Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006R1643

    Verordening (EG) nr. 1643/2006 van de Commissie van 7 november 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van de regeling inzake het verlenen van bijstand bij uitvoer van producten van de sector rundvlees waarvoor een bijzondere behandeling geldt bij invoer in een derde land (Gecodificeerde versie)

    PB L 308 van 08/11/2006, p. 7–10 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/1643/oj

    8.11.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 308/7


    VERORDENING (EG) Nr. 1643/2006 VAN DE COMMISSIE

    van 7 november 2006

    houdende uitvoeringsbepalingen van de regeling inzake het verlenen van bijstand bij uitvoer van producten van de sector rundvlees waarvoor een bijzondere behandeling geldt bij invoer in een derde land

    (Gecodificeerde versie)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), en met name op artikel 29, lid 2,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2931/79 van de Raad van 20 december 1979 inzake het verlenen van bijstand bij uitvoer van landbouwproducten die in aanmerking komen voor een speciale behandeling bij invoer in een derde land (2), en met name op artikel 1, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EEG) nr. 2973/79 van de Commissie van 21 december 1979 houdende uitvoeringsbepalingen van de regeling inzake het verlenen van bijstand bij uitvoer van producten van de sector rundvlees waarvoor een bijzondere behandeling geldt bij invoer in een derde land (3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

    (2)

    De Verenigde Staten van Amerika passen een bijzondere behandeling bij invoer toe voor 5 000 ton rundvlees per jaar dat aan bepaalde voorwaarden voldoet en dat van oorsprong uit de Gemeenschap is. Dit vlees dient met name vergezeld te gaan van een identificatiebewijs dat is afgegeven door de exporterende lidstaat.

    (3)

    De identificatiebewijzen mogen slechts worden afgegeven voor de hoeveelheid van 5 000 ton waarvoor deze behandeling geldt. De Commissie moet derhalve eerst machtiging verlenen voordat uitvoercertificaten voor dit vlees worden afgegeven. Bovendien moet worden bepaald dat de tolerantie als bedoeld in artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (5), niet geldt voor de hoeveelheid die groter is dan de hoeveelheid waarvoor het certificaat is afgegeven.

    (4)

    Het model van het identificatiebewijs moet worden vastgesteld, alsmede de bepalingen inzake het gebruik ervan.

    (5)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   Bij deze verordening worden de bijzondere uitvoeringsbepalingen vastgesteld om jaarlijks 5 000 ton vers, gekoeld of bevroren rundvlees dat van oorsprong uit de Gemeenschap is en dat in aanmerking komt voor een speciale behandeling, naar de Verenigde Staten van Amerika uit te voeren.

    2.   Het in lid 1 bedoelde vlees moet voldoen aan de gezondheidsvoorschriften welke door het importerende derde land zijn vastgesteld en afkomstig zijn van dieren die minder dan twee maanden vóór de datum waarop de douaneformaliteiten bij uitvoer worden vervuld, zijn geslacht.

    Artikel 2

    Bij het vervullen van de douaneformaliteiten bij uitvoer wordt het in artikel 3 omschreven identificatiebewijs op aanvraag van de belanghebbende afgegeven, na overlegging van het in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1445/95 van de Commissie (6) bedoelde uitvoercertificaat en een gezondheidscertificaat waarin staat aangegeven op welke datum de dieren werden geslacht waarvan het in artikel 12 van die verordening bedoelde vlees afkomstig is.

    Artikel 3

    1.   Van het identificatiebewijs worden een origineel en ten minste één kopie opgesteld op een formulier dat overeenstemt met het model in bijlage I.

    Dit bewijs wordt gedrukt in het Engels, op wit papier; het formaat ervan is 210 × 297 mm. Elk bewijs wordt geïndividualiseerd door een volgnummer dat wordt toegekend door het in artikel 4 bedoelde douanekantoor.

    De exporterende lidstaten kunnen eisen dat het op hun grondgebied gebruikte bewijs niet alleen in het Engels, maar ook in één van hun officiële talen is gedrukt.

    2.   Het origineel en de kopieën hebben hetzelfde volgnummer. Het origineel en de kopieën worden met de schrijfmachine of met de hand ingevuld; in het laatste geval moeten zij met inkt en in drukletters worden ingevuld.

    Artikel 4

    1.   Het identificatiebewijs en de kopieën worden afgegeven door het douanekantoor waar de douaneformaliteiten bij uitvoer worden vervuld.

    2.   Het in lid 1 bedoelde douanekantoor brengt zijn visum aan in het daarvoor bestemde vak van het origineel en overhandigt dit aan de belanghebbende; het douanekantoor behoudt een kopie.

    Artikel 5

    De lidstaten nemen alle maatregelen die nodig zijn voor de controle op de oorsprong en de aard van de producten waarvoor een identificatiebewijs wordt afgegeven.

    Artikel 6

    Verordening (EEG) nr. 2973/79 wordt ingetrokken.

    Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

    Artikel 7

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 7 november 2006.

    Voor de Commissie

    Franco FRATTINI

    Vicevoorzitter


    (1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

    (2)  PB L 334 van 28.12.1979, blz. 8.

    (3)  PB L 336 van 29.12.1979, blz. 44. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1234/2006 (PB L 225 van 17.8.2006, blz. 21).

    (4)  Zie bijlage II.

    (5)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 410/2006 (PB L 71 van 10.3.2006, blz. 7).

    (6)  PB L 143 van 27.6.1995, blz. 35.


    BIJLAGE I

    Image


    BIJLAGE II

    Ingetrokken verordening met de achtereenvolgende wijzigingen ervan

    Verordening (EEG) nr. 2973/79 van de Commissie (1)

    (PB L 336 van 29.12.1979, blz. 44)

     

    Verordening (EEG) nr. 2077/80 van de Commissie

    (PB L 202, van 2.8.1980, blz. 22)

     

    Verordening (EEG) nr. 3582/81 van de Commissie

    (PB L 359 van 15.12.1981, blz. 14)

     

    Verordening (EEG) nr. 3434/87 van de Commissie

    (PB L 327 van 18.11.1987, blz. 7)

    Uitsluitend artikel 1

    Verordening (EG) nr. 1234/2006 van de Commissie

    (PB L 225 van 17.8.2006, blz. 21)

     


    (1)  Deze verordening is voorts gewijzigd bij artikel 18, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2377/80 (PB L 241 van 13.9.1980, blz. 5), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1445/95.


    BIJLAGE III

    CONCORDANTIETABEL

    Verordening (EEG) nr. 2973/79

    De onderhavige verordening

    Artikel 1

    Artikel 1

    Artikel 3

    Artikel 2

    Artikel 4

    Artikel 3

    Artikel 5

    Artikel 4

    Artikel 6

    Artikel 5

    Artikel 6

    Artikel 8

    Artikel 7

    Bijlage

    Bijlage I

    Bijlage II

    Bijlage III


    Top