This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52014JC0036
Joint Proposal for a COUNCIL DECISION on the Union position within the Association Council set up by the Euro-Mediterranean Agreement establishing an association between the European Communities and their Member States, of the one part, and the Republic of Tunisia, of the other part, with regard to the adoption of a recommendation on the implementation of the EU-Tunisia Action Plan implementing the privileged partnership (2013-2017)
Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het door de Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, inzake de goedkeuring van een aanbeveling voor de tenuitvoerlegging van het actieplan EU-Tunesië waarmee uitvoering wordt gegeven aan het geprivilegieerd partnerschap (2013-2017)
Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het door de Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, inzake de goedkeuring van een aanbeveling voor de tenuitvoerlegging van het actieplan EU-Tunesië waarmee uitvoering wordt gegeven aan het geprivilegieerd partnerschap (2013-2017)
/* JOIN/2014/036 final - 2014/0316 (NLE) */
Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het door de Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, inzake de goedkeuring van een aanbeveling voor de tenuitvoerlegging van het actieplan EU-Tunesië waarmee uitvoering wordt gegeven aan het geprivilegieerd partnerschap (2013-2017) /* JOIN/2014/036 final - 2014/0316 (NLE) */
TOELICHTING Tussen Tunesië en de Europese Unie is sinds
maart 1998 een Euro-mediterrane associatieovereenkomst van kracht op basis
waarvan in 2005 voor een periode van vijf jaar door beide partijen een
actieplan voor de EU en Tunesië is goedgekeurd in het kader van het Europees
nabuurschapsbeleid. De betrekkingen tussen de EU en Tunesië hebben zich verder
ontwikkeld en zijn in aanzienlijke mate tot wasdom gekomen. In maart 2010 heeft
Tunesië een voorstel gepresenteerd over de toekenning van de geavanceerde
status[1],
dat de betrekkingen een nieuw elan heeft gegeven en deze aanzienlijk heeft
versterkt op het vlak van politieke betrekkingen en veiligheid, economie en
handel, net als in andere sectoren en in de contacten tussen de volkeren. Bij het verstrijken in 2010 van het huidige
actieplan in het kader van het nabuurschapsbeleid werd het nuttig geacht over
een nieuw actieplan te onderhandelen en het nadien goed te keuren op basis van
de doelstellingen en ambities van het gemeenschappelijke document over het
bevoorrecht partnerschap. In afwachting van de goedkeuring van dit nieuwe plan
spraken beide partijen in september 2010 af het actieplan uit 2005 te blijven
toepassen. De betrekkingen tussen de EU en Tunesië moeten
worden beschouwd in de algemene politieke toestand in de regio, die sinds begin
2011 grote veranderingen doormaakt. In de mededeling "Inspelen op de
veranderingen in onze buurlanden"[2]
wordt een nieuwe strategie bepaald, gericht op meer differentiatie zodat iedere
partner zijn betrekkingen met de EU kan ontwikkelen volgens zijn eigen
ambities, behoeften en capaciteit, en op basis van het beginsel van wederzijdse
verantwoordelijkheid en de mate van gehechtheid aan de universele waarden van
mensenrechten, democratie en de rechtsstaat, en op het vermogen om de
gezamenlijk vastgelegde prioriteiten ten uitvoer te leggen. In dit nieuwe
actieplan worden de prioritaire doelstellingen voor de betrekkingen tussen de
EU en Tunesië duidelijk bepaald, waarbij rekening wordt gehouden met het
geprivilegieerde partnerschap en de omvang van de betrekkingen tussen beide
partijen. De Europese Dienst voor extern optreden (EDEO)
heeft, in nauwe samenwerking met de diensten van de Europese Commissie en de
lidstaten van de EU, verkennende gesprekken gevoerd met Tunesië, die hebben
geleid tot een akkoord over het ontwerpactieplan, met name over de lijst met
prioritaire acties. Tijdens de recentste
vergadering van de Associatieraad EU-Tunesië, op 14 april 2014, hebben de
partijen vastgesteld dat zij overeenstemming hadden bereikt. Beide partijen informeerden elkaar schriftelijk
over de voltooiing van de technische raadplegingen. In het nieuwe actieplan EU-Tunesië worden de
specifieke maatregelen bepaald waarmee de partijen hun verplichtingen krachtens
de Euro-mediterrane overeenkomst kunnen nakomen. Het biedt eveneens een ruimer
kader voor versterkte betrekkingen tussen de EU en Tunesië om tot meer
economische integratie te komen en de politieke samenwerking te verdiepen, in
overeenstemming met de algemene doelstellingen van de Euro-mediterrane
overeenkomst. In overeenstemming met de verordening over het Europees
nabuurschapsinstrument[3]
vormt het actieplan een essentieel referentie-instrument om de prioriteiten van
de Unie inzake het nabuurschapsbeleid te bepalen. Het nabuurschapsbeleid heeft
als ondeelbaar beleidskader nog steeds een katalysatorfunctie en stoelt onder
meer op partnerschap en gezamenlijke zeggenschap, alsmede op differentiatie op
basis van prestaties en bijstand op maat. De Europese Commissie en de hoge
vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
(hierna "de hoge vertegenwoordiger" genoemd) voegen de tekst toe van
een gezamenlijk besluit van de Raad betreffende het door de Unie in te nemen
standpunt in de Associatieraad EU-Tunesië inzake de goedkeuring van een
aanbeveling voor de tenuitvoerlegging van het actieplan. De Europese Commissie en de hoge
vertegenwoordiger vragen de Raad dan ook zijn goedkeuring te hechten aan het
bijgevoegde voorstel voor een besluit van de Raad. 2014/0316 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het door de Unie in te nemen
standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euro-mediterrane
overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese
Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië,
anderzijds, inzake de goedkeuring van een aanbeveling voor de tenuitvoerlegging
van het actieplan EU-Tunesië waarmee uitvoering wordt gegeven aan het
geprivilegieerd partnerschap (2013-2017)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 9, Gezien het gezamenlijk voorstel van de hoge
vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en
de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) De Euro-mediterrane
overeenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de
Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië
anderzijds, is op 17 juli 1995 ondertekend en op 1 maart 1998 in werking
getreden. (2) De partijen zijn van plan in
het kader van het Europees nabuurschapsbeleid het nieuwe actieplan EU-Tunesië
goed te keuren waarmee uitvoering wordt gegeven aan het geprivilegieerd partnerschap
(2013-2017), waarin het bijzondere partnerschap tussen beide partijen tot
uiting komt en dat zal bijdragen aan de uitvoering van de Euro-mediterrane
overeenkomst en aan de goedkeuring van concrete maatregelen om de
doelstellingen te bereiken, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 Het standpunt van de Unie binnen de
Associatieraad die is ingesteld bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij
een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en
hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, inzake de
goedkeuring van een aanbeveling voor de tenuitvoerlegging van het actieplan
EU-Tunesië waarmee uitvoering wordt gegeven aan het geprivilegieerd
partnerschap (2013-2017), wordt gebaseerd op het ontwerp voor een aanbeveling
van de Associatieraad dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd. Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de dag waarop
het wordt vastgesteld. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] Goedgekeurd door de Associatieraad EU-Tunesië op 11 mei
2010. [2] COM(2011) 303 van 25.5.2011. [3] Verordening (EG) nr. 232/2014 van de Raad van
11.3.2014. BIJLAGEN bij het Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT
VAN DE RAAD betreffende het door de Unie in te
nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euro-mediterrane
overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese
Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië,
anderzijds, inzake de goedkeuring van een aanbeveling over de tenuitvoerlegging
van het actieplan EU-Tunesië waarmee uitvoering wordt gegeven aan het
geprivilegieerd partnerschap (2013-2017) BIJLAGE 1 Ontwerp
voor een Aanbeveling over
de tenuitvoerlegging van het ENB-actieplan EU-Tunesië, waarmee
uitvoering wordt gegeven aan het geprivilegieerd partnerschap
(2013-2017) De Associatieraad EU-Tunesië, Gezien de Euro-mediterrane overeenkomst
waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese
Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië,
anderzijds, en met name artikel 80, Overwegende hetgeen volgt: (1) Artikel 80 van de Euro-mediterrane
overeenkomst geeft de Associatieraad de bevoegdheid alle nuttige aanbevelingen
te doen om de doelstellingen van de overeenkomst te verwezenlijken. (2) Overeenkomstig artikel 90 van de
Euro-mediterrane overeenkomst treffen de partijen alle algemene en bijzondere
maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de
overeenkomst te voldoen en zien zij erop toe dat de in de overeenkomst
aangegeven doelstellingen worden verwezenlijkt. (3) De bij de Euro-mediterrane
overeenkomst betrokken partijen hebben hun goedkeuring gehecht aan de tekst van
het actieplan EU-Tunesië in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid
(ENB), waarmee uitvoering wordt gegeven aan het geprivilegieerd partnerschap
(2013-2017). (4) Dit ENB-actieplan EU-Tunesië zal de
tenuitvoerlegging door de partijen van de Euro-mediterrane overeenkomst
ondersteunen, door de uitwerking en vaststelling van, en overeenstemming over
concrete stappen die een praktische leidraad bieden voor die tenuitvoerlegging. (5) Het actieplan dient een tweeledig
doel: enerzijds worden concrete stappen gezet ter bevordering van de
verwezenlijking van de doelstellingen die de partijen bij de Euro-mediterrane
overeenkomst zijn aangegaan, en anderzijds wordt een breder kader geboden voor
verdere versterking van de betrekkingen tussen de EU en Tunesië, met inbegrip
van een aanzienlijke mate van economische integratie en verdieping van de
politieke samenwerking, zulks overeenkomstig de algemene doelstellingen van de
Euro-mediterrane overeenkomst. HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD: Enig artikel De Associatieraad beveelt de partijen aan het
ENB-actieplan EU-Tunesië waarmee uitvoering wordt gegeven aan het
geprivilegieerd partnerschap (2013-2017) (zie bijlage), ten uitvoer te leggen,
voor zover die tenuitvoerlegging bijdraagt tot de verwezenlijking van de
doelstellingen van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot
stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten,
enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds. Gedaan te […] Voor de Associatieraad De voorzitter BIJLAGE 2 Betrekkingen
Tunesië - Europese Unie: een geprivilegieerd partnerschap
Actieplan
2013-2017
samenvatting I. INLEIDING Op 14 januari 2011 is Tunesië een nieuwe weg
ingeslagen. De Tunesische bevolking heeft toen een vreedzame revolutie voor
waardigheid en vrijheid in gang gezet. Een markante gebeurtenis in de moderne
geschiedenis van het land. Deze revolutie heeft de basis gelegd voor de
ontwikkeling van een echte democratie, die berust op een rechtsstaat en op de naleving
van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Het zijn deze voortaan gedeelde waarden die
beide partijen ertoe aanzetten hun betrekkingen op een hoger en meer
strategisch plan te brengen. Hiertoe wordt een geprivilegieerd partnerschap
aangegaan. Dankzij de revolutie zijn de perspectieven voor de betrekkingen
tussen Tunesië en de Europese Unie ingrijpend veranderd. De EU is vastbesloten
de overgang naar een democratie in Tunesië op lange termijn te ondersteunen.
Zij beseft namelijk dat het welslagen van die overgang een gunstige uitwerking
heeft op de welvaart in Tunesië maar ook op de gehele regio. Deze steun biedt de Europese Unie een historische kans om
betekenisvol, doeltreffend en positief te reageren op de uitdagingen waarvoor
Tunesië zich gesteld ziet en die meer in het algemeen door de "Arabische
lente" zijn opgeworpen, conform het nieuwe nabuurschapsbeleid dat in 2011
is overeengekomen. Een nieuw nabuurschapsbeleid De buurlanden van de Europese Unie staan voor
cruciale uitdagingen. Daarom heeft zij een nieuwe aanpak geformuleerd om beter
te kunnen reageren op de snelle ontwikkelingen in de partnerlanden en op hun
behoeften aan hervormingen. Het is daarbij zaak om gezonde democratieën op te
bouwen en te consolideren, duurzame en inclusieve economische groei te
bevorderen en de grensoverschrijdende verbindingen en stromen te beheren. Deze nieuwe benadering[1] is gebaseerd op
wederzijdse verantwoordingsplicht en gemeenschappelijke inzet voor de
universele waarden van mensenrechten, democratie en de rechtsstaat. Hierbij
wordt uitgegaan van een meer gedifferentieerde aanpak, waarbij de EU haar steun
afstemt op de ambities die het partnerland etaleert om nauwere betrekkingen met
de EU aan te knopen, op de specifieke behoeften en capaciteit van dat land, op
de vooruitgang in het doorvoeren van de hervormingen en in het consolideren van de democratie
en de rechtsstaat, en op de mate waarin de mensenrechten en fundamentele
vrijheden worden nageleefd. Tevens zal de
versterking van de betrekkingen tot uitdrukking komen in een grotere
economische integratie en een intensievere politieke samenwerking op het vlak
van bestuur, veiligheid, conflictoplossing, en in gezamenlijke initiatieven
binnen internationale fora met betrekking tot kwesties van gemeenschappelijk
belang. De nieuwe aanpak van het nabuurschapsbeleid
heeft onder andere de volgende doelen: a) meer steun voor partners die zich
inzetten voor de opbouw van een duurzame democratie en voor de naleving van de
rechtsstaat, de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de gelijkheid van
de seksen; b) steun voor de ontwikkeling van een duurzame en inclusieve
economie, waarbij sociale en regionale ongelijkheden afnemen en werkgelegenheid
en een hogere levensstandaard voor hun bevolking tot stand wordt gebracht; c)
een sterker partnerschap met de bevolking en het maatschappelijk middenveld van
de partnerlanden. Nieuwe prioriteiten voor Tunesië De revolutie in Tunesië draagt in zich de hoop
op een beter leven voor de Tunesische burgers. Zij markeert een breuk met een
oude manier van ontwikkelen die lange tijd door structurele economische en
sociale scheidslijnen werd gekenmerkt. De nieuwe aanpak is dus gebaseerd op de
ontwikkeling van een nieuw ontwerp voor een inclusieve en evenwichtige
samenleving met als uitgangspunten behoorlijk bestuur, transparantie en een
rechtvaardige verdeling van de rijkdommen. Hoog op het prioriteitenlijstje staan
werkgelegenheid en sociale cohesie, de ontwikkeling van de regio's, veiligheid
en stabiliteit en overgangsrechtspraak, om de stap naar een democratie op de
lange termijn in de samenleving te verankeren. Uit deze prioriteiten blijkt bovendien dat
Tunesië zich sterk wil maken voor de intensivering van de hervormingen die
nodig zijn om democratische instellingen tot stand te brengen, met inachtneming
van de mensenrechten en grondrechten, en voor de opbouw van een moderne, open
samenleving, een pluriforme culturele ruimte en een effectieve sociale
structuur. Ook op sociaal en economisch gebied zullen de
hervormingen worden versterkt zodat de economie een nieuwe impuls krijgt en een
duurzame groei op basis van kennis en innovatie, met veel arbeidsplaatsen,
wordt bevorderd. De inspanningen zullen vooral gericht zijn op
de ontwikkeling van een voor alle categorieën en regio's rechtvaardig sociaal,
solidair en voordelig beleid, op de modernisering van de structuur van de
economie, waarbij innovatieve activiteiten met een sterk technologisch en
milieuvriendelijk karakter meer centraal komen te staan, en op de verbetering
van het concurrentievermogen en van het ondernemingsklimaat zodat particuliere
initiatieven en het publiek-private partnerschap worden gestimuleerd. Een
geprivilegieerd partnerschap In dit verband komen alle voorwaarden bij
elkaar die nodig zijn om de betrekkingen tussen Tunesië en de Europese Unie en
de integratie op een hoger en meer strategisch niveau te verdiepen, gezien de
grotere ambities van beide partijen. De toenadering tot de Europese Unie vormt
een constante en een fundamentele keuze in de buitenlandse politiek van Tunesië[2], die gelijkloopt met de
bevordering van de integratie in de Maghreb en de consolidatie van de
betrekkingen met de Arabische, mediterrane en Afrikaanse landen. Tunesië en de
Europese Unie zijn het er ook met elkaar over eens dat de versterking van de
economische liberalisering en de economische en sociale integratie een bron van
groei en werkgelegenheid vormen waarmee een op solidariteit gebaseerde
ontwikkeling en gedeelde welvaart worden bevorderd. In het kader van het geprivilegieerd partnerschap
wenst Tunesië een zo hoog mogelijk nieuw integratieniveau met de EU te
bereiken. Deze nieuwe status weerspiegelt de wil van
beide partijen om toenadering te zoeken die verder gaat dan de vrije handel en
die een voor beide partijen voordelige effectieve mobiliteit van personen en
een betere uitwisseling van kennis insluit. De integratie van de menselijke en
wetenschappelijke dimensie in dit partnerschap is van wezenlijk belang om de
toenadering tussen spelers van het maatschappelijk middenveld, particuliere
ondernemingen, onderzoekers en studenten en lokale en regionale autoriteiten te
bevorderen, en geeft een krachtig politiek signaal af aan de burgers en het
bedrijfsleven van beide partijen. Dit actieplan is een plan in ontwikkeling, dat
voor de periode 2013-2017 gezamenlijk is vastgesteld. Het vormt het
referentiekader voor het aanwijzen van prioriteiten waarmee de betrekkingen
tussen beide partijen op alle niveaus (politiek, economisch, wetenschappelijk,
sociaal, cultureel en menselijk) kunnen worden verbeterd. In het kader van deze ontwikkeling en op basis
van de uitvoering van het geprivilegieerd partnerschap komen de partijen
overeen zich te bezinnen op de mogelijkheid om een nieuw akkoord over de
onderlinge betrekkingen te sluiten. Dit gebeurt conform artikel 8 van het
Verdrag betreffende de Europese Unie en vanuit het streven van de EU en Tunesië
om hun betrekkingen te verdiepen. Kernpunten van het geprivilegieerd
partnerschap tussen de Europese Unie en Tunesië De betrekkingen tussen de Europese Unie en
Tunesië worden in het kader van het geprivilegieerd partnerschap via de
volgende pijlers versterkt: a) Verdieping van de politieke
samenwerking. De partijen streven ernaar de politieke
dialoog en samenwerking een nieuwe impuls te geven. Belangrijkste
aandachtspunten zijn hierbij de versterking van de politieke dialoog op hoog
niveau, de parlementaire samenwerking, de samenwerking op het gebied van
veiligheidsvraagstukken, de samenwerking op het gebied van democratie, de
rechtsstaat, gelijkheid van de seksen, mensenrechten en fundamentele vrijheden
en de versterking van de samenwerking met de Raad van Europa en de andere
internationale organisaties. Deze pijler behelst tevens grotere samenwerking op
het vlak van veiligheid, justitie, grensbeheer en bestrijding van de
georganiseerde criminaliteit. b) Uitbreiding van de economische en
sociale integratie met de Europese Unie waardoor een gemeenschappelijke
economische ruimte tot stand kan worden gebracht. Het
geprivilegieerd partnerschap heeft eveneens tot doel de integratie van de
partners in economisch, sociaal en menselijk opzicht te verdiepen. Daarbij
wordt rekening gehouden met de uitdagingen waarvoor Tunesië tijdens deze
overgang naar een democratie staat, waaronder het stimuleren van de economie en
de eisen die aan een duurzame en op solidariteit gebaseerde ontwikkeling worden
gesteld. Om de commerciële en economische banden verder te ontwikkelen willen
Tunesië en de Europese Unie een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst sluiten.
Deze overeenkomst zal Tunesië helpen geleidelijk in de interne markt van de
Europese Unie te integreren om uiteindelijk tot een gemeenschappelijke
economische ruimte te komen. Tunesië wenst meer harmonisatie in de
regelgeving te bewerkstelligen door een geleidelijke aanpassing van de
wetgeving. Daartoe bepalen Tunesië en de Europese Unie samen conform dit
actieplan in welke sectoren zij deze aanpassing met voorrang trachten te
realiseren. Nadat de verschillen tussen de Tunesische wetgeving en het acquis
communautaire in kaart zijn gebracht, stelt Tunesië in een nationaal
harmonisatieprogramma vast wat de doelen zijn van de beoogde aanpassing aan het
acquis communautaire. De EU treft begeleidende maatregelen om te helpen deze
doelen te verwezenlijken. De integratie heeft baat bij een versterkte
dialoog over de sociaaleconomische hervormingen, waaronder economische
prestaties, de bevordering van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), de
ontwikkeling van een geïntegreerde werkgelegenheidsstrategie en sociale
insluiting, en ook bij een grotere samenwerking in belangrijke sectoren als
energie, vervoer, industrie, landbouw, milieu of klimaatverandering (zie
bijlage 2). c) Opbouw van een sterker partnerschap
tussen de bevolking van beide partijen. Een
geprivilegieerd partnerschap is ondenkbaar zonder het aanhalen van de banden
tussen de bevolking van beide partijen door middel van toenadering en
rechtstreekse samenwerking tussen individuen en organisaties. In dit kader
spelen samenwerkingsverbanden en uitwisselingen op het gebied van onderwijs,
beroepsopleiding, werkgelegenheid, onderzoek en innovatie, gezondheid, cultuur
en jeugd een doorslaggevende rol. Ook wat betreft migratie,
mobiliteit en veiligheid wordt de dialoog voortgezet met als doel een mobiliteitspartnerschap
te sluiten waarbij een evenwichtig en verantwoord samenwerkingskader tot stand
wordt gebracht op het terrein van het personenverkeer, de beheersing van de
legale migratie, de relatie tussen migratie en ontwikkeling, de bescherming van
de rechten van migranten en de strijd tegen illegale migratie, de
georganiseerde criminaliteit in verband met immigratie, en de overname van
personen. Verder is het voor een versterking van de
betrekkingen tussen de Europese Unie en Tunesië nodig dat alle niet-publieke
spelers en die van het maatschappelijk middenveld daar intensief bij
worden betrokken. Zij spelen namelijk een belangrijke rol in het welslagen van
de democratisering. Er worden raadplegingsmechanismen
in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat het maatschappelijk middenveld
als volwaardige gesprekspartner aan de dialoog met de autoriteiten en Europese
instanties kan deelnemen, vooral met het oog op de voltooiing en uitvoering van
dit actieplan. Een nieuwe
methode De grote vooruitgang die de Europese Unie en
Tunesië in de kwaliteit van hun betrekkingen willen boeken, stoelt op enkele
beginselen en instrumenten waarmee beter kan worden gewaarborgd dat de gestelde
doelen worden bereikt. Doelgerichte, precieze en concrete
verplichtingen voor een periode van vijf jaar. Voor een
verdieping van de betrekkingen moeten de partners over enkele prioritaire
sectoren harde afspraken maken om de uitdagingen in verband met de overgang
naar een democratie op te pakken: stimuleren van de economie, bevordering van kmo's
en een duurzame, inclusieve ontwikkeling, werkgelegenheid, verbetering van de
levensomstandigheden en bestrijding van ongelijkheid; consolidatie van de
rechtsstaat, behoorlijk bestuur en democratisch pluralisme, onafhankelijkheid
van de rechtspraak, eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele
vrijheden, gelijkheid van de seksen, hervorming van de veiligheidssector,
onafhankelijkheid van de media en ondersteuning van het maatschappelijk
middenveld. Het geprivilegieerd partnerschap moet tevens behulpzaam bij het realiseren
van een toenadering in de breedste zin van het woord, en wel via een
uitgebreide interculturele dialoog. Deelname aan agentschappen en programma's
van de Europese Unie. Een ander instrument dat helpt
de gewenste grotere integratie tussen Tunesië en de Europese Unie te
bewerkstelligen, is de deelname van Tunesië aan een aantal agentschappen en
programma's van de Unie waarvan de rechtsgrondslag voorziet in deelname van
derde landen. In het actieplan wordt aangegeven hoe dit in de praktijk vorm
moet krijgen. Een ambitieuzere technische en financiële
ondersteuning, die op de prioriteiten van Tunesië is afgestemd en in lijn is met de nieuwe richtsnoeren van het nabuurschapsbeleid.
