EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018PC0110

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van collectieve beleggingsfondsen en houdende wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 345/2013 en (EU) nr. 346/2013

COM/2018/0110 final - 2018/045 (COD)

Brussel, 12.3.2018

COM(2018) 110 final

2018/0045(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van
collectieve beleggingsfondsen en houdende wijziging van
de Verordeningen (EU) nr. 345/2013 en (EU) nr. 346/2013

(Voor de EER relevante tekst)

{SWD(2018) 54 final}
{SWD(2018) 55 final}


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Vandaag heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een maatregelenpakket ter verdieping van de kapitaalmarktenunie ("KMU"), samen met de mededeling "Voltooiing van de kapitaalmarktenunie tegen 2019 – Tijd om snel resultaten te boeken". Het pakket omvat het onderhavige voorstel en een voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG 1 en Richtlijn 2011/61/EU 2 met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van collectieve beleggingsfondsen, alsmede een voorstel voor een faciliterend EU-kader voor gedekte obligaties, een voorstel voor een faciliterend kader voor Europese aanbieders van crowdfundingdiensten voor ondernemingen, een voorstel betreffende het toepasselijke recht op de derdenwerking van cessies van vorderingen en een mededeling betreffende het toepasselijke recht op de vermogensrechtelijke gevolgen van effectentransacties.

Dit voorstel wordt geacht de kosten van het ontplooien van grensoverschrijdende activiteiten te reduceren en zou tevens de totstandkoming van een meer geïntegreerde eengemaakte markt voor beleggingsfondsen moeten bevorderen. Scherpere concurrentie binnen de EU zal ertoe bijdragen dat beleggers over meer keuzemogelijkheden beschikken en hogere rendementen weten te behalen.

Dit voorstel is opgenomen in het werkprogramma van de Commissie voor 2018 3 en moet worden gezien in de bredere context van het KMU-actieplan 4 en de tussentijdse evaluatie van de KMU 5 , waarmee wordt beoogd een echte interne kapitaalmarkt tot stand te brengen door de versnippering van de kapitaalmarkten aan te pakken, de regelgevende belemmeringen voor de financiering van de economie weg te nemen en de kapitaalverschaffing aan ondernemingen te verhogen. De grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen wordt momenteel sterk ontmoedigd door regelgevende belemmeringen, zoals nationale verhandelingsvereisten, toezichtsvergoedingen, alsmede administratieve en kennisgevingsverplichtingen. Deze belemmeringen zijn gesignaleerd in de reacties op het groenboek betreffende de kapitaalmarktenunie 6 , de enquête naar het EU-regelgevingskader voor financiële diensten 7 en de openbare raadpleging over de belemmeringen voor de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen 8 .

Beleggingsfondsen zijn beleggingsproducten die uitsluitend zijn ontwikkeld voor het bijeenbrengen van kapitaal van beleggers en het collectief beleggen van dat kapitaal via een portefeuille van financiële instrumenten, zoals aandelen, obligaties en andere effecten. In de EU kunnen beleggingsfondsen worden ingedeeld in instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) en in alternatieve beleggingsinstellingen (abi's) die worden beheerd door beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (abi-beheerders). Icbe's vallen onder Richtlijn 2009/65/EG en abi's vallen onder Richtlijn 2011/61/EU. Richtlijn 2011/61/EU wordt aangevuld door de volgende vier fondskaders:

·Verordening (EU) nr. 345/2013 9 betreffende Europese durfkapitaalfondsen,

·Verordening (EU) nr. 346/2013 10 betreffende Europese sociaalondernemerschapsfondsen,

·Verordening (EU) 2015/760 11 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen, en

·Verordening 2017/1131 12 inzake geldmarktfondsen.

Het gemeenschappelijke doel van deze voorschriften is met name de grensoverschrijdende distributie te vergemakkelijken en tegelijkertijd een hoog niveau van beleggersbescherming te waarborgen.

Op grond van de voor EU-beleggingsfondsen geldende regels mogen beheerders van beleggingsfondsen hun fondsen in de gehele EU distribueren en, op een aantal uitzonderingen na, ook beheren. Hoewel EU-beleggingsfondsen een snelle groei hebben doorgemaakt (met een totaal beheerd vermogen van 14 310 miljard EUR in juni 2017 13 ), is de EU-markt voor beleggingsfondsen nog overwegend op nationale leest geschoeid: 70 % van het totale beheerde vermogen is in handen van beleggingsfondsen die enkel beschikken over een vergunning of registratie voor distributie op hun binnenlandse markt. Slechts 37 % van de icbe's en ongeveer 3 % van de abi's beschikken over een registratie voor distributie in meer dan drie lidstaten. De EU-markt is kleiner dan die in de Verenigde Staten wat beheerd vermogen betreft. Er bestaan echter veel meer fondsen in de EU (58 125 in de EU, tegen 15 415 in de VS) 14 , wat betekent dat de EU-fondsen gemiddeld veel kleiner zijn. Dit heeft een negatief effect op de schaalvoordelen, op de door beleggers betaalde vergoedingen en op de wijze waarop de interne markt voor beleggingsfondsen functioneert.

In dit voorstel wordt tevens erkend dat ook nog andere, buiten de werkingssfeer ervan vallende factoren de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen in de EU in de weg staan. Deze factoren omvatten op beleggingsfondsen en beleggers toepasselijke nationale belastingregelingen, verticale distributiekanalen en culturele voorkeuren voor binnenlandse beleggingsproducten.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel wordt samen met een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG en Richtlijn 2011/61/EU met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van collectieve beleggingsfondsen gepresenteerd. Het is uitsluitend toegespitst op de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen. Het introduceert nieuwe of wijzigt bestaande elementen van de desbetreffende wetgeving. Deze nieuwe elementen of wijzigingen sluiten aan bij de doelstellingen van de bestaande bepalingen op het beleidsterrein, die tot doel hebben een eengemaakte markt voor beleggingsfondsen tot stand te brengen en de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen te vergemakkelijken. Het voorstel zorgt er tevens voor dat de voor de verschillende soorten beleggingsfondsen geldende regels worden gelijkgetrokken. De verenigbaarheid met de bestaande bepalingen is derhalve gewaarborgd.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Voor de Commissie is dé topprioriteit het versterken van de EU-economie en het stimuleren van investeringen die banen creëren. Een sleutelelement van het investeringsplan voor Europa 15 , dat erop gericht is de Europese economie te versterken en de investeringen in alle 28 lidstaten aan te moedigen, is de totstandbrenging van een diepere eengemaakte kapitaalmarkt – een KMU. Diepere en geïntegreerde kapitaalmarkten zullen ondernemingen een betere toegang tot kapitaal bieden en tegelijkertijd het ontstaan van nieuwe beleggingskansen voor spaarders in de hand werken.

Dit voorstel is complementair aan deze doelstelling en is in de tussentijdse evaluatie van de KMU als een prioritaire actie bestempeld 16 , omdat het maatregelen bevat waarmee wordt beoogd belemmeringen op de kapitaalmarkten weg te werken. Het draagt bij tot de ontwikkeling van meer geïntegreerde kapitaalmarkten doordat het ervoor zorgt dat beleggers, fondsbeheerders en ondernemingen gemakkelijker van de eengemaakte markt kunnen profiteren.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Dit voorstel valt onder een gedeelde bevoegdheid overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

De rechtsgrondslag voor het voorstel is artikel 114 VWEU. De keuze van deze rechtsgrondslag weerspiegelt de cruciale rol die een geharmoniseerde paspoortregeling speelt in de werking van een interne markt voor beleggingsfondsen.

Het is van vitaal belang dat beleggingsfondsen gemakkelijker diensten kunnen verrichten en dat aldus binnen de Unie een concurrerender en meer geïntegreerde interne markt tot stand wordt gebracht. Momenteel beletten regelgevende belemmeringen voor de grensoverschrijdende distributie dat de interne markt voor beleggingsfondsen naar behoren functioneert. De regelgevende belemmeringen leiden tot een versnippering van de interne markt en maken het moeilijker voor beleggingsfondsen om optimaal van de interne markt te profiteren. Om ervoor te zorgen dat de interne markt voor beleggingsfondsen naar behoren en onder betere voorwaarden kan functioneren, moet worden voorzien in een regelgevingskader dat resulteert in minder belemmeringen voor de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen op EU-niveau. Daarom is dit voorstel gericht op het harmoniseren van de voor beleggingsfondsen geldende gedragsregels (in verband met publicitaire mededelingen aan potentiële beleggers) en op het transparanter maken van de bepalingen die geen betrekking hebben op de terreinen die bij Richtlijn 2009/65/EG en Richtlijn 2011/61/EU worden geregeld, waardoor de invoering van een mechanisme voor een grensoverschrijdend paspoort kan worden gefaciliteerd.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Dit voorstel is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).

Het harmoniseren van de EU-regels inzake publicitaire mededelingen aan potentiële beleggers en het transparanter maken van bepalingen op niet door de bovengenoemde richtlijnen bestreken terreinen kan bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van meer geïntegreerde kapitaalmarkten voor beleggingsfondsen overal in de Unie. Met dit voorstel wordt derhalve beoogd ervoor te zorgen dat de interne markt voor diensten van beleggingsfondsen vlot functioneert. Deze doelstelling blijft niet beperkt tot het grondgebied van één enkele lidstaat en kan niet door de lidstaten op nationaal niveau worden verwezenlijkt. Het voorstel belast de bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 17 opgerichte Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority, ESMA) tevens met extra taken die niet door de afzonderlijk optredende lidstaten kunnen worden vervuld.

Evenredigheid

Dit voorstel strookt met het evenredigheidsbeginsel als bedoeld in artikel 5 VEU.

De effectbeoordeling bevat eerste ramingen inzake kostenbesparingen op basis van feitelijke en realistische aannamen. Het voorstel zal de nalevingslasten en -kosten voor beleggingsfondsen verminderen door de transparantie te vergroten. Hoewel voor het opzetten en onderhouden van ESMA-databanken input van de bevoegde autoriteiten in de lidstaten (met name kennisgevingen aan de ESMA) vereist zal zijn, zullen de van de lidstaten verwachte financiële inspanningen beperkt blijven. De verzamelde gegevens zullen de ESMA in staat stellen haar convergerende rol beter te vervullen. De scherpere concurrentie in de sector van de beleggingsfondsen zal positieve gevolgen hebben voor de voor de beleggers beschikbare keuzemogelijkheden en voor de economieën van de lidstaten.

