This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32004R1864
Commission Regulation (EC) No 1864/2004 of 26 October 2004 opening and providing for the administration of tariff quotas for preserved mushrooms imported from third countries
Verordening (EG) nr. 1864/2004 van de Commissie van 26 oktober 2004 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten voor uit derde landen ingevoerde conserven van paddestoelen
Verordening (EG) nr. 1864/2004 van de Commissie van 26 oktober 2004 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten voor uit derde landen ingevoerde conserven van paddestoelen
PB L 325 van 28/10/2004, p. 30–38
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2006; opgeheven door 32006R1979
28.10.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 325/30 |
VERORDENING (EG) Nr. 1864/2004 VAN DE COMMISSIE
van 26 oktober 2004
betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten voor uit derde landen ingevoerde conserven van paddestoelen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije,
Gelet op de Akte van toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 41, eerste alinea,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (1), en met name op artikel 15, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van de Overeenkomst inzake de landbouw (2) die is gesloten tijdens de Uruguayronde van multilaterale handelsbesprekingen, heeft de Gemeenschap zich ertoe verbonden om met ingang van 1 juli 1995 onder bepaalde voorwaarden communautaire tariefcontingenten voor conserven van paddestoelen van het geslacht „Agaricus” spp. van de GN-codes 0711 90 40, 2003 10 20 en 2003 10 30 te openen. |
(2) |
De voorschriften voor het beheer van deze contingenten zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2125/95 van de Commissie van 6 september 1995 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten voor conserven van paddestoelen (3). Gezien de ervaring met de toepassing van die verordening, moeten sommige van de huidige voorschriften worden gewijzigd om de regeling te vereenvoudigen en te verduidelijken. Duidelijkheidshalve moet Verordening (EG) nr. 2125/95 worden ingetrokken en vervangen door een nieuwe verordening die van toepassing is met ingang van 1 januari 2005. |
(3) |
Gezorgd moet worden voor een zo soepel mogelijke overgang tussen de twee regelingen. Daartoe is het dienstig sommige uitvoeringsbepalingen uit Verordening (EG) nr. 2125/95 over te nemen en de traditionele tijdschema’s voor de invoer te handhaven. |
(4) |
Bij Verordening (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie van 6 augustus 2001 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur van het gemeenschappelijk douanetarief (4) is de gecombineerde nomenclatuur gewijzigd voor sommige groente- en fruitsoorten en door verwerking daarvan verkregen producten, waaronder sommige conserven van paddestoelen van het geslacht „Agaricus”. |
(5) |
Het Protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Roemenië, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies, dat is goedgekeurd bij Besluit 2003/18/EG van de Raad (5), bevat bepalingen inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde conserven van paddestoelen van het geslacht „Agaricus” van oorsprong uit Roemenië. |
(6) |
Het Protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Bulgarije, anderzijds, in verband met de resultaten van de onderhandelingen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies, dat is goedgekeurd bij Besluit 2003/286/EG van de Raad (6), bevat bepalingen inzake de invoer in de Gemeenschap van bepaalde conserven van paddestoelen van het geslacht „Agaricus” van oorsprong uit Bulgarije. |
(7) |
Onverminderd het resultaat van de onderhandelingen op grond van artikel XXIV.6 van de GATT (1994) moet, om de traditionele handelsstromen in stand te houden en er tegelijk voor te zorgen dat de markt van de Gemeenschap openblijft voor nieuwe leverende derde landen, bij de bepaling van de hoeveelheid conserven van paddestoelen van het geslacht „Agaricus”, die in het kader van de tariefcontingenten in de Gemeenschap kan worden ingevoerd, rekening worden gehouden met de preferenties die zijn vastgesteld in de Europaovereenkomsten met Bulgarije en Roemenië. Daartoe dienen de aan andere derde landen dan Bulgarije en Roemenië toegewezen hoeveelheden duidelijk te worden onderscheiden van de aan Bulgarije en Roemenië toegewezen hoeveelheden. Gezien het gebruik dat is gemaakt van de reserve waarin Verordening (EG) nr. 2125/95 in de afgelopen jaren voorzag, dient deze reserve in de aan China toegewezen hoeveelheid te worden opgenomen om elke onderbreking van de handel met dit specifieke leverende land te voorkomen. |