Op deze wijze moet het eenvoudiger worden om de doelstellingen van de associatieovereenkomst
en in het kader van de financiële vooruitzichten van de Europese Unie vanaf
2014 te bereiken. Het geprivilegieerd partnerschap berust mede op de
verwachting dat de Europese Unie Tunesië zodanig financieel bijstaat dat het
land zijn ambities op het gebied van hervormingen kan waarmaken, in zijn
specifieke behoeften kan voorzien, zijn capaciteit kan benutten en de
vooruitgang kan boeken die nodig is om de hervormingen daadwerkelijk door te
voeren. De EU heeft reeds bevestigd dat zij haar steun
voor Tunesië aanzienlijk wil verhogen. Zij heeft toegezegd Tunesië voor de
periode 2011-2013 ten minste 400 miljoen euro te schenken (vergeleken met de
geplande 240 miljoen euro vóór de revolutie). De
beschikbare fondsen worden in de eerste plaats gebruikt voor de begeleiding van
de hervormingen die nodig zijn voor de opbouw van een democratische staat
(steun voor de organisatie van verkiezingen, hervorming van de
veiligheidssector, van de rechtspraak en van de media, ondersteuning van de
overgangsrechtspraak en van de eerbiediging van de mensenrechten en de
fundamentele vrijheden), voor verdergaande stimulering van de economie en
versterking van de sociale cohesie (economische hervormingen, bevordering van
werkgelegenheid en van regionale ontwikkeling en de strijd tegen sociale
uitsluiting, ongelijkheid en armoede, institutionele opbouw, enz.). Daarop aansluitend verlenen sommige lidstaten,
de Europese Investeringsbank (EIB) en de Europese Bank voor Wederopbouw en
Ontwikkeling (EBWO) steun voor investeringen, infrastructuren, werkgelegenheid
en de particuliere sector, onder andere via de toezeggingen van de G8
(Partnerschap van Deauville). Bij de programmering van deze steun volgens de
aangewezen procedures wordt rekening gehouden met de toezeggingen die in dit
actieplan en elk ander relevant instrument zijn gedaan, inclusief de conclusies
van de taskforce Tunesië-Europese Unie van 28 en 29 september 2011. Eventuele aanpassing na tussentijdse
beoordeling. Het actieplan, dat voor een periode van
vijf jaar is vastgesteld, kan door de Associatieraad worden herzien,
afhankelijk van de vorderingen in de uitvoering van het plan of van mogelijke
nieuwe behoeften in verband met de conjunctuur in Tunesië of de Europese Unie.
De organen die bij de associatieovereenkomst zijn opgericht, moeten daartoe
adequate voorstellen indienen. Toezicht op de uitvoering van het
actieplan. Om de hervormingen in een groot aantal
belangrijke sectoren door te voeren, moeten er nauwkeurige doelstellingen
worden geformuleerd en voldoende middelen beschikbaar komen. Om een zo goed
mogelijke uitvoering te garanderen en een verbinding te leggen tussen enerzijds
de doelstellingen en de vooruitgang die daarmee is geboekt, en anderzijds de
verleende steun, wordt er regelmatig toezicht uitgeoefend door het
Associatiecomité en de subcomités die in het kader van de
associatieovereenkomst zijn opgericht, en in de voortgangsverslagen die beide
partijen verzorgen. Beide partijen zullen de subcomités aan een
onderzoek onderwerpen en de samenstelling en bevoegdheden ervan afstemmen op de
nieuwe ambities die uit de geprivilegieerde status voortvloeien. II. ACTIEPLAN De partijen willen aan dit actieplan zowel een
strategisch als operationeel karakter geven en komen overeen hun samenwerking
te concentreren op een beperkt aantal terreinen en te bereiken doelstellingen
(zie de tabel in bijlage 1). Bovendien is om de doelstellingen van het
actieplan te verwezenlijken, een versterking nodig van de dialoog over de
sociaaleconomische hervormingen, vooral het werkgelegenheidsbeleid en sociale
integratie en de strategieën voor de opbouw van een duurzame op kennis
gebaseerde groei, evenals een uitgebreide sectorale samenwerking op belangrijke
gebieden als energie, vervoer, industrie, landbouw, toerisme, ontwikkeling van
vaardigheden, milieu of klimaatverandering. Het actieplan blijft het referentiedocument
voor de uitvoering van de associatieovereenkomst. Het behelst alle terreinen
waarop de associatieovereenkomst betrekking heeft en biedt een kader voor alle
facetten van de samenwerking tussen Tunesië en de Europese Unie, waaronder de
werkzaamheden van het Associatiecomité en de subcomités. Het is de taak van de
subcomités om op basis van de in het actieplan vermelde prioritaire
doelstellingen concrete maatregelen vast te stellen die nodig zijn om deze
doelen te bereiken. Voor de komende periode richten de partijen
zich met name op de volgende gebieden: Rechtsstaat en democratie 1) Totstandbrengen van een democratisch
kiesstelsel, vooral door de onafhankelijkheid en het functioneren van de
"Instance Publique indépendante" (onafhankelijke publieke instantie)
die met het beheer en de organisatie van de verkiezingen is belast, te
consolideren. 2) Waarborgen van de onafhankelijkheid
van de rechtspraak, versterken van de professionaliteit en doeltreffendheid
ervan (toegang tot de rechter, duur van het proces), zorgen voor eerbiediging
van de mensenrechten, van het beginsel van het vermoeden van onschuld en het
recht op een eerlijk proces. 3) Doorvoeren van hervormingen in de
veiligheidssector, in het kader van een algehele en diepgaande hervorming, om
de internationale normen op het vlak van de rechtsstaat, mensenrechten en het
internationale recht na te leven. 4) Consolideren van de bescherming van
de mensenrechten, waaronder de rechten van vrouwen en kinderen. 5) Doorvoeren van hervormingen in de
media en professionalisering van de sector. 6) Versterken van de rol en opbouw van
de capaciteit van het maatschappelijk middenveld. Samenwerking op het gebied van migratie,
mobiliteit en veiligheid 7) Dialoog over migratie, mobiliteit en
veiligheid en sluiten van een mobiliteitspartnerschap. Uitbreiding van de economische en sociale
integratie 8) Economische hervormingen voor
inclusieve groei, concurrentievermogen en verbetering van het ondernemings- en
investeringsklimaat. 9) Verdieping van de economische
integratie en sluiten van een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst en
aanpassing aan het acquis van de EU. 10) Ontwikkeling van vaardigheden,
toegang tot kennis en innovatie. 11) Werkgelegenheid, sociale cohesie en
integratie en regionale en lokale ontwikkeling. 12) Landbouw- en plattelandsontwikkeling. Duurzame ontwikkeling 13) Ontwikkeling en uitvoering van
strategieën en programma's die als doel hebben een duurzame ontwikkeling te waarborgen,
waaronder een betere bescherming van het milieu conform de intentie in de
mededeling van de Commissie over het meerjarig financieel kader van juni 2011[3] om het deel van de
Uniebegroting dat voor klimaat is gereserveerd, met ten minste 20% te verhogen. De tabel in bijlage 1 biedt een
referentiekader voor de herziening van deze prioriteiten, met vermelding van de
indicatoren, een tijdschema voor de uitvoering en de beschikbaar gestelde
middelen. A. Politieke samenwerking I. Dialoog en politieke en strategische samenwerking 1. Versterking van de politieke en
strategische dialoog Activiteiten / Specifieke doelstellingen: ·
Versterking van de politieke dialoog, vooral via de
organisatie van topbijeenkomsten tussen Tunesië en de Europese Unie op ad-hocbasis,
het periodiek beleggen van vergaderingen op ministerieel niveau en tussen hoge
ambtenaren. ·
Bevordering van deelname van vertegenwoordigers van
Tunesië aan informele vergaderingen van comités en werkgroepen van de Raad die
belast zijn met het buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie, op
ad-hocbasis. ·
Intensiever overleg in multilateraal verband
(Verenigde Naties, enz.), om de politieke standpunten over vraagstukken van
gemeenschappelijk belang te harmoniseren en te coördineren. ·
Samenwerking op diplomatiek gebied, vooral via het
aanknopen van samenwerkingsrelaties en de uitwisseling van ervaringen tussen
het Institut Diplomatique pour la Formation et les Études (diplomatiek
instituut voor studies en opleidingen) in Tunesië en de diplomatieke
universitaire en academische instellingen van de lidstaten. 2. Parlementaire samenwerking Activiteiten / Specifieke doelstellingen: ·
Ontwikkeling van de parlementaire samenwerking,
vooral via steun voor de Parlementaire Vergadering, de instelling van een Gemengde
Parlementaire Commissie bestaande uit leden van het Europees Parlement en het
Tunesische parlement, versterking van de samenwerking en het partnerschap
tussen het Tunesische parlement en de Parlementaire Vergadering van de Unie
voor het Middellandse Zeegebied en intensivering van de uitwisselingen tussen
politieke partijen en parlementaire fracties in Tunesië en de EU. 3. Versterking van de dialoog en de
samenwerking op het gebied van conflictpreventie en crisisbeheersing Activiteiten / Specifieke doelstellingen: ·
Versterken van de samenwerking en dialoog tussen
Tunesië in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid
(GBVB) en het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB). ·
Bijdragen aan de ontwikkeling van het partnerschap
voor vrede en veiligheid in Afrika, daarbij rekening houdend met de belangen
van beide partijen. ·
Verdiepen van de deelname van Tunesië aan het
mediterrane partnerschap van de Organisatie voor Veiligheid en
Samenwerking in Europa (OVSE) via de contactgroep en bilaterale
bijdragen op vrijwillige basis. 4. Verdieping van de samenwerking op
het gebied van non-proliferatie van massavernietigingswapens en de
overbrengingsmiddelen daarvoor, toezicht op de overdracht van conventionele
wapens en de strijd tegen de verspreiding van lichte en kleine wapens Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: Massavernietigingswapens
en producten voor tweeërlei gebruik: ·
Samenwerken en bijdragen aan de volledige naleving
van de bestaande internationale verplichtingen wat betreft de strijd tegen de
proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor
en ondersteunen van de rol van het Internationaal Atoomenergieagentschap
(IAEA). ·
Conform de internationale toezeggingen van de
partijen, en vooral de relevante internationale resoluties, waaronder resolutie
1540/2004 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, doorgaan met de
toepassing van een systeem waarmee effectief toezicht kan worden gehouden op
producten voor tweeërlei gebruik en de proliferatie van
massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor kan worden
bestraft. ·
Treffen van de benodigde maatregelen voor de
ondertekening en ratificatie van of toetreding tot andere internationale
verdragen en instrumenten waarmee de proliferatie van massavernietigingswapens
en de overbrengingsmiddelen daarvoor wordt tegengegaan. ·
Aannemen van nationale wetgeving waarmee de
proliferatie van massavernietingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor
kan worden bestraft. ·
Met steun van de EU een doeltreffend nationaal systeem
implementeren waarmee
toezicht wordt gehouden op de export en doorvoer van
producten die verband houden met massavernietigingswapens, waaronder controle op de uiteindelijke
toepassing van technologieën voor tweeërlei gebruik. Conventionele
wapens: ·
Uitbouwen van de reguliere politieke dialoog over
de overdracht van conventionele wapens en versterken van de samenwerking bij
het voorkomen van illegale handel. ·
Intensiveren van het overleg met als beoogde
uitkomst een VN-verdrag waarin gemeenschappelijke normen voor de mondiale
handel in conventionele wapens worden vastgesteld. ·
Met logistieke steun van de EU een doeltreffend
nationaal systeem implementeren voor het toezicht op de export van
conventionele wapens en de bijbehorende munitie, waaronder controle op de
eindgebruiker. 5. Samenwerking op het gebied van
civiele bescherming Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Voortzetten van de regionale samenwerking bij de
preventie, voorbereiding, opleiding, opsporing, vroegtijdige waarschuwing en
reactie in geval van door de natuur of mens veroorzaakte rampen, inclusief de
technologische risico's. ·
Maken van operationele afspraken tussen de
instanties van Tunesië en de Europese Commissie aangaande de samenwerking met
het waarnemings- en informatiecentrum (MIC) tijdens het activeren van het
communautaire mechanisme voor civiele bescherming. II. Democratie, rechtsstaat en bestuur 6. Aanpassing van de wetgeving van
Tunesië aan die van de EU/Raad van Europa op deze gebieden Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Versterken van de samenwerking tussen Tunesië en de
Raad van Europa bij het bevorderen van de mensenrechten, de rechtsstaat en de
democratie, vooral met het oog op de eventuele toetreding van Tunesië tot
sommige overeenkomsten van de Raad van Europa. 7. Versterken van de instellingen die
de democratie en de rechtsstaat in stand houden Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Vaststellen van de constitutionele, wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen die als doel hebben de rechtsstaat te versterken
(rol van het parlement, onafhankelijkheid van de politieke partijen, enz.). ·
Vergroten van de bestuurlijke capaciteit van de
democratische instellingen en spelers (parlement, politieke partijen, enz.). ·
Tot stand brengen van een democratisch kiesstelsel,
instellen van een onafhankelijke commissie die verkiezingen organiseert, en
vergroten van de mogelijkheden van organisaties uit het maatschappelijk
middenveld die als waarnemers bij verkiezingen fungeren, vaststellen van regels
voor het waarnemen bij verkiezingen (waaronder door internationale spelers). 8. Versterken van de onafhankelijkheid
en doeltreffendheid van de rechtspraak en van de inspanningen om de
omstandigheden in gevangenissen te verbeteren Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Hervormen en moderniseren van de rechtspraak om de
onafhankelijkheid, de onpartijdigheid, de professionaliteit, de
verantwoordelijkheid en een beter functioneren van de rechtspraak te
waarborgen, waar mogelijk uitgaande van de door de Verenigde Naties en de Raad
van Europa opgestelde normen. ·
In het kader van de hervorming van de rechtspraak,
verlenen van technische ondersteuning aan de inspanningen van Tunesië om deze
sector te moderniseren, onder meer door middel van de automatisering van het
bestuur, een verbeterde toegang tot de rechter en opbouw van de capaciteit van
de spelers binnen het systeem. ·
Instellen van mechanismen/maatregelen met het oog
op de overgangsrechtspraak. ·
Hervormen van het wetboek van strafrecht en het
wetboek van strafvordering om deze in overeenstemming te brengen met het
internationale recht op het vlak van de mensenrechten. ·
Versterken van de maatregelen om de omstandigheden
in detentie en in de gevangenis, vooral voor minderjarigen, te verbeteren en de
rechten van gedetineerden te waarborgen, onder andere door scholing en opbouw
van de capaciteit van degenen die voor de toepassing van de wetten
verantwoordelijk zijn. III. Dialoog en samenwerking in verband met vraagstukken over de
mensenrechten en fundamentele vrijheden 9. Dialoog en samenwerking in verband
met vraagstukken over de mensenrechten en fundamentele vrijheden Activiteiten / Specifieke doelstellingen: ·
Versterken van de dialoog en samenwerking tussen de
EU en Tunesië aangaande de eerbiediging en bevordering van de mensenrechten en
grondrechten. ·
Verdiepen van de dialoog over de samenwerking
binnen internationale instellingen, vooral de VN. 10. Uitvoering van internationale
verdragen over mensenrechten en samenwerking met de speciale procedures en
mechanismen van de Verenigde Naties Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Zorgen voor de naleving van het beginsel dat
geratificeerde internationale overeenkomsten voorrang hebben boven het
nationale recht. ·
Geleidelijk voltooien van de omzetting en
uitvoering van de internationale overeenkomsten die Tunesië heeft geratificeerd[4], om zo de voorbehouden in te trekken. ·
Samenwerking met het Bureau van de Hoge
Commissaris voor de Mensenrechten en de speciale mechanismen van de Verenigde
Naties op het gebied van de mensenrechten, vooral naar aanleiding van de
uitnodiging die de Tunesische autoriteiten sinds februari 2011 voortdurend
hebben gedaan. ·
Nadat Tunesië de universele periodieke doorlichting
(mei 2012) heeft ondergaan, helpen de aanbevelingen toe te passen die Tunesië
in dit kader heeft aanvaard. 11. Eerbiediging van de vrijheid van
meningsuiting en van vereniging en vergadering conform het Internationaal
Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van de Verenigde Naties
(IVBPR) Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Versterken van de vrijheid van vereniging en
vreedzame vergadering en van de vrijheid van meningsuiting op grond van de
relevante aanbevelingen van het comité dat uit het IVBPR is voortgekomen, en de
universele periodieke doorlichting door de VN-Mensenrechtenraad, onder meer wat
betreft ngo's en niet-publieke spelers. ·
Verbeteren van de nieuwe perswet zodat deze met de
internationale normen overeenstemt; afschaffen van met name de
vrijheidsbenemende straffen voor persdelicten en smaad en waarborgen van bescherming
van de bronnen. ·
Zorgen voor vrije en onbeperkte toegang tot nieuwe
technologieën, waaronder internet, en waarborgen van de vrijheid van
meningsuiting en de verspreiding van informatie op internet, conform de
internationale normen. ·
Bevorderen van uitwisselingen en ondersteunen van
samenwerkingsinitiatieven tussen Tunesische en Europese organisaties. 12. Bevordering en bescherming van de
rechten van vrouwen en kinderen Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Toepassing van het Verdrag inzake de uitbanning van
alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDEF) en van het beginsel van gelijke
burgerlijke, politieke, economische, sociale en culturele rechten en vrijheden.
