EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005R1099

Verordening (EG) nr. 1099/2005 van de Commissie van 13 juli 2005 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 808/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken over de informatiemaatschappij (Voor de EER relevante tekst)

PB L 183 van 14.7.2005, p. 47–62 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/1099/oj

14.7.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 183/47


VERORDENING (EG) Nr. 1099/2005 VAN DE COMMISSIE

van 13 juli 2005

ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 808/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken over de informatiemaatschappij

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 808/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken over de informatiemaatschappij, en met name op artikel 8 (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 808/2004 is een gemeenschappelijk kader vastgesteld voor de systematische productie van communautaire statistieken over de informatiemaatschappij.

(2)

Krachtens artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 808/2004 zijn uitvoeringsmaatregelen nodig om te bepalen welke gegevens moeten worden verstrekt voor het opstellen van de in de artikelen 3 en 4 van die verordening genoemde statistieken, en om de termijnen voor de indiening ervan vast te stellen.

(3)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité statistisch programma, dat is opgericht bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad (2),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De gegevens die moeten worden ingediend voor het opstellen van communautaire statistieken over de informatiemaatschappij als bedoeld in artikel 3, lid 2, en artikel 4 van Verordening (EG) nr. 808/2004, worden in de bijlagen I en II bij deze verordening gespecificeerd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2005.

Voor de Commissie

Joaquín ALMUNIA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 143 van 30.4.2004, blz. 49.

(2)  PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.


BIJLAGE I

Module 1: Het bedrijfsleven en de informatiemaatschappij

1.   ONDERWERPEN EN KENMERKEN DAARVAN

a)   De voor het referentiejaar 2006 te behandelen onderwerpen uit de lijst in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 808/2004 zijn:

ICT-systemen en het gebruik ervan in bedrijven;

gebruik van internet en andere elektronische netwerken door bedrijven;

e-handel en elektronisch zakendoen;

ICT-veiligheid.

b.1)   De volgende bedrijfskenmerken worden alleen verzameld voor niet in sectie J van de NACE Rev. 1.1 ingedeelde bedrijven:

ICT-systemen en het gebruik ervan in bedrijven

Kenmerken die voor alle bedrijven moeten worden verzameld:

computergebruik.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die computers gebruiken:

percentage werknemers die minstens eenmaal per week een computer gebruiken;

of er werknemers zijn die geregeld gedurende een deel van de werktijd (minstens een halve dag per week) buiten de gewone werkomgeving van het bedrijf werkzaam zijn en zich via elektronische netwerken in verbinding stellen met de computersystemen van het bedrijf (telewerken);

moeilijkheden bij het aantrekken van personeel met ICT-vaardigheden in 2005;

aanwezigheid van draadloze LAN’s;

aanwezigheid van bedrade LAN’s;

aanwezigheid van een intranet;

aanwezigheid van een extranet;

aanwezigheid van een IT-systeem om het plaatsen en/of ontvangen van orders te beheren;

mate waarin de traditionele post in de loop van de laatste vijf jaar is vervangen door elektronische communicatiemiddelen (helemaal niet, in geringe mate, in aanzienlijke mate, grotendeels of volledig, niet van toepassing).

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die gebruikmaken van telewerken:

telewerken naar type: thuiswerken;

telewerken naar type: in gebouwen van klanten en/of externe zakenpartners;

telewerken naar type: geografisch verspreide locaties van hetzelfde bedrijf of dezelfde bedrijfsgroep;

telewerken naar type: tijdens zakenreizen.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die in 2005 moeilijkheden ondervonden bij het aantrekken van personeel met ICT-vaardigheden:

ICT-gebruikersvaardigheden niet beschikbaar of niet helemaal geschikt in 2005;

specialistische ICT-vaardigheden niet beschikbaar of niet helemaal geschikt in 2005;

hoge kosten van ICT-specialisten in 2005.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die beschikken over een IT-systeem om het plaatsen en/of ontvangen van orders te beheren:

IT-systeem voor orderbeheer verbonden met een intern systeem voor het nabestellen van benodigdheden;

IT-systeem voor orderbeheer verbonden met facturerings- en betalingssystemen;

IT-systeem voor orderbeheer verbonden met een systeem voor het beheer van de productie, logistiek of serviceactiviteiten;

IT-systeem voor orderbeheer verbonden met bedrijfssystemen van leveranciers;

IT-systeem voor orderbeheer verbonden met bedrijfssystemen van klanten.

