termijn nadat zij de eerste tranche van de herstructureringssteun hebben ontvangen.

(6)

Omdat er financiële grenzen zijn aan het tijdelijke herstructureringsfonds, moet de toekenning van de steun afhankelijk zijn van de chronologische volgorde waarin de aanvragen zijn ingediend. Bijgevolg moeten de criteria voor de bepaling van die chronologische volgorde worden vastgesteld.

(7)

De goedkeuring door de lidstaat van het herstructureringsplan dat samen met een aanvraag voor herstructureringssteun wordt ingediend, vormt de basis voor zijn beslissing of de aanvraag steunwaardig is. Derhalve moeten de criteria en de procedure voor de goedkeuring van het herstructureringsplan en van latere wijzigingen ervan worden vastgesteld.

(8)

Wanneer door het feit dat er financiële grenzen zijn aan het tijdelijke herstructureringsfonds, de middelen van dat fonds tijdelijk onvoldoende zijn om herstructureringssteun toe te kennen aan een aanvrager van wie de aanvraag steunwaardig blijkt te zijn, moet die aanvrager de gelegenheid worden geboden om binnen een bepaalde termijn zijn aanvraag in te trekken. Doet hij dit niet, dan moet de aanvraag geldig blijven met de oorspronkelijke datum van indiening en een aanvraag voor het volgende verkoopseizoen worden.

(9)

De bedragen van de steun voor diversificatie en de aanvullende steun voor diversificatie en van de overgangssteun voor bepaalde lidstaten dienen te worden berekend door de Commissie, die elke lidstaat in kennis moet stellen van het beschikbare bedrag. De lidstaten dienen hun nationale herstructureringsprogramma's mee te delen aan de Commissie en daarbij nadere gegevens te verstrekken over de te nemen maatregelen.

(10)

Om het voor de voltijdraffinaderijen die bepaalde voordelen zijn kwijtgeraakt die zij in het kader van Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (2) bezaten, gemakkelijker te maken zich aan te passen aan de nieuwe situatie na de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (3), is bij Verordening (EG) nr. 320/2006 overgangssteun ingevoerd voor toewijzing in de lidstaten waar in het verleden raffinaderijen in de zin van Verordening (EG) nr. 1260/2001 waren gevestigd. De betrokken lidstaten moeten de steun aan de op hun grondgebied gevestigde voltijdraffinaderijen toekennen op basis van een door de betrokken onderneming opgesteld bedrijfsplan.

(11)

Om het de lidstaten mogelijk te maken controle op het herstructureringsproces uit te oefenen, moeten de ondernemingen die steun ontvangen jaarlijkse voortgangsverslagen indienen. De lidstaten moeten de Commissie voortgangsverslagen over de herstructureringsplannen van die ondernemingen, de bedrijfsplannen van de raffinaderijen en hun nationale herstructureringsprogramma's doen toekomen.

(12)

Voorschriften dienen te worden vastgesteld met betrekking tot de controles die de lidstaten moeten verrichten om zich er met name van te vergewissen dat de herstructureringsplannen en de bedrijfsplannen die ten grondslag liggen aan de toekenning van respectievelijk de herstructureringssteun en de steun voor voltijdraffinaderijen, in acht worden genomen.

(13)

Bepaald dient te worden welke boeten moeten worden opgelegd wanneer een onderneming haar verplichtingen in het kader van het herstructurerings- of bedrijfsplan niet nakomt.

(14)

Het Comité van het Fonds heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1

Toepassingsgebied en begripsomschrijvingen

1.   De onderhavige verordening bevat uitvoeringsbepalingen voor de maatregelen die zijn vastgesteld bij de artikelen 3, 6, 7, 8 en 9 van Verordening (EG) nr. 320/2006 en worden gefinancierd uit het bij artikel 1 van die verordening opgerichte herstructureringsfonds.

2.   Voor de toepassing van de onderhavige verordening gelden de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 320/2006 opgenomen begripsomschrijvingen.

De in artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad (4) opgenomen omschrijving van het begrip „werkdag” geldt eveneens.

HOOFDSTUK II

VOORWAARDEN VOOR DE TOEKENNING VAN HERSTRUCTURERINGSSTEUN

Artikel 2

Overleg in het kader van de sectorale overeenkomst

1.   Het overleg dat overeenkomstig artikel 3, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 320/2006 wordt gepleegd in het kader van de relevante sectorale overeenkomst, is gebaseerd op een gedetailleerd tijdschema en een door de betrokken onderneming opgesteld ontwerp van herstructureringsplan.

De relevante sectorale overeenkomst is die welke is gesloten voor het verkoopseizoen waarin het overleg plaatsvindt.

De vertegenwoordigers van de werknemers en andere partijen waarvoor het herstructureringsplan van belang is maar die buiten de relevante sectorale overeenkomst staan, kunnen door de onderneming worden uitgenodigd als waarnemer aan het overleg deel te nemen.

2.   Het overleg heeft betrekking op alle in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 genoemde elementen van het herstructureringsplan.

3.   De uitnodiging voor het overleg wordt toegezonden door de betrokken onderneming. Zij gaat vergezeld van het ontwerp van herstructureringsplan en van een gedetailleerde agenda voor de te houden vergadering. Tegelijk wordt de bevoegde autoriteit van de lidstaat een kopie van de uitnodiging en van de begeleidende documenten toegezonden.

4.   Tenzij eerder overeenstemming kan worden bereikt, bestaat het overleg uit ten minste twee vergaderingen en duurt het tot 30 dagen te rekenen vanaf de dag van toezending van de uitnodiging voor het overleg.