Keuze van het instrument

Dit voorstel bevat bepalingen die beleggingsfondsen meer rechtszekerheid bieden bij het verrichten van diensten. Voor het verhelpen van het gebrek aan transparantie van de regelgevende belemmeringen in de lidstaten is immers meer nodig dan enkel het wijzigen van Richtlijn 2009/65/EG en Richtlijn 2011/61/EU, omdat dit anders tot een ongelijke implementatie zou kunnen leiden.

Bovendien hebben de in deze verordening voorgestelde regels die voor de ESMA en de nationale autoriteiten zouden gelden, een technisch karakter en staan ze op zichzelf. Het voorstel is erop gericht de op de (grensoverschrijdende) verhandeling van beleggingsfondsen toepasselijke voorschriften en procedures en de door de nationale bevoegde autoriteiten geïnde toezichtsvergoedingen en -heffingen transparanter te maken. Voor het verwezenlijken van deze beleidsdoelstellingen is een rechtstreeks toepasselijke verordening vereist die voor een volledige harmonisatie zorgt. Een verordening is eveneens een passend rechtsinstrument om de ESMA te belasten met het opzetten en onderhouden van databanken met de nationale regels inzake publicitaire mededelingen en met de toepasselijke vergoedingen en heffingen, alsmede voor het opslaan van kennisgevingen. Een verordening is bijgevolg het best geschikt voor het teweegbrengen van een maximale harmonisatie zonder verschillen en dus voor het bewerkstelligen van een grotere convergentie van toezicht en regelgeving.

Tevens wordt voorgesteld beperkte wijzigingen in Verordening (EU) nr. 345/2013 en Verordening (EU) nr. 346/2013 aan te brengen. Deze wijzigingen vormen de afspiegeling van de invoering van het concept preverhandeling en van de vaststelling van daarvoor geldende voorwaarden in een aparte richtlijn waarin wijzigingen in Richtlijn 2011/61/EU worden voorgesteld. Wijzigingen in verordeningen moeten bij een verordening worden aangebracht.

Daarnaast wordt voorgesteld beperkte wijzigingen aan te brengen in Richtlijn 2009/65/EG en Richtlijn 2011/61/EU met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van collectieve beleggingsfondsen. Daarom wordt dit voorstel samen met een (apart) voorstel voor een richtlijn tot wijziging van genoemde richtlijnen gepresenteerd.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Bij de opstelling van dit voorstel heeft de Commissie de desbetreffende bepalingen van Richtlijn 2009/65/EG en van Richtlijn 2011/61/EU, alsmede eventuele aanvullende vereisten van lidstaten grondig doorgelicht.

Uit deze doorlichting is gebleken dat hoewel de eengemaakte markt vrij succesvol is, deze toch niet zijn volledige potentieel voor de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen weet te realiseren, aangezien fondsen nog steeds met tal van belemmeringen worden geconfronteerd. Bovendien zijn de wettelijke vereisten en administratieve praktijken die niet door Richtlijn 2009/65/EG en Richtlijn 2011/61/EU zijn geharmoniseerd, niet transparant. De doorlichting van de Commissie heeft uitgewezen dat lidstaten zeer uiteenlopende benaderingen volgen ten aanzien van de vereisten en verificaties van publicitaire mededelingen. Ook bestaat er een breed scala aan vergoedingen en heffingen die door de nationale bevoegde autoriteiten worden geïnd voor de uitvoering van toezichthoudende taken in overeenstemming met Richtlijn 2009/65/EG en Richtlijn 2011/61/EU. Dit zijn allemaal belemmeringen die een grotere grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen in de weg staan.

Raadpleging van belanghebbenden

Uit de reacties op twee raadplegingen is gebleken dat regelgevende belemmeringen voor de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen de volledige benutting van de voordelen van de eengemaakte markt hebben belet. De eerste raadpleging, in het kader van het groenboek betreffende de kapitaalmarktenunie, heeft op 18 februari 2015 een aanvang genomen. De tweede raadpleging, in het kader van de enquête naar het EU-regelgevingskader voor financiële diensten, is op 30 september 2015 van start gegaan.

Bij de bevoegde autoriteiten en de ESMA is aanvullende informatie over nationale praktijken ingewonnen. Op verzoek van de Commissie heeft de ESMA in 2016 een enquête onder de bevoegde autoriteiten gehouden waarbij werd verzocht nadere bijzonderheden te verstrekken over de gangbare nationale praktijken op terreinen zoals toezichtsvergoedingen en verhandelingsvereisten.

Op basis van de antwoorden die op het KMU-groenboek en op de beide bovengenoemde enquêtes zijn ontvangen, heeft de Commissie op 2 juni 2016 de aanzet gegeven voor een openbare raadpleging over de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen 18 . Gezien de reeds ontvangen feedback werd met de raadpleging beoogd praktijkvoorbeelden van de ondervonden problemen te verzamelen en informatie over de gevolgen daarvan in te winnen. Om zoveel mogelijk respons te krijgen, heeft de Commissie roadshows met verenigingen van vermogensbeheerders en de leden ervan georganiseerd in de voornaamste centra voor vermogensbeheer in de EU, nl. Luxemburg, Frankrijk, Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en België. Er hebben verschillende bijeenkomsten en telefonische vergaderingen met Europese en nationale beleggersverenigingen plaatsgevonden en de raadpleging is op 15 september 2016 aan de Financial Services User Group gepresenteerd. In totaal zijn er 64 reacties ontvangen: 52 van verenigingen of bedrijven, 8 van overheden of internationale organisaties en 4 van privépersonen. In de meeste reacties werd aangegeven dat regelgevende belemmeringen de grensoverschrijdende distributie sterk ontmoedigen.

Op verzoek van de Commissie en op basis van de ontvangen gegevens heeft de ESMA in 2017 een vervolgenquête uitgevoerd om verdere informatie over specifieke verhandelingspraktijken en kennisgevingsvereisten in de lidstaten in te winnen.

De Commissie heeft ook bijeenkomsten met de sector van de beleggingsfondsen en met Europese beleggersverenigingen georganiseerd om meer informatie te verzamelen. Op 30 mei 2017 is een vragenlijst toegezonden aan acht beroepsverenigingen die actief zijn op de diverse terreinen die door de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen worden bestreken. Daarin werd vooral de nadruk gelegd op een kwantificering van de kosten die door regelgevende belemmeringen voor de grensoverschrijdende distributie worden veroorzaakt en op het nagaan welke potentiële voordelen vermogensbeheerders en beleggers van het wegwerken van deze belemmeringen zouden ondervinden. Uit de feedback kwam naar voren dat regelgevende belemmeringen aanzienlijke kosten met zich meebrengen: deze kosten vertegenwoordigen 1 à 4 % van de totale kosten van een beleggingsfonds. Ook is in oktober 2017 op basis van een gerandomiseerde gestratificeerde steekproef een gerichte enquête onder 60 gelijkelijk vertegenwoordigde kleine, middelgrote en grote beleggingsfondsen gehouden. De enquête bevestigde dat regelgevende belemmeringen een niet te onderschatten effect hebben en dat actie op EU-niveau geboden is.

Voorts heeft de Commissie in juni en juli 2017 via een aanvangseffectbeoordeling 19 belanghebbenden geraadpleegd. In de vijf reacties die van vermogensbeheerders, verenigingen daarvan en verenigingen van financiële adviseurs zijn ontvangen, werd steun betuigd voor het initiatief van de Commissie om de belemmeringen voor de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen af te bouwen.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De Commissie heeft vertrouwd op informatie en gegevens afkomstig van Morningstar 20 , van de European Fund and Asset Management Association (EFAMA) en van marktverslagen en studies van particuliere ondernemingen. Daarnaast is ook wetenschappelijke literatuur geraadpleegd, en met name literatuur over het effect van grensoverschrijdende distributie op de mededinging en op het verwachte consumentengedrag.

Effectbeoordeling

Ter voorbereiding van dit initiatief werd een effectbeoordeling uitgevoerd.

Op 1 december 2017 heeft de Raad voor regelgevingstoetsing een positief advies uitgebracht waarin aanbevelingen werden gedaan met het oog op een verdere verbetering van het ontwerp van effectbeoordelingsverslag. Het ontwerpverslag is vervolgens gewijzigd om met de opmerkingen van de Raad rekening te houden 21 . De belangrijkste door de Raad aanbevolen wijzigingen hielden verband met het volgende:

·niet door het initiatief bestreken factoren die een negatief effect sorteren op de grensoverschrijdende distributie;

·een beschrijving in het basisscenario van recente initiatieven waarvan een (indirect) effect op de grensoverschrijdende distributie van fondsen uitgaat;

·de structuur, presentatie, beoordeling en vergelijking van de keuzemogelijkheden; en

·de presentatie, documentatie en kwalificatie van de kwantitatieve methoden en de resultaten ervan.

Het herziene effectbeoordelingsverslag en een samenvatting van de effectbeoordeling worden samen met dit voorstel gepubliceerd 22 .

In het effectbeoordelingsverslag komt een breed scala aan beleidsopties aan de orde. Afgaande op de beoordeling daarvan luiden de beleidskeuzen als volgt:

(a)nationale verhandelingsvereisten moeten transparanter zijn op nationaal en EU-niveau. Bovendien moet de definitie van preverhandeling in Richtlijn 2011/61/EU worden geharmoniseerd en moet de procedure voor het controleren van marketingmateriaal duidelijker worden vormgegeven;

(b)toezichtsvergoedingen moeten transparanter zijn op EU-niveau en er moeten overkoepelende beginselen worden ingevoerd om tot een consistentere vaststelling van dergelijke vergoedingen te komen;

(c)de keuze van voorzieningen om lokale beleggers te ondersteunen moet aan beheerders van beleggingsfondsen worden overgelaten, waarbij beleggers voldoende bescherming wordt geboden;

(d)de procedures en vereisten voor het actualiseren van kennisgevingen en voor het intrekken van kennisgevingen van het gebruik van het verhandelingspaspoort moeten sterker worden geharmoniseerd.

