Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998D0226

    98/226/EG: Beschikking van de Commissie van 19 maart 1998 tot wijziging van Beschikking 97/216/EG wat betreft bepaalde beschermende maatregelen in verband met klassieke varkenspest in Nederland (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 85 van 20.3.1998, p. 34–36 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 14/05/1998

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1998/226/oj

    31998D0226

    98/226/EG: Beschikking van de Commissie van 19 maart 1998 tot wijziging van Beschikking 97/216/EG wat betreft bepaalde beschermende maatregelen in verband met klassieke varkenspest in Nederland (Voor de EER relevante tekst)

    Publicatieblad Nr. L 085 van 20/03/1998 blz. 0034 - 0036


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 19 maart 1998 tot wijziging van Beschikking 97/216/EG wat betreft bepaalde beschermende maatregelen in verband met klassieke varkenspest in Nederland (Voor de EER relevante tekst) (98/226/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG (2), en met name op artikel 10, lid 4,

    Overwegende dat zich in Nederland uitbraken van klassieke varkenspest hebben voorgedaan;

    Overwegende dat vanwege de handel in levende varkens, varkenssperma, embryo's en eicellen deze uitbraken een bedreiging kunnen vormen voor de varkensstapels van andere lidstaten;

    Overwegende dat Nederland maatregelen heeft genomen in het kader van Richtlijn 80/217/EEG van de Raad van 22 januari 1980 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest (3), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden;

    Overwegende dat de Commissie in verband met de diergezondheidssituatie Beschikking 94/216/EG van 26 maart 1997 tot vaststelling van beschermende maatregelen in verband met klassieke varkenspest in Nederland en tot intrekking van Beschikking 97/122/EG (4) heeft gegeven;

    Overwegende dat de bij Beschikking 94/216/EG vastgestelde maatregelen in het licht van de ontwikkeling van de diergezondheidsituatie moeten worden gewijzigd;

    Overwegende dat de handelsbeperkingen regionaal kunnen worden gedifferentieerd, aangezien de gebieden met een bijzonder risico geografisch kunnen worden afgebakend;

    Overwegende dat de Nederlandse autoriteiten ter voorkoming van verdere verspreiding van klassieke varkenspest reeds specifieke maatregelen hebben vastgesteld voor de handel in levende varkens uit bepaalde gebieden van Nederland in de rest van het land;

    Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    1. Nederland mag geen varkens vervoeren naar andere lidstaten, tenzij deze varkens uit een ander dan het in de bijlage aangegeven gebied komen.

    2. Wanneer varkens vanuit het gebied buiten het in de bijlage aangegeven gebied naar andere lidstaten worden verzonden, moeten zij van het bedrijf van oorsprong rechtstreeks naar de plaats, het bedrijf of het slachthuis van bestemming worden overgebracht.

    3. Fok- en gebruiksvarkens die vanuit een ander dan het in de bijlage aangegeven gebied naar andere lidstaten worden verzonden moeten afkomstig zijn van bedrijven waar in de laatste 30 dagen vóór de verzending van de betrokken varkens geen levende varkens zijn binnengebracht.

    4. Vervoer van varkens uit een ander dan het in de bijlage aangegeven gebied naar andere lidstaten wordt slechts toegestaan als de centrale en de plaatselijke veterinaire autoriteiten van de lidstaat van bestemming hiervan drie dagen van tevoren schriftelijk in kennis zijn gesteld door de plaatselijke bevoegde veterinaire autoriteit.

    5. In Nederland mogen geen varkens uit het in de bijlage aangegeven gebied naar andere delen van het land worden verzonden.

    Artikel 2

    Nederland mag geen sperma naar andere lidstaten verzenden dat niet afkomstig is van beren die worden gehouden in een spermacentrum als bedoeld in artikel 3, onder a), van Richtlijn 90/429/EEG van de Raad (5), buiten het in de bijlage aangegeven gebied.

    Artikel 3

    1. Het bij Richtlijn 64/432/EEG van de Raad (6) vastgestelde gezondheidscertificaat dat uit Nederland verzonden varkens begeleidt, moet worden aangevuld met de volgende vermelding:

    "Dieren conform Beschikking 98/226/EG van de Commissie van 19 maart 1998 tot wijziging van Beschikking 97/216/EG wat betreft bepaalde beschermende maatregelen in verband met klassieke varkenspest in Nederland.".

    2. Het bij Richtlijn 90/429/EEG vastgestelde gezondheidscertificaat dat uit Nederland verzonden sperma begeleidt, moet worden aangevuld met de volgende vermelding:

    "Sperma conform Beschikking 98/226/EG van de Commissie van 19 maart 1998 tot wijziging van Beschikking 97/216/EG wat betreft bepaalde beschermende maatregelen in verband met klassieke varkenspest in Nederland.".

    Artikel 4

    1. Nederland moet ervoor zorgen dat voertuigen die varkens uit een ander dan het in de bijlage aangegeven gebied naar andere lidstaten vervoeren niet door het laatstgenoemde gebied rijden.

    2. Nederland moet ervoor zorgen dat voertuigen die voor het vervoer van varkens zijn gebruikt telkens na gebruik worden schoongemaakt en gedesinfecteerd en de vervoerder moet daarvan het bewijs leveren.

    Artikel 5

    Artikel 1 van Beschikking 97/216/EG wordt geschrapt.

    Artikel 6

    De lidstaten brengen de maatregelen die zij ten aanzien van de handel toepassen, in overeenstemming met deze beschikking. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

    Artikel 7

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 19 maart 1998.

    Voor de Commissie

    Franz FISCHLER

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 224 van 18. 8. 1990, blz. 29.

    (2) PB L 62 van 15. 3. 1993, blz. 49.

    (3) PB L 47 van 21. 2. 1980, blz. 11.

    (4) PB L 87 van 2. 4. 1997, blz. 24.

    (5) PB L 224 van 18. 8. 1990, blz. 62.

    (6) PB 121 van 29. 7. 1964, blz. 1977/64.

    BIJLAGE

    Het deel van het grondgebied van Nederland binnen de volgende grenzen:

    - de grens tussen Duitsland en Nederland vanaf het punt waar de grens het Bijlands Kanaal kruist ter hoogte van de gemeente Millingen aan de Rijn tot het Drielandenpunt bij Vaals;

    - de grens tussen België en Nederland vanaf Vaals tot het Schelde-Rijnkanaal;

    - een lijn langs het Schelde-Rijnkanaal naar het noorden over de autosnelweg A 58 en vervolgens tot het Volkerak;

    - een lijn vanaf het Volkerak over het verkeersknooppunt Hellegatsplein, naar het Hollands Diep, over de autosnelweg A 16 naar de Nieuwe Merwede, die overgaat in de Waal;

    - een lijn vanaf de Waal over de autosnelwegen A 27 bij Gorinchem, A 2 bij Zaltbommel en A 325 bij Nijmegen, en die verder loopt tot aan de grens tussen Duitsland en Nederland in de gemeente Millingen aan de Rijn.

    Top