5.   De in artikel 4, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 320/2006 bedoelde bevestiging dat het herstructureringsplan in overleg is opgesteld, is gebaseerd op:

a)

de door de betrokken onderneming verzonden en door de andere partijen ontvangen uitnodiging;

b)

de handtekeningen van de deelnemers aan de vergaderingen en, mocht een uitgenodigde partij zich van deelneming hebben onthouden, een desbetreffende verklaring;

c)

het ontwerp van herstructureringsplan zoals het na het overleg door de betrokken onderneming is gewijzigd, met vermelding van de elementen waarover de partijen het eens zijn, en ook van die waarover zij het niet eens zijn;

d)

in voorkomend geval, de standpuntbepalingen van de partijen bij de sectorale overeenkomst en het oordeel van de vertegenwoordiger van de werknemers en van de andere uitgenodigde partijen.

6.   Voor het verkoopseizoen 2006/2007 kunnen de lidstaten rekening houden met in het kader van de relevante sectorale overeenkomst gepleegd overleg dat vóór de inwerkingtreding van de onderhavige verordening heeft plaatsgevonden, ook al voldeed dat overleg niet aan de eisen van de onderhavige verordening.

Artikel 3

Afstanddoening van quotum

Vanaf het verkoopseizoen waarvoor overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 320/2006 afstand is gedaan van het quotum, kan voor de betrokken fabrieken geen productie van suiker, isoglucose of inulinestroop en geen van het voorgaande verkoopseizoen afkomstige suiker, isoglucose of inulinestroop die is overgeboekt of aan de markt is onttrokken, worden beschouwd als productie in het kader van dat quotum.

Artikel 4

Ontmanteling van productie-installaties

1.   In het geval van volledige ontmanteling zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 320/2006 heeft de verplichting tot ontmanteling van de productie-installaties betrekking op:

a)

alle installaties die nodig zijn om suiker, isoglucose of inulinestroop te produceren, zoals bijvoorbeeld de installaties om suikerbieten, suikerriet, granen of cichorei op te slaan, te analyseren, te wassen of te snijden en de installaties om suiker uit suikerbieten of suikerriet, zetmeel uit granen, glucose uit zetmeel of inuline uit cichorei te winnen of om een aldus verkregen product verder te be- of verwerken of te concentreren;

b)

het gedeelte van de installaties dat niet tot de onder a) bedoelde installaties behoort, maar waarvan het gebruik rechtstreeks verband houdt met de productie van suiker, isoglucose of inulinestroop en dat nodig is voor de totstandbrenging van de productie in het kader van het quotum waarvan afstand wordt gedaan, ook al zou het bij de productie van andere producten kunnen worden gebruikt, zoals installaties om water te verwarmen of te behandelen of om energie te produceren, installaties voor het omgaan met suikerbietenpulp of met melasse en installaties voor intern transport;

c)

alle andere installaties, zoals verpakkingsinstallaties, die ongebruikt blijven en om milieuredenen moeten worden ontmanteld en verwijderd.

2.   In het geval van gedeeltelijke ontmanteling zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 320/2006 heeft de verplichting tot ontmanteling van de productie-installaties betrekking op de in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde installaties die overeenkomstig het herstructureringsplan niet voor een andere productie of een ander gebruik van de fabriekslocatie bestemd zijn.

Artikel 5

Coherentie tussen verschillende financieringsbronnen

De lidstaten zorgen ervoor dat de maatregelen of acties die uit het herstructureringsfonds worden gefinancierd, en de maatregelen of acties die op regionaal of nationaal niveau uit andere fondsen van de Gemeenschap worden gefinancierd, onderling coherent zijn, elkaar aanvullen en elkaar niet overlappen.

HOOFDSTUK III

AANVRAAG VOOR EN TOEKENNING VAN HERSTRUCTURERINGSSTEUN

Artikel 6

Verplichtingen van de lidstaten

1.   Uiterlijk 45 dagen nadat de lidstaat de in artikel 2, lid 3, van de onderhavige verordening bedoelde kopie van de uitnodiging voor het overleg heeft ontvangen, stelt hij de bij het herstructureringsplan betrokken partijen in kennis van zijn besluit over:

a)

het percentage van de herstructureringssteun dat aan de telers van suikerbieten, suikerriet en cichorei en aan loonwerkbedrijven moet worden uitgekeerd, en de objectieve criteria voor de verdeling van dat deel van de steun tussen die twee groepen en binnen elke groep, een en ander zoals bepaald na overleg met de belanghebbende partijen, en de in artikel 3, lid 6, van Verordening (EG) nr. 320/2006 bedoelde periode;

b)

de periode waarbinnen de productie-installaties moeten worden ontmanteld en moet worden voldaan aan de sociale en de milieuverplichtingen zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, onder c), en lid 4, onder c), van Verordening (EG) nr. 320/2006, welke periode niet later dan op 30 september 2010 mag aflopen;

c)

in voorkomend geval, de voor de sociale en de milieuverplichtingen in het kader van het herstructureringsplan geldende nationale specifieke voorschriften die verder gaan dan de door het Gemeenschapsrecht opgelegde minimumvoorschriften, zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, onder c), en lid 4, onder c), van Verordening (EG) nr. 320/2006.

2.   In het geval dat artikel 2, lid 6, van de onderhavige verordening wordt toegepast, stelt de lidstaat de betrokken partijen in afwijking van lid 1 van het onderhavige artikel uiterlijk op 15 juli 2006 van zijn besluit in kennis.

3.   De loonwerkbedrijven moeten worden gecompenseerd voor het verlies dat zij lijden door het waardeverlies van hun gespecialiseerde machines die niet voor andere doeleinden kunnen worden gebruikt.

