Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002E0965

    Gemeenschappelijk optreden van de Raad van 10 december 2002 houdende wijziging en verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het vredesproces in het Midden-Oosten

    PB L 334 van 11.12.2002, p. 11–13 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2003

    ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2002/965/oj

    32002E0965

    Gemeenschappelijk optreden van de Raad van 10 december 2002 houdende wijziging en verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het vredesproces in het Midden-Oosten

    Publicatieblad Nr. L 334 van 11/12/2002 blz. 0011 - 0013


    Gemeenschappelijk optreden van de Raad

    van 10 december 2002

    houdende wijziging en verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het vredesproces in het Midden-Oosten

    (2002/965/GBVB)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14 en artikel 18, lid 5,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Gemeenschappelijk Optreden 2000/794/GBVB van de Raad van 14 december 2000 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het vredesproces in het Midden-Oosten(1) loopt af op 31 december 2002.

    (2) Uit het hernieuwde onderzoek van dat gemeenschappelijk optreden blijkt dat het mandaat van de speciale vertegenwoordiger moet worden gewijzigd en verlengd.

    (3) Er moet worden gezorgd voor duidelijk afgebakende verantwoordelijkheden en voor coördinatie en samenhang van het externe optreden van de Europese Unie in het Midden-Oosten.

    (4) Op 30 maart 2000 heeft de Raad een handleiding aangenomen inzake de procedure voor de benoeming en administratieve regelingen betreffende de speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie (SVEU's),

    HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het mandaat van de heer Miguel MORATINOS als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het Midden-Oosten wordt verlengd.

    Artikel 2

    Het mandaat van de speciale vertegenwoordiger wordt gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie ten aanzien van het vredesproces in het Midden-Oosten, zoals dat door de Raad is omschreven en bijgewerkt.

    Deze doelstellingen omvatten het volgende:

    a) een oplossing met twee staten, dat wil zeggen Israël en een democratische, levensvatbare, vreedzame en soevereine Palestijnse staat, die binnen veilige en erkende grenzen naast elkaar leven en met hun buurlanden normale betrekkingen onderhouden overeenkomstig de Resoluties 242, 338, 1397 en 1402 van de VN-Veiligheidsraad en de beginselen van de Conferentie van Madrid;

    b) een oplossing langs de lijnen Israël-Syrië en Israël-Libanon;

    c) een billijke oplossing voor het complexe vraagstuk van Jeruzalem en een rechtvaardige, levensvatbare en overeengekomen oplossing van het probleem van de Palestijnse vluchtelingen;

    d) een spoedige bijeenroeping van een vredesconferentie, die zowel politieke en economische aspecten als aangelegenheden inzake veiligheid dient te behandelen, de parameters van een politieke oplossing dient te bevestigen en een realistisch en duidelijk omschreven tijdschema dient op te stellen.

    Deze doeleinden zijn gebaseerd op het streven van de Europese Unie om:

    a) met de partijen en met de partners in de internationale gemeenschap samen te werken, in het bijzonder binnen het kader van het Midden-Oosten-kwartet, teneinde al het mogelijke te doen met het oog op vrede en een redelijke toekomst voor alle mensen in de regio;

    b) bijstand te blijven verlenen aan de hervorming van het Palestijnse veiligheidssysteem, spoedige verkiezingen en politieke en administratieve hervormingen;

    c) ten volle bij te dragen aan het bewerkstelligen van vrede, alsmede aan de wederopbouw van de Palestijnse economie als een integrerend onderdeel van regionale ontwikkeling.

    De speciale vertegenwoordiger ondersteunt de werkzaamheden van de hoge vertegenwoordiger in het gebied, mede in het kader van het Midden-Oosten-kwartet.

    Artikel 3

    Teneinde deze doelstellingen te verwezenlijken krijgt de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie het volgende mandaat:

    a) een actieve en efficiënte bijdrage van de Europese Unie leveren tot acties en initiatieven die leiden tot een definitieve regeling van het conflict tussen Israël en Palestina en van het conflict Israël-Syrië en Israël-Libanon;

    b) nauwe contacten vergemakkelijken en onderhouden met alle partijen bij het vredesproces in het Midden-Oosten, met andere landen in de regio, de leden van het Midden-Oosten-kwartet en andere betrokken landen en met de VN en andere betrokken internationale organisaties, teneinde met hen samen te werken aan de versterking van het vredesproces;

    c) zorgen voor de voortdurende aanwezigheid van de Europese Unie, ter plaatse en in bevoegde internationale fora, en bijdragen aan crisisbeheersing en -preventie;

    d) de vredesonderhandelingen tussen de partijen waarnemen en ondersteunen en in voorkomend geval advies en goede diensten van de Europese Unie aanbieden;

    e) desgevraagd bijdragen tot de uitvoering van de internationale overeenkomsten die de partijen hebben bereikt, en op het diplomatieke vlak met hen in contact treden ingeval men zich niet houdt aan de voorwaarden van deze overeenkomsten;

    f) bijzondere aandacht schenken aan factoren die gevolgen hebben voor de regionale dimensie van het vredesproces in het Midden-Oosten;

    g) constructieve gesprekken voeren met de ondertekenaars van overeenkomsten in het kader van het vredesproces, teneinde de inachtneming van de basisnormen van de democratie te bevorderen, waaronder de eerbiediging van de mensenrechten en van de rechtsstaat;