·
Consolideren van de wetgeving die erop gericht is
alle vormen van discriminatie te bestrijden, de gelijkheid van de seksen te
bevorderen en vrouwen in grotere mate te laten deelnemen aan en integreren in
het publieke, politieke, culturele en economische leven. ·
Voortzetten van de maatregelen om de gelijkheid van
de seksen te waarborgen en discriminatie en geweld jegens vrouwen te bestrijden
conform de relevante internationale verdragen; versterken van de wetgeving om
vrouwen beter tegen alle vormen van geweld te beschermen, inclusief huiselijk
geweld. ·
Versterken van de rol van het maatschappelijk
middenveld bij het bevorderen en beschermen van de rechten van vrouwen en
kinderen en ondersteunen van de netwerkvorming op dit gebied. ·
Consolideren van de rechten van het kind op basis
van de aanbevelingen van het Comité voor Kinderrechten van de Verenigde Naties,
met name de bescherming van kinderen tegen alle vormen van geweld en tegen
verlating en uitbuiting. 13. Afschaffing van de doodstraf en de
strijd tegen foltering en alle vormen van discriminatie Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Handhaving van het feitelijke moratorium op
executies. ·
Voortzetten van de dialoog over de herziening van
de bepalingen van het wetboek van strafrecht met als doel de doodstraf af te
schaffen. ·
Overwegen om zich aan te sluiten bij het
transregionale initiatief inzake de doodstraf, dat in het kader van de Algemene
Vergadering van de Verenigde Naties door de EU wordt ondersteund. ·
Na de ratificatie door de Tunesische autoriteiten
van het Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering en andere wrede,
onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, technische ondersteuning
verlenen aan de uitvoering van het protocol en bijbehorende instrumenten,
waaronder steun voor de instelling van de nationale preventie-instantie die in
het protocol wordt voorzien. 14. Bevordering van de rol van het
maatschappelijk middenveld en bescherming van mensenrechtenverdedigers Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Versterken van de deelname van alle geledingen van
de Tunesische samenleving aan het openbare en politieke leven, vooral door
consolidatie van de garanties wat betreft fundamentele vrijheden en de
instelling van overleg- en dialoogmechanismen. ·
Grotere betrokkenheid van de diverse spelers uit
het maatschappelijk middenveld en belanghebbenden bij het voorstellen,
uitwerken en toezicht houden op de uitvoering van de constitutionele en
wettelijke hervormingen. 15. Samenwerking met het oog op de
universele toepassing van het Statuut van Rome inzake het Internationaal
Strafhof Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Aannemen van nationale wetgeving over de uitvoering
van het Statuut van Rome en uitwisselen van ervaringen in verband met de
wettelijke aanpassingen die voor de toepassing van het Statuut van Rome zijn
vereist. ·
Ondersteunen van de opleiding van rechters,
advocaten en leden van veiligheidstroepen op de gebieden waar het
Internationaal Strafhof (ICC) bevoegd is, vooral door het bestuderen van de
jurisprudentie van het ICC en van de nationale jurisprudentie op de terreinen
waar het ICC actief is. IV. Continentale en regionale samenwerking en initiatieven 16. Ondersteunen van de uitvoering van
continentale en regionale integratie-initiatieven en -projecten Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Bevorderen van de intraregionale integratie
inclusief binnen de Maghreb, vooral binnen de Unie van de Arabische Maghreb en
het proces van Agadir. ·
Intensiveren van de samenwerking binnen regionale
instellingen in de Maghreb, Forum 5+5, het Mediterrane Forum, de Unie voor het
Middellandse Zeegebied, het Partnerschap Afrika-EU en regionale organisaties
als het Observatoire du Sahara et du Sahel (waarnemingscentrum voor de Sahara
en de Sahel). ·
Aangaan van een dialoog over de mogelijkheden van
een driehoekssamenwerking tussen publieke en private spelers uit Tunesië en
Europa om de ontwikkeling in Afrika een impuls te geven. V. Samenwerking
op het gebied van justitie en veiligheid 17. Bevorderen van de wetgeving
inzake de juridische en justitiële samenwerking tussen staten en
treffen van de benodigde begeleidende maatregelen Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Zo snel mogelijk een bezinning opstarten over de
belangrijkste internationale verdragen, en dan vooral over de verdragen die in
het kader van de Haagse Conferentie voor internationaal privaatrecht zijn
opgesteld op het gebied van het familierecht. ·
Blijven stimuleren van concrete oplossingen om
conflicten over de ouderlijke verantwoordelijkheid, inclusief het vraagstuk van
kinderen van gescheiden gemengde paren, te voorkomen, te beheersen en te
beslechten. ·
Voortzetten van de dialoog inzake de internationale
bescherming van kinderen en het familierecht in de context van de deelname van
Tunesië aan de justitiële conferentie inzake grensoverschrijdende
familierechtelijke aangelegenheden (het proces van Malta). ·
De mogelijkheid bestuderen om de belangrijkste
internationale verdragen te ondertekenen, te ratificeren en uit te voeren, zoals:
het Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van
gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken
('s-Gravenhage 1965), het Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het
buitenland in burgerlijke en in handelszaken ('s-Gravenhage 1970), het Verdrag
betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van
kinderen ('s-Gravenhage 1980) en het Verdrag inzake de bevoegdheid, het
toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op
het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming
van kinderen ('s-Gravenhage 1996). 18. Consolideren van de justitiële
samenwerking en aanpassing van de rechtsstelsels van beide partijen Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
De stand van zaken opmaken wat betreft de
justitiële samenwerking tussen Tunesië en de EU en de maatregelen om deze
samenwerking te intensiveren. ·
Doorgaan met de uitvoering van maatregelen op grond
van de VN-verdragen (Verdrag ter bestrijding van de grensoverschrijdende
georganiseerde criminaliteit (UNTOC) en Verdrag tegen corruptie (UNCAC)) die
Tunesië heeft geratificeerd. ·
Opstellen van een steunprogramma voor de
modernisering en onafhankelijkheid van de rechtspraak in Tunesië. 19. Versterken van de samenwerking tussen
politie en justitie in Tunesië en de lidstaten Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
De stand van zaken opmaken wat betreft de
samenwerking tussen Tunesië en de EU, met het oog op de intensivering ervan, in
het kader van de uitwisseling van ervaringen tussen opleidingsinstituten binnen
de lidstaten van de EU en Tunesië op het gebied van veiligheid en justitie. ·
Zorgen voor de toepassing van maatregelen die in de
relevante internationale verdragen zijn voorzien. 20. Intensievere corruptiebestrijding Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Uitwisselen van informatie over de Europese en
Tunesische wetten en strategieën en over de toepassing van internationale
instrumenten, uitwisselen van beste praktijken op het gebied van
corruptiebestrijding en aangaan van samenwerking op dit terrein, onder meer in
het kader van de uitvoering van het VN-Verdrag uit 2003 tegen corruptie. ·
Ondersteunen van de inspanningen van de Tunesische
autoriteiten op het vlak van corruptiebestrijding, waaronder de oprichting van
een justitieel orgaan dat gespecialiseerd is in corruptiezaken die bij het
gerecht van eerste aanleg in Tunis aanhangig zijn gemaakt. ·
De mogelijkheid bestuderen om de uitvoering van
wetsbesluit nr. 120 van 14 november 2011 inzake de instantie die zich met
corruptiebestrijding bezighoudt, te ondersteunen. ·
Blijvende steun voor de inspanningen van Tunesië om
via wederzijdse rechtshulp in strafzaken de tegoeden en goederen die de
afgezette president en zijn familieleden op frauduleuze wijze hebben verkregen
en die momenteel onder de jurisdictie van de lidstaten van de EU zijn bevroren,
te repatriëren, en wel in het kader van de relevante internationale verdragen,
waaronder het VN-Verdrag uit 2003 tegen corruptie. 21. Samenwerking op het gebied van
terrorismebestrijding en georganiseerde criminaliteit Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Versterken van de samenwerking op het gebied van
terrorismebestrijding, georganiseerde criminaliteit en cybercriminaliteit
tussen de verschillende gerechtelijke en veiligheidsinstanties, onder meer op
basis van de ratificatie en toepassing van de geschikte internationale instrumenten,
en via bevordering van de deelname van de verantwoordelijke Tunesiërs aan
specifieke en gespecialiseerde opleidingen voor de preventie en bestrijding van
terrorisme binnen de lidstaten van de EU. ·
Samenwerken via de uitwisseling van goede
praktijken en technische uitwisselingen en voortzetten van de inspanningen om
jongeren bewust te maken van de gevaren van gewelddadige radicalisering en
extremisme in al zijn vormen, zodat in hen een cultuur van openheid,
verdraagzaamheid en solidariteit, onder andere jegens de slachtoffers van
terrorisme, wordt verankerd, en hen te beschermen tegen criminele uitwassen,
met name in verband met terrorisme. ·
Tunesië helpen bij zijn pogingen om in de strijd
tegen het terrorisme de mensenrechten te eerbiedigen, onder meer in het kader
van de hervorming van de veiligheidssector. 22. Internationale instrumenten ter
bestrijding van de georganiseerde criminaliteit Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Uitwisseling van informatie en ervaringen wat
betreft de uitvoering van het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding
van de grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit (2000 en aanvullende
protocollen). ·
Opstellen van wetgeving conform de relevante
internationale normen en instrumenten in het kader van de strijd tegen de
georganiseerde criminaliteit. 23. Ontwikkelen van methoden en middelen
om mensenhandel te bestrijden en beschermen van de slachtoffers van deze handel Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Aannemen van wetten om mensenhandel te bestrijden
en de slachtoffers van die handel te beschermen. ·
Opbouwen van de capaciteit van de verschillende
gerechtelijke beroepen en de veiligheidstroepen, vooral via gerichte en
gespecialiseerde opleidingen over de bestrijding van mensenhandel en de
bescherming van slachtoffers van die handel. ·
Op touw zetten van een dialoog om een
gemeenschappelijke aanpak te formuleren die zich richt tegen de ronselaars, de
personen die de slachtoffers vervoeren, degenen die hen uitbuiten, andere
tussenpersonen, klanten en begunstigden. ·
Meer steun voor de kwetsbaarste groepen (vrouwen en
kinderen). ·
Maatregelen treffen om illegale immigratie te
voorkomen, vooral met het oog op de kwetsbaarste groepen en met name via steun,
ook van Europa, voor gezamenlijke ontwikkeling, het scheppen van bestaansmiddelen
en werkgelegenheid en de verbetering van de levensomstandigheden in regio's met
een grote migratiedruk. VI. Samenwerking op het gebied van migratie, mobiliteit en
veiligheid 24. Bescherming van asielzoekers en
vluchtelingen Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Samenwerking tussen Tunesië en het Hoge
Commissariaat van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen, zodat het zijn taak
kan uitoefenen. ·
Ontwikkelen en implementeren door Tunesië van
asielwetgeving op grond van internationale beginselen en normen, en van een
overheidsinstantie die belast is met de identificatie, bescherming,
ondersteuning en opvang van asielzoekers en vluchtelingen. ·
Hulp van de EU aan Tunesië voor de opstelling en
uitvoering van nationale wetgeving en voor de capaciteitsopbouw van een
overheidsinstantie die gespecialiseerd is op asielgebied, onder meer door
adviezen, scholing en technische ondersteuning aan te bieden. ·
Uitwisselen van informatie tussen de EU en Tunesië
over het beleid, de wetgeving en de stand van zaken wat betreft asiel. 25. Samenwerken op het gebied van
migratie, mobiliteit en veiligheid ·
Opstarten van een dialoog over migratie, mobiliteit
en veiligheid met als doel het sluiten van een mobiliteitspartnerschap.
Toepassen van maatregelen in het kader van het mobiliteitspartnerschap. VII. Drugs 26. Intensiveren van de strijd tegen de
handel in verdovende middelen en tegen drugsverslaving Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Steun voor de toepassing van de relevante
beginselen in de verdragen van de Verenigde Naties (1967, 1971, 1988) en van de
beginselen die zijn vastgelegd tijdens een speciale zitting van de Algemene
Vergadering van de Verenigde Naties (UNGASS). ·
Opzetten van gespecialiseerde opleidingen voor
instanties die belast zijn met de toepassing van de wet op dit gebied. ·
Ontwikkelen en uitvoeren van programma's voor
preventie, behandeling en rehabilitatie van drugsverslaafden. VIII. Witwassen
van geld, economische en financiële misdrijven 27. Versterken van de inspanningen en
samenwerking tegen het witwassen van kapitaal Activiteiten /
Specifieke doelstellingen: ·
Doorgaan met het opstellen van doeltreffende wetten
tegen het witwassen van geld en het financieren van terroristische activiteiten
conform de Europese wetgeving en de beginselen van de aanbevelingen van de
financiële-actiegroep (Financial Action Task Force; FATF); vaststellen van de
behoeften op het gebied van administratieve en technische bijstand en scholing. ·
Intensiveren van de samenwerking tussen de
politiediensten en de samenwerking met internationale organisaties als de FATF
en de Raad van Europa, en met de betrokken diensten van de EU-lidstaten, vooral
wat betreft de uitwisseling van informatie tussen Europese financiële
inlichtingeneenheden (Financial Intelligence Units; FIU) en de Tunesische FIU. B. Economische en sociale integratie: op weg naar een
gemeenschappelijke economische ruimte Pijler 1 - Macro-economisch kader en
overheidsfinanciën: 28. Stabiliseren van het macro-economisch
kader ·
De economische groei nieuw leven inblazen en het
tempo ervan versnellen. ·
Vergroten van de veerkracht van de economie door de
macro-economische fundamenten te consolideren, vooral wat betreft externe
betalingen en de overheidsbegroting. ·
Erop toezien dat de overheidsschuld en de nationale
buitenlandse schuld houdbaar blijven. ·
Doorgaan met de uitvoering van de conclusies van
het onderzoek naar een beter beheer van de overheidsschuld door toezicht op de
uitgiften van het Ministerie van Financiën en een adequaat beheer van de
liquide middelen van de staat. 29. Consolideren van het beheer van de
overheidsfinanciën ·
Bezinning op de hervorming van het stelsel van
voedsel- en energiesubsidies met als doel deze subsidies voor de minder
bedeelden te bestemmen. ·
Doorgaan met de uitvoering van het begrotingsbeheer
op basis van doelstellingen ("Gestion Budgétaire par Objectifs"). ·
Verbeteren van de transparantie op begrotingsgebied
door op de middellange termijn de geconsolideerde resultaten van de financiële
verrichtingen van de staat, de lokale overheden, de socialezekerheidsfondsen en
bestuursrechtelijke openbare instellingen te publiceren. 30. Doorgaan met de hervorming van de
belastingen ·
Doorgaan met de hervorming van het belastingstelsel
voor meer fiscale rechtvaardigheid. ·
Verdere modernisering van de belastingdienst (beroepsopleiding,
automatisering en gebruik van nieuwe communicatietechnologieën, beheer van de
belastingdienst en informatiesysteem). ·
Voortzetten en verdiepen van de dialoog over de
beginselen van goed fiscaal bestuur, waaronder de gedragscode van de Europese
Unie inzake de belastingregeling voor ondernemingen, om tijdens de integratie
van Tunesië in de interne markt geleidelijk rechtvaardigheid te
bewerkstelligen. ·
Bevorderen van de uitwisseling van ervaringen en
deskundigheid met betrekking tot de belastingstelsels van de EU-lidstaten. 31. Consolideren van de transparantie en
doeltreffendheid van procedures voor de gunning van publieke aanbestedingen,
vooral van overheidsopdrachten en concessies (deze actie zal worden besproken
door het subcomité Interne Markt) ·
Verdere aanpassing van de Tunesische wetgeving aan
de internationale en Europese normen om te zorgen voor geleidelijke
openstelling, effectiviteit, verantwoordelijkheid, transparantie, gelijke
toegang tot informatie en concurrentie. ·
Verdere modernisering van de procedures voor de
administratie, het beheer en het toezicht op de uitvoering van de
overheidscontracten en vooral de digitalisering van de procedures voor
overheidsopdrachten. ·
Voortzetten van de doeltreffende
opleidingsprogramma's voor inkopers/ordonnateurs van de staat en lokale
overheden en voor functionarissen die controle uitoefenen op het sluiten en
uitvoeren van de contracten. ·
Versterken van de samenwerking en de uitwisseling
van ervaringen op het gebied van het toezicht op en het beheer van gegevens
tussen de betrokken Tunesische en Europese instanties, vooral het Observatoire
National des Marchés Publics (nationaal waarnemingscentrum voor
overheidsopdrachten) en de bevoegde diensten van de Europese Commissie, die met
zulke opdrachten zijn belast. ·
Bevorderen van de samenwerking en de uitwisseling
van ervaringen en informatie over de beslechting van geschillen in verband met
aanbestedingen conform internationale en Europese normen, met als doel deze
indien nodig aan te passen. Pijler 2 - Bestuur,
concurrentievermogen en ondernemingsklimaat: 2.1: Goed bestuur en bestuurlijke hervormingen 32. Versterken van het openbaar bestuur ·
Opstellen van een communicatiestrategie inzake
bestuur. ·
Ontwikkelen van het participatieportaal inzake
bestuur. ·
Opstellen van waarnemingsonderzoeken, versterken
van de beoordeling van het overheidsbeleid en ontwikkelen van
prestatie-indicatoren aan de hand waarvan beoordelingen kunnen worden verricht
en besluiten kunnen worden genomen. ·
Tot stand brengen van een nationaal
integriteitssysteem. 33. Versterken van de interne financiële
controle binnen de publieke sector ·
Uitwerken van een strategisch beleidsdocument over
de interne controle van de overheidsfinanciën (financieel beheer, financiële
controle en interne audit), met verwijzing naar de beste praktijken en
internationale normen, waaronder een vergelijkende analyse van de
internationale kaders en normen en de huidige praktijk van de interne
overheidscontrole in Tunesië. ·
Op basis van de uitkomsten van het vergelijkend onderzoek
en het strategische document, versterken van de wet- en regelgeving en indien
nodig de coördinatie op het vlak van de interne financiële controle binnen de
publieke sector en bevorderen van de opbouw van een toereikende bestuurlijke en
institutionele capaciteit (opleidingen, handleidingen, controlehandboeken,
auditsoftware, certificering, enz.). ·
Geleidelijke harmonisering met internationaal
erkende normen en methodieken en met de beste praktijken van de Europese Unie
wat betreft de controle op de inkomsten, de overheidsuitgaven, de activa en de
passiva. 34. Versterken van de controle en de
externe audit ·
Geleidelijk aanpassen van de controlevoorschriften
van de Rekenkamer en de algemene toezichthoudende instanties aan de
internationale normen en aan de beste praktijken van de EU op het gebied van
externe audits. ·
Opbouwen van de bestuurlijke en procedurele
capaciteit van de Rekenkamer als hoger controle-instituut waarbij hij
uitsluitend externe audits zal verrichten; dit wordt bewerkstelligd door zijn
onafhankelijkheid te vergroten en door ervoor te zorgen dat zijn begroting door
het parlement wordt goedgekeurd en dat zijn rapport openbaar is. ·
Versterken van de institutionele capaciteit van het
Haut Comité de Contrôle Administratif et Financier (hoge comité voor de
bestuurlijke en financiële controle) wat betreft de coördinatie van de
controletaken (programmering, controlevoorschriften, werkinstrumenten) en het
toezicht op de verslaglegging daaromtrent. ·
Versterken van de bestuurlijke capaciteit en uitwisselen
van ervaringen op het gebied van de vroegtijdige opsporing van
onregelmatigheden en fraude die de toewijzing en het beheer van nationale en
internationale, inclusief communautaire, fondsen kunnen beïnvloeden. ·
Bevorderen van de beoordeling van overheidsprojecten,
-maatregelen en ‑beleid en ontwikkelen van hulpmiddelen voor audits en
beoordelingen. ·
Versterken van de capaciteit wat betreft de
controle op de wenselijkheid van de overheidsacties en het overheidsbeheer en
wat betreft de "value for money"-aanpak. ·
Tot stand brengen van een systeem voor de
certificering van publieke controleurs. ·
Samenwerken met de juiste EU-instellingen en
-organen bij de operationele controletaken wat betreft het beheer en de
controle van de EU-fondsen. 35. Bevorderen van de aanpassing van de
statistische methoden aan de Europese normen (artikel 60 van de
associatieovereenkomst) ·
Uitwerken van een strategie om de harmonisering met
de Europese en internationale begrippen, indelingen, normen en methoden, met
name op het gebied van economische, sociale en milieustatistieken, te
consolideren. ·
Verbeteren van de kwaliteit van de statistieken
(onder andere de relevantie ervan in het licht van de millenniumdoelstellingen
voor ontwikkeling, duurzame ontwikkeling en ontwikkelingen op andere
terreinen), de toegankelijkheid en duidelijkheid (verspreiding van statistieken
en bewustwording bij gebruikers) en de actualiteit en precisie ervan (volledige
overdracht van gegevens tussen Eurostat en Statistiques Tunisie). ·
Vaststellen van een actieplan voor de middellange
termijn om Statistiques Tunisie te moderniseren en ten behoeve van de andere
statistische structuren (institutionele en juridische aspecten) die vooral
verband houden met personele middelen, programmering en statistische productie,
analyse en verspreiding, enz. ·
Statistiques Tunisie helpen een kwaliteitskeurmerk
voor overheidsstatistieken conform de beste praktijken in Europa in te voeren. ·
Verdergaande samenwerking tussen de EU en Tunesië
op statistisch gebied om het nationale statistische systeem in Tunesië te
ontwikkelen en het beter in het internationale statistische systeem te
integreren. ·
Actief deelnemen aan de opstelling en uitvoering
van een regionale (Maghrebijnse, mediterrane) strategie voor de ontwikkeling
van statistieken. ·
Bevorderen van de regionale en subregionale
samenwerking en van de uitwisseling van beste praktijken om te helpen de
kwaliteit van de geproduceerde statistische gegevens te verbeteren en de