Artikel 7

Aanvraag voor herstructureringssteun

1.   Elke aanvraag voor herstructureringssteun heeft betrekking op één product en één verkoopseizoen.

2.   In afwijking van lid 1 van het onderhavige artikel geldt in het geval dat een quotum waarvan afstand zal worden gedaan, gedeeltelijk nodig is voor van het voorgaande verkoopseizoen afkomstige productie die is overgeboekt of aan de markt is onttrokken, de onderneming van het volledige quotum voor de betrokken fabriek of fabrieken afstand op basis van volledige of gedeeltelijke ontmanteling kan doen in de volgende twee stappen:

a)

vanaf het eerste verkoopseizoen waarop de aanvraag betrekking heeft, wordt van het deel van het quotum waartegenover geen productie staat, afstand gedaan met een verzoek om betaling van het voor dat verkoopseizoen geldende bedrag van de herstructureringssteun voor volledige of gedeeltelijke ontmanteling;

b)

over het resterende deel van het betrokken quotum is de bij artikel 11 van Verordening (EG) nr. 320/2006 vastgestelde tijdelijke herstructureringsheffing verschuldigd en van dat deel wordt vanaf het daaropvolgende verkoopseizoen afstand gedaan met een verzoek om betaling van het voor dat verkoopseizoen geldende bedrag van de herstructureringssteun voor volledige of gedeeltelijke ontmanteling.

In het geval dat gebruik wordt gemaakt van het onderhavige lid, kan de onderneming één enkele aanvraag voor de betrokken twee verkoopseizoenen indienen.

3.   In de aanvraag voor herstructureringssteun moet voor elk van de fabrieken van de betrokken onderneming worden vermeld van welke hoeveelheid toegekend quotum afstand zal worden gedaan, en die aanvraag moet in overeenstemming zijn met de relevante collectieve overeenkomsten, inclusief de met de sociale partners op sector- of ondernemingsniveau gesloten overeenkomsten over de herstructurering van de suikerindustrie.

Artikel 8

Ontvangst van de aanvraag voor herstructureringssteun

1.   De toekenning van herstructureringssteun binnen de in artikel 10, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 320/2006 bedoelde financiële grenzen vindt plaats overeenkomstig de chronologische volgorde waarin de volledige aanvragen voor herstructureringssteun zijn ingediend, zulks op basis van de data en de lokale tijd zoals vermeld in de in lid 3 van het onderhavige artikel bedoelde ontvangstbevestigingen van de betrokken lidstaat.

2.   Een aanvraag voor herstructureringssteun wordt als volledig beschouwd nadat de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat alle in artikel 4, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 genoemde elementen heeft ontvangen.

3.   Binnen vijf werkdagen na de datum waarop de aanvraag voor herstructureringssteun als volledig wordt beschouwd, zendt de bevoegde autoriteit van de lidstaat de betrokken onderneming een ontvangstbevestiging toe waarin de datum en tijd van indiening van die volledige aanvraag zijn vermeld.

4.   In het geval van een onvolledige aanvraag zendt de bevoegde autoriteit van de lidstaat die aanvraag binnen vijf werkdagen na ontvangst ervan aan de aanvrager terug onder vermelding van de voorwaarden waaraan niet is voldaan.

5.   Een aanvraag die op de bij artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 320/2006 vastgestelde uiterste datum nog niet als volledig wordt beschouwd, wordt niet in aanmerking genomen voor het betrokken verkoopseizoen.

6.   Binnen twee werkdagen na de afgifte van een ontvangstbevestiging stelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat de Commissie daarvan in kennis met gebruikmaking van de in de bijlage opgenomen modeltabel. In voorkomend geval wordt voor elk betrokken product en elk betrokken verkoopseizoen een afzonderlijke tabel gebruikt.

Artikel 9

Steunwaardigheid in het geval van de herstructureringssteun

1.   Binnen 30 werkdagen na ontvangst van een volledige aanvraag voor herstructureringssteun maar ten minste 10 werkdagen vóór de bij artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 320/2006 vastgestelde uiterste datum beslist de bevoegde autoriteit van de lidstaat of die aanvraag steunwaardig is, en stelt zij de aanvrager van haar beslissing in kennis, een en ander onverminderd artikel 10 van de onderhavige verordening.

2.   Opdat de aanvraag als steunwaardig zal worden beschouwd, moet het herstructureringsplan aan de volgende voorwaarden voldoen:

a)

het plan bevat een samenvatting van de belangrijkste doelstellingen, de maatregelen en acties met vermelding van de geschatte kosten van die maatregelen en acties, het financieringsplan en de tijdschema's;

b)

voor elke betrokken fabriek is in het plan de hoeveelheid quotum aangegeven waarvan afstand zal worden gedaan, welke hoeveelheid niet meer mag bedragen dan de productiecapaciteit die door de volledige of gedeeltelijke ontmanteling zal verdwijnen;

c)

in het plan is een verklaring opgenomen dat de productie-installaties volledig of gedeeltelijk zullen worden ontmanteld en dat de ontmantelde installaties van de productielocatie zullen worden verwijderd;

d)

met inachtneming van de betrokken verliezen of kosten zorgt het plan voor het nodige evenwicht tussen de in artikel 4, lid 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 320/2006 bedoelde steun, de sluiting en ontmanteling van de in dat lid, onder c), bedoelde installaties, de in dat lid, onder e), bedoelde investeringen, het in dat lid, onder f), bedoelde sociale plan en het in dat lid, onder g), bedoelde milieuplan;

e)

het plan bevat een duidelijke opgave van alle uit het herstructureringsfonds te financieren acties en kosten en, in voorkomend geval, van de andere, daarmee verband houdende elementen waarvoor het de bedoeling is dat deze uit andere fondsen van de Gemeenschap worden gefinancierd.

3.   Indien de in lid 2 van het onderhavige artikel gestelde voorwaarden niet zijn vervuld, stelt de lidstaat de aanvrager ervan in kennis waarom dit zo is, en stelt hij een termijn vast waarbinnen de aanvraag dienovereenkomstig kan worden aangepast, welke termijn de bij artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 320/2006 vastgestelde uiterste datum niet mag overschrijden.