(8) |
Een regeling dient te worden getroffen om elk jaar een doelmatige toewijzing van de communautaire tariefcontingenten voor conserven van paddestoelen mogelijk te maken. Om te voorkomen dat de communautaire handel met derde landen wordt onderbroken, dient die regeling te zijn gebaseerd op de gegevens die na het eerste halfjaar beschikbaar zijn. |
(9) |
Gedetailleerde voorschriften moeten worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat voor de hoeveelheden boven de tariefcontingenten het volle recht wordt geheven dat in het gemeenschappelijk douanetarief is vastgesteld. Die voorschriften moeten voorzien in de afgifte van certificaten na afloop van een termijn waarin de hoeveelheden worden gecontroleerd en de lidstaten de nodige gegevens meedelen. Zij vormen een aanvulling op of wijken af van het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (7). |
(10) |
De markt van de Gemeenschap moet verder in toereikende mate en tegen stabiele prijzen van de betrokken producten worden voorzien, terwijl onnodige marktverstoringen in de vorm van hevige prijsschommelingen en negatieve gevolgen voor de communautaire producenten moeten worden voorkomen. Daartoe dient de concurrentie tussen importeurs steeds meer te worden bevorderd en dient de administratieve last voor importeurs te worden beperkt. |
(11) |
In het belang van de bestaande importeurs, die normaliter aanzienlijke hoeveelheden van de betrokken producten invoeren, en ook in het belang van nieuwe importeurs, die zich op de markt begeven en eveneens een eerlijke kans moeten hebben om certificaten voor een hoeveelheid conserven van paddestoelen in het kader van de tariefcontingenten aan te vragen, dient onderscheid te worden gemaakt tussen traditionele importeurs en nieuwe importeurs. Deze twee categorieën van importeurs dienen duidelijk te worden gedefinieerd en bepaalde criteria met betrekking tot de status van de aanvragers en het gebruik van de toegewezen certificaten dienen te worden vastgesteld. |
(12) |
Het is dienstig een verdeling tussen de onderscheiden categorieën van importeurs vast te stellen op basis van de feitelijk ingevoerde hoeveelheden, en niet op basis van de afgegeven certificaten. Uit verscheidene jaren ervaring met de toepassing van de huidige regeling blijkt echter dat het in het geval van Bulgarije en Roemenië geen zin heeft een verdeling van de contingenten tussen traditionele en nieuwe importeurs te handhaven, omdat de communautaire vraag naar conserven van paddestoelen uit die landen ruim onder de contingenten blijft. |
(13) |
Voor de certificaataanvragen die elke categorie van importeurs indient om conserven van paddestoelen in te voeren uit andere derde landen dan Bulgarije en Roemenië, dienen bepaalde beperkingen te gelden. Deze beperkingen zijn nodig om ervoor te zorgen dat niet alleen de importeurs met elkaar blijven concurreren, maar ook dat elke importeur die op de markt voor groenten en fruit een echte commerciële activiteit ontplooit, de kans krijgt om zijn legitieme handelspositie ten opzichte van andere importeurs te verdedigen en dat geen enkele importeur de markt kan beheersen. |
(14) |
Om het beheer van de tariefcontingenten voor conserven van paddestoelen te verbeteren en te vereenvoudigen dient een duidelijke regeling te worden getroffen met betrekking tot de termijnen en de procedures voor de indiening van de certificaataanvragen en de afgifte van de certificaten door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. |
(15) |
Om de administratieve last voor de importeurs te beperken, dient te worden bepaald dat certificaataanvragen uitsluitend kunnen worden ingediend in de lidstaat waar de importeur is ingeschreven in een register. |
(16) |