Al deze beleidskeuzen samen resulteren in een aanzienlijke reductie van de regelgevende belemmeringen. Zij vergroten de kans dat meer fondsen over de grenzen heen worden verhandeld, versterken de concurrentie, verminderen de marktversnippering en bieden beleggers meer keuze in de EU. Aan de beleidskeuzen zijn ook indirecte voordelen verbonden die uit de sociale en ecologische gevolgen ervan voortvloeien. Een grotere grensoverschrijdende distributie zou immers resulteren in meer mogelijkheden om te beleggen in fondsen die maatschappelijke of ecologische doelstellingen nastreven. Dit kan op zijn beurt de groei op deze terreinen aanwakkeren.

Aangenomen wordt dat alle beleidskeuzen samen een jaarlijkse kostenbesparing van 306 à 440 miljoen EUR (vaste kosten) zouden opleveren voor alle beleggingsfondsen die momenteel op grensoverschrijdende basis in de EU worden verhandeld. Wat de eenmalige kosten betreft, zouden de verwachte besparingen nog hoger uitvallen: 378 à 467 miljoen EUR. Deze kostenbesparingen worden geacht het ontplooien van meer grensoverschrijdende activiteiten aan te moedigen en de totstandkoming van een meer geïntegreerde eengemaakte markt voor beleggingsfondsen te bevorderen.

Deze verordening heeft betrekking op de onder a) en b) beschreven beleidskeuzen. Het afzonderlijk gepresenteerde voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG en Richtlijn 2011/61/EU heeft betrekking op de onder c) en d) beschreven beleidskeuzen.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Dit voorstel moet leiden tot aanzienlijke kostenverminderingen voor beheerders van beleggingsfondsen die hun fondsen over de grenzen heen in de EU distribueren of voornemens zijn te distribueren. Deze kostenverminderingen zullen vooral een positief effect sorteren op fondsbeheerders die ofwel een kleiner aantal beleggingsfondsen, ofwel beleggingsfondsen met een minder groot beheerd vermogen beheren, aangezien dergelijke beheerders de kosten maar over een smallere basis kunnen spreiden.

Hoewel dit voorstel niet direct op kleine en middelgrote ondernemingen is gericht, zullen deze daar toch indirect baat bij hebben. Een grotere grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen zal immers resulteren in een snellere groei van de EU-beleggingsfondsen en van hun beleggingen in kleine en middelgrote ondernemingen. Dat geldt met name voor durfkapitaalfondsen.

Grondrechten

De EU hecht aan hoge normen inzake de bescherming van grondrechten. In deze context zal het voorstel wellicht geen direct effect hebben op deze rechten zoals deze in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn vermeld.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit voorstel zal twee budgettaire gevolgen hebben voor de ESMA. De ESMA zal immers:

·technische regulerings- en uitvoeringsnormen moeten opstellen; en

·databanken moeten opzetten en onderhouden waarvan het publiek gratis kan gebruikmaken.

De specifieke budgettaire gevolgen voor de ESMA worden behandeld in het financieel memorandum bij het onderhavige voorstel.

In afwachting van de voltooiing van de recente herziening van de Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA's) hebben de gevolgen van het voorstel voor de begroting van de Unie betrekking op het 40 % bedragende aandeel van de Commissie in de financiering van de ESMA.

5.OVERIGE ELEMENTEN

·Evaluatie

Vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening zal een evaluatie ervan worden verricht, alsook van het voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG en Richtlijn 2011/61/EU met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van collectieve beleggingsfondsen. De Commissie zal zich daarbij laten leiden door een openbare raadpleging en door besprekingen met de ESMA en met de bevoegde autoriteiten.    

·Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 bevat de definities.

Artikel 2 betreffende de vereisten voor publicitaire mededelingen bevat beginselen waaraan publicitaire mededelingen moeten voldoen. Deze beginselen luiden als volgt: i) de mededelingen moeten als zodanig herkenbaar zijn, ii) de risico's en voordelen van het aankopen van rechten van deelneming of van aandelen in abi's en icbe's moeten op even opvallende wijze worden weergegeven, en iii) alle in publicitaire mededelingen opgenomen informatie moet eerlijk, duidelijk en niet misleidend zijn. Dit artikel is in grote lijnen gebaseerd op artikel 77 van Richtlijn 2009/65/EG en breidt het toepassingsgebied ervan uit tot Richtlijn 2011/61/EU.

Bij de artikelen 3 en 4 wordt een kader voor de transparantie van de nationale bepalingen inzake verhandelingsvereisten ingevoerd. De bevoegde autoriteiten zullen online alle toepasselijke nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen publiceren die op de regels voor de verhandeling van abi's en icbe's betrekking hebben, alsmede de samenvattingen daarvan. Deze publicatie zal ten minste plaatsvinden in een taal die in de internationale financiële wereld gebruikelijk is, waarbij wordt verlangd dat de informatie in die taal wordt bekendgemaakt, alsmede in de officiële talen of in één van de officiële talen die in een gegeven lidstaat worden gebruikt. De ESMA zal van deze informatie in kennis worden gesteld en zal op haar website een specifieke centrale databank publiceren en onderhouden. Met het oog op de stroomlijning van de informatiestromen tussen de bevoegde autoriteiten en de ESMA wordt bij artikel 3 de bevoegdheid verleend technische uitvoeringsnormen aan te nemen voor de vaststelling van de bij de kennisgevingen te hanteren standaardformulieren, templates en procedures.

In artikel 5 is bepaald dat de bevoegde autoriteiten binnen een termijn van 10 werkdagen een besluit moeten nemen wanneer zij verlangen dat zij systematisch van publicitaire mededelingen in kennis worden gesteld om te kunnen verifiëren of deze mededelingen met de desbetreffende nationale bepalingen inzake verhandelingsvereisten in overeenstemming zijn. De verificatie mag geen voorwaarde vooraf voor de verhandeling zijn. Artikel 5 schrijft tevens voor dat de bevoegde autoriteiten de geldende procedures moeten toepassen en bekendmaken, zodat een transparante en niet-discriminerende behandeling verzekerd is, ongeacht de herkomst van het geverifieerde beleggingsfonds. Elk jaar moeten de bevoegde autoriteiten de ESMA op de hoogte brengen van de besluiten waarbij publicitaire mededelingen worden afgewezen of waarbij wordt verlangd dat aanpassingen aan publicitaire mededelingen worden aangebracht. Teneinde een coherente behandeling van niet-professionele beleggers te waarborgen, moeten ook abi-beheerders zich aan deze voorschriften houden wanneer de lidstaten hun toestaan op hun grondgebied rechten van deelneming of aandelen in abi's aan niet-professionele beleggers aan te bieden.

In artikel 6 is bepaald dat wanneer de bevoegde autoriteit vergoedingen of heffingen int, deze vergoedingen of heffingen in verhouding moeten staan tot de uitgevoerde toezichthoudende taken, en dat de desbetreffende facturen moeten worden gezonden naar de statutaire zetel van de abi-beheerders of van de icbe-beheermaatschappijen.

Overeenkomstig artikel 7 moeten de bevoegde autoriteiten op hun websites centrale databanken met de vergoedingen of heffingen, dan wel met de desbetreffende berekeningsmethoden publiceren en onderhouden. De informatie moet ten minste beschikbaar worden gesteld in een taal die in de internationale financiële wereld gebruikelijk is. Het systeem voorziet in kennisgevingen door de bevoegde autoriteiten van de informatie in kwestie. Met het oog op de stroomlijning van de informatiestromen tussen de bevoegde autoriteiten en de ESMA moet de ESMA technische uitvoeringsnormen opstellen voor de vaststelling van de bij de kennisgevingen te hanteren standaardformulieren, templates en procedures.

Krachtens artikel 8 moet de ESMA online een interactieve centrale databank publiceren en onderhouden met de door de bevoegde autoriteiten geïnde vergoedingen of heffingen, dan wel, in voorkomend geval, met de gehanteerde berekeningsmethoden.

In artikel 9 is bepaald dat als onderdeel van de krachtens artikel 8 op te zetten interactieve centrale databank een interactieve applicatie voor vergoedingen en heffingen beschikbaar moet worden gesteld die de gebruiker in staat stelt online berekeningen te maken.

Overeenkomstig artikel 10 moet de ESMA op haar website een centrale databank met alle abi-beheerders, icbe-beheermaatschappijen, abi's en icbe's publiceren en onderhouden. Deze databank bouwt voort op de informatie die de ESMA overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2009/65/EG en artikel 7, lid 5, van Richtlijn 2011/65/EU heeft ontvangen, alsmede op de kennisgevingen en kennisgevingsbrieven die de bevoegde autoriteiten op grond van deze richtlijnen hebben ontvangen en die overeenkomstig artikel 11, lid 1, van deze verordening aan de ESMA moeten worden meegedeeld.

Krachtens artikel 11 moeten de bevoegde autoriteiten alle in artikel 10 bedoelde kennisgevingen en kennisgevingsbrieven doorzenden naar de ESMA. Met het oog op de standaardisering en stroomlijning van de informatiestromen tussen beleggingsfondsen/abi-beheerders of icbe-beheermaatschappijen en de bevoegde autoriteiten en tussen de bevoegde autoriteiten en de ESMA wordt bij dit artikel ook de bevoegdheid verleend technische regulerings- en uitvoeringsnormen vast te stellen.

Bij de artikelen 12 en 13 wordt in Verordening (EU) nr. 345/2013 en in Verordening (EU) nr. 346/2013 het concept preverhandeling opgenomen. Als gevolg van deze wijziging zouden conform de genoemde verordeningen geregistreerde beheerders zich via preverhandeling tot beleggers kunnen richten om na te gaan in hoeverre zij open staan voor toekomstige beleggingsmogelijkheden of -strategieën. Deze wijziging zou de totstandbrenging vereisen van een gelijk speelveld met beheerders waaraan overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 2011/61/EU vergunning is verleend en die kunnen profiteren van dat concept dat is ingevoerd bij [verwijzing naar de richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG en Richtlijn 2011/61/EU met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van collectieve beleggingsfondsen].