Binnen 15 werkdagen na afloop van de in de eerste alinea bedoelde termijn maar ten minste 10 werkdagen vóór de bij artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 320/2006 vastgestelde uiterste datum beslist de lidstaat of de aangepaste aanvraag steunwaardig is.

Indien de aangepaste aanvraag niet tijdig wordt ingediend of als niet-steunwaardig wordt beschouwd, wordt de aanvraag voor herstructureringssteun afgewezen en stelt de lidstaat de aanvrager en de Commissie daarvan binnen vijf werkdagen in kennis. Bij de indiening van een nieuwe aanvraag door dezelfde aanvrager wordt opnieuw de in artikel 8 van de onderhavige verordening opgenomen regeling met betrekking tot de chronologische volgorde toegepast.

4.   Wanneer een aanvraag als steunwaardig wordt beschouwd, stelt de lidstaat de Commissie daarvan binnen twee werkdagen na zijn beslissing in kennis met gebruikmaking van de in de bijlage bij de onderhavige verordening opgenomen modeltabel.

5.   In afwijking van de leden 1, 3 en 4 beslist de lidstaat voor het verkoopseizoen 2006/2007 ten minste acht werkdagen vóór de bij artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 320/2006 vastgestelde uiterste datum of een aanvraag of een aangepaste aanvraag steunwaardig is, en stelt hij de Commissie op dezelfde dag van die beslissing in kennis.

Artikel 10

Toekenning van de herstructureringssteun

1.   De Commissie stelt een lijst van de volledige aanvragen voor herstructureringssteun op met inachtneming van de chronologische volgorde waarin die aanvragen volgens de ontvangstbevestigingen van de betrokken lidstaat zijn ingediend.

2.   Uiterlijk op de bij artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 320/2006 vastgestelde uiterste datum bepaalt de Commissie de geschatte beschikbaarheid van financiële middelen in het herstructureringsfonds voor alle binnen de bij artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 320/2006 bepaalde termijn ontvangen en volgens de lidstaat steunwaardige aanvragen betreffende het volgende verkoopseizoen of, in het geval van aanvragen voor het verkoopseizoen 2006/2007, betreffende dat verkoopseizoen, alsmede voor alle steunbedragen die met die aanvragen verband houden.

3.   De Commissie stelt het in artikel 41, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad (5) bedoelde Comité voor de Landbouwfondsen van de overeenkomstig lid 1 van het onderhavige artikel genomen besluiten in kennis. Voor het verkoopseizoen 2006/2007 stelt zij het in artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad (6) bedoelde Comité van het Fonds van die besluiten in kennis.

4.   De lidstaat stelt de aanvrager uiterlijk op de bij artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 320/2006 vastgestelde uiterste datum van de toekenning van de herstructureringssteun voor diens steunwaardige herstructureringsplan in kennis. De bevoegde autoriteit van de lidstaat doet de Commissie een volledige kopie van het goedgekeurde herstructureringsplan toekomen.

Artikel 11

Wijzigingen van het herstructureringsplan

1.   Zodra de herstructureringssteun is toegekend, voert de begunstigde alle maatregelen uit die in het goedgekeurde herstructureringsplan in detail zijn vermeld, en komt hij de in zijn aanvraag voor herstructureringssteun opgenomen verbintenissen na.

2.   De lidstaat stemt met eventuele wijzigingen van een goedgekeurd herstructureringsplan in op basis van een verzoek van de betrokken onderneming waarin:

a)

de redenen en de bij de uitvoering ondervonden problemen worden uiteengezet;

b)

de voorgestelde aanpassingen of nieuwe maatregelen en de verwachte effecten worden behandeld;

c)

de financiële gevolgen en de gevolgen ten aanzien van de tijdstippen van uitvoering in detail worden aangegeven.

De wijzigingen mogen geen verandering brengen in het totale bedrag van de toe te kennen herstructureringssteun of in de overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 320/2006 te betalen tijdelijke herstructureringsheffingen.

De lidstaat stelt de Commissie van het gewijzigde herstructureringsplan in kennis.

Artikel 12

Intrekking of uitstel van een herstructureringsaanvraag

1.   Steunwaardige aanvragen waarvoor de herstructureringssteun niet kan worden toegekend voor het verkoopseizoen waarvoor in de aanvraag afstanddoening van quotum is voorgesteld, kunnen door de aanvrager worden ingetrokken binnen een termijn van twee maanden na de bij artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 320/2006 vastgestelde uiterste datum.

2.   Indien de betrokken onderneming haar aanvraag niet overeenkomstig lid 1 van het onderhavige artikel intrekt, past zij binnen de in dat lid genoemde termijn het betrokken herstructureringsplan aan om rekening te houden met het bij artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 320/2006 vastgestelde bedrag van de herstructureringssteun voor het volgende verkoopseizoen.

Voor de toepassing van artikel 8, lid 1, van de onderhavige verordening wordt rekening gehouden met het tijdstip waarop de oorspronkelijke aanvraag is ingediend.

In het in de eerste alinea bedoelde geval stelt de aanvrager de afstanddoening van zijn quotum met één verkoopseizoen uit en moet hij de bij artikel 11 van Verordening (EG) nr. 320/2006 vastgestelde tijdelijke herstructureringsheffing blijven betalen.

HOOFDSTUK IV

ANDERE STEUNBEDRAGEN UIT HET HERSTRUCTURERINGSFONDS

Artikel 13

Steunbedragen per lidstaat

1.   Uiterlijk op 31 oktober 2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007, uiterlijk op 31 maart 2007 voor het verkoopseizoen 2007/2008, uiterlijk op 31 maart 2008 voor het verkoopseizoen 2008/2009 en uiterlijk op 31 maart 2009 voor het verkoopseizoen 2009/2010 stelt de Commissie de bedragen vast die uit het herstructureringsfonds aan de lidstaten worden toegekend voor:

a)

de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 320/2006 bedoelde steun voor diversificatie;

b)

de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 320/2006 bedoelde aanvullende steun voor diversificatie;

c)

de in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 320/2006 bedoelde overgangssteun voor bepaalde lidstaten.