Maatregelen zijn ook nodig om speculatieve certificaataanvragen die ertoe kunnen leiden dat de tariefcontingenten niet volledig worden benut, tot een minimum te beperken. Wegens de aard en de waarde van het betrokken product dient overeenkomstig artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 een zekerheid te worden gesteld per ton uitgelekt gewicht van het product waarvoor een aanvraag om een invoercertificaat wordt ingediend. De zekerheid moet hoog genoeg zijn om speculatieve aanvragen te ontmoedigen, maar niet zo hoog dat ook diegenen worden ontmoedigd die een echte commerciële activiteit ontplooien met betrekking tot verwerkte producten op basis van groenten en fruit. Het meest geschikte objectieve criterium voor de vaststelling van de hoogte van de zekerheid is deze te begrenzen op 2 % van het gemiddelde aanvullende douanerecht dat van toepassing is bij invoer in de Gemeenschap van conserven van paddestoelen van het geslacht „Agaricus” spp. die momenteel onder de GN-codes 0711 51 00, 2003 10 20 en 2003 10 30 vallen. |
(17) |
Om de importeurs in staat te stellen de vraag op de markt voor conserven van paddestoelen te volgen en snel te reageren op veranderende marktomstandigheden, dient hun de mogelijkheid te worden geboden de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te verzoeken de door hen ingediende certificaataanvraag als ingetrokken te beschouwen in het geval dat de hoeveelheid waarvoor het certificaat zou worden afgegeven, kleiner is dan de oorspronkelijk aangevraagde hoeveelheid. |
(18) |
Met het oog op een goed gebruik van de contingenten dienen de lidstaten regelmatig opgave te doen van de hoeveelheden waarvoor de importeurs de door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten afgegeven certificaten niet hebben gebruikt. Bij de bepaling van de hoeveelheden waarvoor certificaten zijn afgegeven, dient rekening te worden gehouden met de op verzoek van de importeurs als ingetrokken beschouwde certificaataanvragen. |
(19) |
Ten behoeve van het beheer van de tariefcontingenten voor conserven van paddestoelen moeten de importeurs bij de certificaataanvragen die zij bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat indienen, een verklaring voegen volgens welke zij de bij deze verordening vastgestelde beperkingen aanvaarden en in acht nemen. Ter voorkoming van misbruik van de regeling dient de lidstaten een beoordelingsmarge te worden gelaten voor het opleggen van sancties aan importeurs die valse, misleidende of onjuiste aanvragen en/of verklaringen indienen bij hun bevoegde autoriteiten. |
(20) |
Overgangsmaatregelen moeten worden vastgesteld om de importeurs uit Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (hierna „de nieuwe lidstaten” genoemd) in staat te stellen gebruik te maken van deze verordening. |
(21) |
Voor de jaren 2005 en 2006 dient een regeling te worden getroffen om ervoor te zorgen dat onderscheid wordt gemaakt tussen, enerzijds, traditionele importeurs en nieuwe importeurs uit de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004 en, anderzijds, traditionele importeurs en nieuwe importeurs uit de nieuwe lidstaten. |
(22) |
Bij Verordening (EG) nr. 359/2004 van de Commissie van 27 februari 2004 tot vaststelling van voor Verordening (EG) nr. 2125/95 geldende overgangsmaatregelen in verband met de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (8) zijn bepaalde overgangsmaatregelen en bepalingen voor het jaar 2004 vastgesteld. Deze overgangsmaatregelen zullen na 31 december 2004 niet langer van toepassing zijn. Daarom moet die verordening met ingang van 1 januari 2005 worden ingetrokken. |
(23) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor op basis van groenten en fruit verwerkte producten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Opening van de tariefcontingenten en toe te passen douanerechten
1. Een stelsel van tariefcontingenten wordt overeenkomstig het bepaalde in deze verordening geopend voor de invoer in de Gemeenschap van conserven van paddestoelen van het geslacht „Agaricus” van de GN-codes 0711 51 00, 2003 10 20 en 2003 10 30 (hierna „conserven van paddestoelen” genoemd). De omvang van elk tariefcontingent en de periode waarvoor dit geldt, worden vastgesteld in bijlage I.
2. Het toe te passen douanetarief is een ad-valoremrecht van 12 % voor producten van GN-code 0711 51 00 (volgnummer 09.4062) en van 23 % voor producten van de GN-codes 2003 10 20 en 2003 10 30 (volgnummer 09.4063).
Evenwel wordt een enkel tarief van 8,4 % toegepast voor producten van oorsprong uit Roemenië (volgnummer 09.4726) en wordt geen douanerecht toegepast voor producten van oorsprong uit Bulgarije (volgnummer 09.4725).
