Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31976L0580

    Richtlijn 76/580/EEG van de Raad van 29 juni 1976 tot wijziging van Richtlijn 73/239/EEG tot coördinatie van de wettelijke bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de uitoefening daarvan

    PB L 189 van 13.7.1976, p. 13–14 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2015; opgeheven door 32009L0138 en zie 32012L0023 en 32013L0058

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1976/580/oj

    31976L0580

    Richtlijn 76/580/EEG van de Raad van 29 juni 1976 tot wijziging van Richtlijn 73/239/EEG tot coördinatie van de wettelijke bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de uitoefening daarvan

    Publicatieblad Nr. L 189 van 13/07/1976 blz. 0013 - 0014
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 6 Deel 1 blz. 0188
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0227
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 6 Deel 1 blz. 0188
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0217
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0217


    ++++

    RICHTLIJN VAN DE RAAD

    van 29 juni 1976

    tot wijziging van Richtlijn 73/239/EEG tot coordinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf , met uitzondering van de levensverzekeringsbranche , en de uitoefening daarvan

    ( 76/580/EEG )

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 57 , lid 2 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

    Overwegende dat bij Richtlijn 73/239/EEG van de Raad van 24 juli 1973 tot coordinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf , met uitzondering van de levensverzekeringsbranche , en de uitoefening daarvan ( 3 ) , ter vergemakkelijking van de toegang tot en de uitoefening van genoemde activiteit , bepaalde verschillen tussen de nationale wetgevingen zijn afgeschaft en dat daarin , onder waarborging van een gepaste bescherming van verzekerden en derden in alle Lid-Staten , met name de bepalingen zijn gecoordineerd die betrekking hebben op de financiële garanties die van de verzekeringsmaatschappijen worden geëist ;

    Overwegende dat , krachtens die richtlijn , het minimum garantiefonds dat door elke Lid-Staat van iedere verzekeringsmaatschappij waarvan de maatschappelijke zetel op zijn grondgebied is gevestigd , wordt geëist , niet minder mag bedragen dan bepaalde in de richtlijn in rekeneenheden uitgedrukte bedragen ;

    Overwegende dat eveneens gebruik wordt gemaakt van de rekeneenheid ter bepaling van het bedrag van de ontvangsten waarbeneden bepaalde onderlinge waarborgmaatschappijen niet onder de richtlijn vallen ;

    Overwegende dat in de zin van genoemde richtlijn onder rekeneenheid moet worden verstaan de rekeneenheid zoals gedefinieerd in artikel 4 van het Protocol betreffende de statuten van de Europese Investeringsbank ; dat , op basis van deze definitie , de omrekening van de in de richtlijn aangegeven bedragen in nationale valuta's zou leiden tot concurrentievervalsingen tussen ondernemingen waarvan de maatschappelijke zetel op het grondgebied van de verschillende Lid-Staten is gevestigd ;

    Overwegende dat de Raad op 21 april 1975 bij Besluit 75/250/EEG ( 4 ) , een Europese rekeneenheid heeft gedefinieerd die de gemiddelde ontwikkeling van de waarde van de valuta's van de Lid-Staten weergeeft ; dat de omrekeningskoers van elke valuta ten opzichte van deze rekeneenheid automatisch wordt vastgesteld op basis van de dagelijks op de wisselmarkten genoteerde koersen ; dat het gebruik van deze Europese rekeneenheid voor de verzekeringsmaatschappijen gelijke concurrentievoorwaarden schept ;

    Overwegende dat artikel 4 van bovengenoemd Protocol wordt herzien en dat met toepassing van het besluit van de Raad van gouverneurs , van 18 maart 1975 , de Europese Investeringsbank gebruik maakt van de bij Besluit 75/250/EEG gedefinieerde Europese rekeneenheid ;

    Overwegende dat de Commissie op recentere datum , namelijk op 18 december 1975 , bij Beschikking nr . 3289/75/EGKS ( 5 ) , op grond van een met eenparigheid van stemmen betuigde instemming van de Raad heeft besloten deze Europese rekeneenheid te aanvaarden voor de toepassing van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal ;

