EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 25.11.2020
COM(2020) 760 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Het innovatiepotentieel van de EU optimaal benutten
Een actieplan inzake intellectuele eigendom om het herstel en de veerkracht van de EU te ondersteunen
1.De uitdaging voor de toekomst: de intellectuele activa van Europa benutten ter bevordering van herstel en veerkracht
Immateriële activa, zoals uitvindingen, artistieke en culturele creaties, merken, software, knowhow, bedrijfsprocessen en gegevens, vormen de hoeksteen van de hedendaagse economie. In de EU is de omvang van de jaarlijkse investeringen in zulke “intellectuele-eigendomsproducten” de afgelopen twintig jaar met 87 % gegroeid, terwijl de omvang van de materiële investeringen (exclusief investeringen in woningen) met slechts 30 % steeg. Investeringen in immateriële activa hadden ook aanzienlijk minder te lijden onder de economische crisis van 2008.
Met behulp van intellectuele-eigendomsrechten (“IE-rechten”), d.w.z. octrooien, merken, modellen, auteursrecht en naburige rechten, geografische aanduidingen en kwekersrechten, en van regels voor de bescherming van bedrijfsgeheimen kunnen ondernemers en ondernemingen hun immateriële activa benutten. In de hedendaagse economie zijn industriële producten en processen in toenemende mate gebaseerd op door IE-rechten beschermde immateriële activa, en solide beheer van intellectuele eigendom is een integraal onderdeel van elke geslaagde bedrijfsstrategie geworden. In de economie van de EU is een cruciale rol weggelegd voor bedrijfstakken die intensief gebruikmaken van intellectuele eigendom, en zij verschaffen de maatschappij waardevolle en duurzame banen. IE-rechtenintensieve bedrijfstakken zijn momenteel goed voor bijna 45 % van het bbp van Europa en dragen rechtstreeks bij aan het scheppen van bijna 30 % van alle banen
. Veel Europese industriële ecosystemen kunnen zonder doeltreffende bescherming van intellectuele eigendom en doeltreffende instrumenten voor het verhandelen van immateriële activa niet floreren.
Intellectuele eigendom is een belangrijke troef om wereldwijd te kunnen concurreren. Mondiaal gezien is er sprake van een groei van het aantal registraties van intellectuele eigendom. In de EU is dezelfde trend waarneembaar. In de periode 2010-2019 is het aantal Europese octrooien dat werd verleend bij benadering gestegen van 58 000 naar 137 000, hoewel de stijging minder afgetekend is dan in andere delen van de wereld, en dan vooral in Azië, waar economieën bezig zijn met een snelle inhaalslag wat het genereren van intellectuele eigendom betreft.
De EU heeft de middelen in huis om concurrerend te blijven in de mondiale strijd om technologisch leiderschap. Zij beschikt bovendien over een solide kader voor intellectuele eigendom. Dankzij een uniform aanvraagmechanisme is het bijvoorbeeld mogelijk in heel Europa bescherming van merken, modellen en kwekersrechten te verkrijgen en af te dwingen. De kwaliteit van de in Europa verleende octrooien behoort tot de hoogste ter wereld. Europese innovators zijn koplopers in groene technologieën. Wereldwijd beschikken zij over een fors aantal groene octrooien en over bijzonder sterke portefeuilles van intellectuele eigendom in technologieën voor bijvoorbeeld aanpassing aan klimaatverandering, koolstofafvang en -opslag, en behandeling van water en afval. Europese ondernemingen zijn ook koplopers op het gebied van specifieke digitale technologieën, zoals connectiviteitstechnologieën.
Wij moeten voortbouwen op onze sterke punten door waar nodig het EU-kader te moderniseren en goed gekalibreerd beleid op het gebied van intellectuele eigendom in te voeren teneinde ondernemingen te kunnen helpen bij het benutten van hun uitvindingen en creaties, en om er tegelijkertijd voor te zorgen dat de economie en de samenleving als geheel baat hebben bij uitvindingen en creaties. Er is een overvloed aan inventiviteit en creativiteit in de EU: daarom is het noodzakelijk zo veel mogelijk prikkels te geven om dit potentieel tot wasdom te brengen, en om onze ondernemingen op weg te helpen naar economisch herstel
en het wereldwijde leiderschap van Europa op groen en digitaal gebied.
Zonder innovatieve oplossingen kan geen antwoord worden geboden op enkele van de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen van deze tijd, zoals het mogelijk maken van de groene transitie of zorgen voor goede gezondheidszorg voor iedereen. De ontwikkeling van hernieuwbare energie en ecosystemen voor koolstofarme energie is bijvoorbeeld afhankelijk van de snelle ontwikkeling en introductie van geavanceerde technologieën, en doeltreffende instrumenten voor de uitwisseling van essentiële immateriële activa, zoals gegevens. De ontwikkeling van een bloeiend gezondheidsecosysteem in Europa vergt een transparant stelsel van stimulansen voor intellectuele eigendom, dat innovatie stimuleert en tegelijkertijd een effectieve toegang tot betaalbare geneesmiddelen verzekert. Zonder doeltreffende bescherming van intellectuele eigendom kunnen de culturele en creatieve sector niet floreren.
De COVID-19-crisis heeft laten zien hoezeer de EU afhankelijk is van essentiële innovaties en technologieën en Europa herinnerd aan het belang van doeltreffende voorschriften en instrumenten inzake intellectuele eigendom voor het realiseren van een snelle inzet van essentiële intellectuele eigendom. IE-rechten en hun rol in een concurrerende en innovatieve Europese farmaceutische industrie maken ook deel uit van de nieuwe farmaceutische strategie voor Europa.
De technologische revolutie – de data-economie en -samenleving, de toepassing van kunstmatige intelligentie (AI), het toenemende belang van nieuwe technologieën zoals blockchain, 3D-printen en het internet der dingen, en de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsmodellen, zoals de platformeconomie, en de data- en circulaire economie – biedt een unieke kans onze algehele aanpak inzake de bescherming van onze immateriële activa te moderniseren. In de afgelopen decennia is er aanzienlijke voortgang geboekt bij het creëren van een eengemaakte markt voor intellectuele eigendom, wat de economie van de EU veel voordelen heeft opgeleverd. Er is een scala aan instrumenten beschikbaar waarmee de samenleving innovatieve oplossingen kan worden aangereikt
. Toch vertoont de wijze waarop Europese bedrijven immaterieel kapitaal beschermen en de Europese samenleving daar de vruchten van laten plukken nog veel lacunes en tekortkomingen.
Wij hebben vijf uitdagingen vastgesteld.
·Ten eerste is, de vele voortgang ten spijt, een deel van het stelsel van de EU voor intellectuele eigendom te versnipperd gebleven, met procedures die te ingewikkeld en te kostbaar zijn en soms niet duidelijk zijn.
Europese octrooien moeten dure nationale valideringsprocedures en parallelle rechtsgedingen in meerdere EU-landen ondergaan. Voor geneesmiddelen geldt dat bescherming door middel van aanvullende beschermingscertificaten (ABC’s) alleen op nationaal niveau beschikbaar is. De bescherming van modellen en geografische aanduidingen moet worden verbeterd. Als iemand voor de bescherming van zijn IE-rechten genoodzaakt is tot registratie, behoren één-loket-procedures, met de juiste dekking, de norm te zijn, en niet de uitzondering.
In een digitale omgeving is een op maat gesneden bescherming van modellen, als onderdeel van de digitale transformatie, des te urgenter. Met het oog op een soepele introductie van technologieën voor 3D-printen, hebben wij bijvoorbeeld duidelijkheid nodig over de bescherming van bestanden voor 3D-printen en over de beperkingen voor het privégebruik van modellen. Op nieuwe vragen hebben wij heldere antwoorden nodig, zoals op de vraag hoe bescherming kan worden geboden aan uitvindingen die met behulp van AI zijn ontwikkeld of worden toegepast, en hoe wij ervoor kunnen zorgen dat reparatie en hergebruik niet worden tegengehouden door te restrictieve praktijken ten aanzien van intellectuele eigendom. Om de effectiviteit van onze stelsels voor intellectuele eigendom te vergroten, moeten wij tegelijkertijd beter gebruikmaken van de mogelijkheden van nieuwe technologieën, zoals AI en blockchain.
·Ten tweede zijn er te weinig bedrijven, en met name kmo’s, en te weinig onderzoekers die de door bescherming van intellectuele eigendom geboden kansen ten volle benutten.