Overeenkomstig artikel 14 dient de Commissie 60 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening een evaluatie ervan uit te voeren.

2018/0045 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van
collectieve beleggingsfondsen en houdende wijziging van

de Verordeningen (EU) nr. 345/2013 en (EU) nr. 346/2013

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 23 ,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Een uiteenlopende aanpak van regelgeving en toezicht met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van alternatieve beleggingsinstellingen ("abi's"), als omschreven in artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad 24 , en instellingen voor collectieve belegging in effecten ("icbe's") in de zin van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad 25 resulteert in versnippering en belemmeringen voor de grensoverschrijdende verhandeling en toegang van abi's en icbe's, wat op zijn beurt de verhandeling daarvan in andere lidstaten kan beletten.

(2)Ter versterking van het op beleggingsfondsen toepasselijke toezicht en regelgevingskader en ter verbetering van de beleggersbescherming moeten publicitaire mededelingen aan beleggers in abi's en icbe's als zodanig herkenbaar zijn en moeten de risico's en voordelen van het aankopen van rechten van deelneming of van aandelen in een abi of icbe op even opvallende wijze worden weergegeven. Daarnaast moet alle in publicitaire mededelingen vervatte informatie op een eerlijke, duidelijke en niet-misleidende wijze worden gepresenteerd. Om de bescherming van de beleggers te waarborgen en een gelijk speelveld tussen abi's en icbe's tot stand te brengen, moeten de voor publicitaire mededelingen geldende normen derhalve gelijkelijk worden toegepast op publicitaire mededelingen voor abi's en icbe's.

(3)Bevoegde autoriteiten die systematische kennisgeving van publicitaire mededelingen verlangen, moeten verifiëren of deze mededelingen met deze verordening en andere toepasselijke voorschriften in overeenstemming zijn, namelijk of de publicitaire mededelingen als zodanig herkenbaar zijn, of de risico's en voordelen van het aankopen van rechten van deelneming of van aandelen in een icbe en – ingeval een lidstaat de verhandeling van abi's aan niet-professionele beleggers toestaat – een abi op even opvallende wijze worden weergegeven, en of alle in publicitaire mededelingen vervatte informatie op een eerlijke, duidelijke en niet-misleidende wijze wordt gepresenteerd.

(4)Ter bevordering van de transparantie en de beleggersbescherming moet de informatie over de voor aandelen of rechten van deelneming in abi's of icbe's geldende verhandelingsvereisten die in nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen zijn vastgelegd, beter toegankelijk worden gemaakt door de bevoegde autoriteiten en de Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority, ESMA) ertoe te verplichten op hun website centrale databanken te onderhouden, en dat ten minste in een taal die in de internationale financiële wereld gebruikelijk is.

(5)Teneinde een gelijke behandeling te waarborgen en het gemakkelijker te maken voor abi-beheerders en icbe-beheermaatschappijen om te besluiten of zij tot de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen zullen overgaan, is het van belang dat de vergoedingen en heffingen die bevoegde autoriteiten innen voor de vergunningverlening, de registratie en het toezicht zoals bedoeld in de Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU in verhouding staan tot de uitgevoerde toezichthoudende taken en openbaar worden gemaakt, en dat die vergoedingen en heffingen op hun websites worden gepubliceerd. Om dezelfde reden dient op de ESMA-website een interactieve applicatie beschikbaar te zijn waarmee de door de bevoegde autoriteiten geïnde vergoedingen en heffingen kunnen worden berekend.

(6)Aangezien de ESMA overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad 26 de marktontwikkelingen op haar bevoegdheidsgebied moet monitoren en beoordelen, is het passend en noodzakelijk de kennis van de ESMA te vergroten door de momenteel bestaande ESMA-databanken uit te breiden zodat daarin melding wordt gemaakt van alle abi-beheerders en icbe-beheermaatschappijen, alle abi's en icbe's die deze beheermaatschappijen beheren en verhandelen, alsmede alle lidstaten waarin deze beleggingsfondsen worden verhandeld. De bevoegde autoriteiten moeten daartoe alle kennisgevingen, kennisgevingsbrieven en schriftelijke kennisgevingen die zij uit hoofde van de Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU hebben ontvangen, doorzenden naar de ESMA.

(7)Teneinde een gelijk speelveld tot stand te brengen tussen in aanmerking komende durfkapitaalfondsen als omschreven in artikel 3, onder b), van Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad 27 en in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen als omschreven in artikel 3, onder b), van Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad 28 enerzijds en andere abi's anderzijds, is het noodzakelijk in beide genoemde verordeningen regels inzake preverhandeling op te nemen die identiek zijn aan de in Richtlijn 2011/61/EU vastgelegde regels inzake preverhandeling. Deze regels moeten conform de genoemde verordeningen geregistreerde beheerders in staat stellen zich tot beleggers te richten om na te gaan in hoeverre zij open staan voor toekomstige beleggingsmogelijkheden of -strategieën via in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen.

(8)Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden verleend om door de ESMA opgestelde ontwerpen van technische reguleringsnormen vast te stellen tot nadere specificatie van de te verstrekken informatie over de door de bevoegde autoriteiten geïnde vergoedingen of kosten, dan wel, in voorkomend geval, over de relevante berekeningsmethoden voor deze vergoedingen en kosten. Voorts moet aan de Commissie de bevoegdheid worden verleend om door de ESMA opgestelde ontwerpen van technische reguleringsnormen vast te stellen tot nadere bepaling van de informatie die moet worden verstrekt in de bij de Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU vereiste kennisgevingen, kennisgevingsbrieven en schriftelijke kennisgevingen over grensoverschrijdende activiteiten. De Commissie moet die ontwerpen van technische reguleringsnormen vaststellen middels gedelegeerde handelingen ingevolge artikel 290 VWEU en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

(9)Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden verleend om door de ESMA opgestelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen met betrekking tot de standaardformulieren, templates en procedures voor de kennisgevingen door de bevoegde autoriteiten van de op hun grondgebied geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake verhandelingsvereisten en van de samenvattingen daarvan, van het niveau van de door hen geïnde vergoedingen en heffingen, en, in voorkomend geval, van de desbetreffende berekeningsmethoden. Voorts is het ter bevordering van de doorgifte van informatie aan de bevoegde autoriteiten, tussen de bevoegde autoriteiten onderling en tussen de bevoegde autoriteiten en de ESMA raadzaam dat de technische uitvoeringsnormen betrekking hebben op de bij de Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU vereiste kennisgevingen, kennisgevingsbrieven en schriftelijke kennisgevingen over grensoverschrijdende activiteiten. De Commissie dient deze technische uitvoeringsnormen vast te stellen door middel van uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 291 VWEU en artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

(10)Het is noodzakelijk de aan de Commissie verleende bevoegdheden tot vaststelling van de door de ESMA opgestelde ontwerpen van technische reguleringsnormen en technische uitvoeringsnormen op het gebied van de bij deze verordening en de Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU vereiste kennisgevingen, kennisgevingsbrieven en schriftelijke kennisgevingen over grensoverschrijdende activiteiten te coördineren. Bij [Richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG en Richtlijn 2011/61/EU met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van collectieve beleggingsfondsen] moeten deze bevoegdheidsverleningen derhalve in de Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU worden geschrapt.

(11)Elke verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening, zoals bij uitwisseling of doorgifte van persoonsgegevens door de bevoegde autoriteiten, moet in overeenstemming zijn met Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad 29 , en elke uitwisseling of doorgifte van informatie door de ESMA moet plaatsvinden in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad 30 .

(12)Vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening dient de Commissie een evaluatie van de toepassing van deze verordening te verrichten. Bij de evaluatie moet rekening worden gehouden met de marktontwikkelingen en worden beoordeeld of de ingevoerde maatregelen tot een verbetering van de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen hebben geleid.

(13)Ter wille van de rechtszekerheid is het noodzakelijk de toepassingsdata te synchroniseren van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen tot uitvoering van [Richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG en Richtlijn 2011/61/EU met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van collectieve beleggingsfondsen] en van het bepaalde in deze verordening met betrekking tot publicitaire mededelingen en preverhandeling.

(14)Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk het verbeteren van de marktefficiëntie en het tegelijkertijd tot stand brengen van de kapitaalmarktenunie, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de gevolgen ervan, beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)    "abi": een abi als omschreven in artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU;

b)    "abi-beheerder": een abi-beheerder als omschreven in artikel 4, lid 1, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU;

c)    "bevoegde autoriteit": een bevoegde autoriteit als omschreven in artikel 2, lid 1, onder h), van Richtlijn 2009/65/EG of een bevoegde autoriteit als omschreven in artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 2011/61/EU of artikel 4, lid 1, onder h), van Richtlijn 2011/61/EU;

d)    "lidstaat van herkomst": de lidstaat waar de abi-beheerder of de icbe-beheermaatschappij zijn, respectievelijk haar, statutaire zetel heeft;

e)    "icbe": een icbe waaraan overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2009/65/EG vergunning is verleend;

f)    "icbe-beheermaatschappij": een icbe-beheermaatschappij als omschreven in artikel 2, lid 1, onder b), van Richtlijn 2009/65/EG.

Artikel 2

Vereisten voor publicitaire mededelingen

1.Abi-beheerders en icbe-beheermaatschappijen dragen er zorg voor dat alle publicitaire mededelingen aan beleggers als zodanig herkenbaar zijn en de risico's en voordelen van het aankopen van rechten van deelneming of van aandelen in een abi of in een icbe op even opvallende wijze weergeven, en dat alle in publicitaire mededelingen opgenomen informatie eerlijk, duidelijk en niet misleidend is.