    Overwegende dat de waarde van de Europese rekeneenheid in elk der valuta's van de Lid-Staten dagelijks wordt vastgesteld en dat het gebruik ervan voor de toepassing van deze richtlijn de vaststelling van een referentiedag noodzakelijk maakt ;

    Overwegende evenwel dat de invoering van de Europese rekeneenheid voor sommige Lid-Staten een daling in nationale valuta tot gevolg zou hebben van de in de richtlijn in rekeneenheden uitgedrukte bedragen ; dat zulk een daling de huidige bescherming van de verzekerden via het minimum garantiefonds in dezelfde mate zou verminderen ; dat een herziening van genoemde bedragen om de twee jaar moet worden uitgevoerd ; dat deze herziening kan leiden tot een wijziging van de betreffende bedragen ; dat de verlaging in sommige Lid-Staten van de in de nationale valuta uitgedrukte bedragen in die omstandigheden op korte termijn zou kunnen worden gevolgd door een nieuwe aanpassing in diezelfde Lid-Staten ; dat de toepassing van deze opeenvolgende maatregelen moeilijkheden zou opleveren voor ondernemingen en controle-autoriteiten ; dat deze bedragen dienovereenkomstig moeten worden gehandhaafd op het peil dat zij zouden hebben bereikt aan de hand van de voor de invoering van de Europese rekeneenheid geldende omrekeningskoers , indien dit peil hoger is dan dat van de Europese rekeneenheid , en zulks tot aan de herziening van de in Richtlijn 73/239/EEG vastgestelde bedragen ;

    Overwegende dat de ontwikkeling van de economische en monetaire toestand die in de Gemeenschap is waargenomen , een periodieke bestudering van laatstgenoemde bedragen rechtvaardigt ,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

    Artikel 1

    1 . In artikel 5 van Richtlijn 73/239/EEG wordt punt a ) vervangen door de volgende tekst :

    " a ) rekeneenheid : de Europese rekeneenheid ( E.R.E . ) zoals gedefinieerd bij Beschikking nr . 3289/75/EGKS van de Commissie ( 1 ) . Telkens wanneer in deze richtlijn wordt verwezen naar de rekeneenheid , moet vanaf 31 december van elk jaar , als tegenwaarde ervan in nationale valuta in aanmerking worden genomen die welke gold op de laatste dag van de voorgaande maand oktober waarvoor de tegenwaarden van de E.R.E . in alle valuta's van de Gemeenschap beschikbaar zijn ; " .

    2 . De volgende voetnoot wordt toegevoegd onderaan de bladzijde waarop artikel 5 van Richtlijn 73/239/EEG voorkomt :

    " ( 1 ) PB nr . L 327 van 19 . 12 . 1975 , blz . 4 . " .

    Artikel 2

    Tot aan de eerste herziening van de in Richtlijn 73/239/EEG in rekeneenheden uitgedrukte bedragen , mogen de in nationale valuta uitgedrukte bedragen voor de omrekening van de rekeneenheid , in de zin van artikel 5 , sub a ) , voorlopig niet lager zijn dan die welke werden verkregen volgens de omrekeningskoers die voor de aanneming van onderhavige richtlijn op de rekeneenheid van toepassing was .

    Artikel 3

    De Raad gaat om de twee jaar , op voorstel van de Commissie , over tot onderzoek naar en , in voorkomend geval , tot herziening van de in rekeneenheden uitgedrukte bedragen van Richtlijn 73/239/EEG , rekening houdend met de ontwikkeling van de economische en monetaire toestand die in de Gemeenschap is waargenomen .

    Artikel 4

    De overeenkomstig deze richtlijn gewijzigde nationale bepalingen zijn van toepassing met ingang van 31 december 1976 .

    Artikel 5

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

    Gedaan te Luxemburg , 29 juni 1976 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    G . THORN

    ( 1 ) PB nr . C 28 van 9 . 2 . 1976 , blz . 16 .

    ( 2 ) PB nr . C 35 van 16 . 2 . 1976 , blz . 17 .

    ( 3 ) PB nr . L 228 van 16 . 8 . 1973 , blz . 3 .

    ( 4 ) PB nr . L 104 van 24 . 4 . 1975 , blz . 35 .

    ( 5 ) PB nr . L 327 van 19 . 12 . 1975 , blz . 4 .

    Top