EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31985L0303

Richtlijn 85/303/EEG van de Raad van 10 juni 1985 tot wijziging van Richtlijn 69/335/EEG betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal

PB L 156 van 15.6.1985, p. 23–24 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2008; stilzwijgende opheffing door 32008L0007

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1985/303/oj

31985L0303

Richtlijn 85/303/EEG van de Raad van 10 juni 1985 tot wijziging van Richtlijn 69/335/EEG betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal

Publicatieblad Nr. L 156 van 15/06/1985 blz. 0023 - 0024
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 09 Deel 1 blz. 0171
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 09 Deel 1 blz. 0171


*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 10 juni 1985

tot wijziging van Richtlijn 69/335/EEG betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal

(85/303/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 99 en 100,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal op communautair niveau zijn geharmoniseerd bij Richtlijn 39/335/EEG (4), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 74/553/EEG (5); dat bij Richtlijn 73/80/EEG (6) de gemeenschappelijke tarieven van deze belastingen werden vastgesteld;

Overwegende dat het kapitaalrecht op de hergroepering en ontwikkeling van ondernemingen een ongunstige economische weerslag heeft; dat dit in het bijzonder in de huidige conjunctuurfase het geval is, in welke fase het beslist noodzakelijk is prioriteit te geven aan een heropleving van de investeringen;

Overwegende dat met afschaffing van het kapitaalrecht die doeleinden het best worden gediend; dat het verlies aan ontvangsten als gevolg van een dergelijke maatregel voor enige Lid-Staten evenwel onaanvaardbaar blijkt te zijn; dat de Lid-Staten derhalve de mogelijkheid moet worden gelaten om alle of een gedeelte van de verrichtingen die binnen het toepassingsgebied van het kapitaalrecht vallen, van dit recht vrij te stellen dan wel daaraan te onderwerpen, met dien verstande dat in een zelfde Lid-Staat één enkel belastingtarief moet gelden;

Overwegende dat dient te worden voorzien in de verplichte vrijstelling van de thans onder het verlaagde tarief van het kapitaalrecht vallende verrichtingen;

Overwegende dat het kapitaalrecht op 1 juli 1984 in Griekenland niet bestond; dat daarom de mogelijkheid moet worden geboden een dergelijk recht in dit land in te voeren en tevens om bepaalde verrichtingen ervan vrij te stellen,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 69/335/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. in artikel 4, lid 2,

- wordt de inleidende zin vervangen door:

»2. Voor zover zij op 1 juli 1984 tegen het tarief van 1 % werden belast, mogen de volgende verrichtingen aan het kapitaalrecht onderworpen blijven:";

- wordt aan het einde de volgende alinea toegevoegd:

»De Helleense Republiek bepaalt echter welke van de bovengenoemde verrichtingen zij aan het kapitaalrecht onderwerpt.";

2. artikel 7 wordt vervangen door:

»Artikel 7

1. De Lid-Staten stellen de verrichtingen die op 1 juli 1984 van het kapitaalrecht waren vrijgesteld of tegen een tarief van ten hoogste 0,50 % werden belast vrij met uitzondering van de in artikel 9 bedoelde verrichtingen.

Voor de vrijstelling gelden dezelfde voorwaarden als die welke op die datum golden voor de toekenning van de vrijstelling of voor het verlenen van een tarief van ten hoogste 0,50 %.

De Helleense Republiek bepaalt welke verrichtingen zij van het kapitaalrecht vrijstelt.

2. De Lid-Staten mogen ofwel alle andere dan de in lid 1 bedoelde verrichtingen van het kapitaalrecht vrijstellen, ofwel deze aan een uniform tarief van ten hoogste 1 % onderwerpen.

3. In geval van vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder c), die volgt op een vermindering van het vennootschappelijk kapitaal wegens geleden verliezen, kan het gedeelte van de vermeerdering dat overeenkomt met de vermindering van het kapitaal, worden vrijgesteld, op voorwaarde dat deze vermeerdering plaatsvindt binnen vier jaar na de vermindering van het kapitaal.";

3. de inleidende zin van artikel 8 wordt vervangen door:

»Behoudens artikel 7, lid 1, kunnen door de Lid-Staten de in artikel 4, leden 1 en 2, bedoelde verrichtingen van het kapitaalrecht worden vrijgesteld, indien het betreft:".

Artikel 2

Richtlijn 73/80/EEG wordt ingetrokken.

Artikel 3

De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om uiterlijk op 1 januari 1986 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Luxemburg, 10 juni 1985.

Voor de Raad

De Voorzitter

M. FIORET

(1) PB nr. C 267 van 6. 10. 1984, blz. 5.

(2) PB nr. C 46 van 18. 2. 1985, blz. 77.

(3) PB nr. C 87 van 9. 4. 1985, blz. 21.

(4) PB nr. L 249 van 3. 10. 1969, blz. 25.

(5) PB nr. L 303 van 13. 11. 1974, blz. 9.

(6) PB nr. L 103 van 18. 4. 1973, blz. 15.

Top