Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998D0392

    98/392/EG: Besluit van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 en de overeenkomst inzake de toepassing van deel XI van dat verdrag van 28 juli 1994

    PB L 179 van 23.6.1998, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1998/392/oj

    Related international agreement
    Related international agreement

    31998D0392

    98/392/EG: Besluit van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 en de overeenkomst inzake de toepassing van deel XI van dat verdrag van 28 juli 1994

    Publicatieblad Nr. L 179 van 23/06/1998 blz. 0001 - 0002


    BESLUIT VAN DE RAAD van 23 maart 1998 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 en de overeenkomst inzake de toepassing van deel XI van dat verdrag van 28 juli 1994 (98/392/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op de artikelen 43, 113 en 130 S, lid 1, juncto artikel 228, lid 2, eerste zin, en lid 3, tweede alinea,

    Gezien het voorstel van de Commissie (1),

    Gezien de instemming van het Europees Parlement (2),

    Overwegende dat de Europese Gemeenschap het verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (hierna "het verdrag" genoemd) en de overeenkomst inzake de toepassing van deel XI van dat verdrag (hierna "de overeenkomst" genoemd) heeft ondertekend;

    Overwegende dat het verdrag en de overeenkomst in werking zijn getreden, dat de meerderheid van de lidstaten van de Europese Gemeenschap daarbij partij is en dat in de overige lidstaten het bekrachtigingsproces aan de gang is;

    Overwegende dat aan de voorwaarden voor nederlegging door de Europese Gemeenschap van de akte van formele bevestiging bedoeld in artikel 3 van bijlage IX van het verdrag en waarnaar in artikel 4, lid 4, van de overeenkomst wordt verwezen, is voldaan;

    Overwegende dat de Europese Gemeenschap de overeenkomst en deel XI van het verdrag sedert 16 november 1994 voorlopig toepast en op dit ogenblik voorlopig lid is van de Internationale Zeebodemautoriteit;

    Overwegende dat het verdrag en de overeenkomst dienen te worden goedgekeurd om de Europese Gemeenschap in staat te stellen partij daarbij te worden;

    Overwegende dat de Europese Gemeenschap bij de nederlegging van de akte van formele bevestiging een verklaring moet afleggen waarin de onderwerpen worden opgesomd waarvoor haar lidstaten de bevoegdheid aan haar hebben overgedragen alsook een verklaring in overeenstemming met artikel 310 van het verdrag;

    Overwegende dat de Europese Gemeenschap in dit stadium afziet van de keuze van een specifieke procedure voor de regeling van geschillen als bedoeld in artikel 287 van het verdrag; dat dit besluit evenwel binnen een vastgestelde termijn zal worden onderzocht;

    Overwegende dat de Europese Gemeenschap en haar lidstaten deelnemen aan de werkzaamheden van de Internationale Zeebodemautoriteit en dat zij bijgevolg de standpunten moeten coördineren die zij in deze organisatie zullen innemen,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    1. Het verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee en de overeenkomst inzake de toepassing van deel XI van dat verdrag worden namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

    2. De teksten van het verdrag en van de overeenkomst zijn opgenomen in bijlage I.

    3. De akte van formele bevestiging van de Europese Gemeenschap, opgenomen in bijlage II, wordt bij de secretaris-generaal van de Verenigde Naties nedergelegd. Zij bevat een verklaring omtrent de bevoegdheden en een verklaring in overeenstemming met artikel 310 van het verdrag.

    Artikel 2

    De Europese Gemeenschap en haar lidstaten coördineren de standpunten die zij in de organen van de Internationale Zeebodemautoriteit zullen innemen overeenkomstig de in bijlage III vastgelegde procedure.

    Artikel 3

    De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de akte van formele bevestiging neder te leggen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Gedaan te Brussel, 23 maart 1998.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    M. MEACHER

    (1) PB C 155 van 23.5.1997, blz. 1.

    (2) PB C 325 van 27.10.1997, blz. 14.

    Top