vergelijkbaarheid ervan op internationaal niveau te garanderen. 36. Doorgaan met de modernisering van het
openbaar bestuur ·
Doorgaan met het verbeteren van de kwaliteit van de
bestuurlijke diensten, het versoepelen van de bestuurlijke procedures en het
verkorten van de termijnen die daarvoor gelden, en versterken van de elektronische
overheid. ·
Verbeteren van de relatie met de gebruikers en
ontwikkelen van communicatiemechanismen, vooral om naar de gebruikers te
luisteren en door opiniepeilingen te realiseren, enz. ·
Creëren van een systeem waarbij kan worden
deelgenomen aan de beoordeling van bestuurlijke diensten binnen de
verschillende overheidsstructuren. ·
Zorgen voor een lokale dienstverlening aan
gebruikers, met name via de uitbreiding van overheidsdiensten in regio's waar
slechts weinig bestuurlijke diensten worden verleend. ·
Tot stand brengen van de mechanismen en
instrumenten die nodig zijn om het wetsbesluit inzake toegang tot bestuurlijke
documenten uit te voeren. ·
Bijdragen aan de strijd tegen corruptie door
mechanismen in het leven te roepen om corruptiepraktijken aan de kaak te
stellen. ·
Bevorderen van de scholing van Tunesische
ambtenaren op het gebied van communautaire beleidsvormen en programma's. 2.2: Een concurrerende economie waarin kennis centraal staat 37. Verbeteren van de prestaties en het
concurrentievermogen van de Tunesische economie ·
Doorgaan met structurele hervormingen om het
concurrentievermogen van de economie te vergroten en de economische dialoog
tussen Tunesië en de EU evenals de coördinatie op het vlak van
herstelmaatregelen in de geest van het initiatief 2020 (voor duurzame groei en
werkgelegenheid) te bevorderen. ·
Bevorderen van een structurele omvorming van de
economie naar een economie die gericht is op sectoren met een grote toegevoegde
waarde, verhogen van de productiviteit en meer bijdragen aan de economische
groei. ·
Voortzetten van het programma om de industrie te
moderniseren, vervolg geven aan de Tunesisch-Europese structureringsprogramma's
met als doel het concurrentievermogen van het bedrijfsleven en innovatie te
ondersteunen, zoals het programma ter ondersteuning van het
concurrentievermogen van ondernemingen en voor een eenvoudiger toegang tot de
markt (PCAM) en het project ter ondersteuning van
onderzoek en innovatie (PASRI), en met hulp van de EU de programma's
voor een betere landbouw sneller uitvoeren. ·
Met hulp van de EU het programma voor een betere
dienstverlening sneller uitvoeren, invoeren van een informatie- en
bewakingssysteem, zorgen voor een betere afstemming tussen vraag naar en aanbod
van werk, en versterken van de samenwerking wat betreft kwaliteit,
certificering en ondernemerschap, allianties en netwerkvorming. ·
Toepassen van de strategie van de regering inzake
de ontwikkeling van particuliere investeringen, inclusief privatisering. ·
Ontwikkelen van de strategie van de regering om de
infrastructuursector open te stellen voor deelname van de particuliere sector
en uitwerken van de kaderwet over het publiek-private partnerschap. 2.3: Een aantrekkelijker ondernemingsklimaat 38. Verbeteren van het
ondernemingsklimaat ·
Herzien en versterken van de regelgeving
betreffende investeringen en zakendoen, zodat deze eenvoudiger, transparanter
en doeltreffender wordt. ·
Oprichten van een nationale investeringsinstantie
die als enige gesprekspartner voor lokale en buitenlandse investeerders optreedt,
en instellen van een staatsinvesteringsfonds. ·
Bevorderen van een gunstig ondernemingsklimaat,
vooral door te blijven werken aan de hervorming van het justitiële stelsel
waaronder de executieprocedures, en aan de versterking van de specialisatie van
rechters en de hervorming van de faillissementswetgeving. ·
Invoeren van mechanismen voor de observatie van en
het toezicht op het administratieve ondernemingsklimaat in Tunesië en de
internationale praktijken op dit gebied. ·
Tunesië aantrekkelijker maken voor activiteiten met
een grote toegevoegde en innovatieve waarde en de bevordering van investeringen
in de regio ondersteunen, onder meer door na te gaan welke specifieke
mogelijkheden de regio biedt en deze uit te buiten. 39. Bevorderen van investeringen en partnerschap
en zorgen voor een betere lokale verankering van de investeringen ·
Stimuleren van de ontwikkeling van partnerschappen
tussen Tunesische en Europese ondernemingen en clusters en bevorderen van
technologieoverdracht. ·
Mobiliseren van lokale ondernemingen rondom
buitenlandse investeringen om innovatie en de eigen economische ontwikkeling te
stimuleren. ·
Bevorderen en institutionaliseren van de
samenwerking tussen Tunesische en Europese werkgeversorganisaties en
ondersteunen van de organisatie van een economisch forum Tunesië-EU. 40. Harmoniseren van het
vennootschapsrecht om alle partijen te beschermen en de bedrijvigheid van
ondernemingen te bevorderen ·
Bevorderen van de aanpassing van het
vennootschapsrecht aan de Europese en internationale normen. ·
Beschermen van de aandeelhouders in overeenstemming
met de Europese normen en praktijken op dit vlak. ·
Conform de Europese en internationale normen i) de
particuliere sector helpen bij het voltooien van de handleidingen voor
behoorlijk bestuur voor de verschillende soorten ondernemingen en ii)
handleidingen over behoorlijk bestuur opstellen voor overheidsinstanties. ·
Moderniseren van het praktische beheer van het
handelsregister en de publiciteit ten behoeve van derden in het staatsblad. 41. Overnemen van de Europese en
internationale normen voor financiële audits en hervormen van het
boekhoudsysteem van Tunesische ondernemingen zodat deze met de Europese en
internationale boekhoudnormen overeenstemmen ·
Voortzetten van de inspanningen om de kwaliteit van
de wettelijke boekhoudcontrole te verbeteren. ·
Voortzetten van de inspanningen om het
boekhoudsysteem op de Europese en internationale boekhoudnormen in het
boekhoudsysteem af te stemmen. ·
Samenwerken met de EU-instellingen en -instanties
die belast zijn met de standaardisering van de boekhouding en het toezicht op
de wettelijke boekhoudcontrole. 42. Versterken van de samenwerking op het
gebied van het ondernemingsbeleid ·
Versterken van de samenwerking met de EU op het
gebied van het pro-kmo-beleid, via de toepassing van het Euro-mediterrane
handvest voor ondernemingen, vooral op basis van de "Small Business
Act" en door de lacunes in de steun voor kmo's op te vullen. ·
Bevorderen van een nauwere integratie van de
Tunesische kmo's in het Entreprise Europe Network, door een memorandum van
overeenstemming te sluiten. ·
Stimuleren van de deelname van Tunesië aan het
programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kmo's. ·
De mechanismen voor het oprichten van ondernemingen
helpen verbeteren en de toegang tot financiering voor kmo's eenvoudiger maken
door de instrumenten ter financiering van de eigen middelen te versterken en
door de mogelijkheid te creëren om in de voorfase kapitaal te verstrekken ten
gunste van jonge initiatiefnemers en innovatieve activiteiten. ·
Helpen bij de opbouw van de institutionele
capaciteit van de structuren die kmo's steunen, vooral wat betreft de
begeleiding van investeerders, marketing, uitwerking van ondernemingsplannen,
enz. ·
Ontwikkelen van de activiteiten van de
investeringsfondsen en het beroep daarop in de regio's vergroten. Pijler 3 - Verdieping van de integratie
en sluiten van een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst Beide partijen benadrukken dat zij door willen
gaan met de geleidelijke integratie van hun economieën met als uiteindelijke
doel een gemeenschappelijke economische ruimte tot stand te brengen door de
handel krachtiger te bevorderen en zo spoedig mogelijk onderhandelingen te
beginnen over een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst, in het kader van de
democratische en economische hervormingen die Tunesië bezig is door te voeren. De diepe en brede vrijhandelsovereenkomst
voorziet in meer mogelijkheden om toegang tot de markt te krijgen, een beter
investeringsklimaat en meer steun voor de economische hervormingen die daarbij
nodig zijn. De diepe en brede vrijhandelsovereenkomst zal integraal deel
uitmaken van de associatieovereenkomst en heeft betrekking op een uitgebreide
reeks van gebieden van gemeenschappelijk belang (niet-volledige lijst; het
accent komt te liggen op prioritaire sectoren die door beide partijen en in het
kader van de aanpassing van de wetgeving zijn uitgekozen): ·
Grotere liberalisering om de mogelijkheden voor
toegang tot de markt voor landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten,
visserijproducten en industriële producten met inachtneming van de voor beiden
partijen geldende omstandigheden te verbeteren. ·
Technische regelgeving voor industriële producten,
normen, conformiteitsbeoordeling en markttoezicht. ·
Sanitaire en fytosanitaire maatregelen. ·
Liberalisering van de handel in diensten en
bescherming van investeringen. ·
Overheidsopdrachten. ·
Mededingingsbeleid. ·
Kapitaalverkeer en betalingen. ·
Bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten
inclusief de bescherming van Tunesische en Europese geografische aanduidingen. ·
Douane. ·
Vereenvoudiging van het handelsverkeer. ·
Dialoog over handelsbeschermingsinstrumenten. ·
Handel en duurzame ontwikkeling. Tijdens de onderhandelingen over de diepe en
brede vrijhandelsovereenkomst moeten de partijen rekening houden met de gevoeligheid
van bepaalde sectoren en een asymmetrie in de verplichtingen accepteren gezien
de verschillen in ontwikkeling tussen beide partijen.
In de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst moeten
tevens de prioriteiten voor de aanpassing van de regelgeving aan het acquis
communautaire op basis van wederzijdse belangen worden vastgesteld, waarbij een
dynamische aanpak wordt gehanteerd die een latere extra aanpassing van de
regelgeving en een geleidelijke uitvoering mogelijk maakt. De twee partijen trachten door middel van de diepe
en brede vrijhandelsovereenkomst de volgende doelen te verwezenlijken: 3.1 Een grotere markttoegang voor goederen door tarifaire en
non-tarifaire belemmeringen weg te nemen: 43. Landbouwproducten en sanitaire en
fytosanitaire kwesties ·
Hervatten en eventueel afronden van de
onderhandelingen over de liberalisering van de handel in verwerkte
landbouwproducten en visserijproducten. ·
Versterken van de samenwerking om de gezondheid van
dieren en planten en de voedselveiligheid te verbeteren, daarbij rekening
houdend met het dierenwelzijn, en om de handel in landbouwproducten tussen
Tunesië en de EU te vergemakkelijken. ·
Doorgaan met de uitvoering van de WTO-Overeenkomst
inzake de toepassing van sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SPS-overeenkomst)
en de internationale normen van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE),
het Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten (IPCC) en de Codex
Alimentarius. ·
Geleidelijke aanpassing, op grond van de normen van
de desbetreffende organisaties, van de Tunesische wet- en regelgeving aan de
geldende wet- en regelgeving van de EU op sanitair en fytosanitair gebied en op
het vlak van dierenwelzijn, om, onder meer wat betreft hygiënevoorschriften,
identificatie en traceerbaarheid tot een gelijkwaardige bescherming van levende
dieren, diervoeders en levensmiddelen te komen. ·
Aannemen van de ontwerpkaderwet inzake
voedselveiligheid en beginnen met de uitvoering ervan. ·
De instellingen en laboratoria, inclusief de
accreditatie van landbouwproducten, versterken en moderniseren. ·
Samenwerken om de instrumenten ter voorkoming en
uitroeiing van dierziekten en voor planten schadelijke organismen te
verbeteren, waaronder de instelling van professionele gezondheidsinstanties. ·
Uitwisselen van technische expertise en ervaringen,
onder andere via deelname aan workshops van het opleidingsprogramma van de
Europese Commissie "Betere opleiding voor veiliger voedsel (BTSF)". ·
Voortzetten van de samenwerking op het terrein van
gezondheidswaarschuwingen in het kader van het systeem voor vroegtijdige
waarschuwing van de EU. ·
Verbeteren en versterken van de sanitaire en
fytosanitaire controle aan de grenzen, waaronder de infrastructuren voor de
grenscontroleposten. 44. Industriële producten ·
Voltooien van de aanpassing van de horizontale
wetgeving op het gebied van accreditatie, conformiteitsbeoordeling en
markttoezicht om harmonisering met het nieuwe Europese horizontale
wetgevingskader (NLF) van 2008 te bewerkstelligen. ·
Wat betreft de gekozen prioritaire sectoren, voltooien
van de aanpassing van de sectorale wetgeving, de overname van Europese normen
en de afschaffing van normen die daarmee in strijd zijn, en aanwijzen van
mogelijke aanvullende sectoren. ·
Doorgaan met de modernisering van de instellingen
die zijn belast met accreditatie, standaardisering, conformiteitsbeoordeling,
metrologie en markttoezicht, en dit proces voltooien, vooral door de
aanbevelingen van de twinning- en technische-bijstandsprojecten uit te voeren
en via de uitwisseling van informatie en deskundigheid en door integratie ervan
in de Europese en internationale structuren. ·
Voltooien van de voorbereidingen voor de sectoren
bouwmaterialen en elektrische producten en onderhandelen over en sluiten van
een overeenkomst inzake conformiteitsbeoordeling en aanvaarding van industriële
producten (ACAA) voor deze beide prioritaire sectoren; de overige prioritaire
sectoren, met name machines, drukapparatuur en meetinstrumenten, kunnen
stapsgewijs aan de overeenkomst worden toegevoegd naarmate de wetgeving verder
wordt aangepast. ·
Blijven stimuleren van de bewustwording van de
economische spelers en vooral de Tunesische kmo's en hen waar nodig
ondersteunen bij de toepassing van de door Tunesië overgenomen richtlijnen en
normen. ·
Uitvoeren, verlengen en in stand houden van de ACAA
met de benodigde steun van de EU. 45. Bevorderen en ontwikkelen van
informatie-uitwisseling ·
Herschikken van de regeling voor buitenlandse
handel om de non-tarifaire belemmeringen te verminderen en versterken van de
instrumenten en organen die uitwisselingen met het oog op bewustwording en
controle en toepassing van de wetgeving bevorderen. ·
Voor zover mogelijk de samenwerking met name via de
uitwisseling van informatie op het gebied van handelsbescherming versterken. ·
Versterken van de "TBT"-contactpunten
(technical barriers to trade) om de overdracht van informatie en de
samenwerking tussen de EU en Tunesië te verbeteren en om als spil voor
bedrijven te fungeren. 46. Herziening van de oorsprongsregels ·
Sluiten van een regionale overeenkomst betreffende
de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels. ·
Voortzetten van de onderhandelingen over de
herziening van deze regels om ze te vereenvoudigen, waarbij rekening wordt
gehouden met nieuwe technische en technologische veranderingen binnen de
industrie en met de ontwikkelingsprioriteiten in bepaalde strategische sectoren
in Tunesië zoals textiel en levensmiddelen om de gevolgen van de uitholling van
tarieven in het gebied te verzachten. 47. Samenwerking op douanegebied ·
Doorgaan met de uitvoering van douanemaatregelen
die de handel vergemakkelijken waarbij de veiligheid van de internationale
logistieke keten wordt gewaarborgd (intensiever gebruik van geautomatiseerde
risicoanalyse, controles achteraf, vereenvoudigde in- en uitklaringsprocedures voor
bekende en gecertificeerde bedrijven, transparante wetgeving, uitbreiding van
de proef met één centraal aanspreekpunt, enz.). ·
Verder werken aan een geïntegreerd beheer aan de
grens met de andere betrokkenen. ·
Versterken van de dialoog over het systeem van
geautoriseerde marktdeelnemers om de Tunesische regels op de EU-voorschriften
af te stemmen, zodat wanneer aan de voorwaarden is voldaan, een overeenkomst
kan worden gesloten over de wederzijdse erkenning van de status van
geautoriseerde marktdeelnemers tussen de douanediensten van Tunesië en de EU. ·
Verdere opbouw van de institutionele capaciteit van
de Tunesische douane. ·
Deelname aan het programma Douane 2020. 48. Intellectuele-eigendomsrechten: de
Tunesische wetgeving geleidelijk aan de Europese normen aanpassen en deze
bepalingen meer hanteren, onder andere op gerechtelijk niveau ·
Verdere aanpassing van de Tunesische wetgeving aan
de normen van de EU op het gebied van intellectuele eigendom, auteursrecht en
naburige rechten en voltooien van de toetreding tot de internationale verdragen
als bedoeld in de associatieovereenkomst (analyse van de afwijking van de
EU-normen, invoering van een aangepaste wetgeving). ·
Aanpassen van de Tunesische wetgeving aan de
EU-wetgeving wat betreft de bescherming van geografische aanduidingen en
oorsprongsbenamingen (analyse van de afwijking van de EU-normen, invoering van
een aangepaste wetgeving). ·
Opbouw van de bestuurlijke en justitiële
capaciteit, vooral in verband met de strijd tegen piraterij en namaak in
samenwerking met instellingen, organen en de particuliere sector binnen de EU
(vaststellen van reguliere maatregelen: actieplan, dialoog). ·
Versterken van de middelen om de
intellectuele-eigendomsrechten doeltreffend en via afschrikking te beschermen
(vergroten van de bevoegdheden en capaciteit van de douane, het
strafrechtelijke en justitiële toezicht, de economische beoordeling van de
gevolgen van namaak en piraterij op de creativiteit en innovatie op nationaal
niveau). ·
Doorgaan met de voorlichting en scholing op het gebied
van intellectuele eigendom. 3.2 Betere toegang van diensten en
dienstverleners tot markten en vrijheid van vestiging 49. Liberalisering van de handel in
diensten en het recht van vestiging ·
Voortzetten en afronden van de onderhandelingen
over de liberalisering van de handel in diensten en van het recht van
vestiging. ·
Erop toezien dat er geen strengere eisen aan de
vestiging van bedrijven worden gesteld dan bij de sluiting van de
associatieovereenkomst. ·
Een raamwerk overeenkomen om de gesprekken over (i)
de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties te bevorderen om de tussen
beide partijen uitgewisselde concessies gemakkelijker te kunnen toepassen en de
mobiliteit van de dienstverleners te versterken en (ii) de toepassing van de
desbetreffende maatregelen van paragraaf 25 te bevorderen. 50. Ontwikkeling van de dienstensector in
Tunesië ·
Vereenvoudigen van de administratieve procedures,
waarbij gezorgd wordt voor transparante en evenredige procedures voor toegang
en dienstverlening op grond van objectieve criteria, zodat voor de
dienstverleners voorspelbaarheid en rechtszekerheid worden gewaarborgd. ·
Hervorming van de financiële diensten (op het vlak
van regelgeving en toezicht via aanpassing aan de Europese en internationale
normen): ·
Verdere versterking van de regelgeving en
prudentiële maatregelen voor markten en financiële spelers die zich wat dit
betreft met het oog op een geleidelijke liberalisering aan de EU aanpassen. ·
Versterken van de bevoegdheden, de doeltreffendheid
en de onafhankelijkheid van instanties die toezicht op de financiële markten
houden, conform de internationale normen. ·
Consolideren van de eigen middelen van de
kredietinstellingen en versterken van de prudentiële regelingen voor een betere
convergentie met de internationale normen. Ontwikkelen van het
depositogarantiestelsel. ·
Ontwikkelen van de sector van de microfinanciering,
vooral op het platteland, en ontwikkelen van financiële diensten die zijn
afgestemd op de behoeften van landbouwers die op kleine en middelgrote
bedrijven werken. ·
De activiteiten van kredietbeoordelingsbureaus
ontwikkelen en uitvoeren van de wetgeving daaromtrent op basis van de
beginselen van de Internationale Organisatie van
Effectentoezichthouders (IOSCO) en de Europese regelgeving op dit
terrein. ·
Uitbouwen van het postwezen in Tunesië met
opstelling van passende regelgeving voor deze sector. ·
Uitwisselen van ervaringen en deskundigheid op het
gebied van regelgeving voor het postwezen om deze regels af te stemmen op de
EU-voorschriften. ·
Met hulp van de EU de instelling van een
regelgevende instantie voor de markt van de postdiensten voorbereiden. 51. Bevordering en ontwikkeling van de
elektronische handel ·
Aangaan van een samenwerking om de activiteiten in
het kader van Network Marketing te bevorderen. ·
Overnemen van de beste Europese en internationale
praktijken. ·
Invoeren van een aangepaste regelgeving en jonge
afgestudeerden de kans geven deel te nemen aan de activiteiten van de
immateriële economie, toegevoegde waarde bieden en mogelijkheden voor
werkgelegenheid scheppen. 52. Kapitaalverkeer en lopende
betalingen: voltooien van de liberalisering van de lopende betalingen en
voortzetten van de liberalisering van de kapitaaltransacties ·
Geleidelijke voltooiing van de liberalisering van
de lopende betalingen en voortzetting van de liberalisering van het
kapitaalverkeer conform artikel 34 van de associatieovereenkomst. ·
Uitwisselen van informatie over goede praktijken
wat betreft de opheffing van beperkingen voor het vrije kapitaalverkeer. 3.3 Een klimaat van eerlijke concurrentie 53. Mededingingsbeleid: verdere nakoming
en consolidering van de verplichtingen inzake de wetgeving en de uitvoering van
een doeltreffend mededingingsbeleid (artikelen 36 en 37 van de
associatieovereenkomst) ·
Beoordelen van het actuele systeem (geldende en
uitgevoerde kaderwetgeving) en vaststellen van passende maatregelen, vooral op
antitrustgebied, om de Tunesische wetgeving aan de wetgeving van de Europese
Unie aan te passen, met inachtneming van de beginselen van non-discriminatie,
transparantie en eerlijke procedures. ·
Verdere versterking van de status van de Tunesische
mededingingsraad. 54. Staatsmonopolies: nakomen van de
verplichtingen krachtens de artikelen 37 en 38 van de associatieovereenkomst ·
Uitwisselen van informatie over staatsmonopolies,
overheidsbedrijven en ondernemingen waaraan speciale of exclusieve rechten zijn
verleend om het voor Tunesië gemakkelijker te maken verdere uitvoering aan
artikel 37 van de associatieovereenkomst te geven. 55. Staatssteun: nakomen van de
verplichtingen inzake staatssteun, krachtens artikel 36 van de
associatieovereenkomst ·
Scheppen van voorwaarden voor transparantie wat
betreft staatssteun. 3.4 Verdergaande Zuid-Zuid-integratie 56. Bijdragen aan de totstandkoming van
een vrijhandelszone tussen de EU en alle mediterrane partners ·
Verdere uitvoering van de vrijhandelsovereenkomsten
(VHO's) met de mediterrane partners in regionaal, intraregionaal of bilateraal