Slechts 9 % van de Europese kmo’s heeft IE-rechten laten registreren. Tijdens de huidige crisis is het aantal registraties van intellectuele eigendom teruggelopen, met kwalijke gevolgen voor het concurrentievermogen en de veerkracht van bedrijven. Uit recente analyse blijkt dat de geringe bereidheid van kmo’s om gebruik te maken van IE-rechten hoofdzakelijk voortkomt uit een gebrek aan kennis over intellectuele eigendom
. En zelfs wanneer zij wel IE-rechten gebruiken, beoordelen zij het stelsel als te duur en ingewikkeld, en vinden zij het moeilijk er wegwijs in te worden.
Boven op het lage beschermingsniveau voor hun intellectuele eigendom, benutten kmo’s de commerciële exploitatie ervan ook niet ten volle. Financieel analisten en investeerders zien intellectuele eigendom als een wezenlijk onderdeel van de waarde van een onderneming en als indicator van haar technologische capaciteit en groeivermogen. Toch passen kennisintensieve kmo’s die op zoek zijn naar financiering voor hun activiteiten vaak geen adequate strategieën voor intellectuele eigendom toe waarmee hun immaterieel kapitaal zou kunnen worden benut. Voor de financiële sector is de waardering van octrooien of merken cruciaal, aangezien kredietverstrekkers of investeerders primair zijn geïnteresseerd in fungibele activa als onderpand
en minder belangstelling hebben voor de monopolierechten als zodanig.
Solide beheer van intellectuele eigendom is ook noodzakelijk om het gebruik van O&O-uitkomsten in Europa te kunnen ondersteunen. Hoewel bijvoorbeeld 26 % van de hoogwaardige onderzoekspublicaties over AI uit Europa afkomstig is, zijn slechts vier van de top-30 aanvragers (13 %) en 7 % van de bedrijven die wereldwijd bezig zijn met het octrooieren van AI van Europese herkomst
.
·Ten derde zijn de instrumenten voor het vergemakkelijken van de toegang tot intellectuele eigendom (waardoor de introductie en verspreiding van technologieën mogelijk wordt) nog onvoldoende ontwikkeld.
De COVID-19-crisis heeft aangetoond hoezeer wij afhankelijk zijn van essentiële innovaties en technologieën, met name in de gezondheidszorg. De EU zou haar instrumenten verder moeten ontwikkelen om dergelijke innovaties en technologieën waar nodig beschikbaar te maken en tegelijkertijd een redelijk rendement op investeringen te waarborgen.
Voor zowel octrooihouders als degenen die technologie toepassen is de licentieverlening voor standaard-essentiële octrooien (SEP’s) vaak een omslachtige en dure onderneming. Gezien het toenemende belang van essentiële octrooien (er zijn bijvoorbeeld meer dan 95 000 unieke octrooien en octrooiaanvragen voor de ondersteuning van 5G) is er behoefte aan een veel duidelijker en voorspelbaar kader dat aanzet tot onderhandelingen te goeder trouw in plaats van dat er procedures worden aangespannen.
Hoewel in veel sectoren het uitwisselen van gegevens aan belang wint, moeten de implicaties van het kader voor intellectuele eigendom voor gegevensuitwisseling nog worden verduidelijkt.
·Ten vierde tiert de namaak en piraterij van producten, ondanks aanhoudende pogingen om het tij te keren, nog welig, onder meer door de inzet van digitale technologieën.
De invoer van nagemaakte en door piraterij verkregen goederen in de EU loopt op tot wel 121 miljard EUR, wat neerkomt op 6,8 % van de invoer in de EU in 2016 (vergeleken met 5 % van de invoer in de EU in 2013)
. Jaarlijks komt dit uit op een rechtstreeks omzetverlies van 50 miljard EUR en een rechtstreeks verlies aan werkgelegenheid van 416 000 banen
. In de EU is cyberdiefstal van bedrijfsgeheimen goed voor een verlies ter grootte van naar schatting 60 miljard EUR
.
·Tot slot ontbreekt het op mondiaal niveau aan fair play en trekken Europese bedrijven die in het buitenland actief zijn vaak aan het kortste eind.
Bepaalde landen buiten de EU schieten tekort in de bescherming van intellectuele eigendom, wat vaak schadelijk is voor Europese ondernemingen. De EU moet haar mogelijkheden aanwenden om een mondiale normerende rol te spelen. Zij moet haar inzet in de strijd tegen misbruik, zoals registraties van intellectuele eigendom te kwader trouw en andere vormen van onrechtmatig gebruik van intellectuele eigendom, intensiveren. Bovenal moet de Unie het goede voorbeeld geven door voor mondiale kwesties de modernste oplossingen in de sfeer van regelgeving te ontwikkelen, zoals licentieverlening van essentiële octrooien of de manier waarop gegevens kunnen worden gedeeld.
Als reactie op deze vijf uitdagingen en voortbouwend op de inbreng van lidstaten en belanghebbenden worden in dit actieplan vijf belangrijke aandachtsgebieden aangewezen, met specifieke voorstellen voor maatregelen om:
·het systeem voor de bescherming van intellectuele eigendom te moderniseren;
·het gebruik en de inzet van intellectuele eigendom door met name kmo’s te stimuleren;
·de toegang tot en de uitwisseling van immateriële activa te vergemakkelijken, terwijl een redelijk rendement op investeringen wordt gewaarborgd;
·de handhaving van intellectuele eigendom te verbeteren; en
·fair play op mondiaal niveau dichterbij te brengen.
2.Betere bescherming van intellectuele eigendom
Prioriteit nummer één is ervoor zorgen dat innovators in de EU toegang tot snelle, doeltreffende en betaalbare beschermingsinstrumenten genieten. Daartoe moeten we een tandje bijzetten, zodat de nog bestaande versnippering wordt aangepakt en de complexiteit wordt teruggebracht. Verder moeten wij ervoor zorgen dat ons regelgevingskader volledig is afgestemd op de behoeften van de nieuwe groene en digitale economie.
Om dit voor elkaar te krijgen, moeten wij erop toezien dat het eenheidsoctrooistelsel in werking treedt. Daarmee wordt een éénloketsysteem voor ondernemingen gecreëerd, waardoor de octrooiverlening in de EU aanmerkelijk eenvoudiger wordt, de transparantie toeneemt en de licentieverlening wordt vergemakkelijkt. Het verkrijgen en voor de normale duur handhaven van een eenheidsoctrooi (waarmee tot 25 lidstaten zijn gedekt) zal ongeveer 10 000 EUR kosten, ongeveer zes keer minder dan het verkrijgen en handhaven van gelijkwaardige bescherming nu kost. Daarnaast leidt het centraliseren van procedures voor het eengemaakte octrooigerecht tot grotere rechtszekerheid en kunnen parallelle rechtsgedingen in meerdere lidstaten worden voorkomen, wat een aanzienlijke verlaging van de proceskosten oplevert. Het eenheidsoctrooistelsel zal dus een belangrijk instrument voor het industrieel herstel van de EU zijn, vooral voor de ecosystemen op het gebied van hernieuwbare energie, elektronica, ruimtevaart en defensie, en mobiliteit.
De belangrijkste ontbrekende schakel voor de invoering van het eenheidsoctrooistelsel is de ratificatie door Duitsland van de Overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht, die dankzij een recent vonnis van het Duits grondwettelijk hof nu mogelijk is geworden. Zodra het ratificatieproces is voltooid, zal de Commissie met het Europees Octrooibureau (EOB) en de lidstaten samenwerken om het eenheidsoctrooistelsel in alle overeenkomstsluitende lidstaten operationeel te maken. Daarnaast zal zij de lidstaten die nog niet meedoen aanmoedigen zich bij het nieuwe stelsel aan te sluiten.
Aanvullende beschermingscertificaten (ABC’s) zijn nauw verbonden met octrooien en bieden een extra periode van bescherming van intellectuele eigendom voor geoctrooieerde geneesmiddelen en gewasbeschermingsmiddelen die langlopende klinische proeven en vergunningsverleningsprocedures voor het op de markt brengen moeten ondergaan. Na de invoering van een ontheffing van de ABC-verplichting in 2019 heeft de Commissie onlangs een uitvoerige evaluatie van de ABC-regeling afgerond. Daaruit blijkt dat het ABC-systeem zijn relevantie weliswaar behoudt, maar te lijden heeft onder versnipperde toepassing in de lidstaten. Dit vertaalt zich in ondoelmatigheden en een gebrek aan transparantie en voorspelbaarheid, iets waar innovators en generieke producenten last van hebben en wat uiteindelijk schadelijk is voor patiënten. De Commissie onderzoekt manieren om deze struikelblokken op te ruimen, zoals de mogelijkheid tot invoering van een eengemaakt toekenningsmechanisme en/of een eenheidstitel voor aanvullende beschermingscertificaten.