Gebruik van internet en andere elektronische netwerken door bedrijven

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die computers gebruiken:

toegang tot internet.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die toegang hebben tot internet:

percentage werknemers die minstens eenmaal per week een op het World Wide Web aangesloten computer gebruiken;

internetaansluiting: traditionele modem;

internetaansluiting: ISDN;

internetaansluiting: DSL;

internetaansluiting: andere vaste internetaansluiting;

internetaansluiting: mobiele aansluiting;

maximale downloadsnelheid van de internetaansluiting (minder dan 144 Kb/s, 144 Kb/s of meer en minder dan 2 Mb/s, 2 Mb/s of meer);

internetgebruik voor bancaire en financiële diensten;

internetgebruik voor opleiding en onderwijs;

internetgebruik voor marktmonitoring;

internetgebruik voor de ontvangst van digitale producten;

internetgebruik voor het verkrijgen van klantenservice;

internetgebruik voor contacten met overheidsdiensten in 2005;

aanwezigheid van een eigen website.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die in 2005 via internet contact hadden met overheidsdiensten:

internetgebruik voor het verkrijgen van informatie van de websites van overheidsdiensten in 2005;

nternetgebruik voor het verkrijgen van formulieren van de websites van overheidsdiensten in 2005;

internetgebruik voor het terugsturen van ingevulde formulieren naar overheidsdiensten in 2005;

internetgebruik voor het indienen van een voorstel in een systeem voor elektronische aanbestedingen (e-overheidsopdrachten) in 2005.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die een website hebben:

website voor de marketing van eigen producten;

website voor het vergemakkelijken van de toegang tot catalogi en prijslijsten;

website voor het verlenen van klantenondersteuning.

E-handel en elektronisch zakendoen

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die toegang hebben tot internet:

orders geplaatst hebben via internet;

orders ontvangen hebben via internet.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die via internet orders geplaatst hebben:

percentage van de totale aankopen dat resulteert uit via internet geplaatste orders, in percentageklassen ( [0;1[ , [1;5[ , [5;10[ , [10;25[ , [25;100] ).

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die via internet orders ontvangen hebben:

percentage van de totale omzet dat resulteert uit via internet ontvangen orders;

e-verkoop via internet naar klanttype: B2B (Business to Business) en B2G (Business to Government);

e-verkoop via internet naar klanttype: B2C (Business to Consumer);

e-verkoop via internet naar bestemming: eigen land;

e-verkoop via internet naar bestemming: overige EU-landen;

e-verkoop via internet naar bestemming: rest van de wereld;

producten verkocht hebben via gespecialiseerde B2B-marktplaatsen.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die computers gebruiken:

orders geplaatst hebben via andere computernetwerken dan internet;

orders ontvangen hebben via andere computernetwerken dan internet.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die via andere computernetwerken dan internet orders geplaatst hebben:

percentage van de totale aankopen dat resulteert uit via andere computernetwerken dan internet geplaatste orders, in percentageklassen ( [0;1[ , [1;25[ , [25;50[ , [50;75[ , [75;100] ).

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die via andere computernetwerken dan internet orders ontvangen hebben:

percentage van de totale omzet dat resulteert uit via andere computernetwerken dan internet ontvangen orders.

ICT-veiligheid

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die toegang hebben tot internet:

gebruik van beveiligingsvoorzieningen: viruscontrole of beveiligingssoftware;

gebruik van beveiligingsvoorzieningen: firewalls;

gebruik van beveiligingsvoorzieningen: veilige servers;

gebruik van beveiligingsvoorzieningen: off-site back-up van gegevens;

gebruik van beveiligingsvoorzieningen: elektronische digitale handtekening als mechanisme voor de authenticatie van de klant;

gebruik van beveiligingsvoorzieningen: andere authenticatiemechanismen (bv. PIN-code);

gebruik van beveiligingsvoorzieningen: gegevensversleuteling met het oog op geheimhouding;

in 2005 ondervonden ICT-gerelateerde problemen die leidden tot een verlies van informatie of arbeidstijd.

b.2)   De volgende bedrijfskenmerken worden verzameld voor bedrijven van de financiële sector die zijn ingedeeld in de klassen 65.12, 65.22, 66.01 en 66.03 van sectie J van de NACE Rev. 1.1:

ICT-systemen en het gebruik ervan in bedrijven

Kenmerken die voor alle ondernemingen moeten worden verzameld:

percentage werknemers die minstens eenmaal per week een computer gebruiken;

of er werknemers zijn die geregeld gedurende een deel van de werktijd (minstens een halve dag per week) buiten de gewone werkomgeving van het bedrijf werkzaam zijn en zich via elektronische netwerken in verbinding stellen met de computersystemen van het bedrijf (telewerken);

moeilijkheden bij het aantrekken van personeel met ICT-vaardigheden in 2005;

aanwezigheid van draadloze LAN’s;

aanwezigheid van bedrade LAN’s;

aanwezigheid van een intranet;

aanwezigheid van een extranet;

aanwezigheid van een IT-systeem om het ontvangen van orders te beheren;

mate waarin de traditionele post in de loop van de laatste vijf jaar is vervangen door elektronische communicatiemiddelen (helemaal niet, in geringe mate, in aanzienlijke mate, grotendeels of volledig, niet van toepassing).

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven waar wordt getelewerkt:

telewerken naar type: thuiswerken;

telewerken naar type: in gebouwen van klanten en/of externe zakenpartners;

telewerken naar type: geografisch verspreide locaties van hetzelfde bedrijf of dezelfde bedrijfsgroep;

telewerken naar type: tijdens zakenreizen.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die in 2005 moeilijkheden ondervonden bij het aantrekken van personeel met ICT-vaardigheden:

ICT-gebruikersvaardigheden niet beschikbaar of niet helemaal geschikt in 2005;

specialistische ICT-vaardigheden niet beschikbaar of niet helemaal geschikt in 2005;

hoge kosten van ICT-specialisten in 2005.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die beschikken over een IT-systeem om de ontvangst van orders te beheren:

IT-systeem voor orderbeheer verbonden met het interne systeem van het bedrijf of de bedrijfsgroep;

IT-systeem voor orderbeheer verbonden met bedrijfssystemen van klanten.