2.Icbe-beheermaatschappijen dragen er zorg voor dat geen enkele publicitaire mededeling die specifieke informatie over een icbe bevat, in tegenspraak is met of de betekenis vermindert van de informatie in het in artikel 68 van Richtlijn 2009/65/EG bedoelde prospectus en de in artikel 78 van genoemde richtlijn bedoelde essentiële beleggersinformatie. Icbe-beheermaatschappijen dragen er zorg voor dat alle publicitaire mededelingen vermelden dat er een prospectus bestaat en dat de essentiële beleggersinformatie beschikbaar is. In de publicitaire mededeling wordt aangegeven waar, hoe en in welke taal beleggers of potentiële beleggers het prospectus en de essentiële beleggersinformatie kunnen verkrijgen.

3.Abi-beheerders dragen er zorg voor dat geen enkele publicitaire mededeling die een uitnodiging tot aankoop van rechten van deelneming of van aandelen in een abi en tevens specifieke informatie over een abi bevat, een verklaring bevat die in tegenspraak is met of de betekenis vermindert van de informatie die overeenkomstig artikel 23 van Richtlijn 2011/61/EU aan de beleggers moet worden medegedeeld.

4.Lid 2 van dit artikel is van overeenkomstige toepassing op abi's die overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad 31 of overeenkomstig nationaal recht een prospectus publiceren, of die regels betreffende de vorm en inhoud van de in artikel 78 van Richtlijn 2009/65/EG bedoelde essentiële beleggersinformatie toepassen.

5.Uiterlijk op [PO: Please insert date 24 months after the date of entry into force] zal de ESMA, rekening houdend met onlineaspecten van publicitaire mededelingen, richtsnoeren betreffende de toepassing van de in lid 1 bedoelde vereisten voor publicitaire mededelingen uitvaardigen, en deze richtsnoeren vervolgens periodiek actualiseren.

Artikel 3

Publicatie van nationale bepalingen betreffende verhandelingsvereisten

1.Op hun websites publiceren en onderhouden de bevoegde autoriteiten ten minste in een taal die in de internationale financiële wereld gebruikelijk is centrale databanken met alle toepasselijke nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die op verhandelingsvereisten voor abi's en icbe's betrekking hebben, alsmede de samenvattingen daarvan.

2.De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA in kennis van de in lid 1 bedoelde nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en samenvattingen daarvan, alsmede van de hyperlinks naar de websites van de bevoegde autoriteiten waar deze informatie is gepubliceerd.

De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA onverwijld in kennis van elke wijziging in de overeenkomstig de eerste alinea van dit lid verstrekte informatie.

3.De ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de kennisgevingen uit hoofde van dit artikel.

De ESMA legt die ontwerpen van uitvoeringsnormen uiterlijk op [PO: Please insert date 18 months after the date of entry into force] voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

4.Uiterlijk op [PO: Please insert date 48 months after the date of entry into force] onderzoekt de ESMA in een verslag de in lid 1 bedoelde verhandelingsvereisten en brengt zij de Commissie daarvan op de hoogte. Dit verslag wordt om de twee jaar door de ESMA geactualiseerd.

Artikel 4

Centrale ESMA-databank met de nationale bepalingen betreffende verhandelingsvereisten

Uiterlijk op [PO: Please insert date 30 months after the date of entry into force] publiceert en onderhoudt de ESMA op haar website een centrale databank met de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende verhandelingsvereisten, alsmede de samenvattingen daarvan, en de hyperlinks naar de websites van de bevoegde autoriteiten.

Artikel 5

Verificatie van publicitaire mededelingen

1.Uitsluitend met het oog op de verificatie van de naleving van deze verordening en van de nationale bepalingen betreffende verhandelingsvereisten mogen de bevoegde autoriteiten systematische kennisgeving verlangen van de publicitaire mededelingen die de icbe-beheermaatschappijen voornemens zijn direct of indirect te gebruiken in het kader van hun omgang met beleggers.

De in de eerste alinea bedoelde systematische kennisgeving vormt geen voorwaarde vooraf voor het verhandelen van rechten van deelneming in icbe's.

Ingeval de bevoegde autoriteiten de in de eerste alinea bedoelde kennisgeving van publicitaire mededelingen verlangen, brengen zij uiterlijk 10 werkdagen, te rekenen vanaf de werkdag na die van de ontvangst van een kennisgeving, de icbe-beheermaatschappij op de hoogte van elk eventueel verzoek tot wijziging van haar publicitaire mededelingen.

2.Bevoegde autoriteiten die systematische kennisgeving van publicitaire mededelingen verlangen, stellen procedures voor de systematische kennisgeving van publicitaire mededelingen vast, passen deze procedures toe en publiceren deze op hun websites. De interne regels en procedures waarborgen een transparante en niet-discriminerende behandeling van alle icbe's, ongeacht de lidstaten waarin aan de icbe's vergunning is verleend.

3.Wanneer lidstaten abi-beheerders toestaan op hun grondgebied rechten van deelneming of aandelen in abi's aan niet-professionele beleggers aan te bieden, zijn de leden 1 en 2 van dit artikel van overeenkomstige toepassing op deze abi-beheerders.

4.De bevoegde autoriteiten die de in lid 1 bedoelde systematische kennisgeving van publicitaire mededelingen verlangen, brengen uiterlijk op 31 maart van elk jaar verslag uit aan de ESMA over de in de loop van het voorgaande jaar genomen besluiten waarbij publicitaire mededelingen worden afgewezen of waarbij wordt verlangd dat aanpassingen aan publicitaire mededelingen worden aangebracht.

Het verslag aan de ESMA bevat de volgende informatie:

(a)het totale aantal genomen besluiten, waarbij een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de vaakst voorkomende inbreuken, met vermelding van een beschrijving van het voorwerp van de inbreuk;

(b)de uitkomst van elk besluit;

(c)één concreet voorbeeld van elk van de onder a) bedoelde inbreuken.

Uiterlijk op 30 juni van elk jaar brengt de ESMA aan de Commissie verslag uit over de analyse van de gevolgen van de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die publicitaire mededelingen regelen.

Artikel 6

Gemeenschappelijke beginselen betreffende vergoedingen of heffingen

1.De door de bevoegde autoriteiten geïnde vergoedingen of heffingen staan in verhouding tot de uitgaven die verband houden met de vergunningverlening of registratie en met de uitoefening van de toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden overeenkomstig de artikelen 44, 45 en 46 van Richtlijn 2011/61/EU en de artikelen 97 en 98 van Richtlijn 2009/65/EG.

2.De bevoegde autoriteiten zenden een factuur voor het boekjaar in kwestie naar de statutaire zetel van de abi-beheerder of van de icbe-beheermaatschappij. Op de factuur zijn de in lid 1 bedoelde vergoedingen of heffingen, de te gebruiken betaalmiddelen en de datum waarop de betaling moet plaatsvinden aangegeven.

Artikel 7

Publicatie van nationale bepalingen betreffende vergoedingen en heffingen

1.Uiterlijk op [PO: Please insert date 6 months after the date of entry into force] publiceren en onderhouden de bevoegde autoriteiten op hun websites centrale databanken met de in artikel 6, lid 1, bedoelde vergoedingen of heffingen, dan wel, in voorkomend geval, met de berekeningsmethoden voor deze vergoedingen of heffingen, en dat ten minste in een taal die in de internationale financiële wereld gebruikelijk is.

2.De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA in kennis van het niveau van de in artikel 6, lid 1, bedoelde vergoedingen of heffingen en, in voorkomend geval, van de berekeningsmethoden voor deze vergoedingen of heffingen.

De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA onverwijld in kennis van elke wijziging in de overeenkomstig de eerste alinea verstrekte informatie.

3.De ESMA stelt ontwerpen van technische reguleringsnormen op tot nadere bepaling van de informatie waarvan de bevoegde autoriteiten de ESMA overeenkomstig dit artikel in kennis moeten stellen.

De ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [PO: Please insert date 18 months after the date of entry into force] voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

4.De ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de kennisgevingen uit hoofde van dit artikel.

De ESMA legt die ontwerpen van uitvoeringsnormen uiterlijk op [PO: Please insert date 18 months after the date of entry into force] voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 8

Interactieve ESMA-databank betreffende vergoedingen en heffingen

Uiterlijk op [PO: Please insert date 30 months after the date of entry into force] publiceert en onderhoudt de ESMA op haar website een interactieve databank die ten minste in een taal die in de internationale financiële wereld gebruikelijk is voor het publiek toegankelijk is en die de in artikel 6, lid 1, bedoelde vergoedingen of heffingen bevat, dan wel, in voorkomend geval, de berekeningsmethoden voor deze vergoedingen of heffingen.

De interactieve databank bevat de hyperlinks naar de in artikel 7, lid 1, bedoelde websites van de bevoegde autoriteiten.

Artikel 9

Interactieve ESMA-applicatie voor vergoedingen en heffingen

Uiterlijk op [PO: Please insert date 30 months after the date of entry into force] ontwikkelt, publiceert en onderhoudt de ESMA op haar website een interactieve applicatie die ten minste in een taal die in de internationale financiële wereld gebruikelijk is voor het publiek toegankelijk is en die de in artikel 6, lid 1, bedoelde vergoedingen en heffingen weergeeft.

De interactieve applicatie maakt deel uit van de in artikel 8 bedoelde interactieve databank.

Artikel 10

Centrale ESMA-databank betreffende abi-beheerders, icbe-beheermaatschappijen, abi's en icbe's

Uiterlijk op [PO: Please insert date 30 months after the date of entry into force] publiceert en onderhoudt de ESMA op haar website een centrale databank die ten minste in een taal die in de internationale financiële wereld gebruikelijk is voor het publiek toegankelijk is en die alle abi-beheerders en icbe-beheermaatschappijen bevat, alsmede alle abi's en icbe's die deze abi-beheerders en icbe-beheermaatschappijen beheren en verhandelen, en de lidstaten waarin deze fondsen worden verhandeld.

Artikel 11

Standaardisatie van kennisgevingen aan de ESMA

1.De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst gaan onverwijld over tot de doorzending naar de ESMA van alle kennisgevingen, kennisgevingsbrieven, schriftelijke kennisgevingen en informatie als bedoeld in artikel 17, leden 3 en 8, artikel 18, leden 2 en 4, artikel 93, leden 3 en 8, en artikel 93 bis, lid 3, van Richtlijn 2009/65/EG en artikel 31, leden 2 en 4, artikel 32, leden 3 en 7, artikel 32 bis, lid 3, en artikel 33, leden 2 en 3, van Richtlijn 2011/61/EU.