Artikel 2
Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1) |
„de nieuwe lidstaten”: Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije; |
2) |
„overige landen”: de andere derde landen dan China, Bulgarije en Roemenië; |
3) |
„bevoegde autoriteiten”: de instantie of instanties die de lidstaat voor de tenuitvoerlegging van deze verordening heeft aangewezen; |
4) |
„referentiehoeveelheid”: de grootste hoeveelheid (uitgedrukt in uitgelekt gewicht) conserven van paddestoelen van oorsprong uit China en/of de overige landen die een traditionele importeur in de voorgaande drie kalenderjaren per kalenderjaar heeft ingevoerd. De invoer van conserven van paddestoelen van oorsprong uit de nieuwe lidstaten of de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004 wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van de referentiehoeveelheid. |
Artikel 3
Categorieën van importeurs
1. Onder „traditionele importeurs” wordt verstaan importeurs die kunnen bewijzen dat zij:
a) |
in elk van de voorgaande drie kalenderjaren op grond van Verordening (EG) nr. 2125/95 of de onderhavige verordening certificaten hebben ontvangen; |
b) |
in ten minste twee van de voorgaande drie kalenderjaren conserven van paddestoelen in de Gemeenschap hebben ingevoerd; |
c) |
in het aan hun aanvraag voorafgaande jaar ten minste 100 t verwerkte producten op basis van groenten en fruit zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2201/96, in de Gemeenschap hebben ingevoerd en/of uit de Gemeenschap hebben uitgevoerd. |
2. Onder „nieuwe importeurs” wordt verstaan natuurlijke of rechtspersonen, individueel of in groepsverband, andere dan de in lid 1 bedoelde importeurs, die in elk van de voorgaande twee kalenderjaren ten minste 50 t verwerkte producten op basis van groenten en fruit zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2201/96, in de Gemeenschap hebben ingevoerd en/of uit de Gemeenschap hebben uitgevoerd. Dat aan deze voorwaarde is voldaan, wordt aangetoond door middel van enerzijds de inschrijving in een handelsregister van de lidstaat of enig ander door de lidstaat aanvaard bewijs, en anderzijds het bewijs van de invoer en/of uitvoer.
Artikel 4
Overlegging van invoercertificaten
Voor alle invoer in de Gemeenschap in het kader van de in artikel 1 bedoelde tariefcontingenten moet een invoercertificaat, hierna „certificaat” genoemd, dat overeenkomstig deze verordening is afgegeven, worden overgelegd.
Artikel 5
Certificaataanvragen en certificaten
1. Verordening (EG) nr. 1291/2000 is van toepassing op de certificaten tenzij in de onderhavige verordening iets anders is bepaald.
2. De certificaten zijn geldig gedurende negen maanden te rekenen vanaf de datum van de feitelijke afgifte in de zin van artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000, maar zijn na 31 december van het betrokken jaar niet langer geldig.
3. De in artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 bedoelde zekerheid bedraagt 40 EUR per ton uitgelekt gewicht.
4. In vak 8 van de certificaataanvraag en het certificaat wordt het land van oorsprong ingevuld en wordt het woord „ja” aangekruist. Het certificaat geldt uitsluitend voor invoer van oorsprong uit het vermelde land.
5. Vak 24 van de certificaten bevat een van de in bijlage II opgenomen vermeldingen.
6. In afwijking van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 kunnen de uit de invoercertificaten voortvloeiende rechten niet worden overgedragen.
7. Artikel 35, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 is van toepassing.
8. In afwijking van artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 mag de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheid niet groter zijn dan de in de vakken 17 en 18 van het invoercertificaat vermelde hoeveelheid. Daartoe wordt in vak 19 van het certificaat het cijfer „0” ingevuld.
Artikel 6
Verdeling van de totale hoeveelheden over de traditionele en de nieuwe importeurs
1. De totale hoeveelheid die overeenkomstig bijlage I aan China en aan de overige landen wordt toegewezen, wordt als volgt verdeeld:
a) |
95 % onder de traditionele importeurs; |
b) |
5 % onder de nieuwe importeurs. |
2. Voor invoer van oorsprong uit China en de overige landen wordt, indien in de tweede helft van het kalenderjaar één categorie van importeurs de toegewezen hoeveelheid niet volledig gebruikt, de resterende hoeveelheid toegewezen aan de andere categorie.
3. De totale hoeveelheden die overeenkomstig bijlage I aan Bulgarije, respectievelijk Roemenië, worden toegewezen, worden verdeeld zonder onderscheid tussen traditionele en nieuwe importeurs.
4. Voor invoer van oorsprong uit China en de overige landen wordt in vak 20 van de certificaataanvraag naar gelang van het geval „traditionele importeur” of „nieuwe importeur” ingevuld.