Gebruik van internet door bedrijven

Kenmerken die voor alle bedrijven moeten worden verzameld:

toegang tot internet.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die toegang hebben tot internet:

percentage werknemers die minstens eenmaal per week een op het World Wide Web aangesloten computer gebruiken;

internetaansluiting: traditioneel modem;

internetaansluiting: ISDN;

internetaansluiting: DSL;

internetaansluiting: andere vaste internetaansluiting;

internetaansluiting: mobiele aansluiting;

maximale downloadsnelheid van de internetaansluiting (minder dan 144 Kb/s, 144 Kb/s of meer en minder dan 2 Mb/s, 2 Mb/s of meer);

internetgebruik voor opleiding en onderwijs;

internetgebruik voor contacten met overheidsdiensten in 2005;

aanwezigheid van een eigen website.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die in 2005 via internet contact hadden met overheidsdiensten:

internetgebruik voor het verkrijgen van informatie van de websites van overheidsdiensten in 2005;

internetgebruik voor het verkrijgen van formulieren van de websites van overheidsdiensten in 2005;

internetgebruik voor het terugsturen van ingevulde formulieren naar overheidsdiensten in 2005;

internetgebruik voor het indienen van een voorstel in een systeem voor elektronische aanbestedingen (e-overheidsopdrachten) in 2005.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die een website hebben (facultatief):

website voor de marketing van eigen producten/diensten (facultatief).

E-handel en elektronisch zakendoen

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die toegang hebben tot internet:

on line verlenen van financiële diensten aan klanten via internet.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die via internet on line financiële diensten hebben verleend:

verlenen van betalingsdiensten;

verlenen van diensten op het gebied van spaardeposito’s;

verstrekken van leningen;

verlenen van beleggingsdiensten;

aanbieden van levensverzekeringen;

aanbieden van schade-, ziekte- en ongevallenverzekeringen;

via internet opdrachten ontvangen hebben voor betalingsdiensten;

via internet opdrachten ontvangen hebben voor spaardeposito’s;

via internet opdrachten ontvangen hebben voor leningen;

via internet opdrachten ontvangen hebben voor beleggingsdiensten;

via internet opdrachten ontvangen hebben voor levensverzekeringen;

via internet opdrachten ontvangen hebben voor schade-, ziekte- en ongevallenverzekeringen;

e-verkoop via internet van financiële diensten voor particulieren naar bestemming: eigen land;

e-verkoop via internet van financiële diensten voor particulieren naar bestemming: overige EU-landen;

e-verkoop via internet van financiële diensten voor particulieren naar bestemming: rest van de wereld.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die via internet bankdiensten verlenen:

percentage van het totale aantal rekening-/depositohouders dat via internet opdrachten heeft gegeven, in percentageklassen ( [0;1[ , [1;5[ , [5;10[ , [10;25[ , [25;50[ , [50;100] );

percentage van het totale aantal particuliere rekening-/depositohouders dat via internet opdrachten heeft gegeven, in percentageklassen ( [0;1[ , [1;5[ , [5;10[ , [10;25[ , [25;50[ , [50;100] );

percentage van het totale aantal zakelijke rekening-/depositohouders dat via internet opdrachten heeft gegeven, in percentageklassen ( [0;1[ , [1;5[ , [5;10[ , [10;25[ , [25;50[ , [50;100] );

percentage van de waarde van de via internet gegeven betalingsopdrachten (facultatief), in percentageklassen ( [0;1[ , [1;5[ , [5;10[ , [10;25[ , [25;50[ , [50;100] );

percentage van de waarde van de inkomsten uit via internet gegeven opdrachten (facultatief), in percentageklassen ( [0;1[ , [1;5[ , [5;10[ , [10;25[ , [25;50[ , [50;100] ).

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die via internet verzekeringen aanbieden:

percentage verzekeringspolissen dat door particuliere klanten via internet is aangevraagd, in percentageklassen ( [0;1[ , [1;5[ , [5;10[ , [10;25[ , [25;50[ , [50;100] );

percentage verzekeringspolissen dat door zakelijke klanten via internet is aangevraagd, in percentageklassen ( [0;1[ , [1;5[ , [5;10[ , [10;25[ , [25;50[ , [50;100] );

percentage van de waarde van de brutopremies verkregen uit via internet aangevraagde verzekeringspolissen voor particuliere en zakelijke klanten, in percentageklassen ( [0;1[ , [1;5[ , [5;10[ , [10;25[ , [25;50[ , [50;100] ).

Kenmerken die voor alle bedrijven moeten worden verzameld (facultatief):

ontvangst van opdrachten van klanten via andere netwerken dan internet (facultatief).