Tegen de achtergrond van haar nieuwe farmaceutische strategie voor Europa bestudeert de Commissie ook nauwgezet hoe stimulansen en beloningen verder geoptimaliseerd kunnen worden met het oog op het bevorderen van innovatie, het lenigen van onvervulde behoeften, en het bevorderen van de betaalbaarheid door een snelle marktintroductie en een constant aanbod van geneesmiddelen, met inbegrip van generieke geneesmiddelen en biosimilars, te waarborgen. Innovatie op dit gebied moet aansluiten op de behoeften en beschikbaar zijn voor alle patiënten die er baat bij kunnen hebben. In dit verband kijkt zij onder andere naar de regeling voor weesgeneesmiddelen, geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik
en de Bolar-vrijstelling
.
Na de geslaagde hervorming van het merkenrecht van de EU zal de Commissie de EU-wetgeving voor modelbescherming herzien. Het doel is om de toegang tot en betaalbaarheid van modelbescherming in de EU – vooral voor de ecosystemen op het gebied van textiel, meubels en elektronica – te verbeteren en om ervoor te zorgen dat het modelbeschermingssysteem de transitie naar de digitale en groene economie beter ondersteunt. Een product wordt aantrekkelijk gevonden vanwege het ontwerp en goed ontworpen producten geven producenten een aanzienlijk concurrentievoordeel. Uit de uitkomsten van de recente evaluatie van de EU-wetgeving over modelbescherming blijkt dat de systemen voor modelbescherming in de EU over het algemeen weliswaar goed functioneren, maar dat er nog een aantal tekortkomingen zijn. De registratieprocedures zijn deels achterhaald en gaan in sommige gevallen gepaard met onnodige administratieve lasten. In hoeverre nieuwe modelvormen (bv. bewegende modellen en grafische gebruikersinterfaces) worden beschermd, is onvoldoende duidelijk. Verder vormt een gebrek aan duidelijkheid over de reikwijdte van modelrechten een probleem in verband met het toenemend gebruik van 3D-printen of met de handhaving van modelrechten jegens inbreukmakende goederen die via de EU worden doorgevoerd. Tot slot is de in economisch opzicht belangrijke markt voor reserveonderdelen, als gevolg van de slechts gedeeltelijke harmonisering van modelbescherming voor onderdelen die voor de reparatie van complexe producten worden gebruikt, nog altijd zeer versnipperd, wat de concurrentie ernstig verstoort en de transitie naar een duurzamere en groenere economie belemmert.
Europa heeft ook een nieuwe aanpak nodig voor de manier waarop geografische aanduidingen worden beschermd. Geografische aanduidingen zijn de benamingen van producten die verbonden zijn met de natuurlijke omgeving en met de knowhow van de plaatselijke producenten. Zij vormen onderdeel van het Europese culturele erfgoed en leveren een bijdrage aan de sociale, ecologische en economische duurzaamheid van de plattelandseconomie, die ook wel “plattelands-IE-rechten” wordt genoemd. Geografische aanduidingen vertegenwoordigen grote economische waarde in de landbouwsector. Binnen de EU waren agrovoedingsmiddelen en -dranken waarvan de benamingen door de EU in de vorm van geografische aanduidingen worden beschermd in 2017 goed voor een verkoopwaarde van 74,76 miljard EUR, wat neerkomt op 7 % van de totale verkoop in de Europese voedingsmiddelen- en drankensector. Daarnaast vertegenwoordigden geografische aanduidingen 15,5 % van de totale agrovoedingsmiddelenuitvoer van de EU, waarbij geldt dat beschermde productbenamingen een hogere verkoopwaarde hebben. Er liggen echter nog onbenutte kansen. De bestaande regelgeving inzake bescherming en handhaving kan worden verfijnd en de rolverdeling tussen de lidstaten en de Commissie in het registratieproces kan beter. Bovendien bestaan er voor verschillende soorten landbouwproducten verschillende stelsels van geografische aanduidingen. Voortbouwend op de uitkomsten van de lopende evaluatie zal de Commissie onderzoeken op welke manier geografische aanduidingen voor landbouwproducten, levensmiddelen, wijnen en gedistilleerde dranken versterkt, gemoderniseerd, gestroomlijnd en beter gehandhaafd kunnen worden.
Slechts een paar lidstaten hebben op dit moment regelgeving voor de bescherming van geografische aanduidingen voor niet-landbouwproducten (zoals ambachtsproducten). Op EU-niveau bestaat thans geen uniform mechanisme voor de bescherming van dergelijke niet-agrarische geografische aanduidingen, die vaak een belangrijk onderdeel van de lokale identiteit vormen, toeristen aantrekken, unieke vaardigheden in stand houden en werkgelegenheid scheppen. Uit een recent onderzoek blijkt dat de economie van de EU gebaat is bij een geharmoniseerd stelsel voor niet-landbouwproducten. Dankzij zo’n stelsel zouden dergelijke producten beter zichtbaar worden voor de consument en een authenticiteitsindicator ontvangen. Producenten zouden daardoor hun concurrentiepositie kunnen behouden en in nichemarkten kunnen samenwerken, terwijl minder ontwikkelde regio’s een impuls krijgen. Om die redenen zal de Commissie, als onderdeel van de algehele hervorming van het stelsel van geografische aanduidingen, op basis van een diepgaande effectbeoordeling van de mogelijke kosten en baten ervan, bestuderen of het haalbaar is in de EU een doelmatig en transparant stelsel voor de bescherming van geografische aanduidingen van niet-landbouwproducten op te zetten. Daarmee zou de EU ook ten volle kunnen profiteren van de kansen die besloten liggen in het internationale systeem van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen. Meer in het algemeen zou het de EU een voorsprong geven bij het promoten van de wereldwijde erkenning van Europese geografische aanduidingen.
Ook de regeling inzake het communautaire kwekersrecht vervult voor de Europese economie een cruciale rol. Een solide regeling inzake het communautaire kwekersrecht stimuleert kwekers tot het ontwikkelen van nieuwe rassen en draagt zodoende bij aan het realiseren van de doelstellingen van de Europese Green Deal en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties. De Commissie blijft toezicht houden op de correcte toepassing van deze regeling en wil waar nodig verdere verbeteringen aandragen
. In de evaluatie van de regeling inzake het communautaire kwekersrecht van 2011 werd vastgesteld dat de regeling, die over het geheel genomen goed functioneert, behouden moet blijven, zij het met enkele goed gerichte aanpassingen. Deze conclusie wordt kracht bijgezet door meer recentelijk geconstateerde tekortkomingen die, na een evaluatie, verholpen kunnen worden door middel van een gerichte herziening van de wetgeving op de middellange termijn.
Naast de eerder genoemde hervormingen zal de Commissie samen met belanghebbenden en bureaus voor intellectuele eigendom nagaan hoe nieuwe technologieën, zoals AI en blockchain, kunnen worden ingezet om onze stelsels voor intellectuele eigendom nog doeltreffender te maken. Nieuwe technologieën kunnen zelfs bijdragen aan de bescherming van intellectuele eigendom, zorgen voor grotere transparantie, en een soepelere uitkering van licentierechten alsook een effectievere aanpak van namaakpraktijken mogelijk maken. Om het volledige potentieel van nieuwe technologieën te onderzoeken en de introductie daarvan te stimuleren, zal de Commissie een sectorale dialoog bevorderen die als klankbord moet fungeren en gelijke tred houdt met de talrijke initiatieven op dit vlak.
Bovendien dwingt de digitale revolutie tot bezinning op de vraag hoe en wat er moet worden beschermd. AI-technologieën maken nieuwe werken en doen uitvindingen. In sommige gevallen, bijvoorbeeld in de culturele sector, kan het gebruik van inventieve machines de norm worden. Deze ontwikkelingen roepen de vraag op welke vorm van bescherming moet worden verleend producten die met behulp van AI-technologieën zijn gemaakt. Zowel in Europa als internationaal wordt gedebatteerd over de gevolgen van AI voor intellectuele-eigendomsrechten (zie punt 6). In een vandaag gepubliceerd onderzoek wordt benadrukt dat het noodzakelijk is om onderscheid te maken tussen uitvindingen en creaties die met behulp van AI-technologieën zijn ontwikkeld en uitvindingen en creaties die uitsluitend door AI-technologieën zijn ontwikkeld. Zelfstandig door AI-technologieën ontwikkelde uitvindingen en creaties zijn weliswaar nog grotendeels toekomstmuziek, maar de Commissie is van mening dat AI-systemen niet als auteurs of uitvinders moeten worden behandeld. Dit wordt ook ondersteund door het standpunt van het EOB in de zaak-Dabus. Uit het onderzoek blijkt bovendien dat het bestaande kader van de EU voor intellectuele eigendom en het Europees Octrooiverdrag grotendeels bestand lijken tegen de uitdagingen die gepaard gaan met door AI ondersteunde uitvindingen en creaties. Niettemin zijn er nog lacunes in de harmonisatie en bestaat er ruimte voor verbetering. Daarvan moet werk worden gemaakt wil de Europese expertise op het gebied van AI kunnen floreren. Om te beginnen zal de Commissie alle thema’s in kaart brengen, deze bestuderen en in gesprek treden met belanghebbenden. De eerdergenoemde sectorale dialoog kan in dit verband als nuttig platform fungeren.