Artikel 7
Beperkingen die gelden voor de door de verschillende importeurs ingediende aanvragen
1. In de eerste of de tweede helft van het kalenderjaar mogen de door een traditionele importeur ingediende certificaataanvragen voor de invoer in de Gemeenschap van conserven van paddestoelen van oorsprong uit China en/of de overige landen in totaal ten hoogste betrekking hebben op een hoeveelheid (uitgedrukt in uitgelekt gewicht) die gelijk is aan 75 % van de referentiehoeveelheid.
2. In de eerste of de tweede helft van het kalenderjaar mogen de door een nieuwe importeur ingediende certificaataanvragen voor de invoer in de Gemeenschap van conserven van paddestoelen van oorsprong uit China en/of de overige landen in totaal ten hoogste betrekking hebben op een hoeveelheid (uitgedrukt in uitgelekt gewicht) die gelijk is aan 1 % van de som van de overeenkomstig bijlage I aan China en aan de overige landen toegewezen tariefcontingenten.
Artikel 8
Indiening van certificaataanvragen door de importeurs
1. Certificaataanvragen kunnen uitsluitend door importeurs worden ingediend.
Certificaataanvragen mogen alleen worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de aanvrager is geregistreerd.
De importeurs, en met name de traditionele importeurs, verstrekken ter staving van hun certificaataanvragen de nodige informatie om de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten in staat te stellen tot hun genoegen na te gaan of aan de in artikel 3 vastgestelde voorwaarden is voldaan.
Nieuwe importeurs die in het voorgaande kalenderjaar op grond van Verordening (EG) nr. 2125/95 of de onderhavige verordening certificaten hebben ontvangen, leveren ook het bewijs dat ten minste 50 % van de aan hen toegewezen hoeveelheid daadwerkelijk in de Gemeenschap in het vrije verkeer is gebracht.
2. De importeurs dienen hun certificaataanvragen in gedurende de eerste vijf werkdagen van januari en/of gedurende de eerste vijf werkdagen van juli.
3. De importeurs voegen bij hun certificaataanvragen een verklaring volgens welke zij de in artikel 7 vastgestelde bepalingen aanvaarden en in acht nemen.
De verklaringen worden ondertekend door de importeur, die daarmee de juistheid ervan bevestigt.
Artikel 9
Mededelingen over de certificaataanvragen
De lidstaten delen de Commissie mee voor welke hoeveelheden certificaataanvragen zijn ingediend:
a) |
voor de in januari ingediende aanvragen, op de zevende werkdag van januari; |
b) |
voor de in juli ingediende aanvragen, op de zevende werkdag van juli. |
De mededelingen worden uitgesplitst naar product volgens de gecombineerde nomenclatuur en naar oorsprong. Voor de invoer van oorsprong uit China en/of de overige landen wordt in de mededelingen ook afzonderlijk aangegeven welke hoeveelheden van elk product door traditionele, respectievelijk nieuwe importeurs zijn aangevraagd.
De bovenbedoelde gegevens worden met behulp van elektronische middelen meegedeeld volgens het model dat de Commissie de lidstaten daartoe bezorgt.
Artikel 10
Afgifte van de certificaten
1. Onder voorbehoud van lid 2 worden de certificaten door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten afgegeven op de zevende werkdag na de in artikel 9 voorgeschreven mededeling.
2. Indien in januari en/of juli wordt geconstateerd dat de aangevraagde hoeveelheden de beschikbare hoeveelheid overtreffen, neemt de Commissie een verordening aan waarbij zij een op de betrokken certificaataanvragen toe te passen forfaitair verlagingspercentage vaststelt en zo nodig de afgifte van certificaten op basis van latere aanvragen schorst.
In dat geval geven de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de certificaten af op de derde werkdag na de inwerkingtreding van de in de eerste alinea bedoelde verordening.
Artikel 11
Intrekking van certificaataanvragen
Indien de hoeveelheid waarvoor een certificaat wordt afgegeven, overeenkomstig artikel 10, lid 2, kleiner is dan de hoeveelheid waarvoor de certificaataanvraag is ingediend, kan de betrokken importeur de bevoegde autoriteiten binnen drie werkdagen na de inwerkingtreding van de overeenkomstig artikel 10, lid 2, aangenomen verordening verzoeken de certificaataanvraag als ingetrokken te beschouwen. In geval van een dergelijke intrekking wordt het hele bedrag voor de zekerheid onmiddellijk vrijgegeven.