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die via andere netwerken dan internet opdrachten van klanten ontvangen hebben (facultatief):

gebruik van een netwerk om gegroepeerde betalingsopdrachten te ontvangen van computertoepassingen van zakelijke klanten (facultatief);

gebruik van een netwerk van gelduitgifteautomaten (bv. ATM’s) in zelfbedieningsruimten om betalingsopdrachten te ontvangen en/of een netwerk voor betalingsopdrachten per creditcard van particuliere klanten/personen (facultatief);

gebruik van een netwerk om opdrachten te ontvangen van de computersystemen van verkoopagenten die verbonden zijn met het computersysteem van het bedrijf (facultatief);

overig gebruik van andere elektronische netwerken dan internet (facultatief).

ICT-veiligheid

Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die toegang hebben tot internet:

gebruik van beveiligingsvoorzieningen: viruscontrole of beveiligingssoftware;

gebruik van beveiligingsvoorzieningen: firewalls;

gebruik van beveiligingsvoorzieningen: veilige servers;

gebruik van beveiligingsvoorzieningen: off-site back-up van gegevens;

gebruik van beveiligingsvoorzieningen: elektronische digitale handtekening als mechanisme voor de authenticatie van de klant;

gebruik van beveiligingsvoorzieningen: andere authenticatiemechanismen (bv. PIN-code);

gebruik van beveiligingsvoorzieningen: gegevensversleuteling met het oog op geheimhouding;

in 2005 ondervonden ICT-gerelateerde problemen die leidden tot een verlies van informatie of arbeidstijd.

2.   DEKKING

De in punt 1, onder b), van deze bijlage omschreven kenmerken moeten worden verzameld voor de bedrijven die onder de volgende economische activiteiten vallen en aan de hierna genoemde bedrijfsgrootte beantwoorden.

a)   Economische activiteit: bedrijven ingedeeld in de volgende categorieën van de NACE Rev. 1.1:

NACE-categorie

Omschrijving

Sectie D

Industrie

Sectie F

Bouwnijverheid

Sectie G

Groothandel en kleinhandel; reparatie van auto's, motorrijwielen en consumentenartikelen

Groepen 55.1 en 55.2

Hotels en Kampeerterreinen en overige accommodaties voor kortstondig verblijf

Sectie I

Vervoer, opslag en communicatie

Klasse 65.12

Overige geldscheppende financiële instellingen

Klasse 65.22

Overige kredietverstrekking

Klasse 66.01

Levensverzekeringen

Klasse 66.03

Schade-, ziekte- en ongevallenverzekeringen

Sectie K

Exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening

Groepen 92.1 en 92.2

Activiteiten op het gebied van film en video en radio en televisie

b)   Bedrijfsgrootte: bedrijven met tien of meer werknemers.

c)   Geografisch bereik: bedrijven gevestigd op het grondgebied van de lidstaat.

3.   REFERENTIEPERIODEN

De referentieperiode is het jaar 2005 voor de variabelen in de rubriek e-handel en elektronisch zakendoen en waar dit zo is aangegeven. De referentieperiode is januari 2006 voor de overige gegevens.

4.   ONDERVERDELINGEN

De in punt 1, onder b), van deze bijlage vermelde onderwerpen en kenmerken daarvan worden afzonderlijk verstrekt voor de volgende onderverdelingen:

a)   Onderverdeling naar economische activiteit: overeenkomstig de volgende aggregaten van de NACE Rev. 1.1:

NACE-aggregatie

 

DA + DB + DC + DD + DE

 

DF + DG + DH

 

DI + DJ

 

DK + DL + DM + DN

 

45

 

50

 

51

 

52

 

55.1 + 55.2

 

60 + 61 + 62 + 63

 

64

 

65.12 + 65.22

 

66.01 + 66.03

 

72

 

70 + 71 + 73 + 74

 

92.1 + 92.2

b)   Onderverdeling naar grootteklasse: de gegevens worden onderverdeeld naar de volgende grootteklassen van het aantal werknemers:

Grootteklasse

 

10 of meer

 

10-49 (kleine ondernemingen)

 

50-249 (middelgrote ondernemingen)

 

250 of meer (grote ondernemingen)

c)   Geografische onderverdeling: de gegevens worden onderverdeeld naar de volgende regionale groepen:

Regionale groep

 

Regio’s van doelstelling 1 (met inbegrip van regio’s die overgangssteun ontvangen of regio’s van phasing-out-doelstelling 1)

 

Niet onder doelstelling 1 vallende regio’s

5.   PERIODICITEIT

De gegevens worden eenmaal verstrekt voor het jaar 2006.

6.   TERMIJNEN

a)

De geaggregeerde gegevens, waar nodig gemarkeerd als vertrouwelijk of onbetrouwbaar, als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 808/2004, worden vóór 5 oktober 2006 aan Eurostat toegezonden. Tegen die datum moet de dataset voltooid, gevalideerd en goedgekeurd zijn. Voor het tabellarische, machinaal leesbare transmissieformaat moeten de instructies van Eurostat worden gevolgd.

b)

De metagegevens, als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 808/2004, worden vóór 31 juli 2006 aan Eurostat toegezonden. Voor de metagegevens wordt gebruikgemaakt van het door Eurostat verstrekte verslagmodel.

c)

Het verslag over de kwaliteit, als bedoeld in artikel 7, lid 4, van Verordening (EG) nr. 808/2004, wordt uiterlijk op 1 december 2006 aan Eurostat toegezonden. Voor het verslag over de kwaliteit wordt gebruikgemaakt van het door Eurostat verstrekte verslagmodel.