2.   De in lid 1, onder a) en b), van het onderhavige artikel bedoelde bedragen worden bepaald op basis van:

a)

het desbetreffende bedrag van de steun voor diversificatie zoals vastgesteld bij artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 320/2006, vermenigvuldigd met de hoeveelheid suikerquotum waarvan in de betrokken lidstaat waar herstructureringssteun moet worden toegekend, afstand is gedaan met ingang van:

het verkoopseizoen 2006/2007 in het geval van de in oktober 2006 bepaalde bedragen,

het verkoopseizoen 2007/2008 in het geval van de in maart 2007 bepaalde bedragen,

het verkoopseizoen 2008/2009 in het geval van de in maart 2008 bepaalde bedragen,

het verkoopseizoen 2009/2010 in het geval van de in maart 2009 bepaalde bedragen;

b)

het bedrag van de aanvullende steun voor diversificatie dat behoort bij het hoogste van de bereikte percentages zoals vastgesteld bij artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 320/2006, vermenigvuldigd met de totale hoeveelheid suikerquotum zoals bedoeld in het onderhavige lid, onder a), in de periode tot en met:

het verkoopseizoen 2006/2007 in het geval van de in oktober 2006 bepaalde bedragen,

het verkoopseizoen 2007/2008 in het geval van de in maart 2007 bepaalde bedragen,

het verkoopseizoen 2008/2009 in het geval van de in maart 2008 bepaalde bedragen,

het verkoopseizoen 2009/2010 in het geval van de in maart 2009 bepaalde bedragen.

In voorkomend geval wordt het bedrag dat voortvloeit uit de in de eerste alinea van het onderhavige punt bedoelde berekening, verlaagd met alle bedragen van de aanvullende steun voor diversificatie die eerder volgens de in het onderhavige punt aangegeven methode zijn vastgesteld;

c)

in voorkomend geval, de bij artikel 9 van Verordening (EG) nr. 320/2006 vastgestelde bedragen van de overgangssteun voor bepaalde lidstaten.

3.   De bedragen die worden verkregen met de in lid 2 van het onderhavige artikel aangegeven methode, worden opgeteld bij de respectieve bedragen die overeenkomstig lid 1 van het onderhavige artikel zijn bepaald voor de voorgaande jaren.

Artikel 14

Nationale herstructureringsprogramma’s

1.   Uiterlijk op 31 december 2006 en uiterlijk op 30 september 2007, 2008 en 2009 stellen de betrokken lidstaten de Commissie in kennis van hun nationale herstructureringsprogramma's, waarin de binnen de grenzen van het overeenkomstig artikel 13, lid 2, onder a), bepaalde bedrag van de steun voor diversificatie, het overeenkomstig artikel 13, lid 2, onder b), bepaalde bedrag van de aanvullende steun voor diversificatie en het in artikel 13, lid 2, onder c), bedoelde bedrag van de overgangssteun voor bepaalde lidstaten te nemen maatregelen in detail zijn beschreven.

2.   De nationale herstructureringsprogramma's bevatten ten minste de volgende elementen:

a)

een samenvatting van de belangrijkste doelstellingen, maatregelen, acties, kosten, financiële bijdragen en tijdschema's voor elk van de betrokken regio's;

b)

een beschrijving van de betrokken regio's en een analyse van de problemen in verband met de herstructurering van de suikersector;

c)

een uiteenzetting van de beoogde doeleinden en van de geplande acties of maatregelen, waarbij wordt aangetoond dat deze coherent zijn met de steunwaardige herstructureringsplannen zoals bedoeld in artikel 9 van de onderhavige verordening, met het plattelandsontwikkelingsbeleid in de betrokken regio's en met andere voor die regio's genomen of geplande maatregelen, in het bijzonder maatregelen in het kader van andere fondsen van de Gemeenschap;

d)

een tijdschema voor alle geplande acties of maatregelen en de criteria die worden gehanteerd om deze te onderscheiden van soortgelijke, uit andere fondsen van de Gemeenschap te financieren acties of maatregelen;

e)

in voorkomend geval, het bedrag van de aanvullende steun voor diversificatie dat moet worden toegekend aan telers van suikerbieten of suikerriet die hun productie stopzetten, en de voor de verdeling van die steun te hanteren objectieve en niet-discriminerende criteria;

f)

een financieringsplan waarin alle kosten per actie of maatregel zijn gespecificeerd, en het voor de betalingen beoogde tijdschema.

3.   De acties of maatregelen waarin een nationaal herstructureringsprogramma voorziet, worden uiterlijk op 30 september 2010 uitgevoerd.

Artikel 15

Overgangssteun voor voltijdraffinaderijen

1.   Een voltijdraffinaderij die op 30 juni 2006 een raffinaderij in de zin van artikel 7, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 was, kan een aanvraag doen voor de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 320/2006 bedoelde overgangssteun, welke steun moet worden toegekend door de lidstaat op het grondgebied waarvan de raffinaderij is gevestigd.

2.   De voltijdraffinaderij dient de steunaanvraag, vergezeld van het in artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 bedoelde bedrijfsplan, in uiterlijk op een door de betrokken lidstaat te bepalen datum die niet later is dan 30 september 2007.

3.   Het in artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 bedoelde bedrijfsplan bevat ten minste de volgende elementen:

a)

een samenvatting van de belangrijkste doelstellingen, maatregelen, acties, kosten, financiële bijdragen en tijdschema's;

b)

een beschrijving en analyse van de problemen die bij de aanpassing aan de hervorming van de communautaire marktordening voor suiker worden ondervonden;

c)

een uiteenzetting van de geplande acties of maatregelen, waarbij wordt aangetoond dat deze coherent zijn met andere, in het kader van andere fondsen van de Gemeenschap voor de betrokken regio genomen of geplande maatregelen waarbij de aanvrager een begunstigde is;

d)

een tijdschema voor alle geplande acties of maatregelen en de criteria die worden gehanteerd om deze te onderscheiden van soortgelijke, uit andere fondsen van de Gemeenschap te financieren acties of maatregelen waarbij de aanvrager een begunstigde is;

e)

een financieringsplan waarin alle kosten per actie of maatregel zijn gespecificeerd, en het voor de betalingen beoogde tijdschema.