verband. ·
Uitvoeren van de Arabisch-mediterrane
vrijhandelsovereenkomst (Agadir) en deze uitbreiden tot andere partners in het
Middellandse Zeegebied conform de bepalingen van deze overeenkomst. ·
Vaststellen en invoeren van mechanismen die handel
en investeringen eenvoudiger maken en een verdergaande integratie op
Zuid-Zuid-niveau bevorderen. 3.5 Aanpassing aan het acquis communautaire ·
Doorgaan met het geleidelijk en stapsgewijs
aanpassen van de Tunesische wet- en regelgeving aan het acquis communautaire,
met gebruikmaking van de communautaire instrumenten voor institutionele
ondersteuning, vooral op de relevante gebieden van de interne markt. ·
Hiertoe wordt een gezamenlijk mechanisme
geïntroduceerd om vast te stellen op welke prioritaire gebieden aanpassing
nodig is, en welke stappen en middelen nodig zijn om die aanpassing concreet te
maken. Tunesië zal met steun van de EU een nationaal programma voor
convergentie met het acquis invoeren om het actieplan te laten slagen. Pijler 4 - Samenwerking op het gebied van
werkgelegenheid, sociaal beleid en sociale zekerheid 57. Doorvoeren van de hervormingen van
het werkgelegenheidsbeleid, waaronder versterking van de inzetbaarheid en
fatsoenlijk werk ·
Ontwikkelen en uitvoeren van een nationale
geïntegreerde werkgelegenheidsstrategie, daarbij rekening houdend met het
economische en sociale programma dat na invoering van de nieuwe grondwet tot
stand is gekomen, en met inachtneming van de richtsnoeren van het Europese
werkgelegenheidsbeleid en de negen prioriteiten die in het kader van de
Euro-mediterrane samenwerking op het gebied van werkgelegenheid en werk zijn vastgesteld. ·
Zorgen voor een betere afstemming van de
kwalificaties op de behoeften van de arbeidsmarkt en steun bieden voor de
instelling van een instrument voor voorlichting en begeleiding en hulp bij
integratie op de arbeidsmarkt. ·
Ondersteunen van de ontwikkeling van een
certificeringssysteem waarmee het eenvoudiger wordt kwalificaties te erkennen,
en bevorderen van mobiliteit, loopbaanontwikkeling en inzetbaarheid. ·
Voortzetten van het overleg en de dialoog over
werkgelegenheid, inzetbaarheid en fatsoenlijk werk, vooral in het kader van de
Euro-mediterrane ministeriële conferentie over werkgelegenheid en arbeid,
conform de beginselen van flexizekerheid, gerechtigheid en sociale
rechtvaardigheid. ·
Vergroten van de deelname aan de productieve en
formele arbeidsmarkt, vooral van jongeren en vrouwen, en zorgen voor een
rechtvaardig actief werkgelegenheidsbeleid, met name door de integratie van
vrouwen en langdurig werklozen onder jonge afgestudeerden van het hoger
onderwijs op de arbeidsmarkt. ·
Versterken van de periodieke beoordeling van het
actieve werkgelegenheidsbeleid om dit effectiever te maken en het beter op de
behoeften van de arbeidsmarkt af te stemmen. ·
Versterken van de capaciteit en moderniseren van de
overheidsdiensten belast met werkgelegenheid en toezicht op de arbeidsmarkt,
vooral wat betreft de voorlichting over werkgelegenheid en de netwerkvorming
onder publieke en particuliere marktdeelnemers en het maatschappelijk
middenveld. 58. Volledig naleven van de sociale
basisrechten en fundamentele arbeidsnormen en versterken van de structuren van
de sociale dialoog ·
Voortzetten van de dialoog en samenwerking wat
betreft de naleving van beginselen, basisrechten, normen en fundamentele
arbeidsverdragen op grond van de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie
(ILO) uit 1998. ·
Uitwerken van de arbeidswetgeving in de richting
van een flexibelere arbeidsmarkt waarbij de rechten van de werknemers worden
beschermd. ·
De economische en sociale veranderingen in Tunesië
een impuls geven door de sociale partners een nieuwe sociale overeenkomst en
een doeltreffende sociale dialoog te laten aangaan: versterken van de
tripartiete structuren en de autonome bipartiete dialogen, waaronder
capaciteitsopbouw van de sociale partners. ·
Uitvoeren van het programma van Tunesië voor
fatsoenlijk werk na goedkeuring ervan door Tunesië en de ILO en toezicht houden
op de doelstellingen en indicatoren ervan. ·
Versterken van de sociale dialoog in het kader van
het bedrijfsleven, door permanente educatie van de leden van de adviescommissies
van ondernemingen, om arbeidsconflicten met meer succes te voorkomen en de
productiviteit en inzetbaarheid in ondernemingen te verhogen. ·
Versterken van het instrument voor de bevordering
en bewaking van de gezondheid van werknemers, hygiëne en veiligheid op de
werkplek, onder meer door scholing op deze gebieden te verzorgen, de
institutionalisering van het voorzorgsbeginsel, het voorkomen van
beroepsrisico's in verband met het gebruik van gevaarlijke of giftige stoffen
en de uitwisseling van goede praktijken en analyses op dit terrein. ·
Uitwerken van de wetgeving op het vlak van
veiligheid en gezondheid op het werk, ontwikkelen van een preventiestrategie
voor de vermindering van het aantal dodelijke en ernstige arbeidsongevallen,
uitwerken van referentiesystemen en handleidingen voor certificatie en een
overzicht van beroepsrisico's. ·
Versterken en herstructureren van het Tunesische
instituut voor gezondheid en veiligheid op het werk zodat het zich kan
aanpassen aan de nieuwe nationale en internationale eisen op het gebied van de
bevordering van de gezondheid op het werk, het voorkomen van beroepsrisico's en
de toe-eigening van nieuwe benaderingen voor planning en programmering wat
betreft het welzijn van werknemers. ·
Uitvoeren van het nationale programma voor de
beheersing van beroepsrisico's (PNGRP), waaronder specifieke preventie van de
blootstelling aan beroepsrisico's in de landbouw en visserij. ·
Bevorderen van de sociale verantwoordelijkheid van
bedrijven en ondersteunen van de ontwikkeling van ondernemingspraktijken die in
overeenstemming zijn met het Global Compact van de Verenigde Naties en de
tripartiete verklaring van de ILO over multinationale bedrijven en sociaal
beleid, evenals de handelwijze van de Organisatie voor Economische Samenwerking
en Ontwikkeling (OESO) op dit gebied. 59. Bevorderen van het beleid van sociale
insluiting en voortzetten van de hervormingen op het gebied van de sociale
zekerheid ·
Verdergaande samenwerking met het oog op de
versterking en consolidatie van een geïntegreerd en effectief beleid voor
sociale insluiting, waarbij ook het maatschappelijk middenveld wordt betrokken. ·
Verminderen van het percentage inwoners dat zich in
een situatie van absolute of relatieve armoede bevindt of volgens de
internationale normen uiterst kwetsbaar is, verkleinen van de sociale
verschillen en tot stand brengen van een systeem met informatie over groepen
mensen die arm zijn. ·
Waarborgen van actieve sociale insluiting van
iedereen waarbij vooral de kwetsbaarste groepen worden aangemoedigd om aan de
arbeidsmarkt deel te nemen. ·
Toebedelen van een grotere rol aan de sociale
structuren en de spelers van het maatschappelijk middenveld bij de begeleiding
en de hulp bij integratie van door uitsluiting bedreigde groepen en doorgaan
met de uitvoering van het beleid van sociaaleconomische integratie van personen
met een handicap. ·
Hervormen van het pensioenstelsel en waarborgen van
de financiële duurzaamheid van de pensioenregelingen en opbouw van de
institutionele capaciteit van de overheidsinstanties die belast zijn met het
beheer van de pensioenregelingen en de gezondheidszorg. ·
Maatregelen treffen om uiteindelijk iedereen
toegang tot de sociale zekerheid te verlenen en voortzetten van de dialoog over
de verbetering van het instrument voor de sociale bescherming van werknemers
die hun werk om economische of technologische redenen zijn kwijtgeraakt, vooral
in het kader van de instelling in Tunesië van een nationaal
socialezekerheidsniveau. 60. Toepassen van de beginselen van
gelijke behandeling op het vlak van sociale wetgeving en invoeren van
beginselen voor de coördinatie van de sociale zekerheid tussen Tunesië en de
Europese Unie ·
Erop toezien dat de gelijkebehandelingsclausule qua
arbeidsvoorwaarden, beloning en ontslag volledig wordt toegepast, zowel voor
Tunesische werknemers als voor legaal in dienst genomen werknemers van de
Europese Unie. ·
Volledig nakomen van de verplichtingen krachtens de
bepalingen in de associatieovereenkomst over de coördinatie van de sociale
zekerheid voor werknemers en hun gezinsleden. ·
Waarborgen van de volledige toepassing van het
non-discriminatiebeding op het gebied van sociale zekerheid voor onderdanen van
Tunesië en de Europese Unie en hun gezinsleden. Pijler 5 - Evenwichtige en inclusieve regionale
en lokale ontwikkeling: 61. Ondersteunen van de inspanningen op
het gebied van regionale ontwikkeling om de verschillen tussen de regio's te
verkleinen en de lokale ontwikkelingscapaciteit te bevorderen ·
Helpen bij de uitvoering van beleid en programma's
die erop zijn gericht de regionale verschillen te beperken (vooral door op
sociaal gebied collectieve infrastructuren te herstellen en te ontwikkelen),
werkloosheid, armoede en onzekerheid te bestrijden en de investeringen te
vergroten, met name in achterstandsgebieden in het binnenland. ·
Helpen bij de uitvoering van geïntegreerde
ontwikkelingsprogramma's (op het platteland en in de stad) en gerichte actie
ondernemen in regio's met een specifieke problematiek (groot
migratiepotentieel, hoge werkloosheid, grensstreken). ·
Verbeteren van de lokale capaciteit voor
zelfontwikkeling van de regio's, bevorderen van de plattelandsontwikkeling en
verbeteren van de levensomstandigheden op het platteland, waarbij ook het
maatschappelijk middenveld wordt betrokken. 62. Versterken van de gedecentraliseerde
en grensoverschrijdende samenwerking ·
Grotere territoriale samenwerking met de EU, vooral
op het gebied van diagnose en vaststelling van regionale strategieën voor
economische ontwikkeling, en territoriale marketing en stimuleren van de
economie. ·
Opbouw van de institutionele capaciteit van de
instanties die belast zijn met de regionale ontwikkeling en het economische
bestuur, en bevorderen van programma's voor de modernisering en de opbouw van
de capaciteit van lokale overheden, zodat deze op plaatselijk niveau de
katalysator voor ontwikkeling gaan vormen. ·
Verrijken, mobiliseren en benutten van de
multisectorale regionale informatie ten behoeve van de territoriale expertise,
de regionale programmering en planning (gezamenlijk gebruik van een
"territoriaal systeem van economische informatie", opzetten van
centra voor territoriale economische waarneming en informatievergaring,
oprichting van een nationaal informatiecentrum voor regionale ontwikkeling en
versterking van de gedecentraliseerde samenwerking). ·
Bevorderen van de aanpassing aan het Europese model
voor regionale ontwikkeling en cohesie en ontwikkelen van de gedecentraliseerde
samenwerking tussen regionale en lokale ontwikkelingsinstellingen en stimuleren
van de uitwisseling van kennis en vaardigheden en samenwerkingsrelaties in het
kader van projecten die samen met Europese organen zijn opgezet en uitgevoerd. 63. Ondersteunen van het proces van
decentralisatie en lokaal bestuur ·
Institutionele ondersteuning voor het voeren van
een decentralisatiebeleid en helpen bij de ontwikkeling van de taken van de
centrale en regionale overheidsdiensten, in het kader van de uitvoering van de
decentralisatie. ·
Steun voor de hervorming van het stelsel van wetten
en regels, het institutionele en organisatorische systeem (taken en
bevoegdheden) en het financiële stelsel (plaatselijke belastingen) voor de
lokale overheden. ·
Steun voor de vaststelling van een strategie voor
het beheer van personeel en programma's voor capaciteitsopbouw en benutting van
het menselijk potentieel op lokaal niveau via gerichte programma's voor
opleiding, bij- en omscholing en de oprichting van structuren voor de scholing
en ondersteuning van gekozen bestuurders. ·
Steun voor een wijze van besturen die is gebaseerd
op de participatieve democratie en stimuleren van projecten waar de bevolking
achter kan staan, dankzij de inzet van lokale overheden. 64. Stadsontwikkeling en ruimtelijke
ordening ·
Steun voor het bestuur wat betreft de ordening en
het beheer van de stedelijke ruimte en verbeteren van de samenhang tussen het
centrale en lokale niveau. ·
Opbouw van de capaciteit van gemeenten op het
gebied van stadsplanning en ruimtelijke ordening. ·
Verbeteren van het instrument voor toezicht op
ruimtelijke ordening en planologie, waaronder de oprichting van specifieke
waarnemingscentra. Pijler 6 - Een moderne infrastructuur ten
behoeve van een concurrerende economie: 6.1: Vervoer en
logistieke diensten 65. Uitvoeren van het nationale beleid
inzake vervoer en ontwikkeling van duurzaam vervoer ·
Uitvoeren van een nationaal beleid inzake duurzaam
vervoer om alle vervoerswijzen te verbeteren, vooral om te zorgen voor
doeltreffende en veilige systemen die de effecten van het vervoer op het milieu
en de klimaatverandering beperken en de ontwikkeling van het onderzoek
ondersteunen. ·
Voortzetten van met name de programma's MedaMos en
SafeMed, in het kader van de dialoog over het Euro-mediterrane vervoer
(Euromed). ·
Verder uitwerken van een infrastructuurbeleid door
infrastructuurprojecten voor de verschillende vervoerswijzen aan te wijzen en
te beoordelen, daarbij vooral rekening houdend met de internationale
doelstellingen voor het terugdringen van broeikasgassen. ·
Versterken en moderniseren van de infrastructuur
voor havens en luchthavens en verbeteren van de commerciële zeehavens. ·
Ervoor zorgen dat voor havens die het predicaat
havens aan "snelwegen op zee" hebben gekregen, de verplichting om
bepaalde kwaliteitscriteria (haveninfrastructuur, havendiensten, procedures en
administratieve coördinatie van inspecties en intermodale maritieme diensten)
te hanteren, wordt nageleefd. ·
Uitwerken van strategieën in de sector om te
beantwoorden aan de doelstellingen die voortvloeien uit de ontwikkeling van de
handel met de Europese Unie en in het kader van de Unie voor het Middellandse
Zeegebied. ·
Stimuleren van de toepassing van de technische
specificaties van de Europese Unie zodat de Tunesische spoorverbindingen
interoperabel kunnen functioneren. ·
Blijven bijdragen aan de planning voor de
vervoersinfrastructuren in het Middellandse Zeegebied, vooral het toekomstige
transmediterrane vervoersnetwerk en de verbetering van de verbindingen met het
trans-Europese vervoersnetwerk. 66. Aanpassing aan de regelgeving en
institutionele versterking ·
Beginnen met onderhandelen over de Euro-mediterrane
luchtvaartovereenkomst (Open sky). ·
Verdere aanpassing van de wet- en regelgeving aan
de Europese en internationale normen voor alle vervoerswijzen en opbouw van de
institutionele capaciteit van de Tunesische instanties die met het vervoer zijn
belast. ·
Versterken van de structuren van de maritieme
autoriteit en deze helpen haar betrekkingen met de havenautoriteit te harmoniseren.
·
Bevorderen van de uitwisseling van ervaringen en
goede praktijken op het gebied van duurzaam vervoer, en wel voor alle vervoerswijzen. 67. Ontwikkelen van de logistiek en
bevorderen van de intermodaliteit ·
Verdere modernisering van de diensten en de
logistieke werkzaamheden, waaronder steun voor de oprichting van een
waarnemingscentrum voor logistiek en de uitvoering van de strategie voor
ontwikkeling van de logistiek en de vorming van een netwerk van logistieke
platforms om de handel tussen Tunesië en de EU vloeiender te laten verlopen. ·
Ontwikkelen van de samenwerking om het nationale
instrument voor opleidingen op het gebied van logistiek en het gebruik van
nieuwe communicatietechnologieën (e-logistiek) te verbeteren. ·
Versterken van de dialoog met de EU over de
logistieke keten om Tunesië te betrekken bij de maatregelen van de EU om de
logistieke keten te verbeteren en te beveiligen. 6.2: Energie 68. Geleidelijke convergentie met de
doelstellingen van het energiebeleid van de EU ·
Opstellen van een document over het energiebeleid
dat geleidelijk op de energiedoelstellingen van de EU wordt afgestemd. ·
Bevorderen van de samenwerking op het gebied van
wetenschappelijk onderzoek en technologieoverdracht. 69. Versterken, ontwikkelen en
optimaliseren van de energienetwerken en -infrastructuren ·
Ontwikkelen en versterken van netwerken, infrastructuren en
aansluitingen (gas, elektriciteit, aardolie) in Tunesië (vooral in de regio's
in het binnenland), met de landen van de Maghreb en in de Euro-mediterrane
regio (vooral gasleidingen en elektrische
aansluitingen met Italië). 70. Stimuleren van het gebruik van
hernieuwbare energie en energiebeheer ·
Werken aan de verwezenlijking van de doelstelling
om in 2020 een aandeel van 20% hernieuwbare energie te bereiken. ·
Samenwerken in het kader van het Tunesische plan
voor zonne-energie en andere Tunesische maatregelen voor energiebeheer, in
samenhang met het mediterrane plan voor zonne-energie. ·
Versterken van de instellingen en geleidelijk
afstemmen van de Tunesische wetgeving op de wetgeving en praktijk in de EU. ·
Voorbereiden op de deelname aan het EU-programma
Intelligente Energie Europa. 71. Geleidelijke integratie van de
Tunesische elektriciteits- en gasmarkt in de Europese energiemarkt ·
Doorgaan met de hervormingen in de sectoren gas en
elektriciteit via convergentie met het acquis van de EU, onder meer door de
voorschriften voor elektriciteit en gas over te nemen; oprichten van een
regelgevende instantie en geleidelijk elimineren van prijsverstoringen. ·
Geleidelijke integratie van de
elektriciteitsmarkten van Tunesië, Marokko en Algerije. 72. Versterken van de regionale
samenwerking ·
Verdere samenwerking op energiegebied in het kader van de Unie voor het
Middellandse Zeegebied, onder andere om het mediterrane plan voor zonne-energie
te realiseren, en voortzetten van de samenwerking in het kader van het
regionaal centrum voor hernieuwbare energie en
energie-efficiëntie in Caïro. 6.3:
Informatie- en communicatietechnologieën (ICT) 73. Versterken van de sectorale
samenwerking ·
Verdere samenwerking op ICT-gebied om een
universele, inclusieve informatiemaatschappij tot stand te brengen, waaronder
de uitwisseling van ervaringen en deskundigheid op het vlak van sectorale
regelgeving met het oog op de aanpassing van deze voorschriften aan de regels
van de EU (bijvoorbeeld via de groep van Euro-mediterrane regelgevende
instanties - EMERG). ·
Bevorderen van institutionele samenwerking tussen
Europese en Tunesische regelgevende instanties (Agence Nationale de
Certification Électronique, Agence Nationale des Fréquences, Instance Nationale
des Télécommunications), bijvoorbeeld door het eerstgenoemde agentschap in de
projecten op het gebied van elektronische ondertekening op te nemen. ·
Ontwikkelen van samenwerking op het gebied van
elektronische certificering, te beginnen bij de elektronische ondertekening en
met een beoordeling van de mogelijkheden van een uitwisseling van technische
en/of juridische expertise. ·
Uitwisselen van ervaringen op het terrein van
veiligheid van en vertrouwen in de digitale middelen (cyberveiligheid). ·
Uitwisselen van ervaringen en deskundigheid om de
capaciteit om de telecommunicatiemarkten te beoordelen, en de
groeiperspectieven in verband met de elektronische handel te vergroten. ·
Verdergaande samenwerking op het gebied van de
informatiemaatschappij en de digitale economie als het gaat om
gemeenschappelijke thema's, waarbij het actieplan als referentiekader wordt
genomen. ·
Bevorderen van het vrije gebruik van internet,
waaronder een uitwisseling van deskundigheid en ervaringen wat betreft de
ontwikkelingen in Europees en internationaal verband en in Tunesië aangaande de
beginselen die voor internet gelden. ·
Verdere versterking van het concurrentievermogen en
de capaciteit van de ICT-sector in Tunesië. ·
Voortzetten en waarborgen van de samenwerking op
het vlak van onderzoeks- en onderwijsnetwerken in het kader van het regionale
mediterrane netwerk (EUROMEDCONNECT), waarmee toegang tot specifieke
elektronische onderzoeksfaciliteiten kan worden verkregen. 74. Ontwikkelen van de
technologische infrastructuur ·
Werken aan een inclusieve informatiemaatschappij en
bevorderen van de samenwerking, de ontwikkeling van vaardigheden en de
uitwisseling van ervaringen op gebieden die verband houden met de ontwikkeling
van informatietechnologieën in de publieke sector, vooral als het gaat om de
herstructurering van de grote overheidsapplicaties in het kader van een nieuw
economisch model, eventueel op basis van Cloud Computing, Open Gov, Open Data
en SaaS ("Software as a Service"). ·
Eenvoudiger uitwisselen van ervaringen en
deskundigheid als het gaat om de vaststelling en uitvoering van normen en
standaarden inzake de ontwikkeling en het gebruik van informatietechnologieën. ·
Presenteren en bespreken van de doelstelling van
Tunesië om in de regio het belangrijkste centrum voor telecommunicatie en
internet te worden. ·
Bevorderen dat het DTT-netwerk (digitale
terrestrische televisie) op korte termijn wordt uitgebreid en beoordelen van de
vooruitzichten van de terrestrische tv op lange termijn. Pijler 7 - Een versterkte sectorale
samenwerking 7.1: Landbouw
en visserij 75. Steun voor de modernisering van de
landbouw ·
Helpen bij het opzetten van een meerjarenprogramma
voor landbouw- en plattelandsontwikkeling (ENPARD). ·
Hulp bij de uitvoering van de nationale
ontwikkelingsstrategie in samenhang met de belangrijkste richtsnoeren voor de
versterking van de voedselveiligheid, het duurzame beheer van de natuurlijke
hulpbronnen, de opwaardering van de export en de aanpassing aan de
klimaatverandering. ·
Voortzetten en versterken van de samenwerking en de
uitwisseling van informatie en deskundigheid wat betreft het landbouwbeleid. ·
Hulp bij het programma voor de verbetering van de
landbouw, dat zowel betrekking heeft op agrarische bedrijven als op de
instellingen en structuren die de landbouw ondersteunen. ·
Ontwikkelen en consolideren van de Tunesische
beroepsorganisaties op het gebied van de landbouw, door de representativiteit
ervan te verbeteren en de bevordering en organisatie van landbouw- en
agro-industriële sectoren efficiënter te laten verlopen. ·
Bevorderen van partnerschapsrelaties tussen de
Tunesische beroepsstructuren en hun Europese tegenhangers om hun begeleidende
rol bij de vormgeving van de opleidingen, de verspreiding, de adviezen en de
verkoop te versterken. ·
Uitvoering van de nationale strategie voor
biologische landbouw en ondersteunen van de convergentie met EU-wetgeving en