BIJLAGE II

Module 2: Particulieren, huishoudens en de informatiemaatschappij

1.   ONDERWERPEN EN KENMERKEN DAARVAN

a)   De voor het referentiejaar 2006 te behandelen onderwerpen uit de lijst in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 808/2004 zijn:

toegang tot en gebruik van ICT-systemen door particulieren en/of in huishoudens;

gebruik van internet voor verschillende doeleinden door particulieren en/of in huishoudens;

ICT-veiligheid;

ICT-vaardigheid;

belemmeringen voor het gebruik van ICT's en internet.

b)   De volgende kenmerken moeten worden verzameld:

 

Toegang tot en gebruik van ICT-systemen door particulieren en/of in huishoudens

Kenmerken die voor alle huishoudens moeten worden verzameld:

toegang tot ICT-apparatuur thuis: tv (afzonderlijk te vermelden: schotelantenne, kabel-tv, digitale tv);

toegang tot ICT-apparatuur thuis: vaste telefoonlijn;

toegang tot ICT-apparatuur thuis: mobiele telefoon (afzonderlijk te vermelden: mobiele telefoon met internettoegang);

toegang tot ICT-apparatuur thuis: spelconsole;

toegang tot ICT-apparatuur thuis: desktopcomputer;

toegang tot ICT-apparatuur thuis: draagbare computer;

toegang tot ICT-apparatuur thuis: handcomputer;

toegang tot internet thuis, ongeacht of die al dan niet wordt gebruikt.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor huishoudens die thuis toegang tot internet hebben:

apparatuur gebruikt voor toegang tot internet thuis: desktopcomputer;

apparatuur gebruikt voor toegang tot internet thuis: draagbare computer;

apparatuur gebruikt voor toegang tot internet thuis: tv-toestel met specifiek internetapparaat;

apparatuur gebruikt voor toegang tot internet thuis: spelconsole;

apparatuur gebruikt voor toegang tot internet thuis: andere middelen (facultatief kunnen afzonderlijk worden vermeld: mobiele telefoon met internettoegang, handcomputer);

type aansluiting gebruikt voor toegang tot internet thuis: modem of ISDN;

type aansluiting gebruikt voor toegang tot internet thuis: DSL;

type aansluiting gebruikt voor toegang tot internet thuis: andere breedbandaansluiting (bv. kabel, UMTS, enz.);

type aansluiting gebruikt voor toegang tot internet thuis: mobiele telefoon via smalband (WAP, GPRS, enz.).

Kenmerken die voor alle particulieren moeten worden verzameld:

recentste computergebruik (de laatste drie maanden; drie maanden tot een jaar geleden; meer dan een jaar geleden; nooit een computer gebruikt);

gebruik van een mobiele telefoon.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die de laatste drie maanden een computer hebben gebruikt:

frequentie van het computergebruik (elke dag of bijna elke dag; ten minste eenmaal per week (maar niet elke dag); ten minste eenmaal per maand (maar niet elke week); minder dan eenmaal per maand);

plaats van het computergebruik in de laatste drie maanden: thuis;

plaats van het computergebruik in de laatste drie maanden: op de gewone werkplek (andere plaats dan thuis);

plaats van het computergebruik in de laatste drie maanden: op de onderwijsplek;

plaats van het computergebruik in de laatste drie maanden: bij iemand anders thuis;

plaats van het computergebruik in de laatste drie maanden: elders.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die een mobiele telefoon gebruiken:

vervanging van traditionele privé-post door mobiele tekst- of beeldberichten (geen vervanging; vervanging in geringe mate; vervanging in aanzienlijke mate; grotendeels of volledig vervangen; niet van toepassing).

 

Gebruik van internet voor verschillende doeleinden door particulieren en/of in huishoudens

Kenmerken die voor alle particulieren moeten worden verzameld:

recentste internetgebruik (de laatste drie maanden; drie maanden tot een jaar geleden; meer dan een jaar geleden; nooit internet gebruikt).

Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die internet reeds hebben gebruikt:

recentste commerciële activiteit via internet voor privé-gebruik (de laatste drie maanden; drie maanden tot een jaar geleden; meer dan een jaar geleden; nooit gekocht of besteld).

Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die de laatste drie maanden internet hebben gebruikt:

frequentie van het internetgebruik in de laatste drie maanden (elke dag of bijna elke dag; ten minste eenmaal per week (maar niet elke dag); ten minste eenmaal per maand (maar niet elke week); minder dan eenmaal per maand);

plaats van het internetgebruik in de laatste drie maanden: thuis;

plaats van het internetgebruik in de laatste drie maanden: op de werkplek (andere plaats dan thuis);

plaats van het internetgebruik in de laatste drie maanden: op de onderwijsplek;

plaats van het internetgebruik in de laatste drie maanden: bij iemand anders thuis;

plaats van het internetgebruik in de laatste drie maanden: elders (facultatief kunnen afzonderlijk worden vermeld: openbare bibliotheek; postkantoor; overheidsdienst, gemeentehuis of bestuursorgaan; opbouwwerk of vrijwilligersorganisatie; internetcafé);

gebruik van mobiele apparatuur voor toegang tot internet: mobiele telefoon via WAP of GPRS;

gebruik van mobiele apparatuur voor toegang tot internet: mobiele telefoon via UMTS;

gebruik van mobiele apparatuur voor toegang tot internet: handcomputer;

vervanging van traditionele privé-post door internet- of e-mailberichten (geen vervanging; vervanging in geringe mate; vervanging in aanzienlijke mate; grotendeels of volledig vervangen; niet van toepassing);

gebruik van een persoonlijk e-mailadres (privé of kantoor);

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden om e-mail te verzenden en/of te ontvangen;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden om te telefoneren via internet;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden voor andere communicatieactiviteiten;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden om informatie over goederen en diensten te zoeken;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden om gebruik te maken van diensten met betrekking tot reizen en logies;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden om webradio te luisteren of webtelevisie te kijken;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden om spellen te spelen, beelden of muziek weer te geven, of om deze te downloaden;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden om software te downloaden;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden om on-linekranten en –tijdschriften te lezen of te downloaden;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden om werk te zoeken of een sollicitatie in te dienen;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden om gezondheidsinformatie te zoeken;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden om andere informatie te zoeken of van andere on-linediensten gebruik te maken;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden voor internetbankieren;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden om goederen of diensten te verkopen;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden voor formele onderwijsactiviteiten;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden voor cursussen na afsluiting van de onderwijsloopbaan;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden voor andere, baangerichte onderwijsactiviteiten;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden om informatie van websites van overheidsinstanties te verkrijgen;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden om officiële formulieren van websites van overheidsinstanties te downloaden;

internetgebruik in de laatste drie maanden voor privé-doeleinden om ingevulde formulieren naar overheidsinstanties te zenden;

internetgebruik voor contacten met de overheid (gebruik; belangstelling voor gebruik; geen belangstelling).

Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die de laatste drie maanden internet hebben gebruikt en belangstelling tonen voor e-overheid:

e-overheid voor inkomstenbelastingen (gebruik; van plan om te gebruiken; geen belangstelling);

e-overheid voor het zoeken naar een baan via arbeidsbureaus (gebruik; van plan om te gebruiken; geen belangstelling);

e-overheid voor socialezekerheidsuitkeringen (gebruik; van plan om te gebruiken; geen belangstelling);

e-overheid voor persoonlijke documenten (gebruik; van plan om te gebruiken; geen belangstelling);

e-overheid voor de registratie van een voertuig (gebruik; van plan om te gebruiken; geen belangstelling);

e-overheid voor de aanvraag van een bouwvergunning (gebruik; van plan om te gebruiken; geen belangstelling);

e-overheid voor een aangifte bij de politie (gebruik; van plan om te gebruiken; geen belangstelling);

e-overheid voor openbare bibliotheken (gebruik; van plan om te gebruiken; geen belangstelling);

e-overheid voor de aanvraag en afgifte van certificaten (gebruik; van plan om te gebruiken; geen belangstelling);

e-overheid voor inschrijving aan een instelling voor hoger onderwijs of een universiteit (gebruik; van plan om te gebruiken; geen belangstelling);

e-overheid voor een bericht van verhuizing (gebruik; van plan om te gebruiken; geen belangstelling);

e-overheid voor diensten op het gebied van gezondheidszorg (gebruik; van plan om te gebruiken; geen belangstelling).

Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die de laatste twaalf maanden internet hebben gebruikt voor internethandel:

internetgebruik voor het bestellen van levensmiddelen of kruidenierswaren;

internetgebruik voor het bestellen van huishoudartikelen;

internetgebruik voor het bestellen van films of muziek (afzonderlijk te vermelden: of de levering on line heeft plaatsgevonden);

internetgebruik voor het bestellen van boeken, tijdschriften, kranten of materiaal voor e-leren (afzonderlijk te vermelden: of de levering on line heeft plaatsgevonden);

internetgebruik voor het bestellen van kleding of sportartikelen;

internetgebruik voor het bestellen van software en upgrades (afzonderlijk te vermelden: of de levering on line heeft plaatsgevonden);

internetgebruik voor het bestellen van hardware;

internetgebruik voor het bestellen van elektronische apparatuur;

internetgebruik voor het plaatsen van orders voor aandelen, financiële diensten of verzekeringen;

internetgebruik voor het boeken van reizen of vakantieverblijven;

internetgebruik voor het aanvragen van toegangskaarten voor evenementen;

internetgebruik voor deelneming aan loterijen of weddenschappen;

internetgebruik voor het bestellen van andere goederen of diensten;

internetgebruik voor het bestellen bij detailhandelaren die men van elders dan van internet kent;

internetgebruik voor het bestellen bij detailhandelaren die men van internet kent of op internet heeft gevonden;