4.   De in het bedrijfsplan beoogde acties of maatregelen betreffen een of meer van de volgende elementen: investeringen, de ontmanteling van productie-installaties, bijdragen in operationele kosten, voorzieningen voor de afschrijving van bedrijfsuitrusting en andere voorzieningen die als noodzakelijk voor de aanpassing aan de nieuwe situatie worden beschouwd.

5.   De lidstaat beslist binnen de bij artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 320/2006 vastgestelde financiële grenzen of het bedrijfsplan steunwaardig is, en stelt de aanvrager en de Commissie binnen 30 werkdagen na de in lid 2 van het onderhavige artikel bedoelde uiterste datum van zijn beslissing in kennis.

Binnen dezelfde termijn stelt de lidstaat de Commissie in kennis van de aan elke raffinaderij toe te kennen bedragen en, in voorkomend geval, van de objectieve en niet-discriminerende criteria die zijn gebruikt om de steun te verdelen over de verschillende voltijdraffinaderijen die op zijn grondgebied zijn gevestigd.

6.   De acties of maatregelen waarin het bedrijfsplan voorziet, worden uiterlijk op 30 september 2010 uitgevoerd.

HOOFDSTUK V

BETALING VAN DE STEUNBEDRAGEN

Artikel 16

Betaling van de herstructureringssteun

1.   Elke tranche van de herstructureringssteun zoals bedoeld in artikel 10, lid 4, van Verordening (EG) nr. 320/2006 wordt slechts betaald indien een zekerheid is gesteld die gelijk is aan 120 % van het bedrag van die tranche.

2.   In het geval dat de betalingen aan telers en loonwerkbedrijven overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de onderhavige verordening rechtstreeks door de lidstaat worden verricht, wordt het bedrag van de betrokken tranche verlaagd met de aan telers en loonwerkbedrijven te betalen bedragen.

3.   De herstructureringssteun wordt uiterlijk op 30 september 2011 betaald.

4.   Zo nodig stelt de Commissie uiterlijk op 31 januari 2008, 2009, 2010 en 2011 de percentages van de in artikel 10, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 320/2006 bedoelde eerste en tweede uitkering en de voorlopige datum voor de tweede uitkering vast.

Artikel 17

Betaling van de steun voor diversificatie, de aanvullende steun voor diversificatie en de overgangssteun voor bepaalde lidstaten

1.   Binnen de grenzen van de overeenkomstig artikel 13, lid 3, van de onderhavige verordening bepaalde bedragen betaalt de lidstaat de steun voor diversificatie, de aanvullende steun voor diversificatie en de overgangssteun voor bepaalde lidstaten tweemaal per jaar, in maart en september, aan de begunstigden voor de werkelijk gedane, met stukken gestaafde en gecontroleerde subsidiabele uitgaven.

Als een deel van de aanvullende steun voor diversificatie overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 320/2006 wordt toegekend aan telers van suikerbieten of suikerriet die hun productie stopzetten, ziet de lidstaat erop toe dat de betrokken telers de productie van suikerbieten of suikerriet definitief hebben stopgezet.

2.   De eerste betaling kan in september 2007 worden gedaan. De steun voor diversificatie, de aanvullende steun voor diversificatie en de overgangssteun voor bepaalde lidstaten worden uiterlijk op 30 september 2011 betaald.

Artikel 18

Betaling van de overgangssteun voor voltijdraffinaderijen

1.   Binnen de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 320/2006 vastgestelde grenzen betaalt de lidstaat de overgangssteun voor voltijdraffinaderijen in twee tranches aan de begunstigden voor de op het bedrijfsplan gebaseerde subsidiabele uitgaven:

a)

40 % in september 2007;

b)

60 % in maart 2008.

Elke tranche wordt slechts betaald indien een zekerheid is gesteld die gelijk is aan 120 % van het bedrag van die tranche.

2.   In afwijking van lid 1 van het onderhavige artikel kan voor de totale uitgaven één enkele betaling worden gedaan in september 2007, mits vóór 15 september 2007:

a)

alle in het bedrijfsplan beoogde maatregelen en acties zijn uitgevoerd;

b)

het in artikel 24, lid 2, van de onderhavige verordening bedoelde eindverslag is ingediend;

c)

de lidstaat de in artikel 25 van de onderhavige verordening bedoelde controles heeft verricht.

In dit geval hoeft voor de betaling geen zekerheid te worden gesteld.

Artikel 19

Betaling aan telers en loonwerkbedrijven

1.   Uiterlijk twee maanden nadat de ondernemingen de eerste tranche van de herstructureringssteun hebben ontvangen, verrichten zij de betalingen aan de telers van suikerbieten, suikerriet en cichorei en aan de loonwerkbedrijven op basis van de overeenkomstig artikel 6, lid 1, door de lidstaat verstrekte gegevens.

2.   De betalingen aan telers en loonwerkbedrijven kunnen binnen de in lid 3 van het onderhavige artikel aangegeven grenzen rechtstreeks door de lidstaat worden verricht, waarbij het te betalen bedrag aan herstructureringssteun in overeenstemming met artikel 16, lid 2, dienovereenkomstig wordt verlaagd. In dat geval worden die betalingen verricht tegelijk met de betaling van het aan de onderneming verschuldigde deel van de herstructureringssteun.