Tot slot zal de Commissie in samenwerking met de lidstaten en belanghebbenden een samenhangende en vooruitstrevende toepassing van de regelgeving waarborgen.
Op het terrein van het auteursrecht richt de Commissie zich op het ondersteunen van de tijdige en doeltreffende omzetting en uitvoering van de twee onlangs vastgestelde richtlijnen aangaande de modernisering van het EU-kader voor auteursrechten. Een essentieel onderdeel van deze werkzaamheden heeft betrekking op de uitvoering van artikel 17 van de auteursrechtrichtlijn, waarin een specifieke juridische regeling is vastgesteld voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermde content die door gebruikers wordt geüpload naar platforms voor het delen van die content. Om de meningen van de relevante belanghebbenden over de voornaamste onderwerpen met betrekking tot de toepassing van dit artikel in te winnen, heeft de Commissie een uitvoerige dialoog met belanghebbenden gevoerd. Rekening houdend met de uitkomsten van die dialoog, zal de Commissie binnenkort richtsnoeren uitvaardigen om de lidstaten bij de uitvoering van deze bepaling te ondersteunen. Ten aanzien van het bestaande EU-kader voor auteursrechten zal de Commissie ook een aantal verslagen opstellen die voortkomen uit specifieke bepalingen, zoals herzieningsclausules in diverse EU-instrumenten voor auteursrechten, waaronder de beschermingstermijnrichtlijn, de richtlijn betreffende het collectieve beheer van auteursrechten, de zogeheten “Marrakesh”-richtlijn en de portabiliteitsverordening.
De biotechnologierichtlijn is essentieel voor de snel ontwikkelende biotechnologiemarkt. Van biotechnologische octrooien gaan cruciale stimulansen uit, maar zulke octrooien moeten onder gerechtvaardigde omstandigheden worden uitgegeven. De biotechnologierichtlijn biedt in dit verband een evenwichtig kader en de Commissie blijft toezien op de toepassing daarvan.
Ten behoeve van een betere bescherming van IE-rechten in de EU zal de Commissie:
-de snelle invoering van het eenheidsoctrooistelsel ondersteunen, zodat er in de hele EU een éénloketsysteem voor de bescherming en handhaving van octrooien wordt gecreëerd (2021);
-het systeem voor aanvullende beschermingscertificaten optimaliseren, teneinde dat transparanter en doeltreffender te maken (eerste kwartaal van 2022);
-de EU-wetgeving inzake tekeningen en modellen van nijverheid moderniseren, zodat deze toegankelijker wordt en de transitie naar de digitale en groene economie meer kracht kan bijzetten (vierde van kwartaal 2021);
-de regeling voor de bescherming van geografische aanduidingen voor landbouwproducten versterken, zodat die doeltreffender wordt, en op basis van een effectbeoordeling overwegen een EU-beschermingsregeling voor niet-agrarische geografische aanduidingen in te voeren (vierde kwartaal van 2021);
-de wetgeving inzake plantenrassen herzien (vierde kwartaal van 2022).
3.Stimulering van het doeltreffende gebruik en de doeltreffende inzet van intellectuele eigendom, voornamelijk door kmo’s
Hoewel slimme strategieën voor intellectuele eigendom als katalysator voor groei kunnen fungeren, zijn Europese uitvinders en makers zich vaak niet bewust van de voordelen van intellectuele eigendom. Daardoor wordt de capaciteit van de EU om te innoveren en om op belangrijke economische terreinen haar veerkracht te vergroten ernstig ondergraven. Europa moet beter gebruikmaken van de waarde van de kennis die onze bedrijven voortdurend genereren, ontwikkelen en delen door hen te helpen deze activa actiever te beheren en door de toegang tot kapitaal en financiering te vergemakkelijken.
Hiertoe onderneemt de Commissie de onderstaande stappen.
·Op korte termijn biedt zij, samen met het EUIPO, kmo’s die getroffen zijn door de COVID-19-crisis financiële steun of intellectuele-eigendomsvouchers aan, met behulp waarvan zij hun portefeuilles van intellectuele eigendom kunnen beheren. De regeling kent een begroting van 20 miljoen EUR voor één jaar, moet vanaf 1 januari 2021 operationeel zijn en verleent gedeeltelijke terugbetaling van de kosten die gemoeid zijn met de registratie van merken en modellen en met een intellectuele-eigendomsscan (een beoordeling van de immateriële activa van een onderneming door een professional en wat eerste adviezen over het strategische beheer van die activa).
·Daarnaast zal zij gelijktijdig het op maat gesneden advies over intellectuele eigendom in het kader van het Horizon Europa-programma verder invoeren, dat innovatieve ondernemingen bijstaat in verschillende fasen van het O&I-proces. Bovendien zal zij de mogelijkheden onderzoeken om het advies over intellectuele eigendom uit te breiden tot andere onderzoeks- en investeringsprogramma’s van de EU, waaronder de InvestEU-advieshub. Ten behoeve van een selecte groep uiterst innovatieve bedrijven zal de Commissie strategisch advies combineren met financiële steun voor de ontwikkeling van portefeuilles van intellectuele eigendom
.
·Meer in het algemeen biedt de Commissie, in samenwerking met het EUIPO, toegang tot informatie en advies over intellectuele eigendom
via een éénloketsysteem. Het EUIPO
ontwikkelt een platform, het Europese informatiecentrum voor intellectuele eigendom, dat zal worden gekoppeld aan de digitale toegangspoort en toegang zal verlenen tot niet alleen alle relevante informatie over formaliteiten ten aanzien van intellectuele eigendom, maar ook over aanverwante diensten (bv. bescherming van domeinnamen aanvragen en bedrijfsnamen inschrijven) en tegelijkertijd gebruiksvriendelijke aanvraagregelingen voor kmo’s zal aanbieden. De Commissie zal verder in haar diverse kmo-ondersteunende netwerken
ondersteuning en advies op het gebied van intellectuele eigendom integreren, zodat kleine ondernemingen effectiever kunnen worden benaderd.
·Ten slotte zal zij het voor kmo’s makkelijker maken hun intellectuele eigendom in te zetten bij hun zoektocht naar financiering. Hoewel immateriële activa vaak tot de waardevolste activa behoren, blijkt uit een onderzoek dat maar weinig kmo’s van hun intellectuele eigendom profiteren wanneer zij proberen financiering los te krijgen.
Banken en verstrekkers van durfkapitaal voelen er weinig voor om financiering te verlenen op basis van activa in de vorm van intellectuele eigendom. Door de COVID-19-crisis is die risicoaversie verder aangewakkerd. Uit recent onderzoek blijkt een duidelijke achterstand als het gaat om de financiering van kmo’s die hun eigen intellectuele activa inzetten
. De Commissie zal daarom met de financiële wereld bespreken hoe de waardering van intellectuele eigendom hen ertoe kan brengen meer rekening te houden met de intellectuele activa van kmo’s
. Het in de kmo-strategie aangekondigde proefproject “tech due diligence” is een manier om de waardering van intellectuele eigendom in een breder, technologiegerelateerd verband te toetsen
. Voortbouwend op de ervaringen met het bestaande garantiestelsel voor banken
zal de Commissie ook onderzoeken hoe garanties voor de ondersteuning van kmo’s en makers in projecten op basis van intellectuele eigendom beter kunnen worden benut.
Naast deze op kmo’s georiënteerde activiteiten worden in de mededeling van de Commissie over “Een nieuwe EOR voor onderzoek en innovatie” de noodzaak om de resultaten van het uitmuntende onderzoek van Europa om te zetten naar disruptieve innovaties en het beheer van intellectuele eigendom in de hele O&I-gemeenschap te verbeteren benadrukt; in dit verband zal de Commissie een bewustmakingscampagne starten om de valorisatie van intellectuele eigendom bij de waardering van bedrijven door investeerders te bevorderen. De Commissie zal haar aanbeveling over het beheer van intellectuele eigendom bij kennisoverdracht bijvoorbeeld actualiseren in de vorm van beginselen voor kennisvalorisatie. Deze herziening zal vergezeld gaan van een praktijkcode voor de slimme benutting van intellectuele eigendom en worden gecombineerd met steun voor projecthouders van InvestEU in de vorm van technisch, financieel en juridisch advies over onder meer intellectuele eigendom.