2.De ESMA stelt ontwerpen van technische reguleringsnormen op tot nadere bepaling van de informatie waarvan kennis moet worden gegeven overeenkomstig artikel 17, leden 1, 2, 3, 8 en 9, artikel 18, leden 1, 2 en 4, artikel 93, leden 1, 2 en 8, en artikel 93 bis, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG en artikel 32 bis, lid 2, en artikel 33, leden 2, 3 en 6, van Richtlijn 2011/61/EU.

De ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [PO: Please insert date 18 months after the date of entry into force] voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

3.De ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op tot vaststelling van de formulieren, templates en procedures voor de doorgifte van de informatie bedoeld in artikel 17, leden 1, 2, 3, 8 en 9, artikel 18, leden 1, 2 en 4, artikel 93, leden 1, 2 en 8, en artikel 93 bis, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG en artikel 31, leden 2 en 4, artikel 32, leden 2 en 7, artikel 32 bis, lid 2, en artikel 33, leden 2, 3 en 6, van Richtlijn 2011/61/EU, met inbegrip van de procedure voor de doorgifte van de informatie door de bevoegde autoriteiten voor de toepassing van lid 1.

De ESMA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op [PO: Please insert date 18 months after the date of entry into force of this Regulation] voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 12

Wijzigingen in Verordening (EU) nr. 345/2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen

Verordening (EU) nr. 345/2013 wordt als volgt gewijzigd:

(1)aan artikel 3 wordt het volgende punt o) toegevoegd:

"o)    "preverhandeling": directe of indirecte verstrekking van informatie over beleggingsstrategieën of beleggingsideeën door de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds, of in zijn naam, aan potentiële beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Unie hebben, met de bedoeling na te gaan of deze beleggers belangstelling hebben voor een nog niet geregistreerd, in aanmerking komend durfkapitaalfonds.";

(2)het volgende artikel 4 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 4 bis

1. Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen mogen tot preverhandeling in de Unie overgaan, behalve wanneer de aan potentiële beleggers verstrekte informatie:

(a)betrekking heeft op bestaande in aanmerking komende durfkapitaalfondsen;

(b)een verwijzing bevat naar bestaande in aanmerking komende durfkapitaalfondsen;

(c)beleggers in staat stelt zich ertoe te verbinden rechten van deelneming of aandelen in bepaalde in aanmerking komende durfkapitaalfondsen te verwerven;

(d)neerkomt op een prospectus of oprichtingsdocumenten van nog niet geregistreerde in aanmerking komende durfkapitaalfondsen, dan wel op aanbiedingsdocumenten, inschrijvingsformulieren of soortgelijke documenten, ofwel in ontwerpvorm, ofwel in definitieve vorm, die beleggers in staat stellen een beleggingsbeslissing te nemen.

2. Bevoegde autoriteiten verlangen niet van beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen dat zij kennis geven van hun voornemen om tot preverhandeling over te gaan.

3. De inschrijving door beleggers op rechten van deelneming of aandelen in in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die naar aanleiding van de preverhandeling overeenkomstig lid 1 worden geregistreerd, of op rechten van deelneming of aandelen in in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die worden beheerd en verhandeld door beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die tot preverhandeling van nog niet geregistreerde in aanmerking komende durfkapitaalfondsen met soortgelijke kenmerken zijn overgegaan, worden als het resultaat van het verhandelen daarvan beschouwd.

4. Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die rechten van deelneming of aandelen in in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die het voorwerp van preverhandeling hebben uitgemaakt ter inschrijving aanbieden, stellen de bevoegde autoriteit daarvan overeenkomstig artikel 15 in kennis.".

Artikel 13

Wijzigingen in Verordening (EU) nr. 346/2013 betreffende Europese sociaalondernemerschapsfondsen

Verordening (EU) nr. 346/2013 wordt als volgt gewijzigd:

(1)aan artikel 3 wordt het volgende punt o) toegevoegd:

"o)    "preverhandeling": directe of indirecte verstrekking van informatie over beleggingsstrategieën of beleggingsideeën door de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds, of in zijn naam, aan potentiële beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Unie hebben, met de bedoeling na te gaan of deze beleggers belangstelling hebben voor een nog niet geregistreerd in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds.";

(2)het volgende artikel 4 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 4 bis

1. Beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen mogen tot preverhandeling in de Unie overgaan, behalve wanneer de aan potentiële beleggers verstrekte informatie:

(a)betrekking heeft op bestaande in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen;

(b)een verwijzing bevat naar bestaande in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen;

(c)beleggers in staat stelt zich ertoe te verbinden rechten van deelneming of aandelen in bepaalde in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen te verwerven;

(d)neerkomt op een prospectus of oprichtingsdocumenten van nog niet geregistreerde in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen, dan wel op aanbiedingsdocumenten, inschrijvingsformulieren of soortgelijke documenten, ofwel in ontwerpvorm, ofwel in definitieve vorm, die beleggers in staat stellen een beleggingsbeslissing te nemen.

2. Bevoegde autoriteiten verlangen niet van beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen dat zij kennis geven van hun voornemen om tot preverhandeling over te gaan.

3. De inschrijving door beleggers op rechten van deelneming of aandelen in in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen die naar aanleiding van de preverhandeling overeenkomstig lid 1 worden geregistreerd, of op rechten van deelneming of aandelen in in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen die worden beheerd en verhandeld door beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen die tot preverhandeling van nog niet geregistreerde in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen met soortgelijke kenmerken zijn overgegaan, worden als het resultaat van het verhandelen daarvan beschouwd.

4. Beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen die rechten van deelneming of aandelen in in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen die het voorwerp van preverhandeling hebben uitgemaakt ter inschrijving aanbieden, stellen de bevoegde autoriteit daarvan overeenkomstig artikel 16 in kennis.".

Artikel 14

Evaluatie

Uiterlijk op [PO: Please insert date 60 months after the date of entry into force] verricht de Commissie, op basis van een openbare raadpleging en rekening houdend met besprekingen met de ESMA en met de bevoegde autoriteiten, een evaluatie van de toepassing van deze verordening.

Artikel 15

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van [PO: Please insert the twentieth day following that of its publication in the Official Journal of the European Union], met uitzondering van artikel 2, leden 1 en 4, artikel 3, leden 1 en 2, artikel 12 en artikel 13, die van toepassing zijn met ingang van [PO: Please insert date 24 months after the date of entry into force].

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

1.4.Doelstelling(en)

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.6.Duur en financiële gevolgen

1.7.Beheersvorm(en)

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

3.2.5.Bijdragen van derden

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van collectieve beleggingsfondsen en houdende wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 345/2013 en (EU) nr. 346/2013

1.2.Betrokken beleidsterrein(en)

Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

◻ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie

Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie 32

☑ Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie

◻ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

Algemene doelstelling 1: Een nieuwe impuls voor banen, groei en investeringen

Algemene doelstelling 2: Een diepere en eerlijkere interne markt met een versterkte industriële basis

1.4.2.Specifieke doelstelling(en)

1.6 Een grotere grensoverschrijdende investeringsstroom.

2.4 Consumenten hebben toegang tot veilige en betrouwbare verzekerings-, pensioen- en icbe-producten en -diensten, zowel op nationaal als op grensoverschrijdend niveau.

Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

12. Financiële diensten en kapitaalmarkten

1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen.

Als gevolg van het afbouwen van de regelgevende belemmeringen voor de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen zouden vermogensbeheerders minder kosten moeten maken om grensoverschrijdende activiteiten te ontplooien, waardoor de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen sneller zou groeien en de verdieping van de eengemaakte markt voor EU-beleggingsfondsen zou worden bevorderd.

Dit zou op zijn beurt de marktversnippering verminderen, de concurrentie versterken en er uiteindelijk toe bijdragen dat beleggers in de EU meer keuze hebben en hogere rendementen weten te behalen.

1.4.4.Resultaat- en effectindicatoren

Uiterlijk eind 2019 zal de Commissie met een gedetailleerd programma komen voor het monitoren van de outputs, resultaten en gevolgen van dit voorstel. In het monitoringprogramma zal worden vermeld met welke middelen en op welke tijdstippen gegevens en ander noodzakelijke bewijsstukken zullen worden verzameld. In het programma zal tevens worden aangegeven welke actie de Commissie, de lidstaten en de ESMA moeten ondernemen om de gegevens en andere bewijsstukken te verzamelen en te analyseren.

Bij het monitoren en het opstellen van een effectbeoordeling van dit voorstel kan de volgende, niet-limitatieve bronnenlijst als uitgangspunt dienen voor het verzamelen van informatie:

a)    websites van bevoegde autoriteiten welke betrekking hebben op nationale verhandelingsvereisten en toezichtsvergoedingen en -heffingen;

b)    ESMA-databank betreffende nationale verhandelingsvereisten;

c)    ESMA-databank betreffende toezichtsvergoedingen en -heffingen;

d)    interactieve ESMA-applicatie voor toezichtsvergoedingen en -heffingen;

e)    ESMA-databank voor kennisgevingen.

Met behulp van de onder e) vermelde bron zou de Commissie kunnen nagaan of de algemene beleidsdoelstelling is gehaald, terwijl aan de hand van de onder a) tot en met d) genoemde bronnen zou kunnen worden beoordeeld in hoeverre de specifieke beleidsdoelstellingen zijn gerealiseerd.

De aan deze bronnen gelinkte monitoring- en evaluatie-indicatoren zouden onder meer op de volgende outputs betrekking kunnen hebben:

   opzetten/actualiseren van websites door de bevoegde autoriteiten en de ESMA (gebruik van de onder a), b) en c) genoemde bronnen), controleren of op deze websites informatie beschikbaar is;

   opzetten door de ESMA van een interactieve databank betreffende vergoedingen en heffingen (gebruik van de onder d) genoemde bron), controleren of de database operationeel is.