3.   Het bedrag van de in leden 1 en 2 bedoelde betalingen is niet hoger dan 50 % van de eerste tranche. Indien daarmee niet het hele te betalen bedrag wordt gedekt, wordt het resterende deel betaald:

a)

uiterlijk twee maanden nadat de onderneming de tweede tranche van de steun heeft ontvangen als de betalingen door de onderneming worden verricht;

b)

tegelijk met de betaling van de tweede tranche van de aan de onderneming te betalen herstructureringssteun als de betalingen rechtstreeks door de lidstaat worden verricht.

Artikel 20

Besluit betalingen uit te stellen

Indien de Commissie besluit om de betalingen van de steun voor diversificatie, van de aanvullende steun voor diversificatie, van de overgangssteun voor voltijdraffinaderijen of van de overgangssteun voor bepaalde lidstaten overeenkomstig artikel 10, lid 5, van Verordening (EG) nr. 320/2006 uit te stellen, stelt zij de lidstaten vóór 31 mei en vóór 31 januari van dat besluit in kennis.

Artikel 21

Valuta

1.   Voor het tijdelijke herstructureringsfonds worden de bedragen van de door de Commissie verrichte vastleggingen en betalingen en de bedragen van de tijdelijke herstructureringsheffing evenals de bedragen van de door de lidstaten gedeclareerde uitgaven uitgedrukt en betaald in euro.

2.   In het geval dat welke betaling ook plaatsvindt in een andere valuta dan de euro, is de wisselkoers de meest recente wisselkoers die de Europese Centrale Bank heeft bepaald vóór de eerste dag van de maand waarin het ontstaansfeit voor die betaling zich voordoet.

Het ontstaansfeit doet zich voor op de datum van de betaling.

Artikel 22

Vrijgave van zekerheden

1.   De in artikel 16, lid 1, en artikel 18, lid 2, bedoelde zekerheden worden vrijgegeven op voorwaarde:

a)

dat alle maatregelen en acties die zijn gepland in, naar gelang van het geval, het herstructureringsplan, het nationale herstructureringsprogramma of het bedrijfsplan, zijn uitgevoerd;

b)

dat het in artikel 23, lid 2, bedoelde eindverslag is ingediend;

c)

dat de lidstaat de in artikel 25 bedoelde controles heeft uitgevoerd;

d)

wat de herstructureringssteun betreft, dat de onderneming de steun aan de telers van suikerbieten, suikerriet en cichorei en aan de loonwerkbedrijven heeft betaald, tenzij die betalingen overeenkomstig artikel 19, lid 2, rechtstreeks door de lidstaat worden verricht;

e)

in voorkomend geval, dat de overschotheffing op de buiten het quotum geproduceerde suiker, isoglucose of inulinestroop die in voorraad is aan het begin van het verkoopseizoen vanaf hetwelk afstand van het quotum wordt gedaan, is betaald.

2.   In afwijking van lid 1 van het onderhavige artikel kan een zekerheid op verzoek van de begunstigde gedeeltelijk worden vrijgegeven, zulks voor het bedrag van de uitgaven die werkelijk zijn gedaan voor de in het herstructureringsplan of het bedrijfsplan opgenomen acties en maatregelen, mits de in artikel 25, lid 1, bedoelde inspectie daadwerkelijk is verricht en het in artikel 25, lid 3, bedoelde inspectieverslag is opgesteld.

3.   Behoudens overmacht wordt de zekerheid verbeurd indien niet uiterlijk op 30 september 2011 aan de in lid 1 van het onderhavige artikel genoemde voorwaarden is voldaan.

HOOFDSTUK VI

VERSLAGLEGGING, CONTROLES EN BOETEN

Artikel 23

Verslaglegging door de ondernemingen

1.   De ondernemingen die herstructureringssteun aanvragen, stellen de partijen die zijn betrokken bij het in artikel 1 bedoelde overlegproces, in kennis van:

a)

de beslissingen die de lidstaat overeenkomstig de artikelen 8, 9, 10 en 11 heeft genomen;

b)

voor elk betrokken jaar, de werkzaamheden die feitelijk in het kader van het goedgekeurde herstructureringsplan zijn verricht.

2.   De ondernemingen die steun uit het herstructureringsfonds ontvangen, dienen bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat die de steun heeft toegekend, een jaarlijks voortgangsverslag in uiterlijk drie maanden na afloop van elk verkoopseizoen waarin uit dat fonds gesteunde maatregelen zijn uitgevoerd.

In dat verslag worden gedetailleerde gegevens verstrekt over de in het afgelopen verkoopseizoen uitgevoerde acties of maatregelen en gedane uitgaven, waarbij een en ander wordt vergeleken met de acties of maatregelen en uitgaven zoals gespecificeerd in het betrokken herstructureringsplan of bedrijfsplan.

Uiterlijk drie maanden nadat alle in het betrokken herstructureringsplan of bedrijfsplan opgenomen acties en maatregelen zijn uitgevoerd, dient de onderneming bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat een eindverslag in waarin die acties en maatregelen en de gedane uitgaven zijn samengevat.

Artikel 24

Verslaglegging door de lidstaten

1.   De lidstaten dienen bij de Commissie jaarlijkse voortgangsverslagen over de herstructureringsplannen, de nationale herstructureringsprogramma's en de bedrijfsplannen in uiterlijk zes maanden na afloop van elk betrokken verkoopseizoen.

Deze verslagen bevatten:

a)

een beschrijving van de uitgevoerde acties of maatregelen en gegevens over de inachtneming van het tijdschema;

b)

een feitenrelaas op basis van ten minste één controle ter plaatse per fabriekslocatie voor elk herstructureringsplan of bedrijfsplan;

c)

een vergelijking tussen de geplande en de gedane uitgaven;

d)

een analyse van de betrokkenheid van andere fondsen van de Gemeenschap, waarbij wordt aangegeven of die betrokkenheid te rijmen is met de uit het herstructureringsfonds gefinancierde steun;

e)

de eventuele wijzigingen van een herstructureringsplan onder vermelding van de redenen daarvoor en van de consequenties voor de toekomst.