Artikel 12
Informatie over de mate waarin de contingenten zijn gebruikt
De Commissie houdt de lidstaten regelmatig, op het geschikte tijdstip en op passende wijze, op de hoogte van de mate waarin de contingenten zijn gebruikt.
Artikel 13
Opgave van de niet-gebruikte certificaten
De lidstaten delen de Commissie de hoeveelheden mee waarvoor certificaten zijn afgegeven door hun bevoegde autoriteiten maar niet zijn gebruikt door de importeurs, zodra zij over deze informatie beschikken. Bij de bepaling van de hoeveelheden waarvoor certificaten zijn afgegeven, wordt rekening gehouden met de overeenkomstig artikel 11 ingetrokken certificaataanvragen.
De in de eerste alinea bedoelde gegevens worden met behulp van elektronische middelen meegedeeld volgens het model dat de Commissie de lidstaten daartoe bezorgt.
Artikel 14
Toe te passen internationale verbintenissen
1. De conserven van paddestoelen van oorsprong uit Bulgarije en Roemenië worden in de Gemeenschap in het vrije verkeer gebracht overeenkomstig de protocollen tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst met respectievelijk Bulgarije en Roemenië.
2. De conserven van paddestoelen van oorsprong uit China worden in de Gemeenschap binnen en in het vrije verkeer gebracht overeenkomstig de artikelen 55 tot en met 65 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (9).
3. De autoriteiten die bevoegd zijn om het certificaat van oorsprong voor de conserven van paddestoelen van oorsprong uit China af te geven, zijn vermeld in bijlage III.
Artikel 15
Wijziging van certificaten
1. De titularis van een certificaat kan verzoeken om wijziging van de GN-code waarvoor het certificaat is afgegeven, mits:
a) |
de nieuwe GN-code die wordt aangevraagd, voorkomt in artikel 1, lid 1; |
b) |
de aanvraag wordt ingediend bij de bevoegde autoriteiten die het oorspronkelijke certificaat hebben afgegeven, en vergezeld gaat van dat oorspronkelijke certificaat en van alle eventueel afgegeven uittreksels. |
2. In gevallen zoals bedoeld in lid 1 bewaren de bevoegde autoriteiten die het oorspronkelijke certificaat hebben afgegeven, dit certificaat en alle eventuele uittreksels en geven zij een vervangingscertificaat en in voorkomend geval een of meer uittreksels van het vervangingscertificaat af.
3. Het vervangingscertificaat en in voorkomend geval de uittreksels:
a) |
worden afgegeven voor een hoeveelheid die ten hoogste gelijk is aan de maximumhoeveelheid die volgens het vervangen certificaat of uittreksel beschikbaar is; |
b) |
bevatten in vak 20 het nummer en de datum van het vervangen certificaat of uittreksel; |
c) |
bevatten in de vakken 13, 14 en 15 de gegevens over het betrokken nieuwe product; |
d) |
bevatten in vak 16 de nieuwe GN-code; |
e) |
bevatten in de overige vakken dezelfde gegevens als die in het vervangen certificaat of uittreksel, en met name dezelfde vervaldatum. |
4. De lidstaten stellen de Commissie onmiddellijk met behulp van elektronische middelen in kennis van alle vervangingscertificaten die zij eventueel hebben afgegeven.
Artikel 16
Sancties ten aanzien van importeurs
1. Indien door een importeur bij de bevoegde autoriteiten van een lidstaat ingediende aanvragen en/of verklaringen vals, misleidend of onjuist blijken te zijn en tenzij dit duidelijk aan een echte fout is toe te schrijven, sluiten de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat de betrokken importeur uit van de regeling inzake certificaataanvragen voor de twee halfjaren na die constatering.
2. De lidstaten kunnen aanvullende nationale bepalingen betreffende de indiening van certificaataanvragen bij hun bevoegde autoriteiten vaststellen en kunnen voorzien in sancties die zijn aangepast aan de ernst van enige onregelmatigheid en worden opgelegd aan importeurs die voor BTW-doeleinden op hun nationale grondgebied zijn geregistreerd.