-beleid. ·
Uitvoeren van de nationale strategie voor de
visserij met als doel de visbestanden duurzaam te exploiteren, de
haveninfrastructuur te consolideren, de visserijproducten meerwaarde te geven,
het concurrentievermogen daarvan te verbeteren en de mariene en zoetwateraquacultuur
te bevorderen. ·
Ontwikkelen van de samenwerking met de Europese
Unie in het kader van de regionale organisaties voor visserijbeheer (ORP)
binnen het Middellandse Zeegebied (Internationale Commissie voor de
instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT) en de Algemene
Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM)) voor een duurzame
exploitatie van de bestanden. 7.2: Industrie 76. Steun voor een meer concurrerende
industrie die waarde creëert en groei bewerkstelligt ·
Hulp bij het vaststellen en uitvoeren van
industriële strategieën die investeringen stroomopwaarts en de opkomst van
groeisectoren en sectoren met een groot groeipotentieel bevorderen; tevens het
tot stand brengen van technologische en industriële thematische netwerken en
het ontwikkelen van innovatieclusters. ·
Ontwikkelen en versterken van de industriële en
technologische infrastructuur (industrieterreinen, technische parken,
industrie- en technologiecomplexen) en deze aantrekkelijker maken, vooral op
internationaal niveau. ·
De structuren voor ondersteuning van bedrijven en
de regionale hulpverlening in dat verband verder helpen verbeteren. ·
Tunesië zo optimaal mogelijk laten deelnemen aan de
uitvoering van en het toezicht op de horizontale en sectorale maatregelen en
netwerken op het gebied van de Euro-mediterrane industriële samenwerking,
waaronder de netwerken van concurrentieclusters. ·
Stimuleren dat industriële bedrijven geregistreerd
worden bij inkoopcentrales en Europese en internationale opdrachtgevers en
ondersteunen van de organisatie in Tunesië van een beurs in het kader van de
samenwerking tussen Tunesië en Europa op industrieel en technologisch gebied. 77. Voortzetten van de dialoog over de
toekomst van de textiel- en kledingsector ·
Steun voor de overgang van onderaannemers naar
medeaannemers en naar productontwikkeling en intensiever samenwerken bij de
invoering van keurmerken die de toegang tot de markten bevorderen. ·
Ontwikkelen van de samenwerking en de overdracht
van kennis op het gebied van afwerking (energiebeheer, waterverbruik) en
bevorderen van de samenwerking en uitwisseling van goede praktijken op het vlak
van logistiek, multimodaal vervoer, behandeling van afvalwater en technisch
textiel. 7.3: Toerisme 78. Uitbouwen van de samenwerking met de
EU om te helpen de strategie voor de ontwikkeling van het toerisme uit te
voeren ·
Het voor de toeristische sector en de bijbehorende
bedrijven eenvoudiger maken om zich aan de marktontwikkelingen en de nieuwe
informatietechnologieën (elektronische handel op toerismegebied, compatibel met
het web) aan te passen. ·
Vergroten van de kwaliteit en de verscheidenheid
van het aanbod op alle gebieden en verbeteren van de professionele vaardigheden
in de sector. ·
Bevorderen van de herstructurering van de
investering in en de financiering van het toerisme. 79. Bevorderen van partnerschapsrelaties
en de uitwisseling van beste praktijken wat betreft investeringen in en
promotie van het toerisme, waarbij ook de particuliere toeristische sector
wordt betrokken ·
Het voor Tunesië eenvoudiger maken om deel te nemen
aan de diverse EU-programma's voor innovatie, concurrentievermogen en
toekenning van keurmerken, en de ontwikkeling van het aanbod stimuleren. ·
Bevorderen van de organisatie van fora over de
mogelijkheden van investeringen en partnerschap op het vlak van toerisme en
promotieacties. 7.4: Versterken van de
samenwerking in de ambachtelijke sector 80. Steun voor Tunesië bij de uitvoering
van het nationale plan voor de ontwikkeling van de ambachtelijke sector, met de
volgende specifieke doelen: ·
Consolideren en moderniseren van het
institutionele, professionele, regelgevende, fiscale en financiële kader van
ambachtelijke werkzaamheden en opstellen van een langlopende
communicatiestrategie voor de ambachtelijke sector. ·
Uitbouwen van de kennis en technische vaardigheden
van ambachtslieden en ambachtelijke bedrijven via een modernisering van de
structuren en procedures voor onderwijs, beroepsopleiding, stages, onderzoek en
innovatie en hulp bij het opzetten van een bedrijf. ·
Hulp bij de versterking van ambachtelijke
bedrijven, bevorderen van de ontwikkeling van kwaliteit, de ontwikkeling van de
markten en de investeringen in de productie-infrastructuur. 7.5:
Versterken van de samenwerking op het gebied van consumentenbescherming 81. Samenwerking op het gebied van
consumentenbescherming ·
Uitwisselen van ervaringen en deskundigheid wat
betreft consumentenbescherming om de bestuurlijke capaciteit voor het uitvoeren
van beleid op dit gebied op te bouwen. ·
Verdere aanpassing van de Tunesische wetgeving aan
die van de EU op het gebied van consumentenbescherming. Vooral doorgaan met de
analyse van de Tunesische wetgeving inzake de etikettering, samenstelling,
fabricage en beschrijving van producten, zodat deze kan worden afgestemd op de
algemene beginselen die in de Europese Unie gelden. ·
Versterken van de rol van organisaties in de
bescherming van de consument. ·
Uitvoeren van de aanbevelingen die zijn gedaan naar
aanleiding van het twinningproject tussen de Tunesische en Europese
instellingen die belast zijn met consumentenbescherming. Pijler 8 - Een groene en duurzame economie 8.1: Milieu en
duurzame ontwikkeling 82. Bevorderen van duurzame ontwikkeling
en invoeren van een versterkt milieubeschermingsbeleid ·
Verbeteren van de strategische planning op milieugebied,
meer duurzaamheidsbeoordelingen en versterken van de nationale en lokale
structuren die belast zijn met milieu en duurzame ontwikkeling. ·
Versterken van de programma's voor het behoud van
de biodiversiteit door het wettelijk kader te verbeteren en door toepassing van
het strategische plan voor biologische diversiteit conform de twintig
doelstellingen van het strategische plan van het Verdrag inzake biologische
diversiteit 2011-2020. ·
Invoeren van een programma voor de sanering van
industriekernen en bevorderen van de uitvoering van het nationale plan voor
afvalbeheer, het duurzame beheer van bossen en maatregelen tegen de
vernietiging van kustgebieden, woestijnvorming en aantasting van de bodem. ·
Versterken van het nationale beleid inzake het
gebruik van watervoorraden door te putten uit niet-conventionele bronnen zoals
gezuiverd afvalwater. 83. Een beter milieubeheer ·
Vergroten van de deelname van de verschillende
partners die met milieumaatregelen te maken hebben (het maatschappelijk
middenveld en de wetenschappelijke wereld), conform beginsel 10 van de
Verklaring van Rio. ·
Versterken van het systeem van observeren,
verzamelen en verwerken van milieu-informatie en opbouw van de bestuurlijke
capaciteit van de structuren die preventiemaatregelen nemen, verontreiniging
bestrijden en toezicht houden op de staat van het milieu. ·
Vaststellen van communicatiestrategieën op
milieugebied en ondersteunen van onderwijsprogramma's voor duurzame
ontwikkeling. 84. Hulp bij de overgang naar een groene
economie ·
Uitwerken van een wettelijk kader voor groene
investeringen en ontwerpen van instrumenten voor sectorale en territoriale
planning met het oog op de overgang naar een groene economie. ·
Steun voor de totstandkoming van topplatforms en
-netwerken voor eco-innovatie voor het delen van wetenschappelijke kennis op
het gebied van de groene economie, de bevordering van onderzoek en
technologische innovatie en de verspreiding van groene technologieën. ·
Ondersteunen van programma's waarin bedrijven hun
maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen om de overgang naar een groene
economie te bevorderen. 85. Versterken van de regionale
samenwerking bij milieuvraagstukken ·
Versterken van de regionale samenwerking met de
buurlanden en tussen regionale en lokale autoriteiten, vooral in het kader van
het initiatief Horizon 2020, met als doel afvalstoffen uit de Middellandse Zee
te verwijderen en met het oog op de problemen met water en woestijnvorming. ·
Samenwerken met het oog op de nakoming van de
verplichtingen in het kader van het Verdrag van Barcelona en de ratificatie en
uitvoering van de protocollen bij dit verdrag. ·
Invoeren van innovatieve instrumenten voor
samenwerking met de EU om verdragen en protocollen betreffende
milieubescherming en vooral op het gebied van biodiversiteit, bestrijding van
woestijnvorming en afvalbeheer uit te voeren. ·
Versterken van de samenwerking tussen Tunesië en
het Europees Milieuagentschap. 8.2:
Klimaatverandering 86. Ontwikkelen van de samenwerking op
het gebied van klimaatverandering ·
Versterken van de Tunesische instellingen die zich
met klimaatkwesties bezighouden, en doorgaan met de uitvoering van het
Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC). Vooral
de uitvoering van de akkoorden van Cancun (2010) en Durban (2011) is hierbij
van belang. Met name houdt dit het volgende in: ·
Samenwerken om strategieën voor ontwikkeling met
weinig CO2-uitstoot op te zetten waarbij wordt gestreefd naar een koolstofarme
en klimaatbestendige economie. ·
Inventarisaties maken van broeikasgassen en uitvoeren
van maatregelen in verband met communicatie, meldingen en controles
("MRV"-systeem). ·
Samenwerken aan de ontwikkeling en invoering van
een regeling voor na 2012 op het gebied van klimaatverandering, waaronder
passende nationale mitigatiemaatregelen. ·
Uitwisselen van ervaringen en opzetten en uitvoeren
van strategieën en plannen voor matiging van en aanpassing aan de
klimaatverandering. ·
Treffen van de eerste maatregelen ter voorbereiding
van een systeem voor de handel in broeikasgasquota. ·
Invoeren van instrumenten voor toezicht en
vroegtijdige waarschuwing met het oog op een betere samenwerking op het gebied
van klimaatverandering in Euro-mediterraan verband. 8.3:
Geïntegreerd maritiem beleid 87. Ontwikkelen van een geïntegreerde
aanpak van activiteiten die verband houden met de zee en kustgebieden of daar
invloed op uitoefenen, zowel op nationaal als regionaal niveau, conform het
internationale recht ·
Ontwikkelen van een geïntegreerd maritiem beleid
waarbij rekening wordt gehouden met de diverse mariene en maritieme belangen,
op grond van de relevante internationale/regionale verdragen. ·
Versterken van de institutionele structuren binnen
de overheid om de verschillende sectoren die effecten op de zee hebben, op
elkaar af te stemmen en versterken van het beheer van de verschillende
maritieme activiteiten op de bijbehorende niveaus. ·
Bevorderen van de totstandkoming en het beheer van
beschermde gebieden/biologische reservaten met inachtneming van de
aanbevelingen en activiteiten die momenteel ontwikkeld worden in het kader van
de internationale en regionale samenwerking, vooral het Verdrag van Barcelona
en de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee en ratificatie en
uitvoering van het Protocol inzake het geïntegreerd beheer van kustgebieden bij
het Verdrag van Barcelona (GBKG). C. Menselijke en wetenschappelijke dimensie:
toenadering tussen de bevolking van beide partijen Pijler 1 - Ontwikkeling van vaardigheden en
toegang tot kennis 1.1: Onderwijs 88. Verbeteren van de kwaliteit van het
onderwijssysteem en de inhoud van programma's ·
Verdere verbetering van de kwaliteit en prestaties
van het onderwijssysteem, vooral in verband met slechte schoolresultaten, de
opleiding van docenten en lesprogramma's en schoolboeken. ·
Verzorgen van kwalitatief hoogstaand technisch en
technologisch onderwijs en leerlingen stimuleren om voor deze richting te
kiezen. ·
Versterken van het onderwijs in vreemde talen en
ontwikkelen van interactieve vorming. ·
Versterken en veralgemeniseren van het gebruik van
informatietechnologieën (ICT) in het onderwijssysteem. 1.2:
Beroepsopleiding 89. Modernisering van het nationale
stelsel van beroepsopleidingen en opwaardering van veel gevraagde
beroepsgerichte opleidingen ·
Opbouwen van de institutionele capaciteit van het
Ministerie van Beroepsopleiding en Werkgelegenheid voor het aansturen van de
strategie en resultaatgericht beheer. ·
Uitwerken en uitvoeren van een strategie voor de
hervorming van het beroepsonderwijs in samenhang met een soortgelijke
toekomstige strategie voor het hoger onderwijs, met als doel het onderwijs
beter op de behoeften van de arbeidsmarkt af te stemmen. ·
Doorgaan met de invoering van het nationale
kwalificatiekader. ·
Verdere uitvoering van het Euro-mediterrane
handvest voor ondernemingen, wat betreft het stimuleren van opleidingen binnen
ondernemingen, de ontwikkeling van een ondernemersgeest bij leerlingen van
beroepsopleidingen en de verbetering van opleidingen die gericht zijn op
internationalisering; gezamenlijk beoordelen van de gemaakte vorderingen aan de
hand van indicatoren die op het regionale vlak zijn vastgesteld. 1.3: Hoger
onderwijs 90. Steun voor de hervorming van het
stelsel voor hoger onderwijs in Tunesië en de convergentie ervan met de
beginselen van het Bologna-proces ·
Versterken van de dialoog die dient als steun voor
de hervorming van het stelsel voor hoger onderwijs in Tunesië en de
convergentie ervan met de beginselen van het Bologna-proces. ·
Voltooien van de hervorming van het BMD (bachelor,
master, doctoraat)-systeem, consolideren van de ontwikkeling van
promotieonderzoek, invoeren van een nationaal systeem voor beoordeling,
kwaliteitszorg en accreditatie en van het nationale kwalificatiekader (NQF). ·
Versterken van de programma's voor
mede-afgestudeerden en medebegeleiders van proefschriften tussen Tunesië en de
EU-landen en bevorderen van de mobiliteit van studenten, docenten en
onderzoekers. ·
Invoeren van hulpmiddelen die de transparantie,
vergelijkbaarheid en erkenning van studies bevorderen, zoals het systeem voor
het verzamelen en overdragen van studiepunten (ECTS). ·
Versterken van het onderwijs in vreemde talen. 91. Verbeteren van de kwaliteit en het
bestuur van het hoger onderwijs in Tunesië en vergroten van de inzetbaarheid
van afgestudeerden van het hoger onderwijs ·
Versterken van het bestuur, van de
onafhankelijkheid van de instellingen voor hoger onderwijs en het
certificeringsproces, onder andere via de uitwisseling van ervaringen en goede
praktijken. ·
Vergroten van de inzetbaarheid van afgestudeerden
in het hoger onderwijs, door verbetering van de voorlichting en begeleiding in
samenwerking met het (hoger) onderwijs en de werkgevers. ·
Verbeteren van de voorlichting en begeleiding in
samenwerking met het (hoger) onderwijs en de werkgevers. ·
Ontwikkelen van de beroepsgerichte opleidingen
binnen het hoger onderwijs. 92. Versterken van de deelname van
Tunesië aan Europese programma's voor externe samenwerking ·
Bevorderen van de deelname van Tunesië aan
bestaande programma's ter ondersteuning van de hervorming van het hoger
onderwijs, partnerschapsprogramma's en academische mobiliteitsprogramma's, en
aan toekomstige Europese programma's op dit gebied. ·
Doorgaan met de voorlichtingscampagnes over deze
programma's voor potentiële gegadigden, studenten en academici. 1.4:
Wetenschappelijk en technologisch onderzoek en innovatie 93. Versterken van de rol van het
nationale stelsel voor onderzoek en innovatie bij de opbouw van een
kenniseconomie ·
Beter beheer van het nationale stelsel voor
onderzoek en innovatie en betere coördinatie tussen de verschillende spelers. ·
Versterken van de synergieën tussen het stelsel
voor onderzoek en innovatie en de productiesectoren via de invoering van
valorisatie- en interfacestructuren, de ontwikkeling van innovatieve
thematische sectorspecifieke netwerken waarin onderzoeks- en infrastructuren en
economische ondernemingen worden samengebracht, en de bevordering van projecten
tussen deze netwerken en hun Europese tegenhangers. ·
Uitbreiden van het Tunesische netwerk van analyse-
en testlaboratoria. ·
Steun voor de ontwikkeling van infrastructuren op
het gebied van onderzoek, technologie en innovatie. ·
Doorgaan met de uitvoering van het Euro-mediterrane
handvest voor ondernemingen op aspecten die verband houden met innovatie, en om
de vorderingen die aan de hand van op het regionale vlak vastgestelde
indicatoren zijn gemaakt, te consolideren. ·
Bevorderen van de samenwerking en onderlinge
uitwisseling van informatie over octrooien en technologieoverdracht. ·
Ondersteuning door de EU van de ontwikkeling van op
innovatie afgestemde financieringsinstrumenten. ·
Versterken van de bilaterale en regionale politieke
dialoog op het terrein van onderzoek en innovatie door de nationale/regionale
stelsels voor innovatie aan beide zijden van de Middellandse Zee nader op
elkaar af te stemmen en de synergieën tussen onderzoek en productie en de
innovatiecapaciteit van bedrijven in de gehele Euro-mediterrane regio te
versterken. 94. Deelname van Tunesië aan de Europese
onderzoeksruimte ·
Versterken van de kennis en capaciteit van de
Tunesische instellingen voor onderzoek en innovatie om hun deelname aan de
Europese onderzoeksruimte (KP7, CIP, Horizon 2020, COST en de
agentschappen) te vergroten. ·
Vaststellen voor welke onderzoeks- en
innovatiethema's een gemeenschappelijk belang geldt, verder versterken van de
uitwisseling van onderzoekers bij onderzoeks- en innovatieprojecten en
intensiveren van de samenwerking in bilateraal en regionaal verband. ·
Stimuleren van onderlinge uitwisseling van
informatie over strategieën voor innovatie en technologische ontwikkeling
(vooral de strategieën die zijn gebaseerd op de strategie 2020 van de EU). ·
Consolideren van het netwerk van nationale en
thematische contactpunten voor het kaderprogramma voor onderzoek. ·
Bevorderen van de mobiliteit en het verkeer van
onderzoekers en personeel die betrokken zijn bij de samenwerking tussen Tunesië
en de EU op het gebied van wetenschap en technologie. Pijler 2 - Ontwikkelen van de samenwerking
binnen de gezondheidszorg 95. Verbeteren van de gezondheidszorg,
het onderzoek naar en het toezicht op de gezondheid in Tunesië ·
Bevorderen van de hervorming van de gezondheidszorg
om de prestaties daarvan te verbeteren en de verschillen tussen de regio's te
verkleinen, en van de invoering van een kwaliteitsinstrument voor het
Tunesische gezondheidsstelsel. ·
Steun voor de automatisering van de informatie die
ziekenhuizen over aandoeningen en de daarmee gepaard gaande behandelingen
verschaffen, en de algemene toepassing van de medische en economische
beoordeling van het verblijf in een ziekenhuis. ·
Bevorderen van de hervorming van de financiering
van de gezondheidszorg: financieringsstructuur, zorgpakketten en
solidariteitsniveau. ·
Bevorderen van stappen naar een meer rechtvaardige
toegang tot zorg van goede kwaliteit, de uitvoering van een plan voor de
inrichting, renovatie en reorganisatie van ziekenhuizen (zorgpas, onderzoek
naar programma's op geneeskundig en architectonisch gebied en naar een hoge
milieukwaliteit (HQE) en financiering van investeringsplannen). ·
Versterken van de nationale strategie voor
orgaantransplantatie door invoering van een nationaal register voor orgaanfalen. ·
Grotere samenwerking met internationale en Europese
organen, onder andere op het gebied van onderzoek en ontwikkeling op het vlak
van de gezondheidszorg. 96. Preventie van en toezicht op
overdraagbare en niet-overdraagbare ziekten ·
Toepassen van de internationale instrumenten op het
terrein van de gezondheidszorg zoals de Internationale Gezondheidsregeling van
de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de uitvoering van WHO-Kaderverdrag
inzake tabaksontmoediging. ·
Bevorderen van de samenwerking wat betreft
gezondheidsindicatoren, via internationale informatie-uitwisselingen op het
gebied van de preventie van en het toezicht op overdraagbare en
niet-overdraagbare ziekten. ·
Ontwikkelen en invoeren van een nationale strategie
voor de preventie en behandeling van verslavingsgedrag en ondersteunen van
stappen om een goede gezondheid en gezond gedrag op elke leeftijd te bevorderen
om het ontstaan van chronische ziekten te voorkomen of te vertragen. ·
Opbouwen van de capaciteit als het gaat om de
opsporing van en de reactie op bedreigingen van de gezondheid, waaronder
opleidingen, vooral door invoering van een systeem van geautomatiseerd
epidemiologisch toezicht en de uitwerking van strategieën en programma's voor
de beheersing van gezondheidsrisico's. Pijler 3 - Toenadering tussen de bevolking van
beide partijen op het gebied van cultuur, jeugd en media 3.1: Culturele
samenwerking 97. Versterken van de culturele
samenwerking ·
Versterken van het culturele beleid van Tunesië en
de capaciteit van culturele spelers, vooral door Tunesië op te nemen in
Europese programma's en projecten, projecten voor de herstructurering en
institutionalisering van de culturele sector te steunen en de uitwisseling van
goede praktijken en de uitwerking van gemeenschappelijke onderzoeken en
projecten op het gebied van het lokale cultuurbeheer te bevorderen. ·
Bevorderen van culturele uitwisselingen via een
grotere deelname van Tunesië aan programma's voor culturele samenwerking in het
Middellandse Zeegebied. ·
Stimuleren dat de culturele productie in Tunesië
toegang tot de Europese ruimte krijgt door de mobiliteit van Tunesische
kunstenaars en beroepsbeoefenaars te bevorderen, dat specifieke netwerken,
twinningprojecten en dat culturele ondernemingen worden opgezet. ·
Door middel van bovenstaande maatregelen het
Unesco-Verdrag van 2005 betreffende de bescherming en de bevordering van de
diversiteit van cultuuruitingen, waarbij Tunesië partij is, helpen uitvoeren. 3.2: Jeugd 98. Versterken van de samenwerking op het
gebied van het jeugdbeleid ·
Versterken van de samenwerking op het vlak van het
niet-formele onderwijs aan jongeren en jongerenwerkers om de uitwisseling van
informatie en goede praktijken wat betreft thema's van gemeenschappelijk
belang, de interculturele dialoog en de ontwikkeling van het maatschappelijk
middenveld te bevorderen. ·
Versterken van de samenwerking op het gebied van
het jeugdbeleid en consolideren van het verenigingsleven en het maatschappelijk
leven, vooral wat betreft milieubescherming, vrijwilligerswerk, strijd tegen
roken en het gebruik van verdovende middelen en preventie van seksueel
overdraagbare ziekten, met name aids/hiv. 3.3:
Samenwerking op het gebied van audiovisueel en mediabeleid 99. Versterken van de samenwerking op