Er worden ook stappen ondernomen om ervoor te zorgen dat door de overheid gefinancierde intellectuele eigendom eerlijk en doeltreffend wordt gebruikt. De Commissie heeft al een nieuw platform gelanceerd om door de EU gefinancierde O&I-uitkomsten beter te kunnen benutten
en een platform waarop door de EU ondersteunde O&I wordt gepresenteerd voor het indammen van het coronavirus en de voorbereiding op andere uitbraken
. De bedoeling is om ervoor te zorgen dat resultaten die zijn behaald dankzij EU-middelen worden ingezet ten bate van de economie van de EU. In het kader van het Horizon Europa-programma moeten aanvragers, wanneer intellectuele eigendom aangaande onderzoeksresultaten hoofdzakelijk in niet-geassocieerde derde landen moet worden gebruikt, om die reden uitleggen waarom dit toch het EU-belang dient.
Bovendien zal de bescherming van intellectuele eigendom en een brede verspreiding van nieuwe technologieën een centraal element blijven vormen van O&O-gerelateerde belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang en van financiering in het kader van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling.
Om de innovatie te stimuleren en de economie aan te jagen is het verder nodig de omstandigheden waaronder bedrijven bij overheidsopdrachten intellectuele eigendom beschermen en gebruiken te verbeteren. De lidstaten moeten overwegen om waar nodig de intellectuele eigendom aan de contractanten te laten, tenzij er doorslaggevende openbare belangen in het geding zijn of er sprake is van onverenigbare open-licentiestrategieën. Zoals is aangekondigd in de kmo-strategie zal de Commissie in de actualisering van de richtsnoeren inzake innovatiegericht aanbesteden een toelichting geven op kwesties omtrent intellectuele eigendom bij overheidsopdrachten.
Met het oog op een betere benutting van intellectuele eigendom zal de Commissie:
-met het EUIPO een regeling treffen inzake intellectuele-eigendomsvouchers voor kmo’s voor de financiering van de registratie van IE-rechten en strategisch advies over intellectuele eigendom (eerste kwartaal van 2021);
-ondersteuningsdiensten voor kmo’s in verband met intellectuele eigendom uitrollen in het kader van het Horizon Europa-programma en deze uitbreiden naar andere EU-programma’s (2020+).
4.Betere toegang tot en uitwisseling van door intellectuele eigendom beschermde activa
In de hedendaagse economie zijn eenvoudigere en snellere toegang tot kennis, gegevens en technologieën van cruciaal belang, ook wanneer die door intellectuele eigendom worden beschermd. In een veerkrachtige, groene en concurrerende economie is behoefte aan instrumenten voor het vergemakkelijken van de toegang tot essentiële door intellectuele eigendom beschermde technologieën in tijden van crisis, voor het faciliteren van het toekennen van auteursrechten en standaard-essentiële octrooien en voor het stimuleren van gegevensuitwisseling.
·Betere instrumenten voor het vergemakkelijken van de toegang tot essentiële intellectuele eigendom in tijden van crisis
De COVID-19-crisis onderstreept het belang van een doeltreffend stelsel voor intellectuele eigendom, dat sterke prikkels tot innovatie geeft en eenvoudige toegang tot intellectuele eigendom voor technologieën. Zowel O&O-financiering als stimulansen zijn nodig voor het waarborgen van de snelle ontwikkeling en beschikbaarheid van nieuwe technologieën, zoals vaccins of nieuwe behandelingen. Derhalve moeten wij er met behulp van betere instrumenten voor zorgen dat het stelsel voor intellectuele eigendom waar en wanneer dit nodig is toegang tot essentiële technologieën mogelijk maakt en tegelijkertijd een passend rendement op investeringen voor innovators waarborgt.
Tot dusverre heeft de COVID-19-crisis de veerkracht van ons stelsel voor intellectuele eigendom aangetoond. Dit is voor een groot deel te danken aan de intensieve toewijding en samenwerking tussen de publieke en private spelers en aan de verschillende initiatieven om de ontwikkeling en beschikbaarheid van vaccins en andere essentiële benodigdheden te stimuleren.
De Commissie steunt vrijwillige bundeling en licentieverlening voor intellectuele eigendom met betrekking tot COVID-19-therapieën en -vaccins, in overeenstemming met de resolutie van de Wereldgezondheidsvergadering (World Health Assembly, WHA). Dergelijke regelingen moeten op vrijwillige deelname zijn geschoeid, brede en billijke toegang garanderen en eigenaren van intellectuele eigendom in staat stellen om op evenwichtige wijze hun investeringen terug te verdienen. De Commissie heeft ook maatregelen genomen om samenwerking in de private sector te bevorderen om een doeltreffende oplossing te bieden voor het tekort aan essentiële producten en diensten en om ervoor te zorgen dat de resultaten van O&I-programma’s in de EU en de lidstaten die met openbare middelen zijn gefinancierd beschikbaar komen, vooral om de productie van essentiële materialen op te voeren.
Met het oog op de toekomst constateert de Commissie evenwel dat de instrumenten om crisissituaties het hoofd te kunnen bieden, moeten worden verbeterd.
De Commissie is op zoek naar manieren om de snelle pooling van essentiële intellectuele eigendom in tijden van crisis te stimuleren, bijvoorbeeld door middel van een nieuw systeem voor licentieverlening dat essentiële intellectuele eigendom tijdelijk en op gecontroleerde wijze beschikbaar stelt, zodat de productie van door intellectuele eigendom beschermde technologieën snel kan worden opgevoerd, onder meer door de herbestemming van productielijnen.
Tot slot acht de Commissie het noodzakelijk dat er doeltreffende systemen voor de afgifte van dwanglicenties komen, die in laatste instantie en bij wijze van vangnet kunnen worden gebruikt als alle andere pogingen om intellectuele eigendom beschikbaar te maken op niets zijn uitgelopen. In de Overeenkomst inzake handelsaspecten van de intellectuele eigendom van de WTO (TRIPS) is de mogelijkheid opgenomen om onder de genoemde voorwaarden dwanglicenties af te geven, d.w.z. het recht van de overheid om een partij die een geoctrooieerde uitvinding wil gebruiken toestemming te verlenen zonder instemming van de octrooihouder. In nationale noodsituaties kan de procedure worden versneld. In combinatie met de Doha-verklaring inzake de TRIPS-overeenkomst en volksgezondheid is het duidelijk dat elk WTO-lid niet alleen het recht heeft om dwanglicenties te verlenen, maar ook vrij is om te bepalen op welke gronden dergelijke licenties worden verleend.
In Europa worden dwanglicenties in hoofdzaak bij nationaal recht geregeld. De Commissie roept de lidstaten op ervoor te zorgen dat de hun ter beschikking staande instrumenten zo doeltreffend mogelijk zijn, bijvoorbeeld door versnelde procedures voor de afgifte van dwanglicenties in noodsituaties op te stellen. Daarnaast constateert zij dat er op dit gebied behoefte bestaat aan intensievere coördinatie, zodat verstorende effecten ten aanzien van innovaties en het handelsverkeer kunnen worden voorkomen. Vroegtijdige coördinatie en informatie-uitwisseling tussen lidstaten, bv. ten aanzien van de looptijd van en royalty's voor dergelijke licenties, moeten bijdragen aan het realiseren van maximale opbrengsten, zonder dat daarbij buitensporige verstoringen optreden. De Commissie zal samen met de lidstaten de mogelijkheden nagaan om een coördinatiemechanisme voor noodsituaties op te zetten, dat op korte termijn in werking kan worden gesteld wanneer lidstaten overwegen een dwanglicentie af te geven.
·Verlening van licenties voor intellectuele eigendom faciliteren door grotere transparantie, met name ten aanzien van auteursrechten
Om de licentieverlening voor en het uitwisselen van intellectuele eigendom te faciliteren, is meer transparantie ten aanzien van de eigendom en het beheer van alle soorten intellectuele eigendom nodig. Wat octrooien betreft, zal het eenheidsoctrooi voor concrete vooruitgang zorgen.
Ook het gebruik van hoogwaardige metadata en nieuwe technologieën zoals blockchain kan bijdragen aan meer transparantie en een beter gegevensbeheer van rechten, met name op het gebied van het auteursrecht en een betere identificatie van de eigenaren van rechten.