De beoordeling van de resultaten en gevolgen dient op de onder e) vermelde bron te worden gebaseerd. Deze bron maakt het mogelijk na te gaan van hoeveel kennisgevingen er in totaal en per lidstaat sprake is, alsmede hoeveel het groeitempo in totaal en per lidstaat bedraagt. Bij de beoordeling moet de huidige toename van de grensoverschrijdende distributie van fondsen als ijkpunt worden genomen: over de laatste vijf jaar beliep de gemiddelde stijging van het aantal grensoverschrijdende fondsen 6,8 % per jaar. Onder overigens gelijkblijvende omstandigheden zou de groei dankzij dit initiatief verder moeten versnellen. De beoordeling op basis van de onder e) genoemde bron kan eenmaal per jaar worden uitgevoerd door de ESMA en de resultaten ervan dienen aan de Europese Commissie te worden medegedeeld, zodat zij deze verder kan gebruiken of analyseren in het kader van haar monitoring- en evaluatie-exercitie.

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

Op korte termijn wordt de ESMA belast met het opzetten en onderhouden van databanken over nationale verhandelingsvereisten, toezichtsvergoedingen en -heffingen en kennisgevingen. Voorts dient de ESMA in het kader van de databank over toezichtsvergoedingen en -heffingen een interactieve applicatie beschikbaar te stellen waarmee belanghebbenden het bedrag van de toezichtsvergoedingen voor elke lidstaat kunnen berekenen.

Daarnaast zal de ESMA binnen een termijn van 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van dit initiatief technische regulerings- en uitvoeringsnormen moeten opstellen.

1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de EU

Er is actie op EU-niveau geboden omdat het voornaamste probleem dat met dit initiatief wordt aangepakt de werking van de interne markt voor beleggingsfondsen (en meer in het bijzonder het gebruik van het EU-verhandelingspaspoort door beleggingsfondsen) is. De beoogde doelstelling blijft niet beperkt tot het grondgebied van één enkele lidstaat en kan dan ook niet door de afzonderlijk optredende lidstaten op nationaal niveau worden verwezenlijkt. Bovendien zijn eerder door de ESMA geleverde inspanningen om een convergentie van de nationale (toezicht)praktijken op dit terrein te bewerkstelligen, niet succesvol gebleken bij het verhelpen van het geconstateerde probleem. Daarom vertrouwt dit voorstel de bovenbeschreven taken, die niet door de afzonderlijk optredende lidstaten tot een goed einde kunnen worden gebracht, toe aan de ESMA.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

De ESMA is al met soortgelijke taken belast. Zo houdt zij reeds voor icbe's, abi's, EuVECA's en EuSEFs registers van vergunninghoudende beheerders bij. De daarmee opgedane ervaring is over het algemeen positief te noemen.

1.5.4.Verenigbaarheid en eventuele synergie met andere passende instrumenten

Dit initiatief strookt met de grotere rol die in het voorstel betreffende de herziening van de ETA's aan de ESMA is toebedeeld. Het heeft echter geen direct effect op het Commissievoorstel betreffende de herziening van de ETA's, aangezien het betrekking heeft op een specifieke technische kwestie die in de herziening niet aan de orde komt.

1.6.Duur en financiële gevolgen

Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

◻ Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ

☑ Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur

Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7.Beheersvorm(en) 33

Direct beheer door de Commissie via

uitvoerende agentschappen

Gedeeld beheer met lidstaten

Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

◻ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

◻ de EIB en het Europees Investeringsfonds;

☑ de in de artikelen 208 en 209 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

◻ publiekrechtelijke organen;

◻ privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Opmerkingen

N.v.t.

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

Conform reeds bestaande regelingen brengt de ESMA periodiek verslag uit over haar werkzaamheden (met inbegrip van interne rapportage aan de hoogste leiding, rapportage aan raden en de opstelling van het jaarverslag) en wordt zij onderworpen aan audits van de Rekenkamer en de Dienst Interne Audit wat het gebruik van middelen betreft. Bij de monitoring en verslaglegging in verband met de thans voorgestelde maatregelen zullen reeds geldende voorschriften in acht worden genomen.

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.2.1.Mogelijke risico's

Wat het rechtmatige, economische en efficiënte gebruik van uit het voorstel voortvloeiende kredieten betreft, wordt verwacht dat het voorstel geen andere risico’s met zich mee zal brengen dan die welke momenteel door een bestaand intern controlekader van de ESMA worden bestreken.

2.2.2.Informatie over het ingestelde systeem voor interne controle

De beheers- en controlesystemen waarin de ESMA-verordening voorziet, zijn reeds tot stand gebracht. De ESMA werkt nauw samen met de Dienst Interne Audit van de Commissie om ervoor te zorgen dat op alle terreinen van de interne controle aan de toepasselijke normen wordt voldaan. Deze regelingen gelden ook ten aanzien van de rol van de ESMA in het kader van het onderhavige voorstel. Er worden jaarlijkse internecontroleverslagen toegezonden aan de Commissie, het Parlement en de Raad.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Met het oog op de bestrijding van fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten is Verordening (EG) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) zonder enige beperking op de ESMA van toepassing.

De ESMA heeft momenteel een specifieke strategie voor fraudebestrijding en een daaruit voortvloeiend actieplan. Aan de strategie en het actieplan is in 2014 uitvoering gegeven. De versterkte acties van de ESMA op het gebied van fraudebestrijding zullen stroken met de regels en richtsnoeren van het Financieel Reglement (fraudebestrijdingsmaatregelen in het kader van een goed financieel beheer), het fraudepreventiebeleid van OLAF, alsook met de regelingen waarin is voorzien door de fraudebestrijdingsstrategie van de Commissie (COM(2011) 376) en de Gemeenschappelijke Aanpak voor gedecentraliseerde EU-agentschappen (juli 2012) en de desbetreffende routekaart.

De verordening tot oprichting van de ESMA stelt de bepalingen inzake de tenuitvoerlegging en controle van het ESMA-budget en de toepasselijke financiële voorschriften vast.

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

·Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarige financiële kader

Begrotingsonderdeel

Soort
krediet

Bijdrage

1a: Concurrentievermogen voor groei en banen

GK/ NGK 34

van EVA-landen 35

van kandidaat-lidstaten 36

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

1.a

12 02 06 ESMA

GK

NEE

NEE

NEE

NEE

·Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarige financiële kader

Begrotingsonderdeel

Soort
krediet

Bijdrage

Nummer
[Omschrijving ………………………………………]

GK/ NGK

van EVA-landen

van kandidaat-lidstaten

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

[…]

[XX.YY.YY.YY]

[…]

[…]

JA/NEE

JA/NEE

JA/NEE

JA/NEE

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven 37

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarige financiële
kader

1a

Concurrentievermogen voor groei en banen 

ESMA

Jaar
N
38

Jaar
N+1
39

Jaar
N+2

Jaar
N+3

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

Titel 1:

Vastleggingen

(1)

0 441

0 191

Gezien de 60/40-medefinancierings-regeling van de ETA's wordt hier slechts 40 % van de geraamde kosten vermeld.

Betalingen

(2)

0 441

0 191

Titel 2:

Vastleggingen

(1a)

Betalingen

(2a)

Titel 3:

Vastleggingen

(3 a)

Betalingen

(3b)

TOTAAL kredieten
voor de ESMA

Vastleggingen

=1+1 a

+3 a

0 441

0 191

Betalingen

=2+2 a

+3b

0 441

0 191



Rubriek van het meerjarige financiële
kader

5

"Administratieve uitgaven"

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

DG FISMA

• Personele middelen

• Andere administratieve uitgaven

TOTAAL DG FISMA

Kredieten

TOTAAL kredieten
voor RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Jaar
N 40

Jaar
N+1 41

Jaar
N+2

Jaar
N+3

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5
van het meerjarige financiële kader
 

Vastleggingen

0 441

0 191

Betalingen

0 441

0 191

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de ESMA-kredieten

Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs

Jaar
N

Jaar
N+1 42

Jaar
N+2

Jaar
N+3

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

OUTPUTS

Soort 43

Gem. kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Totaal aantal

Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING nr. 1.6 en 2.4 44

- Databank betreffende toezichtsvergoedingen/heffingen

0 200

0 040

Gezien de 60/40-medefinancieringsregeling van de ETA's wordt hier slechts 40 % van de geraamde kosten vermeld.

- Databank betreffende kennisgevingen

0 100

0 020

- Output

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2…

- Output

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2

TOTALE KOSTEN

0 300

0 060

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de personele middelen van de ESMA

3.2.3.1.Samenvatting

Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Jaar
N 45  

Jaar
N+1 46

Jaar
N+2

Jaar
N+3

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

Ambtenaren (AD)

0 141

(2 perso-neelsleden incl. indienst-nemings-kosten)

0 131

(2 per-soneels-leden)

Gezien de 60/40-medefinancierings-regeling van de ETA's wordt hier slechts 40 % van de geraamde kosten vermeld. 

Ambtenaren (AST)

Arbeidscontractanten

Tijdelijke functionarissen

Gedetacheerde nationale deskundigen

TOTAAL

0 141

(2 personeelsleden incl. indienstnemingskosten)

0 131 (2 per-soneels-leden)

Geraamde gevolgen voor het personeel (aanvullende VTE) – lijst van het aantal ambten

Functiegroep en rang

Jaar N

Jaar N+1

Jaar N+2

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

AD16

AD15

AD14

AD13

AD12

AD11

AD10

AD9

AD8

AD7

AD6

AD5

 

Totaal AD

0 141
(2 personeelsleden incl. indienstnemingskosten)

0 131
(2 personeelsleden)

AST11

AST10

AST9

AST8

AST7

AST6

AST5

AST4

AST3

AST2

AST1

Totaal AST

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Totaal AST/SC

EINDTOTAAL

0 141
(2 personeelsleden incl. indienstnemingskosten)

0 131
(2 personeelsleden)

Geraamde gevolgen voor het personeel (aanvullende VTE) - extern personeel

Arbeidscontractanten

Jaar N

Jaar N+1

Jaar N+2

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Functiegroep IV

Functiegroep III

Functiegroep II

Functiegroep I

Totaal

Gedetacheerde nationale deskundigen

Jaar N

Jaar N+1

Jaar N+2

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Totaal

3.2.3.2.Geraamde personeelsbehoeften voor het verantwoordelijke DG

Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1 decimaal)

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar N+2

Jaar N+3

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

·Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

XX 01 01 02 (delegaties)

XX 01 05 01 (onderzoek door derden)

10 01 05 01 (eigen onderzoek)

 Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE) 47

XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen")

XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties)

XX 01 04 jj 48

- zetel 49

- delegaties

XX 01 05 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden)

10 01 05 02 (AC, END, SNE – eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

TOTAAL

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel

Extern personeel

De beschrijving van de kostenberekening per voltijdequivalent dient in het derde onderdeel van bijlage V te worden opgenomen.