problemen ondervonden met internethandel, ongeacht het soort probleem.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die de laatste twaalf maanden internet hebben gebruikt voor internethandel en die daarbij problemen hebben ondervonden:

problemen ondervonden met internethandel: moeilijkheden om informatie over garanties te vinden;

problemen ondervonden met internethandel: leveringstermijn langer dan aangegeven;

problemen ondervonden met internethandel: uiteindelijke kosten hoger dan aangegeven;

problemen ondervonden met internethandel: verkeerde of beschadigde goederen geleverd of helemaal geen goederen ontvangen;

problemen ondervonden met internethandel: ontoereikende beveiliging van betalingen;

problemen ondervonden met internethandel: klachten en verhaal moeilijk of geen bevredigend antwoord na een klacht;

problemen ondervonden met internethandel: andere.

ICT-veiligheid

Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die de laatste drie maanden thuis internet hebben gebruikt:

spam (ongevraagde e-mails die de particulier als junkmail beschouwt en niet wenst te ontvangen).

ICT-vaardigheid

Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die ooit een computer hebben gebruikt:

recentste cursus van ten minste drie uren over enig aspect van computergebruik (in de laatste drie maanden; drie maanden tot een jaar geleden; één tot drie jaar geleden; meer dan drie jaar geleden; nooit een cursus gevolgd);

computervaardigheden voor het kopiëren of verplaatsen van een bestand of map;

computervaardigheden voor het gebruik van hulpmiddelen voor kopiëren en plakken om informatie in een document te kopiëren of te verplaatsen;

computervaardigheden voor het gebruik van elementaire rekenkundige formules in een spreadsheet;

computervaardigheden voor het comprimeren van bestanden;

computervaardigheden voor het aansluiten en installeren van nieuwe apparaten, bv. een printer of een modem;

computervaardigheden voor het schrijven van een computerprogramma met behulp van een gespecialiseerde programmeertaal.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die ooit internet hebben gebruikt:

internetvaardigheden voor het gebruik van een zoekmachine om informatie te zoeken;

internetvaardigheden voor het verzenden van e-mails met bijgevoegde bestanden;

internetvaardigheden voor het plaatsen van berichten in chatrooms, nieuwsgroepen of een on-linediscussieforum;

internetvaardigheden voor het gebruik van internet om te telefoneren;

internetvaardigheden voor het gebruik van „peer-to-peer file sharing” (uitwisseling van bestanden zonder centrale server) voor de uitwisseling van films, muziek, enz.;

internetvaardigheden voor het maken van een webpagina.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die een of meer van de computer of internetvaardigheden bezitten:

wijze waarop de e vaardigheden zijn verworven: formele onderwijsinstelling;

wijze waarop de e-vaardigheden zijn verworven: cursussen in een centrum voor volwassenenonderwijs (maar niet op initiatief van de werkgever);

wijze waarop de e-vaardigheden zijn verworven: cursussen beroepsopleiding (op verzoek van de werkgever);

wijze waarop de e-vaardigheden zijn verworven: zelfstudie met behulp van boeken, cd-rom’s, enz.;

wijze waarop de e-vaardigheden zijn verworven: zelfstudie in de betekenis van al doende leren;

wijze waarop de e-vaardigheden zijn verworven: informele hulp van collega’s, verwanten, vrienden;

wijze waarop de e-vaardigheden zijn verworven: andere wijze.

Belemmeringen voor het gebruik van ICT's en internet

Kenmerken die moeten worden verzameld voor huishoudens die thuis geen toegang tot internet hebben:

belemmeringen voor internettoegang thuis: heb elders toegang;

belemmeringen voor internettoegang thuis: wil internet niet (vanwege schadelijke inhoud, enz.);

belemmeringen voor internettoegang thuis: heb internet niet nodig (omdat het niet nuttig is, niet interessant, enz.);

belemmeringen voor internettoegang thuis: apparatuurkosten te hoog;

belemmeringen voor internettoegang thuis: toegangskosten te hoog;

belemmeringen voor internettoegang thuis: ontoereikende vaardigheden;

belemmeringen voor internettoegang thuis: lichamelijke invaliditeit;

belemmeringen voor internettoegang thuis: bezorgdheid over privacy of veiligheid;

belemmeringen voor internettoegang thuis: andere.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die de laatste drie maanden internet hebben gebruikt en die internet nog niet gebruiken in de plaats van persoonlijke contacten met of bezoeken aan overheidsdiensten:

belemmeringen voor het gebruik van e-overheid: benodigde diensten zijn on line niet beschikbaar of moeilijk te vinden;

belemmeringen voor het gebruik van e-overheid: er is geen persoonlijk contact;

belemmeringen voor het gebruik van e-overheid: er wordt niet onmiddellijk antwoord gegeven;

belemmeringen voor het gebruik van e-overheid: bezorgdheid over de bescherming en beveiliging van persoonsgegevens;

belemmeringen voor het gebruik van e-overheid: extra kosten;

belemmeringen voor het gebruik van e-overheid: te ingewikkeld;

belemmeringen voor het gebruik van e-overheid: andere.

Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die de laatste twaalf maanden internet hebben gebruikt, maar niet voor internethandel:

belemmeringen voor internethandel: heb er geen behoefte aan;

belemmeringen voor internethandel: ga liever persoonlijk winkelen, wil het product zien, winkeltrouw, macht der gewoonte;

belemmeringen voor internethandel: ontoereikende vaardigheden;

belemmeringen voor internethandel: de levering van via internet bestelde goederen is een probleem;

belemmeringen voor internethandel: bezorgdheid over beveiliging of privacy;

belemmeringen voor internethandel: onvoldoende vertrouwen wat betreft de ontvangst of het terugsturen van goederen, bezorgdheid over klacht en verhaalmogelijkheden;

belemmeringen voor internethandel: geen betaalkaart waarmee via internet kan worden betaald;

belemmeringen voor internethandel: snelheid van de internetverbinding is te laag;

belemmeringen voor internethandel: andere.

2.   DEKKING

a)

De te vertegenwoordigen statistische eenheden voor de in punt 1, onder b), vermelde kenmerken die betrekking hebben op huishoudens, zijn de huishoudens waarvan ten minste één lid tot de leeftijdsgroep 16-74 behoort.

b)

De te vertegenwoordigen statistische eenheden voor de in punt 1, onder b), vermelde kenmerken die betrekking hebben op particulieren, zijn de particulieren in de leeftijdsgroep 16-74.

c)

Het geografische bereik omvat de huishoudens en/of particulieren die op het grondgebied van de lidstaat wonen.

3.   REFERENTIEPERIODEN

De referentieperiode voor de te verzamelen statistieken is het eerste kwartaal van 2006.

4.   ONDERVERDELINGEN

a)

Voor de in punt 1, onder b), van deze bijlage vermelde onderwerpen en kenmerken daarvan die betrekking hebben op huishoudens, worden de volgende achtergrondkenmerken verzameld:

geografische locatie: wonen in regio’s van doelstelling 1 (met inbegrip van regio’s die overgangssteun ontvangen of regio’s van phasing-out-doelstelling 1); wonen in andere regio's;

urbanisatiegraad: wonen in dichtbevolkte gebieden; wonen in gebieden met middelhoge bevolkingsdichtheid; wonen in dunbevolkte gebieden;

type huishouden: aantal personen in het huishouden (afzonderlijk te verzamelen: aantal kinderen onder 16);

(facultatief) nettomaandinkomen van het huishouden (te verzamelen als waarde of door middel van kwartielen).

b)

Voor de in punt 1, onder b), van deze bijlage vermelde onderwerpen en kenmerken daarvan die betrekking hebben op particulieren, worden de volgende achtergrondkenmerken verzameld:

geografische locatie: wonen in regio’s van doelstelling 1 (met inbegrip van regio’s die overgangssteun ontvangen of regio’s van phasing-out-doelstelling 1); wonen in andere regio's;

urbanisatiegraad: wonen in dichtbevolkte gebieden; wonen in gebieden met middelhoge bevolkingsdichtheid; wonen in dunbevolkte gebieden;

geslacht: mannelijk; vrouwelijk;

leeftijdsgroep: onder 16 (facultatief); 16 tot 24; 25 tot 34; 35 tot 44; 45 tot 54; 55 tot 64; 65 tot 74; boven 74 (facultatief);

hoogste voltooide onderwijsniveau overeenkomstig de International Standard Classification of Educational Levels (ISCED 97): laag (ISCED 0, 1 of 2); middelhoog (ISCED 3 of 4); hoog (ISCED 5 of 6);

werkstatus: werknemer; zelfstandige, inclusief meewerkende gezinsleden; werkloos; student die geen deel uitmaakt van de arbeidskrachten; andere, geen deel uitmakend van de arbeidskrachten;

beroep overeenkomstig de International Standard Classification of Occupations (ISCO-88 (COM)): handarbeider, hoofdarbeider; ICT-werker, niet-ICT-werker.

5.   PERIODICITEIT

De gegevens worden eenmaal verstrekt voor het jaar 2006.

6.   TERMIJNEN VOOR DE INDIENING VAN DE RESULTATEN

a)

De geaggregeerde gegevens, waar nodig gemarkeerd als vertrouwelijk of onbetrouwbaar, als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 808/2004, worden vóór 5 oktober 2006 aan Eurostat toegezonden. Tegen die datum moet de dataset voltooid, gevalideerd en goedgekeurd zijn. Voor het tabellarische, machinaal leesbare transmissieformaat moeten de instructies van Eurostat worden gevolgd.

b)

De metagegevens, als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 808/2004, worden vóór 31 juli 2006 aan Eurostat toegezonden. Voor de metagegevens wordt gebruikgemaakt van het door Eurostat verstrekte verslagmodel.

c)

Het verslag over de kwaliteit, als bedoeld in artikel 7, lid 4, van Verordening (EG) nr. 808/2004, wordt uiterlijk op 1 december 2006 aan Eurostat toegezonden. Voor het verslag over de kwaliteit wordt gebruikgemaakt van het door Eurostat verstrekte verslagmodel.


Top