2.   Uiterlijk op 30 juni 2011 dient de lidstaat bij de Commissie een laatste voortgangsverslag in waarin de feitelijk uitgevoerde acties of maatregelen en de feitelijk gedane uitgaven worden vergeleken met die welke in de herstructureringsplannen, de nationale herstructureringsprogramma's en de bedrijfsplannen waren gepland, en waarin wordt uitgelegd door welke factoren eventuele verschillen zijn veroorzaakt.

Het laatste voortgangsverslag bevat ook een lijst van alle boeten die in de hele betrokken periode zijn opgelegd, en een verklaring dat geen heffingen, boeten of andere bedragen die verschuldigd waren in verband met de suiker, isoglucose of inulinestroop die eerder door de gedeeltelijk of volledig ontmantelde fabrieken is geproduceerd, onbetaald zijn gebleven.

Artikel 25

Controles

1.   Elke onderneming en productielocatie waarvoor uit het herstructureringsfonds steun wordt ontvangen, wordt door de bevoegde autoriteit van de lidstaat geïnspecteerd binnen drie maanden na het verstrijken van de in artikel 23, lid 2, van de onderhavige verordening bedoelde termijn.

Bij de inspectie wordt gecontroleerd of het herstructureringsplan of bedrijfsplan in acht wordt genomen, en wordt nagegaan of de door de onderneming in het voortgangsverslag verstrekte gegevens juist en volledig zijn. Bij de eerste inspectie voor een herstructureringsplan worden ook alle aanvullende gegevens gecontroleerd die de onderneming in haar aanvraag voor herstructureringssteun heeft verstrekt, en in het bijzonder de bevestiging zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 320/2006.

2.   Voor een herstructureringsplan heeft de inspectie in alle gevallen betrekking op de in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 genoemde elementen van dat plan. Over elke inspectie wordt een verslag opgesteld waarin de verrichte werkzaamheden, de belangrijkste bevindingen en elke noodzakelijke vervolgactie volledig worden beschreven.

3.   Het inspectieverslag bestaat uit de volgende delen:

a)

een algemeen deel dat met name de volgende gegevens bevat:

i)

de begunstigde en de aan de inspectie onderworpen productielocatie,

ii)

de aanwezige personen,

iii)

een vermelding of de begunstigde vooraf op de hoogte is gebracht van het bezoek en, zo ja, hoelang van tevoren;

b)

voor elk van de in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 genoemde elementen van het herstructureringsplan en voor elk bedrijfsplan, een deel waarin de verrichte controles elk afzonderlijk worden behandeld en dat met name de volgende gegevens bevat:

i)

de eisen en de normen waarop de inspectie betrekking had,

ii)

aard en omvang van de verrichte controles,

iii)

de bevindingen,

iv)

de elementen van het herstructureringsplan of bedrijfsplan waarvoor niet-nakomingen zijn geconstateerd;

c)

een evaluatiedeel waarin een oordeel over de belangrijkheid van de niet-nakomingen voor elk element wordt gegeven op basis van de ernst, de omvang, de mate van permanentheid en de voorgeschiedenis van die niet-nakomingen, met vermelding van de eventuele niet-nakomingen die hebben geleid of moeten leiden tot maatregelen zoals bedoeld in artikel 26 of 27.

4.   De begunstigde wordt van elke geconstateerde niet-nakoming in kennis gesteld.

5.   De definitieve versie van het inspectieverslag moet binnen één maand na de inspectie gereed zijn.

Artikel 26

Terugvordering

1.   Onverminderd lid 3 geldt dat, indien de begunstigde één of meer van zijn verbintenissen in het kader van het herstructureringsplan, het bedrijfsplan of het nationale herstructureringsprogramma, naar gelang van het geval, niet is nagekomen, behoudens overmacht het voor de betrokken verbintenis of verbintenissen toegekende deel van de steun wordt teruggevorderd.

2.   Rente wordt in rekening gebracht voor de periode vanaf de 60e dag na die waarop de verplichting tot terugbetaling van steun ter kennis van de begunstigde is gebracht, tot de dag waarop de steun feitelijk wordt terugbetaald.

Het rentepercentage is de op de eerste kalenderdag van de maand van de vervaldag door de Europese Centrale Bank voor haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet zoals bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie, verhoogd met drieënhalf procentpunten.

3.   De lidstaat kan de begunstigde een termijn van twee maanden toestaan om een verbintenis in het kader van zijn herstructureringsplan of bedrijfsplan alsnog na te komen.

Artikel 27

Boeten

1.   Indien de begunstigde één of meer van zijn verbintenissen in het kader van het herstructureringsplan, het bedrijfsplan of het nationale herstructureringsprogramma, naar gelang van het geval, niet is nagekomen, moet hij een bedrag betalen dat gelijk is aan 10 % van het overeenkomstig artikel 26 terug te vorderen bedrag.

2.   De overeenkomstig lid 1 op te leggen boeten worden niet opgelegd indien de onderneming ten genoegen van de bevoegde autoriteit kan aantonen dat de niet-nakoming te wijten is aan overmacht, en indien zij de niet-nakoming duidelijk heeft vermeld in het overeenkomstig artikel 23, lid 2, ingediende voortgangsverslag.

3.   Indien de niet-nakoming opzettelijk of door grove nalatigheid is begaan, moet de begunstigde een bedrag betalen dat gelijk is aan 30 % van het overeenkomstig artikel 26 terug te vorderen bedrag.

HOOFDSTUK VII

SLOTBEPALING

Artikel 28

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 juni 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42.

(2)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 318/2006.

(3)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1.

(4)  PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1.

(5)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

(6)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.


BIJLAGE

Image


Top