    h) verslag uitbrengen over de mogelijkheden voor EU-interventie in het vredesproces, en over de wijze waarop het best uitvoering kan worden gegeven aan de EU-initiatieven en de lopende EU-activiteiten in verband met het vredesproces in het Midden-Oosten, zoals de bijdrage van de Europese Unie aan de Palestijnse hervormingen, waaronder de politieke aspecten van de ontwikkelingsprojecten van de Europese Unie;

    i) toezicht houden op handelingen van de partijen die het resultaat van de onderhandelingen betreffende de permanente status nadelig zouden kunnen beïnvloeden;

    j) binnen het op 9 april 1998 ingestelde Permanent Veiligheidscomité van de Europese Unie en de Palestijnse Autoriteit alsmede op andere wijzen de samenwerking inzake veiligheidsvraagstukken vergemakkelijken;

    k) bijdragen aan een beter begrip van de rol van de Europese Unie onder de opinieleiders in de regio.

    Artikel 4

    1. De speciale vertegenwoordiger is verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat, onder het gezag en de operationele leiding van de hoge vertegenwoordiger. De speciale vertegenwoordiger legt verantwoording af aan de hoge vertegenwoordiger over de administratieve uitgaven, alsmede aan de Commissie over de operationele kosten ingevolge de activiteiten.

    2. De speciale vertegenwoordiger is een bevoorrecht gesprekspartner van het Politiek en Veiligheidscomité (PVC), dat het eerste contactpunt met de Raad vormt. Het PVC zorgt binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke inbreng ten behoeve van de speciale vertegenwoordiger.

    Artikel 5

    1. De speciale vertegenwoordiger sluit een contract met de Raad.

    2. Het voorzitterschap, de Commissie en/of de lidstaten verlenen in voorkomend geval logistieke steun in de regio.

    Artikel 6

    1. De speciale vertegenwoordiger is verantwoordelijk voor de samenstelling van zijn team en stelt de Raad en de Commissie hiervan via de hoge vertegenwoordiger in kennis.

    2. De lidstaten en de instellingen van de Europese Unie kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de speciale vertegenwoordiger. De bezoldiging van het personeel dat door een lidstaat of een instelling van de Europese Unie bij de speciale vertegenwoordiger gedetacheerd wordt, komt ten laste van de betrokken lidstaat respectievelijk instelling van de Europese Unie.

    3. Alle openstaande A-ambten worden in de lidstaten en bij de instellingen van de Europese Unie bekendgemaakt en vervuld door de meest geschikte kandidaten.

    4. De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de speciale vertegenwoordiger en zijn medewerkers worden met de partijen overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.

    Artikel 7

    De speciale vertegenwoordiger brengt in de regel persoonlijk verslag uit aan de hoge vertegenwoordiger en aan het PVC en kan tevens verslag uitbrengen aan de betrokken groep. Hij zendt regelmatig schriftelijke verslagen aan de hoge vertegenwoordiger, de Raad en de Commissie. De speciale vertegenwoordiger kan op aanbeveling van de hoge vertegenwoordiger en het PVC verslag uitbrengen aan de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen.

    Artikel 8

    Met het oog op de samenhang van het externe optreden van de Europese Unie worden de activiteiten van de speciale vertegenwoordiger gecoördineerd met die van de hoge vertegenwoordiger, het voorzitterschap en de Commissie. Om te zorgen voor politieke samenhang en complementariteit van het EU-optreden op het gebied van veiligheidssamenwerking, worden de werkzaamheden van de speciale vertegenwoordiger nauw gecoördineerd met die van de EU-adviseur die is aangewezen bij Gemeenschappelijk Optreden 2000/298/GBVB van de Raad van 13 april 2000 inzake een bijstandsprogramma van de Europese Unie om de Palestijnse Autoriteit te steunen in haar inspanningen ter bestrijding van de terroristische activiteiten die van de onder haar controle staande gebieden uitgaan(2), waarbij de speciale vertegenwoordiger instaat voor de politieke richtlijnen. Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met het voorzitterschap, de Commissie en de missiehoofden, die allen doen wat in hun vermogen ligt om de speciale vertegenwoordiger bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De speciale vertegenwoordiger houdt ook verbinding met andere internationale en regionale actoren ter plaatse.

    Artikel 9

    De uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Europese Unie in de regio worden op gezette tijden getoetst. Twee maanden vóór de afloop van het mandaat legt de speciale vertegenwoordiger een uitvoerig schriftelijk verslag over de uitvoering van het mandaat voor aan de hoge vertegenwoordiger, de Raad en de Commissie. Dit verslag vormt de basis voor de beoordeling van het gemeenschappelijk optreden in de betrokken groepen en door het PVC. In het kader van de algemene inzetprioriteiten doet de hoge vertegenwoordiger aanbevelingen aan het PVC over het besluit van de Raad tot verlenging, wijziging of beëindiging van het mandaat.

    Artikel 10

    Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op 1 januari 2003.

    Het is van toepassing tot en met 30 juni 2003.

    Artikel 11

    Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad.

    Gedaan te Brussel, 10 december 2002.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    P. S. Møller

    (1) PB L 318 van 16.12.2000, blz. 5. Gemeenschappelijk optreden gewijzigd bij Gemeenschappelijk Optreden 2001/800/GBVB (PB L 303 van 20.11.2001, blz. 5).

    (2) PB L 97 van 19.4.2000, blz. 4.

    Top