mediagebied ·
Bevorderen en voortzetten van de dialoog en
samenwerking op het gebied van audiovisueel en mediabeleid. Bijzondere aandacht
zal worden geschonken aan het opstellen van transparante, doeltreffende en
voorspelbare regelgeving voor de audiovisuele sector en de media, door een
onafhankelijke regelgevende instantie. D. Ondersteuning
en begeleiding van de uitvoering van het actieplan Pijler 1 - Technische en financiële
ondersteuning 1. De financiële dimensie van het
partnerschap tussen Tunesië en de Europese Unie behelst onder meer de
uitwerking en uitvoering van de hervormingen, vooral op de prioritaire gebieden
die zullen worden vastgesteld in het kader van de uitvoering van dit actieplan
en de opeenvolgende herziene versies ervan, conform de mededelingen over het
nabuurschapsbeleid van de EU in 2011[5]
en 2012[6]. Tijdens de uitvoering van het actieplan moet
Tunesië meerdere uitdagingen oppakken, die enerzijds verband houden met de
totstandbrenging van een duurzame democratie, het herstel van de economische
groei en de bevordering van de sociale cohesie en anderzijds met het sluiten
van de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst. Om deze overeenkomst uit te voeren, moeten er veel
inspanningen worden verricht om aanpassing aan het acquis communautaire en de
modernisering van instellingen en infrastructuren te bewerkstelligen. De financiële steun van de EU, die na de revolutie
is toegenomen, moet verder worden ontwikkeld, zodat er sprake kan zijn van
ondersteuning van een echt beleid inzake convergentie met de EU en Tunesië
geholpen kan worden bij zijn pogingen om hervormingen door te voeren. De gebieden waarop de EU in de toekomst technische
en financiële steun zal verlenen, worden bepaald op grond van de prioriteiten
die in dit plan zijn vastgelegd en op basis van de ambities van de politieke en
sociaaleconomische hervormingen in Tunesië, zoals in het actieplan vermeld;
welke gebieden dit zijn, zal door beide partijen tijdens de programmering
worden vastgesteld, buiten de onderhandelingen over het actieplan om. Gedurende dit hele proces zal Tunesië profiteren
van alle financieringsinstrumenten die in het kader van het externe optreden
van de EU beschikbaar zijn, van het nieuwe Europese nabuurschapsbeleid (nieuwe
ENB) en de deskundigheid van de instellingen van de EU en de lidstaten om deze
integratie tot een goed einde te brengen. 2. Beide partijen hebben afgesproken te
onderzoeken welke regels er moeten gelden teneinde een nieuwe fase in te luiden
wat betreft de toegang tot adequate communautaire financiële middelen om
Tunesië te begeleiden, met het oog op het regionale en cohesiebeleid van de EU
en de goedkeuring van nieuwe uitvoeringsprocedures. Gezien de historische veranderingen die Tunesië
doormaakt, en de legitieme aspiraties van de bevolking en de jongeren, die naar
vooruitgang en welvaart streven, ziet Tunesië zich in eerste instantie voor
twee belangrijke uitdagingen gesteld: scheppen van arbeidsplaatsen voor een
jonge en steeds beter opgeleide bevolking en een meer rechtvaardige regionale ontwikkeling. 3. De financiële samenwerking met de
EIB en EBWO wordt eveneens versterkt om de investeringen in infrastructuur, de
financiële sector, de ontwikkeling van de particuliere sector en
samenwerkingsverbanden en innovatieve sectoren die banen voor jonge
afgestudeerden creëren, te ondersteunen. De samenwerking met beide instellingen wordt
tevens aangegaan conform de richtsnoeren van het nieuwe ENB om de toegang van kmo's
tot financiering te bevorderen en garantieregelingen te ontwikkelen. In het kader van de bezinning op de uitbreiding
van het mandaat van het Europees Investeringsfonds (EIF) tot het Middellandse
Zeegebied zoals die in het nieuwe ENB wordt voorgesteld, wordt er een
samenwerking op gang gebracht met het Europees Investeringsfonds om conform de
richtsnoeren van het nieuwe ENB de toegang van kmo's tot financiering te
bevorderen en garantieregelingen te ontwikkelen. 4. Naast de consistente financiële
ondersteuning zetten beide partijen hun inspanningen voort om: ·
de toepassing van de bestaande financiële
instrumenten te optimaliseren, dankzij doelgerichte samenwerkingsprogramma's en
een betere samenwerking tussen Tunesië en de EU om de absorptiecapaciteit van
Tunesië zo veel mogelijk te versterken; ·
te profiteren van alle nieuwe relevante en noodzakelijke
thematische instrumenten en programma's die de Europese Unie in het kader van
haar externe optreden tot stand heeft gebracht, daarbij rekening houdend met de
behoeften, de bij de hervormingen geboekte vooruitgang en de
absorptiecapaciteit van Tunesië, en met inachtneming van de beginselen van
doeltreffende steun, vooral de gezamenlijke programmering. Pijler 2 - Deelname aan programma's en
agentschappen van de Europese Unie Deelname aan programma's en agentschappen van
de Europese Unie ·
Bevorderen van de deelname van Tunesië aan
agentschappen en programma's van de Europese Unie die openstaan voor derde
landen. ·
Sluiten van een kaderovereenkomst om Tunesië deel
te laten nemen aan programma's van de Europese Unie die openstaan voor derde
landen. E. Vaststelling en duur Dit plan wordt voorgelegd aan de
Associatieraad Tunesië-EU die het officieel zal goedkeuren. Het heeft een duur
van vijf jaar. De Europese Unie en Tunesië kunnen van
rechtswege hun eigen unilaterale onderzoeken verrichten naar de voortgang in de
uitvoering van het plan. Betrekkingen Europese Unie-Tunesië: een
geprivilegieerd partnerschap Actieplan 2013-2017 Bijlage 1: Prioriteitenmatrix (april 2014) Doelstellingen || Acties Tunesië || Mogelijke steun EU[7] || Indicatoren en tijdschema 1) Totstandbrenging van een democratisch kiesstelsel, vooral door de onafhankelijkheid en het functioneren van de Instance Supérieure Indépendante Électorale (ISIE; de onafhankelijke kiesraad), die met het beheer en de organisatie van de verkiezingen is belast, te consolideren. || - Vaststellen van passende constitutionele of wetgevende normen en overgangsmaatregelen. - De onafhankelijke kiesraad de middelen verschaffen die voor zijn autonoom functioneren noodzakelijk zijn. - Het maatschappelijk middenveld laten deelnemen aan de verkiezingswetgeving en aan het verloop en het waarnemen van de verkiezingen. - Bevorderen van het partnerschap met het maatschappelijk middenveld via een participatieve aanpak. || - Directe steun voor de onafhankelijke kiesraad. - Ter beschikking stellen van deskundigheid op het gebied van alle verkiezingsvraagstukken, inclusief de veiligheid. - Inzetten van een verkiezingswaarne-mingsmissie van de EU. - Steun voor maatschappelijke organisaties. || - Organieke wet nr. 23/2012 van 20 december 2012 inzake de ISIE. - Doeltreffend functioneren van de ISIE. - Organisatie van algemene verkiezingen op basis van de ervaringen met de democratische verkiezingen in oktober 2011. - Dialoog over het verkiezingsproces, onder meer over het toezicht op de aanbevelingen van de verkiezingswaarnemings-missie in 2011 door de verschillende bevoegde autoriteiten, afhankelijk van hun specifieke bevoegdheden. - Daadwerkelijke publicatie van alle verkiezingsresultaten en gebruik van een procedure voor het beheer van fouten. Tijdschema: korte termijn 2) Waarborgen van de onafhankelijkheid van de rechtspraak, versterken van de professionaliteit en doeltreffendheid ervan (toegang tot de rechter, duur van het proces), zorgen voor eerbiediging van de mensenrechten, van het beginsel van het vermoeden van onschuld en het recht op een eerlijk proces. || - Versterking van de rechtsstaat en hulp bij de overgang naar een democratie door de hervorming van de rechtspraak en het gevangeniswezen te ondersteunen, conform de internationale normen en standaarden. - Aannemen van wetgeving die in lijn is met internationale normen. - Tot stand brengen van een passend operationeel institutioneel kader/personele en logistieke middelen. - Moderniseren van het gevangeniswezen. - Bevorderen van het partnerschap met het maatschappelijk middenveld en een participatieve aanpak van deze hervormingen. - Bevorderen van transparantie en toegang tot informatie. - Aannemen en uitvoeren van het wetsontwerp inzake overgangsrechtspraak dat in november 2012 bij de nationale grondwetgevende vergadering is ingediend. - Opzetten van de nationale instantie voor overgangsrechtspraak, zoals bij wet bepaald (commissie voor waarheid en waardigheid). || - Technische bijstand. - Capaciteitsopbouw. - Hulp bij de modernisering van de gerechtelijke infrastructuur. - Steun voor maatschappelijke organisaties. - Ter beschikking stellen van deskundigheid. - Scholing. - Technische ondersteuning voor de nationale instantie voor overgangsrechtspraak. || - Aannemen en uitvoeren van wetten inzake onafhankelijkheid en toegang tot de rechter, die door de nationale grondwetgevende vergadering en het toekomstige parlement zijn aangenomen. - Aannemen van de wet inzake de status van de rechters en aannemen van de organieke wet inzake de Conseil Supérieur de la Magistrature (hoge raad voor de magistratuur). - De Conseil Supérieur de la Magistrature is operationeel. - Het maatschappelijk middenveld wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de stuurgroep van het steunprogramma voor de hervorming van de rechtspraak (door de EU en Tunesië in 2012 opgesteld). - Geleidelijke hervorming van de rechtbanken naargelang de toegekende (financiële) middelen, conform internationale normen. - Harmonisering van wet- en regelgeving en het institutionele kader met de internationale normen. - Uitvoeren van bepalingen die ngo's (betere) toegang tot gevangenissen verschaffen. - Opzetten van een mechanisme voor toezicht op het aantal preventieve detenties en de ontwikkelingen in het aantal gevangenen. Tijdschema: korte termijn 3) Doorvoeren van hervormingen in de veiligheidssector, in het kader van een algehele en diepgaande hervorming, om de internationale normen op het vlak van de rechtsstaat, mensenrechten en het internationale recht na te leven. || - Goedkeuren van adequate hervormingen op het gebied van wet- en regelgeving, waaronder mechanismen voor democratisch toezicht en verantwoordelijkheden. - Het maatschappelijk middenveld laten deelnemen aan de uitwerking van en het toezicht op de hervormingen (participatieve aanpak). Beoordeling van de resultaten. - Verzorgen van de noodzakelijke scholing (onder meer over de naleving van de mensenrechten) voor het betrokken personeel. - De veiligheidstroepen van de benodigde middelen en uitrusting voorzien, met als uitgangspunt dat zo weinig mogelijk geweld wordt gebruikt. Beoordelen van de effecten van deze maatregel. [- Beschikbaar stellen aan het publiek van organisatieschema's en gedragscodes voor de binnenlandse veiligheidstroepen.] || - Financiële ondersteuning van het programma voor de hervorming van de veiligheidssector. - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Steun voor maatschappelijke organisaties. || - Aannemen door de nationale grondwetgevende vergadering en het toekomstige parlement en uitvoeren van wetgevingsbepalingen waarin internationale normen inzake bestuur, naleving en bevordering van het internationale recht en mensenrechten zijn opgenomen, conform de beginselen van de rechtsstaat. Tijdschema: middellange termijn - Goedkeuren door de nationale grondwetgevende vergadering en het toekomstige parlement van een mechanisme voor democratische controle op veiligheidsinstanties en veiligheidstroepen. - Instellen van parlementaire commissies voor het toezicht op de nationale veiligheidsbudgetten. Tijdschema: middellange termijn - Goedkeuren en beginnen met de uitvoering van de aanbevelingen over de grenzen en migraties/hervormingen van de veiligheidssector, die op grond van collegiale toetsing zijn gedaan. Tijdschema: korte en middellange termijn 4) Consolideren van de bescherming van de mensenrechten, waaronder de rechten van vrouwen en kinderen. || - Zorgen voor een geleidelijke en doeltreffende toepassing van de internationale verdragen. - Goedkeuren van adequate hervormingen op het gebied van wet- en regelgeving. - Het maatschappelijk middenveld laten deelnemen aan de uitwerking en het toezicht op de hervormingen. - Verzorgen van de noodzakelijke scholing voor het betrokken personeel. - Bekrachtigen van de permanente uitnodiging aan de Hoge Commissaris voor de mensenrechten en de speciale mechanismen van de VN op het gebied van de mensenrechten. - Instellen van een onafhankelijk mechanisme voor het toezicht op de rechten van kinderen. - Uitwerken van een kaderwet inzake geweld tegen vrouwen, in lijn met de internationale normen. - Handhaving van het feitelijke moratorium op executies. - Blijven deelnemen aan het transregionale initiatief inzake de doodstraf, dat in het kader van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties door de EU wordt ondersteund. - Uitvaardigen van de organieke wet inzake de nationale preventie-instantie tegen foltering. - In het leven roepen van de nationale preventie-instantie tegen foltering. - Herzien van de wet inzake de mensenrechteninstantie conform de beginselen van Parijs (1993). || - Politieke dialoog en overleg in VN-verband. - Ter beschikking stellen van deskundigheid. - Scholing. - Steun voor maatschappelijke organisaties. - Technische en institutionele ondersteuning. || - Uitvaardiging en geleidelijke en doeltreffende uitvoering van wet- en regelgeving met het oog op de toepassing van de internationale verdragen die Tunesië heeft geratificeerd. Tijdschema: lange termijn - Neerleggen van de akten van bekrachtiging van het intrekken van voorbehouden met betrekking tot het CEDEF (CEDAW). Tijdschema: middellange termijn - Herzien van het wetboek van strafrecht en het wetboek van strafvordering, vooral op het punt van vrijheid van meningsuiting en de rechten van vrouwen en kinderen, conform de internationale normen. Tijdschema: middellange termijn - Aannemen en uitvoeren van wetten tot instelling van dit onafhankelijke mechanisme voor het toezicht op de rechten van kinderen. Tijdschema: korte termijn - Stappen zetten naar de ratificatie van het derde Facultatieve Protocol bij het Internationale Verdrag van de rechten van het kind. Tijdschema: middellange termijn - Aannemen en uitvoeren van een kaderwet inzake geweld tegen vrouwen, in lijn met de internationale normen. Tijdschema: middellange termijn -Voortzetten van de nationale dialoog over de afschaffing van de doodstraf Tijdschema: middellange termijn. - Aannemen en uitvoeren van het wetsontwerp dat in november 2012 bij de nationale grondwetgevende vergadering is ingediend. Tijdschema: korte termijn - Herzien van de wet inzake de mensenrechteninstantie en doeltreffende inzet van deze instantie conform de beginselen van Parijs (1993). - Goedkeuren en uitvoeren van de statuten van de instantie voor mensenrechten. Tijdschema: korte en middellange termijn - Verzorgen van opleidingen op het gebied van de mensenrechten voor het betrokken personeel. Tijdschema: uitvoering gedurende de gehele looptijd van het actieplan 5) Doorvoeren van hervormingen in de media en professionalisering van de sector. || - Goedkeuren van adequate constitutionele, wettelijke en bestuursrechtelijke normen. - Verzorgen van de noodzakelijke scholing voor de betrokken instellingen. - Het maatschappelijk middenveld laten deelnemen aan de uitwerking van en het toezicht op de hervormingen en met name de vakbonden en organisaties die werkzaam zijn op het gebied van de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid. - Scholing. - Steun voor maatschappelijke organisaties. || - Doeltreffend functioneren van de instantie voor audiovisuele communicatie. Tijdschema: korte termijn - Voortzetten van de dialoog over de mechanismen ter bescherming van journalisten in de uitoefening van hun beroep. Tijdschema: korte termijn 6) Consolideren van de rol en capaciteit van het maatschappelijk middenveld. || - Zorgen voor een transparant en open kader voor de organisatie en de activiteiten van de spelers van het maatschappelijk middenveld. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid. - Scholing. - Steun voor maatschappelijke organisaties. || - Aannemen van wetten tot waarborging van de vrijheid van vereniging die bij wetsbesluit nr. 2011-88 van 24 september 2011 tot stand is gebracht. - Goedkeuren van transparante regels voor de overheidsfinanciering van organisaties. Tijdschema: korte termijn - Voeren van periodiek thematisch en regionaal overleg met maatschappelijke organisaties, vooral in het kader van de dialoog met de EU. Tijdschema: uitvoering gedurende de gehele looptijd van het actieplan 7) Dialoog over migratie, mobiliteit en veiligheid en sluiten van een mobiliteitspartner-schap. || - Voortzetten van de dialoog over migratie, mobiliteit en veiligheid. - Uitwerken en uitvoeren van een nationale strategie voor migratie en Tunesiërs in het buitenland. - Uitvoeren van de maatregelen in het kader van het mobiliteitspartnerschap (capaciteitsopbouw, kennisbeheer, gegevensverzameling, enz.). - Het maatschappelijk middenveld laten deelnemen aan de uitwerking en het toezicht op de hervormingen. - Samenwerking met de UNHCR bij de uitvoering van het regionaal beschermingsprogramma, goedkeuren van een wet en inzetten van bestuurlijke capaciteit op asielgebied. - Samenwerking met de EU in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit, waaronder migrantensmokkel en mensenhandel. - Maatregelen nemen om de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken. - Ontwikkelen van onderzoek naar migratie, vooral migratieprofielen. - Bevorderen van de sociale bescherming van Tunesische werknemers en hun gezinsleden en uitvoeren van het besluit van de Associatieraad betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid tussen Tunesië en de EU in het kader van de artikelen 65-68 van de Euro-mediterrane associatieovereenkomst EU-Tunesië, om de pensioenrechten die Tunesische werknemers en hun gezinsleden in de EU hebben opgebouwd, beter te kunnen overdragen in overeenstemming met artikel 8 van het mobiliteitspartnerschap tussen Tunesië, de Europese Unie en de deelnemende lidstaten. - Oprichten van het nationale waarnemingscentrum voor migratie en dit de benodigde capaciteit verschaffen voor het ontwikkelen van onderzoek, migratieprofielen en beleid en deskundigheid op migratiegebied. - Opzetten van initiatieven en programma's op grond waarvan het waarnemingscentrum Tunesische burgers in het buitenland meer bij de ontwikkeling van het land kan betrekken. || - Ondersteuning van maatregelen in het kader van het mobiliteitspartnerschap. - Technische ondersteuning en scholing tijdens de uitvoering van de strategie. - Technische en institutionele ondersteuning. - Capaciteitsopbouw en terbeschikkingstelling van deskundigheid. - Uitwisselen van ervaringen en informatie met de EU-instellingen en -agentschappen en de lidstaten. - Scholing. - Steun voor maatschappelijke organisaties. - Bijstand voor scholing en technische ondersteuning. - Scholing. - Steun voor maatschappelijke organisaties. - Twinning en uitwisselingen tussen instellingen. - Capaciteitsopbouw via scholing van Tunesische leidinggevenden op het gebied van de communautaire regelgeving inzake de coördinatie van socialezekerheidsstelsels, de open coördinatiemethode (OCM) en het Europese systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens betreffende de sociale zekerheid (EESSI). - Vergadering(en) van het subcomité Migratie en Sociale Zaken om te beginnen met de bespreking van een ontwerpbesluit voor de uitvoering van de bepalingen in de associatieovereenkomst over de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. - Technische ondersteuning. - Twinning. || - Uitvoering van de strategie. - Realiseren van de doelstellingen van de strategie conform de internationale normen. Tijdschema: middellange termijn - Voeren van periodiek overleg met maatschappelijke organisaties, vooral in het kader van de onderhandelingen over het mobiliteitspartnerschap. Tijdschema: korte termijn - In de bijlage van het mobiliteitspartnerschap worden de steunmaatregelen van de EU en de aan het partnerschap deelnemende lidstaten beschreven. Tijdschema: uitvoering gedurende de gehele looptijd van het actieplan - Instellen van een interministerieel comité voor toezicht op de veiligheids- en humanitaire situatie na sluiting van het kamp in Choucha. Tijdschema: korte termijn - De permanente vertegenwoordiger van de UNHCR in Tunesië neemt deel aan de werkzaamheden van dit comité. - Uitvoering van de maatregelen die in het kader van het mobiliteitspartnerschap zijn goedgekeurd. Tijdschema: uitvoering gedurende de gehele looptijd van het actieplan - Voorstel aan de Associatieraad voor het vaststellen van een ontwerpbesluit. Tijdschema: middellange termijn - Besluit in verschillende fasen: indiening, goedkeuring en uitvoering. Tijdschema: middellange termijn 8) Economische hervormingen voor inclusieve groei, concurrentievermogen en verbetering van het ondernemings- en investeringsklimaat. || - Het openbaar bestuur hervormen, de overheid verder moderniseren en het beheer van de overheidsfinanciën transparanter maken. - Vergroten van de veerkracht van de economie door de macro-economische fundamenten te consolideren. - Bezinning op de hervorming van het stelsel van voedsel- en energiesubsidies. - Hervorming van het belastingstelsel (wetgevend en institutioneel kader). - Versterken van de interne en externe controle en de audit in de publieke sector. - Versterken van het concurrentievermogen van de economie door hervormings-, herstel- en moderniseringsprogramma's voort te zetten [en een passend kader te scheppen] (industrie, landbouw, diensten, ambachten en toerisme). - Versterken van groene groei zodat strategieën ter bevordering van een groene economie kunnen worden voortgezet. || - Steun, met name via de voortzetting van steunprogramma's voor herstel en begrotingsbeheer op basis van doelstellingen. - Terbeschikkingstelling van deskundigheid, scholing, institutionele ondersteuning en twinning. - Dialoog over herstelstrategieën. - Begeleiding van verbeteringsprogram-ma's op het terrein van industrie, landbouw, ambachten en toerisme. - Steun voor het maatschappelijk middenveld. || - Goedkeuren en uitvoeren van een nationale strategie voor behoorlijk bestuur en corruptiebestrijding. Tijdschema: lange termijn - Doorgaan met de uitvoering van het begrotingsbeheer op basis van doelstellingen: tijdschema middellange termijn Tijdschema: lange termijn - Actief beheer van de staatskas. Tijdschema: middellange termijn - Onderzoek naar de hervorming van het stelsel van voedsel- en energiesubsidies opgestart. Tijdschema: korte en middellange termijn - Programma voor belastinghervorming goedgekeurd. Tijdschema: middellange termijn - - Plan voor digitalisering van procedures voor overheidsopdrachten uitgevoerd. Tijdschema: middellange termijn - Nieuwe generatie grote overheidsapplicaties (e-gov, open data) geïmplementeerd. - Tijdschema: lange termijn - Ontwerpen en invoeren van een nieuw actieplan voor de bekrachtiging van de toegang tot informatie in het licht van de nieuwe organieke wet die daarop betrekking heeft. - Tijdschema: korte termijn - Uitwerken van een strategisch kader voor raadpleging van de burger. Tijdschema: middellange termijn - Strategie voor herstructurering en versterking van de interne en externe controle en de audit in de publieke sector goedgekeurd en uitgevoerd. Tijdschema: lange termijn - Er is een begin gemaakt met de uitvoering van het verbeteringsprogramma voor de toerismesector en andere verbeterings- en moderniseringsprogramma's (op het gebied van landbouw, industrie, diensten en ambachten) zijn voortgezet. Tijdschema: middellange termijn || - Herzien van de wet- en regelgeving en versterken van het beleid en de instrumenten op het gebied van investeringen, ondernemingsklimaat, partnerschap die gunstig zijn voor ondernemers, vooral door buitenlandse investeringen beter te beschermen. - De economische spelers en vooral de Tunesische kmo's voorlichten en hen waar nodig ondersteunen bij de toepassing van de door Tunesië overgenomen richtlijnen en normen. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Steun voor beleid en programma's ter financiering van innovatie en de particuliere sector. - Steun voor het aantrekken van EU-investeringen. - Institutionele ondersteuning en twinning. - Ondersteuning van de gezamenlijke raad voor ondernemerschap. - Steun voor de internationalisering van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), onder andere via de samenwerking tussen Europese en Tunesische kmo's in het netwerk Enterprise Europe Network. || - - Wettelijk en institutioneel kader voor de publiek-private partnerschappen afgerond. Tijdschema: korte termijn - - Investeringswet herzien. Tijdschema: korte termijn - - Nationale investeringsinstantie opgezet. Tijdschema: middellange termijn - Gezamenlijke raad voor ondernemerschap operationeel. Tijdschema: korte termijn - Ontwikkeling van lokale en buitenlandse investeringen in Tunesië. Tijdschema: lange termijn - Opnemen van verzoeken om partnerschap met Europese kmo's in de gegevensbank van het Enterprise Europe Network. - Tijdschema: middellange termijn - - Verhoging van het aantal kmo's die deelnemen aan via het Enterprise Europe Network georganiseerde bijeenkomsten. Tijdschema: middellange termijn || - Beter beheer van het nationale statistische systeem en een betere kwaliteit en toegankelijkheid van statistische producten. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Ondersteuning van projecten voor de modernisering van het nationale statistische systeem. - Institutionele ondersteuning en twinning. || - Actieplan goedgekeurd voor de modernisering van het nationale statistische systeem. Tijdschema: middellange termijn - Aantal statistische reeksen beschikbaar op de website van het nationale bureau voor de statistiek (INS). - Aantal publicaties van officiële statistische reeksen en methodieken volgens internationale normen en standaarden, beschikbaar op de website van het INS. Tijdschema: korte termijn - Aantal verzoeken op de site van het INS in het kader van de vernieuwing van de site. Tijdschema: korte termijn - Bestaan van kwaliteitsrapporten per statistisch gebied. Tijdschema: korte termijn - Bestaan van een kalender voor de publicatie van gegevens. Tijdschema: korte termijn || - Formuleren van een beleid voor de ontwikkeling van vervoersdiensten en -infrastructuren en een nationale strategie voor duurzaam vervoer. - Steun voor de uitvoering van de nationale strategie voor logistieke ontwikkeling. - Bevorderen van de ontwikkeling van telecommunicatienetwerken en -infrastructuren. - Ontwikkelen en versterken van energienetwerken, -infrastructuren en -aansluitingen. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Steun voor het aantrekken van EU-investeringen. - Institutionele ondersteuning en twinning. || - Vervoersbeleid goedgekeurd. Tijdschema: lange termijn - Starten met onderhandelingen over een overeenkomst inzake de liberalisering van het luchtruim "Open sky". Tijdschema: korte termijn - Uitvoering van de nationale strategie voor logistieke ontwikkeling. Tijdschema: korte en middellange termijn - Telecommunicatiewet herzien om te zorgen voor blijvende beschikbaarheid en toegankelijkheid van goed functionerende ICT-netwerken/-diensten in alle regio's. Tijdschema: middellange termijn - Beleidsdocument op energiegebied uitgewerkt, met daarin doelstellingen en strategieën beschreven. Tijdschema: lange termijn || - Vaststellen en uitvoeren van sectorale strategieën die de ontwikkeling van sectoren met een groot groeipotentieel bevorderen. - Vaststellen en uitvoeren van een nationaal strategisch plan voor een digitaal Tunesië. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Institutionele dialoog. - Institutionele ondersteuning en twinning. || - Nieuwe industriële strategie vastgesteld die de ontwikkeling van sectoren met een groot groeipotentieel bevordert. Tijdschema: middellange en lange termijn - Kader voor sectoraal partnerschap waarin gemeenschappelijke doelstellingen worden geformuleerd (textiel en kleding en auto-onderdelen). Tijdschema: middellange termijn - Mate van de voortgang qua investeringen in de industriële en technologische infrastructuur. Tijdschema: middellange termijn - Opzetten van een nationaal strategisch plan en een nationaal actieplan voor een digitaal Tunesië (2013-2018). Tijdschema: middellange termijn 9) Verdieping van de integratie en sluiten van een diepe en brede vrijhandelsovereen-komst en aanpassing aan het acquis communautaire. || - Afronden van de voorbereidingsfase van de onderhandelingen over een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst. - Starten met de onderhandelingen over een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst. - Betere voorwaarden voor toegang tot de markt voor goederen en diensten en dienstverleners. - Aanpassen van de horizontale (op het gebied van accreditatie, conformiteitsbeoordeling en markttoezicht) en sectorale regelgeving. - Verdergaande en snellere modernisering van de instellingen die zijn belast met accreditatie, standaardisering, conformiteitsbeoordeling, metrologie en markttoezicht. - Met de EU onderhandelen over een overeenkomst inzake conformiteitsbeoordeling en aanvaarding van industriële producten (ACAA) voor bouwmaterialen en elektrische producten, en vervolgens de andere prioritaire sectoren aan de overeenkomst toevoegen. - Verdere aanpassing van de Tunesische wetgeving aan de normen van de EU op de gebieden die in het kader van de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst als prioritair zijn aangemerkt. - Verdere uitvoering van douanemaatregelen die de handel vergemakkelijken. - Verbeteren van het beschermingsniveau voor de consument door - de bestuurlijke capaciteit voor het uitvoeren van het consumenten-beschermings-beleid op te bouwen; - de rol van organisaties in de bescherming van de consument te versterken. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Institutionele dialoog. - Financiële ondersteuning via het lopende programma voor steun aan het concurrentievermogen en voor een eenvoudiger toegang tot de markt, om de structuren op het gebied van kwaliteit, accreditatie, conformiteitsbeoorde-ling en markttoezicht te verbeteren. - Versterking van de controle-infrastructuur. - Twinning. - Steun voor het maatschappelijk middenveld. - Technische bijstand en begeleiding via het lopende programma ter ondersteuning van de associatieovereenkomst en de overgangsperiode en via een daaropvolgend programma ter ondersteuning van de onderhandelingen over en de uitvoering van het actieplan. || - Starten met de onderhandelingen over de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst in het licht van de aanbevelingen van de verkenningsfase. - Overleg met het maatschappelijk middenveld tijdens deze onderhandelingen. - ACAA-overeenkomst getekend voor de prioritaire sectoren. Tijdschema: middellange termijn - Aantal twinningprojecten op de gebieden van de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst afgesloten. - Aantal twinningprojecten en projecten voor institutionele ondersteuning gerealiseerd in het kader van een programma ter ondersteuning van de onderhandelingen over en de uitvoering van het actieplan. Tijdschema: korte en middellange termijn 10) Ontwikkeling van vaardigheden, toegang tot kennis en innovatie. || - Hervormen, verbeteren van de kwaliteit en versterken van het beheer van de nationale systemen voor onderwijs, hoger onderwijs en beroepsonderwijs. || · Ter beschikking stellen van deskundigheid en uitwisselen van informatie. · Begrotingssteun via het lopende programma PEFESE. · Institutionele ondersteuning via de lopende Tempus-projecten en twinning. · Methodologische steun voor de Europese Stichting voor opleiding. · Financiële ondersteuning via het toekomstige programma Erasmus+ op het gebied van hoger onderwijs en jeugd. || - Vaststellen en uitvoeren van strategieën voor het bestuur van de sectoren onderwijs, hoger onderwijs en beroepsonderwijs op basis van inzetbaarheid. Tijdschema: middellange en lange termijn - Vaststellen van een nationaal kader voor kwalificatie en validering van het acquis en ervaringen, op basis van de hieronder genoemde statistische indicatoren. Tijdschema: middellange termijn - Aantal programma's medeafgestudeerden en medebegeleiders van proefschriften tussen Tunesië en de EU-landen. Tijdschema: middellange termijn Onder voorbehoud van de beschikbaarheid van deze statistieken: - Aantal technische afdelingen/domeinen die in het onderwijsstelsel tot stand zijn gebracht (lange termijn). - Percentage scholen dat is aangesloten op internet. - Percentage jonge afgestudeerden van het hoger onderwijs dat binnen een jaar na hun eindexamen een baan heeft gevonden. - Percentage vertrekkende leerlingen uit het middelbaar onderwijs dat beroepskeuzevoorlichting heeft gehad. Tijdschema: middellange termijn || - Versterken van de rol van het nationale stelsel voor onderzoek en innovatie. - Bevorderen van de aanpassing van Tunesië aan en de integratie in de Europese onderzoeksruimte. - Doorgaan met de uitvoering van het programma PASRI (Projet d'Appui au Système de Recherche et Innovation; programma ter ondersteuning van het onderzoek- en innovatiestelsel) en de consolidering daarvan op regionaal niveau || || - Aantal instellingen voor onderzoek en innovatie die aan de Europese onderzoeksruimte deelnemen en aantal gezamenlijke projecten. Tijdschema: middellange termijn - Groter aantal studenten en onderzoekers die aan specifieke Europese onderzoeksprogramma's deelnemen. Tijdschema: middellange termijn 11) Werkgelegenheid, sociale cohesie en integratie en regionale en lokale ontwikkeling. || - Ontwikkelen en uitvoeren van een geïntegreerde nationale strategie voor werkgelegenheid en versterking van de inzetbaarheid. - De economische en sociale veranderingen in Tunesië een impuls geven door de sociale partners een nieuwe sociale overeenkomst en een doeltreffende sociale dialoog te laten aangaan. - Bevorderen van het beleid van sociale insluiting en invoeren van maatregelen tegen armoede en voor de integratie van kwetsbare groepen. - Uitwerken van de arbeidswetgeving, om deze transparanter en moderner te maken, in de richting van een flexibelere arbeidsmarkt waarbij de rechten van de werknemers worden beschermd. - Instellen van een nationaal socialezekerheidsniveau. - Uitvoeren van de bepalingen over de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels op grond van de artikelen 65 en volgende van de overeenkomst en conform artikel 8 van het mobiliteitspartnerschap. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Uitwisseling van informatie en institutionele dialoog. - Institutionele ondersteuning en technische bijstand. - Steun voor het maatschappelijk middenveld. - Institutionele ondersteuning en twinning en vooral de opbouw van de institutionele capaciteit van de socialezekerheidsfondsen. - Technische bijstand op het gebied van de sociale zekerheid (hervorming van de pensioenen, beoordeling van de nieuwe ziektekostenregeling, enz.) - Scholing, uitwisseling van ervaringen en deskundigheid, voorlichtingscampagnes. - Thematisch programma en samenwerking met de gespecialiseerde instellingen van de EU. || - Nationale geïntegreerde strategie voor werkgelegenheid uitgevoerd. Tijdschema: middellange termijn - Er is een nieuwe sociale overeenkomst gesloten en er zijn technische subcomités ingesteld. Tijdschema: korte termijn - Vorming van een nationale raad voor sociale dialoog. Tijdschema: korte termijn - Functione(e)l(e) instrument(en) voor netwerkvorming onder publieke spelers die informatie verschaffen over werkgelegenheid en beroepskeuze en helpen bij de integratie op de arbeidsmarkt. Tijdschema: middellange termijn - Periodieke beoordeling van een actief werkgelegenheidsbeleid. Tijdschema: middellange termijn - Goedkeuren van het programma van Tunesië voor fatsoenlijk werk. Tijdschema: middellange termijn - Invoeren van een systeem voor informatie over behoeftige gezinnen en gezinnen met een laag inkomen. Tijdschema: middellange termijn - Strategie tegen armoede en voor sociale insluiting uitgewerkt en gestart. Tijdschema: middellange termijn -Vergadering van het subcomité Migratie en Sociale Zaken om te beginnen met de bespreking van een ontwerpbesluit voor de uitvoering van de bepalingen in de associatieovereenkomst over de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, Tijdschema: korte termijn - Voorstel aan de Associatieraad voor het vaststellen van een ontwerpbesluit. Tijdschema: middellange termijn || - Aanvangen met een algeheel proces van decentralisatie en lokaal bestuur en ontwikkeling van de taken van de overheidsdiensten. - Versterken van de inspanningen op het gebied van regionale en lokale ontwikkeling en verkleinen van de territoriale verschillen. - Beter bestuur van de instellingen die met regionale ontwikkeling zijn belast. - Het beleid inzake regionale en lokale ontwikkeling doeltreffender maken. || - Institutionele dialoog en uitwisselingen om Tunesië te begeleiden met het oog op het regionale en cohesiebeleid van de EU. - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Lopende begrotingssteun voor de capaciteitsopbouw van lokale overheden. - Steun voor het maatschappelijk middenveld. - Steun voor beleid en programma's op het vlak van regionale ontwikkeling. - Institutionele ondersteuning en twinning. - Grensoverschrijdende en gedecentraliseerde samenwerking. - Voortzetten van de steun voor de capaciteitsopbouw van lokale overheden en scholing van lokale bestuurders. - Bijdragen aan de ontwikkeling van de instanties die belast zijn met regionale ontwikkeling. || - Routekaart voor decentralisatie en lokaal bestuur goedgekeurd. Tijdschema: middellange termijn - Aanvang gemaakt met de hervorming van het stelsel van wetten en regels, het institutionele en organisatorische systeem (taken en bevoegdheden) en het financiële stelsel (plaatselijke belastingen) voor de lokale overheden. Tijdschema: lange termijn - Strategie voor het beheer van personeel op lokaal niveau goedgekeurd. Tijdschema: lange termijn - De taken van de centrale en regionale overheidsdiensten ondersteund in het kader van de uitvoering van de decentralisatie. Tijdschema: lange termijn - Aantal projecten gerealiseerd via samenwerking tussen Tunesische en Europese lokale overheden. Tijdschema: korte en middellange termijn || - Hervormen van de gezondheidszorg door de prestaties te verbeteren en betere toegang tot zorg van goede kwaliteit te bevorderen. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Helpen bij de verbetering van de gezondheidsinfra-stuctuur. - Institutionele ondersteuning en twinning. || - Strategie voor de hervorming van de gezondheidszorg uitgewerkt. Tijdschema: korte termijn - Daadwerkelijke hervorming van de gezondheidszorg. - Tijdschema: middellange en lange termijn 12) Landbouw- en plattelandsontwikkeling. || - Uitvoeren van een meerjarenprogramma voor landbouw- en plattelandsontwikkeling, in samenhang met de strategische koers van de nationale landbouw en ENPARD. - Versterken van het programma voor de modernisering van landbouwbedrijven, sectoren, organisaties, en instellingen en structuren voor technische ondersteuning van de landbouw. - Steun voor de ontwikkeling van landbouw van goede kwaliteit (biologische producten en geografische aanduidingen), en van de visserij en aquacultuur. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Steun met name via het toekomstige proefproject ENPARD. - Steun voor het programma voor verbetering van de landbouw. - Institutionele ondersteuning en twinning. - Steun voor de organisatie van studiebijeenkomsten over BGA's/BOB's en biologische producten. || - Meerjarenprogramma voor landbouw- en plattelandsontwikkeling opgesteld en operationeel. Tijdschema: uitvoering gedurende de gehele looptijd van het actieplan - Programma voor de verbetering van de landbouw opnieuw gestart (aantal betrokken bedrijven en ondersteunende instellingen). - Tijdschema: lange termijn - Belangrijkste agrarische sectoren (akkerbouw, groente en fruit, vlees, zuivel) nieuw leven ingeblazen. Tijdschema: korte en middellange termijn - 20% van de bevolking betrokken bij een coöperatie. Tijdschema: lange termijn - Strategieën voor de ontwikkeling van de visserij en aquacultuur en de biologische landbouw uitgevoerd. Tijdschema: middellange termijn 13) Ontwikkeling en uitvoering van strategieën en programma's die als doel hebben een duurzame ontwikkeling te waarborgen. || - Een beter milieubeheer en bevordering van een lokale aanpak (decentralisatie, lokaal bestuur), vooral door het beleid en de nationale overheid op het vlak van toegang tot informatie en inspraak te versterken. - Tot stand brengen van een kader voor strategische planning met name op het gebied van duurzame ontwikkeling (groene economie, beleid inzake klimaatverandering, maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven, innovatie en milieutechnologieën). || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Versterken van de institutionele samenwerking en twinning. - Steun voor het maatschappelijk middenveld. - Politieke en institutionele dialoog. || - Milieustructuren en -maatregelen op regionaal en lokaal niveau versterkt. Tijdschema: middellange termijn - Informatiesysteem voor milieu en duurzame ontwikkeling geïmplementeerd met een bijdrage van het maatschappelijk middenveld. Tijdschema: middellange termijn - Nationale strategie voor duurzame ontwikkeling en beleidsvisie voor een groene economie uitgewerkt en door de verschillende belanghebbenden goedgekeurd. - Tijdschema: middellange termijn || - Invoeren van een nationaal programma voor preventie van verontreiniging, verwijdering van afvalstoffen, verbetering van de milieusituatie en afvalbeheer. || || - - Nationaal programma voor de sanering van industriekernen vastgesteld en begin gemaakt met de uitvoering ervan. Tijdschema: middellange termijn - - Strategische evaluatie van de afvalsector verricht. Tijdschema: korte termijn || - Uitvoeren van de relevante internationale regionale overeenkomsten en verdragen op het gebied van milieubescherming en klimaat, bestrijding van woestijnvorming en behoud van de biodiversiteit. - Ontwikkelen van achterstandsgebieden en bevorderen van de levensomstandigheden van bewoners binnen en bij nationale parken in het zuiden en oases door op lokaal niveau werkgelegenheid scheppende milieumaatregelen met een toegevoegde waarde en vooral het ecotoerisme te bevorderen. - Uitvoeren van strategieën en programma's die zich richten op de matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering. || || - Strategie ter bevordering van de biologische diversiteit en de levensomstandigheden van bewoners binnen en bij nationale parken in het zuiden en oases uitgewerkt. Tijdschema: middellange termijn - Nationale strategie voor klimaatverandering uitgewerkt en goedgekeurd. Tijdschema: korte termijn - Inventaris van broeikasgassen uitgewerkt en geactualiseerd. Tijdschema: korte termijn - MRV-systeem (monitoring, rapportage, verificatie) in de sectoren energie, industrie, landbouw en afval ingevoerd. Tijdschema: middellange termijn [1] Gezamenlijke mededeling "Inspelen op de veranderingen in
onze buurlanden", COM(2011) 303 van 25 mei 2011. [2] In 1969 hebben Tunesië en de EU voor het eerst een
samenwerkingsovereenkomst getekend, gevolgd door een associatieovereenkomst in
1995. In dit kader en binnen de meer algemene context van het Europees
nabuurschapsbeleid werd in 2005 een eerste actieplan vastgesteld. [3] "Een begroting voor Europa 2020" - (COM(2011)
500 definitief van 29 juni 2011). [4] Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof,
Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering en andere wrede,
onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, Internationaal Verdrag
inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning,
facultatief Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en
politieke rechten. [5] "Inspelen op de veranderingen in onze
buurlanden" - COM(2011) 303 van 25 mei 2011. [6] "Oostelijk nabuurschapsbeleid: werken aan een
sterker partnerschap" - JOIN(2013) 4 final van 20 maart 2013. [7] De mogelijke
EU-steun is in dit stadium nog indicatief. De prioriteiten van de financiële
samenwerking zijn overeengekomen in de context van gezamenlijke
programmeringsactiviteiten en staan vermeld in het document "integraal
steunkader". De steun van de EU kan gebaseerd zijn op verschillende
voorschriften voor ondersteuning en beschikbare financiële instrumenten
(begrotingssteun, twinning, technische bijstand, onder andere samen met het
maatschappelijk middenveld en opbouw van de materiële capaciteit), die moeten
worden vastgesteld afhankelijk van hoe aanwijzing en formulering behoren plaats
te vinden op de verschillende gebieden waarop de EU haar instrumenten wenst te
mobiliseren.