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader

Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

[…]

Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader 50

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

[…]

3.2.5.Bijdragen van derden

Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden

Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Jaar
N

Jaar
N+1 51

Jaar
N+2

Jaar
N+3

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Totaal

Medefinancieringsbron 

0 662

0 287

Gezien de medefinancierings-regelingen van de ETA's wordt hier 60 % van de geraamde kosten vermeld.

TOTAAL medegefinancierde kredieten

0 662

0 287



3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

voor de eigen middelen

voor de diverse ontvangsten

in miljoenen euro's (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

Gevolgen van het voorstel/initiatief 52

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Artikel ………….

Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

[…]

Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.

[…]

BIJLAGE BIJ HET FINANCIEEL MEMORANDUM

Toegepaste methode en voornaamste basisaannamen

De kosten in verband met de nieuwe taken van de ESMA zijn geraamd op basis van de volgende drie kostencategorieën: personeelskosten, infrastructuurkosten en functioneringskosten.

Volgens de voorlopige huidige schattingen van de Commissie zullen voor de nieuwe ESMA-taken 2 nieuwe personeelsleden zijn vereist. Dit zou bovenop de personeelsleden komen die momenteel bij de ESMA werken en onder het huidige ESMA-budget vallen. De kosten worden op 60/40-basis met de lidstaten gedeeld.

De behoefte aan meer personeel weerspiegelt de extra taken die aan de ESMA worden toevertrouwd en houdt verband met het opzetten en onderhouden van databanken over nationale verhandelingsvereisten, toezichtsvergoedingen en -heffingen en kennisgevingen. Deze nieuwe taken zijn vastgesteld in het voorstel voor een verordening en nader omschreven in de toelichting.

Algemene aannamen bij het berekenen van de extra middelen

De berekening van de extra middelen is gebaseerd op de volgende aannamen.

Aangenomen wordt dat de extra posten zullen worden ingevuld met ofwel ambtenaren, ofwel tijdelijke functionarissen, waarbij de gemiddelde jaarlijkse salariskosten per personeelslid 143 000 EUR zullen bedragen.

Aangezien de ESMA te Parijs is gevestigd, wordt rekening gehouden met een salariscorrectiecoëfficiënt van 1,148 wegens de hogere kosten van levensonderhoud in vergelijking met Brussel.

Indienstnemingskosten (reizen, hotels, medische onderzoeken, installatie- en andere vergoedingen, verhuizingskosten, enz.) worden geschat op 12 700 EUR per personeelslid.

Algemene opmerking: de kosten voor de ESMA worden momenteel op 60/40-basis tussen de lidstaten en de Commissie gedeeld.

Berekening van het extra personeelsbestand

Voor de berekening van het extra personeelsbestand worden de nieuwe taken onderverdeeld in twee belangrijke nieuwe werkterreinen die aan de ESMA zijn toebedeeld: databank betreffende toezichtsvergoedingen en -heffingen en databank betreffende kennisgevingen. Voor deze terreinen wordt de volgende schatting van de hoeveelheid werk in aanmerking genomen. Voor de databank betreffende toezichtsvergoedingen wordt geschat dat één projectleider en één ondersteunende medewerker nodig zijn, terwijl voor de databank betreffende kennisgevingen één projectleider en twee ondersteunende IT-medewerkers vereist zijn.

In tabel 1 is het totale geschatte extra personeelsbestand per werkterrein voor de ESMA vermeld.

Tabel 1: Totale VTE per jaar per terrein

Totale VTE per terrein

Databank betreffende toezichtsvergoedingen/heffingen

1

Databank betreffende kennisgevingen

1

Totaal

2

Berekening van de externe infrastructuuruitgaven

Aangenomen wordt dat wat IT-gerelateerde uitgaven betreft, in totaal 750 000 EUR is vereist voor het opzetten van de databanken en dat de latere lopende kosten 150 000 EUR zullen bedragen.

Tabel 2: Totale externe infrastructuuruitgaven per jaar per terrein

Totale infrastructuuruitgaven per jaar

Eerste jaar (eenmalige kosten)

Volgende jaren (lopende kosten)

Databank betreffende toezichtsvergoedingen/heffingen

500 000 EUR

100 000 EUR

Databank betreffende kennisgevingen

250 000 EUR

50 000 EUR

Totaal

750 000 EUR

150 000 EUR

Totaalbedrag van de uitgaven

De totale geschatte bedragen voor de nieuwe ESMA-taken zijn weergegeven in tabel 3, rekening houdend met de bovenstaande aannamen.

Tabel 3: Totale gerelateerde uitgaven

Soort kosten

Berekening

Eerste jaar

Volgende jaren

Personeelsuitgaven

143 000 EUR x 1,148 per personeelslid/jaar

328 328 EUR (2 personeelsleden)

328 328 EUR (2 personeelsleden)

Uitgaven in verband met indienstnemingen

12 700 EUR forfaitair per nieuw personeelslid

25 400 EUR (2 personeelsleden)

0

Infrastructuur/IT

Zie tabel 2

750 000 EUR

150 000 EUR

Totaal*

1 103 728 EUR

478 328 EUR

* Totale bedragen: zonder rekening te houden met de 60/40-verdeling lidstaten/Commissie voor het ESMA-budget.

De uitgaven voor de periode 2021-N zijn louter ter illustratie vermeld. De financiële gevolgen voor de Europese begroting na 2020 zullen aan de orde komen in de Commissievoorstellen voor het volgende meerjarige financiële kader.

(1)    Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's), PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32.
(2)    Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010, PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1.
(3)

   Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Werkprogramma van de Commissie voor 2018 – Een agenda voor een meer verenigd, sterker en meer democratisch Europa (COM(2017) 650 final).

(4)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Actieplan voor de opbouw van een kapitaalmarktunie (COM(2015) 468 final).
(5)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de tussentijdse evaluatie van het actieplan kapitaalmarktenunie (COM(2017) 292 final).
(6)    Groenboek: Het opbouwen van een kapitaalmarktenunie (COM(2015) 63 final).
(7)    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Enquête naar het EU-regelgevingskader voor financiële diensten (COM(2016) 855 final).
(8)     https://ec.europa.eu/info/publications/consultation-cross-border-distribution-investment-funds_en .
(9)    Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 1).
(10)    Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 18).
(11)    Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 98-121).
(12)    Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake geldmarktfondsen (PB L 169 van 30.6.2017, blz. 8).
(13)    EFAMA, Quarterly Statistical Release Q2 2017.
(14)    EFAMA Fact Book 2017 en Investment Company Institute (ICI) Fact Book 2017.
(15)    http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1507119651257&uri=CELEX:52014DC0903
(16)    De bevordering van grensoverschrijdende investeringen wordt ook nog nagestreefd met andere initiatieven, zoals het verstrekken van richtsnoeren betreffende bestaande EU-normen voor de behandeling van grensoverschrijdende EU-investeringen en het opzetten van een raamwerk voor de minnelijke regeling van investeringsgeschillen.
(17)    Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).
(18)     https://ec.europa.eu/info/publications/consultation-cross-border-distribution-investment-funds_en .
(19)    https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/initiatives/ares-2017-3132069_en.
(20)    Morningstar is een aanbieder van beleggingsonderzoek en -gegevens.
(21)    Advies van de Raad voor regelgevingstoetsing (SEC(2018) 129 final).
(22)    Effectbeoordelingsverslag en samenvatting (SWD(2018) 54 final en SWD(2018) 55 final).
(23)    PB C van , blz. .
(24)    Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).
(25)    Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32).
(26)    Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).
(27)    Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 1).
(28)    Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 18).
(29)    Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(30)    Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
(31)    Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PB L 168 van 30.6.2017, blz. 12).
(32)    In de zin van artikel 54, lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
(33)    Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx .
(34)    GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
(35)    EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(36)    Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
(37)    Voor nadere bijzonderheden, zie bijlage.
(38)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
(39)    De uitgaven voor de periode 2021-N zijn louter ter illustratie vermeld. De financiële gevolgen voor de Europese begroting na 2020 zullen aan de orde komen in de Commissievoorstellen voor het volgende meerjarige financiële kader.
(40)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
(41)    De uitgaven voor de periode 2021-N zijn louter ter illustratie vermeld. De financiële gevolgen voor de Europese begroting na 2020 zullen aan de orde komen in de Commissievoorstellen voor het volgende meerjarige financiële kader.
(42)    De uitgaven voor de periode 2021-N zijn louter ter illustratie vermeld. De financiële gevolgen voor de Europese begroting na 2020 zullen aan de orde komen in de Commissievoorstellen voor het volgende meerjarige financiële kader.
(43)    Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
(44)    Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)…".
(45)    Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
(46)    De uitgaven voor de periode 2021-N zijn louter ter illustratie vermeld. De financiële gevolgen voor de Europese begroting na 2020 zullen aan de orde komen in de Commissievoorstellen voor het volgende meerjarige financiële kader.
(47)    AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).
(48)    Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).
(49)    Voornamelijk voor de structuurfondsen, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en het Europees Visserijfonds (EVF).
(50)    Zie de artikelen 11 en 17 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020.
(51)    De uitgaven voor de periode 2021-N zijn louter ter illustratie vermeld. De financiële gevolgen voor de Europese begroting na 2020 zullen aan de orde komen in de Commissievoorstellen voor het volgende meerjarige financiële kader.
(52)    Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25 % aan inningskosten.
Top