De Commissie start een onderzoek naar het auteursrecht en nieuwe technologieën, waarin de nadruk zal liggen op het gegevensbeheer van auteursrechten en kunstmatige intelligentie. De uitkomsten van dit onderzoek moeten in 2021 beschikbaar zijn. De Commissie zal daarnaast samen met relevante belanghebbenden werken aan de kwaliteitsverbetering van auteursrechtelijke gegevens en het realiseren van een goed functionerende “infrastructuur voor auteursrechten” (bv. meer gezaghebbende en actuele informatie over rechthebbenden, de voorwaarden voor en mogelijkheden van licentieverlening)
.
·Standaard-essentiële octrooien
Standaard-essentiële octrooien (SEP’s) zijn octrooien voor technologieën die in normen worden verwerkt. Het aantal SEP’s en het aantal SEP-eigenaren neemt verder toe (in het geval van normen voor mobiele connectiviteit zijn er door een steeds bredere groep SEP-eigenaren 25 000 octrooifamilies bij het ETSI aangemeld, en ook normen voor opkomende technologie bevatten vaak SEP’s). SEP’s spelen een essentiële rol bij de ontwikkeling van 5G en het internet der dingen. Voor de digitale integratie van voorwerpen, apparaten, sensoren en alledaagse producten met toepassingen variërend van verbonden voertuigen, gezondheid en energie tot slimme steden zijn op normen gebaseerde interoperabele oplossingen nodig.
Tegen die achtergrond is stabiele, efficiënte en eerlijke regelgeving voor het verlenen van licenties voor SEP’s essentieel. Ondanks de richtsnoeren in de SEP-mededeling van 2017 is het voor sommige bedrijven moeilijk gebleven om overeenstemming over de verlening van SEP-licenties te bereiken. Dit kan regelmatig tot geschillen leiden, waarbij octrooihouders beweren dat er inbreuk gepleegd is op hun SEP en de andere partij klaagt dat de octrooihouder oneerlijke voorwaarden heeft opgelegd in een licentieovereenkomst. Hoewel de grootste problemen zich op dit moment lijken voor te doen in de auto-industrie, kunnen deze zich verder uitbreiden omdat de verlening van SEP-licenties ook relevant is in de ecosystemen voor gezondheid, energie, slimme productie, digitale producten en elektronica.
Op korte termijn zal de Commissie initiatieven uit de sector voor het verminderen van onenigheid en procedures tussen de verschillende spelers faciliteren.
Tegelijkertijd zal de Commissie, voortbouwend op de aanpak uit 2017, hervormingen overwegen om het kader voor het aanvragen, verlenen en handhaven van SEP’s verder te verduidelijken en verbeteren. De Commissie zal bijvoorbeeld bekijken of een onafhankelijk systeem voor essentialiteitscontroles door derden kan worden opgezet om de rechtszekerheid te verbeteren en de proceskosten te verlagen. In de mogelijke hervormingen wordt rekening gehouden met de ervaringen met de richtsnoeren uit SEP-mededeling van 2017 en gesprekken met relevante belanghebbenden.
·Gegevensuitwisseling bevorderen
Tot slot heeft de EU, zoals uiteenzet is in de recente Europese datastrategie van de Commissie, een robuust kader nodig zodat bedrijven gegevens kunnen genereren, inzien, delen en gebruiken. Tussen 2018 en 2025 zal de waarde van de Europese data-economie bijna verdrievoudigen en in 2025 een waarde bereiken van 829 miljard EUR, wat neerkomt op 5,8 % van het bbp van de EU. Gezien het feit dat sommige gegevens bescherming als IE-rechten of als bedrijfsgeheim genieten, onderneemt de Commissie momenteel een valuatie van het kader voor intellectuele eigendom met als doel een evenwicht te kunnen waarborgen tussen de noodzaak om gegevensuitwisseling te bevorderen (bv. door de toegang tot en het gebruik van gegevens door kmo’s te faciliteren zodat reparaties makkelijker worden) en de noodzaak gerechtvaardigde belangen te kunnen beschermen.
Voor het bevorderen van gegevensuitwisseling is een beveiligde omgeving vereist waarin bedrijven kunnen blijven investeren in het genereren en verzamelen van gegevens en die op een veilige manier kunnen uitwisselen, in de zekerheid dat hun gevoelige bedrijfsgegevens niet onrechtmatig zullen worden verkregen, gebruikt of openbaar gemaakt. De richtlijn inzake bedrijfsgeheimen voorziet al in doeltreffende beschermingsinstrumenten, maar het kan nodig zijn om de werkingssfeer daarvan te verduidelijken, bv. met betrekking tot de soorten gegevens of gegevensreeksen die als “bedrijfsgeheimen” kunnen worden aangemerkt, tot de vraag of de huidige reeks uitzonderingen kan bijdragen aan de data-economie en de groene economie, en tot de vraag of en hoe de instrumenten die de richtlijn biedt kunnen worden gebruikt om het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken van gegevens en gegevensreeksen effectief tegen te gaan. Om duidelijkheid in deze kwesties te verschaffen en beste praktijken in kaart te brengen, is de Commissie een onderzoek gestart dat specifiek op strategische sectoren is gericht, waaronder de gezondheidszorg en de automobielindustrie. Afhankelijk van de uitkomsten en in het kader van de datawet zal de Commissie onderzoeken of er verdere maatregelen nodig zijn, zoals specifieke richtsnoeren.
De databankenrichtlijn voorziet in bescherming sui generis voor databanken, waaraan aanzienlijke investeringen ten grondslag liggen. Uit een recente evaluatie is gebleken dat de databankenrichtlijn weliswaar meerwaarde biedt, maar dat deze kan worden herzien om de toegang tot en het gebruik van gegevens te vergemakkelijken. In aansluiting op de Europese datastrategie zal de Commissie de richtlijn dus herzien, met name om het uitwisselen en verhandelen van door machines voortgebrachte gegevens en van gegevens die bij de uitrol van het internet der dingen worden gegenereerd mogelijk te maken. Deze herziening vindt plaats naast de datawet en hierbij wordt rekening gehouden met initiatieven voor gegevensuitwisseling op het gebied van anti-trustwetgeving.
Om de licentieverlening voor en het uitwisselen van intellectuele eigendom te vergemakkelijken, zal de Commissie:
-zorgen voor de beschikbaarheid van cruciale intellectuele eigendom in tijden van crisis, onder meer door nieuwe instrumenten voor licentieverlening en een systeem voor het coördineren van dwanglicenties (2021-2022);
-de transparantie en voorspelbaarheid rond de verlening van SEP-licenties vergroten door initiatieven uit de meest getroffen sectoren te stimuleren, gecombineerd met eventuele hervormingen, indien en waar nodig op het gebied van regelgeving, gericht op verduidelijking en verbetering van het SEP-kader en het aanbieden van doeltreffende transparantie-instrumenten (eerste kwartaal van 2022);
-de toegang tot en de uitwisseling van gegevens stimuleren (met bescherming van gerechtvaardigde belangen) door bepaalde belangrijke bepalingen van de richtlijn inzake bedrijfsgeheimen te verduidelijken en de databankenrichtlijn te herzien (derde kwartaal van 2021).
5.De strijd tegen inbreuken op IE-rechten
Doeltreffende handhaving vormt een onderdeel van een goed functionerend stelsel voor intellectuele eigendom. De Commissie blijft nauwlettend toezien op de toepassing van de richtlijn betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten teneinde doeltreffende en evenwichtige rechtsmiddelen te waarborgen. Zij werkt samen met de lidstaten en belanghebbenden aan de uitvoering van de recente richtsnoeren van de Commissie, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat – indien aan alle voorwaarden, inclusief de voorwaarde voor evenredigheid, is voldaan – rechterlijke bevelen in de lidstaten uniform en doelmatig ten uitvoer worden gelegd.
Wat octrooien betreft, zou de start van het eengemaakte octrooigerecht de handhaving van het octrooirecht verder moeten faciliteren en stroomlijnen.
De Commissie constateert een duidelijke behoefte om de inspanningen ten aanzien van de namaak en piraterij van producten te intensiveren. In 2016 bedroeg de invoer van nagemaakte en door piraterij verkregen goederen in de EU wel 121 miljard EUR, wat neerkomt op 6,8 % van de invoer in de EU (vergeleken met 5 % van de invoer in de EU in 2013). De aanwezigheid van nagemaakte producten op de EU-markt veroorzaakt een rechtstreeks omzetverlies ten belope van 50 miljard EUR en een rechtstreeks verlies aan werkgelegenheid van 416 000 banen per jaar. Deze producten vormen tevens een ernstige bedreiging voor de gezondheid en veiligheid van de consument (bv. ondeugdelijke mondkapjes) en zijn schadelijk voor het milieu.