Artikel 17
Administratieve samenwerking tussen de lidstaten
De lidstaten nemen de voor wederzijdse administratieve samenwerking benodigde maatregelen met het doel ervoor te zorgen dat deze verordening naar behoren wordt toegepast.
Artikel 18
Overgangsmaatregelen voor de jaren 2005 en 2006
In afwijking van artikel 3 gelden uitsluitend in de nieuwe lidstaten voor de jaren 2005 en 2006 de volgende begripsomschrijvingen:
1) |
Onder „traditionele importeurs” wordt verstaan importeurs die kunnen bewijzen dat:
|
2) |
Onder „nieuwe importeurs” wordt verstaan natuurlijke of rechtspersonen, individueel of in groepsverband, die handelaar en geen traditionele importeur in de zin van punt 1 zijn en kunnen bewijzen dat:
|
Artikel 19
Intrekking
De Verordeningen (EG) nr. 2125/95 en (EG) nr. 359/2004 worden met ingang van 1 januari 2005 ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening.
Artikel 20
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 oktober 2004.
Voor de Commissie
Franz FISCHLER
Lid van de Commissie
(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2004 van de Commissie (PB L 64 van 2.3.2004, blz. 25).
(2) PB L 336 van 23.12.1994, blz. 22.
(3) PB L 212 van 7.9.1995, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 498/2004 (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 20).
(4) PB L 279 van 23.10.2001, blz. 1.
(5) PB L 8 van 14.1.2003, blz. 18.
(6) PB L 102 van 24.4.2003, blz. 60.
(7) PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 636/2004 (PB L 100 van 6.4.2004, blz. 25).
(8) PB L 63 van 28.2.2004, blz. 11.
(9) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.
BIJLAGE I
Omvang (in ton uitgelekt gewicht) en periode van toepassing van de in artikel 1, lid 1, bedoelde contingenten
Leverend land |
Van 1 januari tot en met 31 december van elk jaar |
Bulgarije |
2 875 (1) |
Roemenië |
500 |
China |
23 750 |
Overige landen |
3 290 |
(1) Vanaf 1 januari 2006 wordt de toewijzing voor Bulgarije jaarlijks met 250 t verhoogd.
BIJLAGE II
In artikel 5, lid 5, bedoelde vermeldingen
— in het Spaans: Derecho de aduana … % — Reglamento (CE) no 1864/2004,
— in het Tsjechisch: Celní sazba … % – nařízení (ES) č. 1864/2004,
— in het Deens: Toldsats … % — forordning (EF) nr. 1864/2004,
— in het Duits: Zollsatz … % — Verordnung (EG) Nr. 1864/2004,
— in het Ests: Tollimaks … % – määrus (EÜ) nr 1864/2004,
— in het Grieks: Δασμός … % — Κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 1864/2004,
— in het Engels: Customs duty … % — Regulation (EC) No 1864/2004,
— in het Frans: Droit de douane: … % — Règlement (CE) no 1864/2004,
— in het Italiaans: Dazio: … % — Regolamento (CE) n. 1864/2004,
— in het Lets: Muitas nodoklis … % – Regula (EK) Nr. 1864/2004,
— in het Litouws: Muito mokestis … % – Reglamentas (EB) Nr. 1864/2004,
— in het Hongaars: Vám: … % – 1864/2004/EK rendelet,
— in het Maltees: Dazju Doganali … % – Regolament (KE) Nru 1864/2004,
— in het Nederlands: Douanerecht: … % — Verordening (EG) nr. 1864/2004,
— in het Pools: Cło … % – Rozporządzenie (WE) nr 1864/2004,
— in het Portugees: Direito aduaneiro: … % — Regulamento (CE) n.o 1864/2004,
— in het Slowaaks: Clo … % – nariadenie (ES) č. 1864/2004,
— in het Sloveens: Carina: … % – Uredba (ES) št. 1864/2004,
— in het Fins: Tulli … prosenttia – Asetus (EY) N:o 1864/2004,
— in het Zweeds: Tull … % – Förordning (EG) nr 1864/2004.
BIJLAGE III
Lijst van de Chinese autoriteiten die bevoegd zijn om de in artikel 14, lid 3, bedoelde certificaten van oorsprong af te geven:
— |
General Administration of Quality Supervision |
— |
Entry-exit Inspection and Quarantine Bureau of the People's Republic of China in:
|