Op internet zijn nieuwe vormen van inbreuken op intellectuele eigendom ontstaan, zoals cyberdiefstal van bedrijfsgeheimen (in de EU goed voor een geschat verlies van 60 miljard EUR
), illegale Internet Protocol Television (IPTV) en andere vormen van illegale (live)streaming. Zij veroorzaken bijzondere problemen voor producenten, de creatieve en culturele sector en de sportbranche.
De Commissie heeft reeds aangekondigd dat nieuwe regels vóór het einde van het jaar zullen zorgen voor meer duidelijkheid over en een actualisering van de verantwoordelijkheden van onlineplatforms en de negatieve prikkels zullen wegnemen die de platforms ervan weerhouden vrijwillig op te treden tegen illegale inhoud (goederen of diensten) waarvoor zij als tussenpartij fungeren. Het geplande voorstel voor het wetgevingspakket inzake digitale diensten heeft ten doel een reeks specifieke, bindende en evenredige verplichtingen voor digitale diensten te harmoniseren, met ondersteuning van een verbeterd toezichtkader
.
Daarnaast dient de capaciteit van de rechtshandhavingsinstanties substantieel te worden versterkt. De problematiek inzake de namaak en piraterij van producten moet meer prioriteit krijgen. De Commissie dringt er bij de lidstaten en de Raad op aan om criminaliteit op het gebied van intellectuele eigendom toe te voegen aan de prioriteiten van de volgende EU-beleidscyclus — Europees multidisciplinair platform tegen criminaliteitsdreiging (Empact)
— voor de periode 2022-2025. Via verbreding van het mandaat van de Commissie en de toekenning ervan aan het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) wil zij stevigere handhaving van IE-rechten op EU-niveau, zodat dit bureau niet alleen namaakgoederen van de eengemaakte markt weert, maar ook kan optreden tegen de illegale productie van namaakgoederen die zich al in de EU bevinden
. Verder moedigt de Commissie alle relevante belanghebbenden ook aan de uitwisselingen met Europol voort te zetten om de algehele dreigingsevaluatie verder te verbeteren en doeltreffende en gecoördineerde maatregelen tegen criminaliteit op het gebied van intellectuele eigendom te bevorderen.
De Commissie steunt de douaneautoriteiten van de lidstaten ook met de verbetering van risicobeheer en fraudebestrijding, met name door de toevoeging van gegevensanalysecapaciteit op EU-niveau, door de lidstaten beter uit te rusten met douanecontroleapparatuur en door de samenwerking binnen de EU en met douaneautoriteiten van partnerlanden te verbeteren.
De Commissie zal de samenwerking tussen alle betrokken spelers verbeteren – rechthebbenden, leveranciers, diverse groepen tussenliggende partijen (bv. onlineplatforms, sociale media, de reclamesector, betaaldiensten, domeinnaamregistrars/-registers, en transport- en logistiekmaatschappijen) en openbare handhavingsinstanties (waaronder bestuursorganen, douane, politie, markttoezichthouders en openbaar aanklagers) – teneinde piraterij en namaakpraktijken aan banden te leggen. Daartoe zal zij een EU-toolbox tegen namaakpraktijken samenstellen, die onder meer gebaseerd zal zijn op de gemelde praktijken en de beginselen die in het kader van diverse initiatieven van het bedrijfsleven zijn ontwikkeld. Met de toolbox worden taken en verantwoordelijkheden verduidelijkt en worden manieren in kaart gebracht waarop kan worden samengewerkt. Een cruciaal onderdeel betreft de uitwisseling van relevante gegevens over producten en handelaren, met inachtneming van de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming, waarvoor wellicht nadere richtsnoeren nodig zijn. Met de toolbox wordt het gebruik van nieuwe technologieën, zoals beeldherkenning, kunstmatige intelligentie en blockchain, gestimuleerd. Zo nodig zal de toolbox vergezeld gaan van benchmarks, zodat het mogelijk is de voortgang te meten.
Voortbouwend op het succes van bepaalde preventieve en repressieve maatregelen tegen aan COVID-19 gerelateerde nepproducten, zal de Commissie campagnes stimuleren om te voorkomen dat de schadelijkste namaakgoederen voor consumenten op de markt komen.
Tot slot kunnen de economische gevolgen van cyberdiefstal van bedrijfsgeheimen drastisch worden beperkt door bewustwording rond cyberbeveiliging en kundig beheer van intellectuele eigendom te stimuleren. In overeenstemming met de in het kader van de strategie voor de veiligheidsunie genomen maatregelen voor de verwerving van vaardigheden en de bewustmaking op het gebied van de cyberbeveiliging zal de Commissie, samen met het EUIPO, de lidstaten en het bedrijfsleven bewustmakingsinstrumenten en specifieke richtsnoeren ontwikkelen waarmee de weerbaarheid van bedrijven (en bovenal van kmo’s) in de EU tegen cyberdiefstal van bedrijfsgeheimen zal worden vergroot.
Bij de strijd tegen inbreuken op IE-rechten zal de Commissie:
-door middel van de wet inzake digitale diensten meer duidelijkheid over en een actualisering van de verantwoordelijkheden van digitale diensten, en in het bijzonder onlineplatforms, verschaffen (vierde kwartaal van 2020);
-de rol van OLAF in de strijd tegen de namaak en piraterij van producten te versterken (2022);
-een EU-toolbox tegen namaakpraktijken samenstellen, waarin uitgangspunten worden vastgelegd voor het gezamenlijke optreden, de samenwerking en de uitwisseling van gegevens tussen rechthebbenden, tussenliggende partijen en rechtshandhavingsinstanties (tweede kwartaal van 2022).
6.Fair play op mondiaal niveau
Intellectuele eigendom speelt een belangrijke rol in de handel, bij investeringen, en in onze betrekkingen met landen buiten de EU. IE-rechtenintensieve bedrijfstakken zijn goed voor 93 % van de totale EU-uitvoer van goederen naar de rest van de wereld
. Een toenemend aantal landen over de hele wereld gebruikt activa uit intellectuele eigendom om hun ontwikkeling en nationaal concurrentievermogen te ondersteunen. Beleidsmaatregelen ter bescherming van intellectuele eigendom winnen aan geopolitiek belang.
Wanneer onze bedrijven in het buitenland concurreren, moeten zij kunnen vertrouwen op een stabiel, mondiaal gelijk speelveld. Er zijn echter aanwijzingen dat onze bedrijven bij hun activiteiten in landen buiten de EU nog altijd met enorme uitdagingen kampen, zoals zwakke regelgeving en handhaving inzake intellectuele eigendom, gedwongen technologieoverdrachten en andere oneerlijke praktijken, zoals beperkingen aan de intellectuele eigendom van gezamenlijke onderzoeksresultaten, zeer brede extraterritoriale anti-suit injunctions en cyberdiefstal.
Met haar grote eengemaakte markt verkeert de EU in een unieke positie om op het gebied van intellectuele eigendom een mondiale normerende rol te spelen. Zij kan en zal blijven ijveren voor een stabiel en doeltreffend mondiaal kader voor intellectuele eigendom. Tegelijkertijd hebben wij moeten wij ons beter beschermen tegen diefstal van intellectuele eigendom, spionage en andere vormen van verduistering van intellectuele eigendom die zijn te herleiden tot landen buiten de EU, maar van invloed zijn op onze Europese markten. De lidstaten zouden ook bijzondere aandacht moeten schenken aan de doeltreffende bescherming van intellectuele eigendom in essentiële technologieën om onze weerbaarheid in strategische sectoren te waarborgen.
Om dit bovenstaande te realiseren, zal de Commissie de volgende maatregelen treffen.
Bij vrijhandelsovereenkomsten blijft de Commissie streven naar een ambitieus hoofdstuk over intellectuele eigendom met strenge beschermingsnormen, zodat het Europese bedrijfsleven verzekerd is van een gelijk speelveld en de economische groei een impuls krijgt. Zij streeft naar volledige toepassing van de bepalingen inzake intellectuele eigendom in bestaande vrijhandelsovereenkomsten, onder meer met behulp van een geschillenregeling en, indien van toepassing, door het inzetten van de richtlijn inzake de handhaving van de internationale handelsregels, zodra die is gewijzigd.
Om hervormingen te bevorderen, zal de Commissie ten volle gebruikmaken van dialogen over intellectuele eigendom met de belangrijkste handelspartners en andere prioritaire landen, zoals de Verenigde Staten, China, Zuid-Korea, Thailand, Turkije en Brazilië, en zal zij het bereik van haar IP-Keyprogramma’s inzake technische samenwerking in China, Zuidoost-Azië en Latijns-Amerika verder uitbreiden.
De Commissie blijft een mondiaal gelijk speelveld bevorderen en zal meer moeite te doen om bedrijven in de EU tegen oneerlijke praktijken te beschermen. Als drukmiddel zal zij de watchlist inzake namaak en piraterij inzetten, waarop markten en dienstverleners staan die zich zouden bezighouden met namaakpraktijken of piraterij dan wel die zouden faciliteren of daarvan profiteren, alsook het verslag over de bescherming en handhaving van IE-rechten in derde landen, waarin de derde landen staan vermeld die gezien de mate waarin IE-rechten worden beschermd en gehandhaafd (zowel online als offline) de grootste bron van zorg vormen. Zowel de watchlist als het verslag zullen regelmatig worden bijgewerkt en er wordt nauwlettend toegezien op maatregelen om de geconstateerde tekortkomingen te verhelpen.
Daarna riep de Commissie in haar Richtsnoeren voor de lidstaten betreffende buitenlandse directe investeringen en vrij verkeer van kapitaal uit derde landen en de bescherming van de strategische activa van Europa uit maart 2020 alle EU-lidstaten op ten volle gebruik te maken van hun screeningmechanismen voor buitenlandse directe investeringen en, voor de lidstaten die momenteel niet over een screeningmechanisme beschikken, om een volledig screeningmechanisme op te zetten om tegemoet te komen aan relevante aspecten inzake veiligheid en openbare orde bij buitenlandse investeringen waarmee essentiële activa uit intellectuele eigendom in de Europese Unie gemoeid kunnen zijn
.
De Commissie constateert tevens dat ervoor gezorgd moet worden dat alle landen buiten de EU en hun bedrijven zich aan de regels houden, bijvoorbeeld wanneer zij banden met Europese onderzoeksinstellingen aanknopen. Met het oog daarop zullen nieuwe randvoorwaarden voor internationale onderzoekssamenwerking met entiteiten in landen buiten de EU worden opgesteld. Daarmee is een eerlijk en niet-verstorend mondiaal innovatie-ecosysteem verzekerd, gebaseerd op een gelijk speelveld en wederkerigheid en met behoud van strenge normen qua ethiek en wetenschappelijke integriteit. De Commissie zal in dit verband richtsnoeren vaststellen ten aanzien van buitenlandse interventie die is gericht op universiteiten en hogeronderwijsinstellingen in de EU, met als doel bewustwording over mogelijke diefstal van intellectuele eigendom bij het aangaan van internationale samenwerking (2021).
Op het gebied van het buitenlands beleid is de Commissie, in samenwerking met de hoge vertegenwoordiger en de lidstaten, bereid de beschikbare beperkende maatregelen in te zetten tegen particuliere en door de overheid ondersteunde cyberspionage die het voorzien heeft op baanbrekende Europese activa uit intellectuele eigendom.
Het is uiterst belangrijk dat de EU een krachtig en eenparig geluid laat horen in internationale gremia zoals de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO), de Wereldhandelsorganisatie (WTO), de Internationale Unie tot bescherming van kweekproducten (UPOV), de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De Commissie zal met de lidstaten en andere belanghebbenden samenwerken bij het bedenken en verdedigen van mondiale normen voor de bescherming van intellectuele eigendom en van de best mogelijke oplossingen voor nieuwe uitdagingen, zoals het waarborgen van gelijke toegang tot behandelingen, vaccins en diagnoses in de strijd tegen COVID-19. Het WIPO-debat over de consequenties van kunstmatige intelligentie voor intellectuele eigendom is wederom een unieke gelegenheid waarbij Europa invloed kan uitoefenen op een moment waarop de regelgevingswerkzaamheden nog lopen; regelgeving die van langdurige invloed kan zijn op de digitale transformatie van de wereldeconomie die zich thans voltrekt.
Om de waarde van merken te beschermen, zal de Commissie de toetreding van de EU tot het Verdrag van Singapore inzake merkenrecht overwegen. De Commissie zal met internationale partners samenwerken om via het multilaterale Lissabon-register van de WIPO geografische aanduidingen wereldwijd te beschermen. Verder zal zij haar deelname aan wereldwijde internetfora intensiveren, zodat IE-rechten, waaronder geografische aanduidingen, volledig door het internationale systeem voor domeinnamen (DNS) worden geëerbiedigd, en om te waarborgen dat bescherming van intellectuele eigendom ook naar behoren tot uiting komt in beleid inzake het beheer van de domeinnaamruimte en de toegang tot informatie over registranten (“Whois”-gegevens). Op het terrein van het auteursrecht zal de Commissie vasthouden aan haar actieve betrokkenheid bij WIPO-onderhandelingen, met als doel overeenstemming te bereiken over een nieuw verdrag dat internationale bescherming aan omroeporganisaties verleent. Zij zal ook toewerken naar de ratificatie van het Verdrag van Peking van de WIPO door de EU (dat in 2013 is ondertekend door de EU), dat internationale bescherming aan audiovisuele uitvoeringen verleent.
De Commissie handhaaft haar steun aan Europese ondernemingen in het buitenland. In aanvulling op de bestaande internationale helpdesks voor kmo’s op het gebied van intellectuele eigendom in China, Zuidoost-Azië en Latijns-Amerika, begint de Commissie een nieuwe helpdesk voor kmo’s op het gebied van intellectuele eigendom, waarmee bijstand zal worden verleend aan Europese ondernemingen in India (begin 2021).
Tot slot zal de Commissie zich meer inspanningen getroosten om ontwikkelingslanden gekwalificeerde technische bijstand te bieden met behulp waarvan zij het meeste uit intellectuele eigendom kunnen halen om hun economische groei te ondersteunen. Als onderdeel van het actieplan inzake IE-rechten voor Afrika zal de Commissie bijvoorbeeld het creëren, beschermen en beheren van intellectuele eigendom (waaronder geografische aanduidingen
) in dat werelddeel stimuleren.
7.Samenwerking met lidstaten en belanghebbenden
De Commissie rekent voor de uitvoering van dit actieplan en van de diverse daarin opgenomen maatregelen op de steun en hulp van het Europees Parlement, de Raad en alle belanghebbenden.
Zij roept de lidstaten tevens op om bij de ontwikkeling van hun nationale beleid en strategie inzake intellectuele eigendom de doelstellingen van dit actieplan in acht te nemen en om bij hun eigen inspanningen voor economisch herstel de bescherming en handhaving van intellectuele eigendom tot prioriteit te maken.
Verder zal de Commissie het debat onder alle betrokken spelers stimuleren, met name in relevante industriële ecosystemen, zodat het beleid op het gebied van intellectuele eigendom nauwer aansluit op de veranderende werkelijkheid en behoeften van het Europese bedrijfsleven, overeenkomstig het strategisch prognoseverslag en de agenda van de Commissie. Hiertoe zal de Commissie, in de context van bestaande bijeenkomsten en fora waarop het industriebeleid vorm krijgt, periodieke besprekingen over aan intellectuele eigendom gerelateerde onderwerpen houden.
Aanhangsel I
Bijdrage van IE-rechtenintensieve sectoren aan de werkgelegenheid in industriële ecosystemen
Bron: Berekeningen van het EUIPO en de EC aan de hand van onderzoeksgegevens uit: EOB en EUIPO, IPR-intensive industries and economic performance in the European Union, 2019
Deze grafiek toont de bijdrage van IE-rechtenintensieve sectoren aan de werkgelegenheid in elk van de industriële ecosystemen. Dit verklaart bijvoorbeeld waarom de bijdrage van IE-rechten aan het ecosysteem gezondheid schijnbaar laag is. De zeer IE-rechtenintensieve sectoren voor farmaceutische artikelen en medische apparaten dragen voor slechts 6 % bij aan de werkgelegenheid, terwijl de andere sectoren, zoals ziekenhuizen en medische zorg, niet IE-rechtenintensief zijn.
Het betreft de bijdrage van bedrijven met IE-rechten aan de werkgelegenheid in de EU. Als zodanig laat het een gedeeltelijk beeld zien van de invloed van IE-rechten op de economie. Het is geen weergave van het bredere effect van intellectuele-eigendomsrechten op bedrijven die wellicht niet zelf IE-rechten bezitten, maar voor hun producten of diensten wel gebruikmaken van door IE-rechten beschermde productiemiddelen (bv. franchisenemers, technologielicentiehouders, onderaannemers, de horeca of detailhandel bij het uitwisselen van producten uit de culturele sector).