Този документ е извадка от уебсайта EUR-Lex.
Документ 52013PC0937
Proposal for a REGULATION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL amending Regulation (EU) N° 260/2012 as regards the migration to Union-wide credit transfers and direct debits
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 260/2012 ten aanzien van de migratie naar uniale overmakingen en automatische afschrijvingen
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 260/2012 ten aanzien van de migratie naar uniale overmakingen en automatische afschrijvingen
/* COM/2013/0937 final - 2013/0449 (COD) */
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 260/2012 ten aanzien van de migratie naar uniale overmakingen en automatische afschrijvingen /* COM/2013/0937 final - 2013/0449 (COD) */
TOELICHTING 1. Achtergrond van het voorstel Motivering en doel van het voorstel Verordening (EU)
nr. 260/2012 stelt gemeenschappelijke technische en bedrijfsmatige
vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro vast en is
als zodanig een belangrijke bouwsteen bij de totstandbrenging van een
gemeenschappelijke eurobetalingsruimte (SEPA). Die verordening stelt 1 februari
2014 vast als einddatum in de eurozone voor de migratie van binnenlandse alsook
intra-Europese overmakingen en automatische afschrijvingen in euro naar
SEPA-overmakingen (SCT) en SEPA-automatische afschrijvingen (SDD). Volgens de jongste statistieken van de
Europese Centrale Bank (ECB) is de totale migratie in de eurozone voor
SEPA-overmakingen (SCT) gestegen van 59,87% in oktober 2013 tot 64,1% in november,
terwijl de totale migratie voor SEPA-automatische afschrijvingen (SDD) gestegen
is van 11,52% in oktober tot 26% in november. Ondanks de herhaalde
bewustmakingsinspanningen van de Commissie bij de bevoegde autoriteiten van de
lidstaten en de belangrijke campagnes met betrekking tot de migratie naar SEPA
die door de Europese Centrale Bank en in veel lidstaten zijn gevoerd, blijven
kmo's, kleine instellingen van openbaar bestuur en plaatselijke autoriteiten
het minst goed voorbereid op feitelijke migratie. De communicatie-inspanningen
van de banksector ten aanzien van kmo's en de nationale informatiecampagnes
lijken niet de verwachte effecten of althans niet in verwachte mate effecten te
hebben opgeleverd. Gezien het lage migratietempo in sommige
lidstaten voor SCT en in de meeste lidstaten voor SDD, lijkt het zeer
onwaarschijnlijk dat de SEPA-migratie op 1 februari 2014 volledig voltooid zal
zijn. Gezien echter deze juridische einddatum zullen banken en andere betalingsdienstaanbieders
vanaf die datum waarschijnlijk weigeren betalingen volgens het oude systeem die
niet SEPA-conform zijn te verwerken. Zonder volledige migratie naar SCT/SDD
kunnen betalingsincidenten die tot vertragingen in het betalingsverkeer of tot
marktverstoringen leiden niet worden uitgesloten. Deze kunnen gevolgen hebben
voor alle gebruikers van betalingsdiensten, en met name kmo’s en consumenten. Gezien dit majeure juridische probleem en de
mogelijk ernstige gevolgen voor de burgers en de bedrijven stelt de Commissie
voor Verordening (EU) nr. 260/2012 te wijzigen door de invoering van een
grandfatheringclausule waardoor banken en andere aanbieders van
betalingsdiensten ook na 1 februari 2014 gedurende een beperkte periode van 6
maanden niet-conforme betalingen zullen kunnen blijven verwerken volgens de
oude betalingsstelsels naast SCT en SDD. Door over deze wijziging duidelijk te
communiceren, zullen betalingsdienstgebruikers zekerheid krijgen dat hun
betalingen na 1 februari 2014 verder zullen worden verwerkt, en zullen degenen
die nog niet gemigreerd zijn in de mogelijkheid worden gesteld dat zo spoedig
mogelijk te doen. De einddatum zelf wordt niet gewijzigd, en de grandfathering
is een uitzonderlijke eenmalige maatregel. Onder alle omstandigheden moeten de
lopende informatiecampagnes betreffende de SEPA-migratie voortgaan. Aan het
einde van de grandfatheringperiode zal de Commissie niet aarzelen de
noodzakelijke stappen te doen om de volledige toepassing van het EU-recht door
de lidstaten te verzekeren De deelnemers aan de SEPA-vergadering op hoog
niveau, die vertegenwoordigers op hoog niveau van de Europese Centrale bank en
bestuursleden van de centrale banken van het Eurosysteem bijeenbrengt, zijn op 19
december 2013 over dit initiatief geraadpleegd. Met het oog op het bovenstaande en gezien de
zeer korte periode die nog overblijft voor 1 februari 2014, dient deze
verordening urgent door het Europees Parlement en de Raad te worden aangenomen
en onverwijld in werking te treden. De verordening is noodzakelijk om voor
banken en andere betalingsdienstaanbieders alsook bedrijven en consumenten
rechtsonzekerheid te vermijden omdat Verordening (EU) nr. 260/2012 de
betalingsdienstaanbieders zou verplichten te weigeren na deze einddatum
betalingen in euro te verwerken die niet aan de SEPA-vereisten voldoen. Het
niet urgent aannemen van de voorgestelde verordening kan vanaf 1 februari 2014
bij betalingstransacties tot ernstige juridische en technische risico’s leiden.
Algemene context Verordening (EU) nr. 260/2012 is op 31
maart 2012 in werking getreden en de marktdeelnemers hebben twee jaar de tijd
gekregen om hun betalingsprocessen aan te passen aan de SEPA-vereisten voor SCT
en SDD. Gedurende die twee jaar hebben de Commissie en de ECB samen met de
nationale autoriteiten de voortgang van de SEPA-migratie van nabij gevolgd. De
ECB heeft regelmatig voortgangsverslagen gepubliceerd over de SEPA-migratie. Er
hebben verschillende SEPA-raadsvergaderingen plaatsgevonden, waarin de
Commissie met vertegenwoordigers van zowel de aanbod- als de vraagzijde van de
betalingsmarkt de voortgang van de migratie besproken heeft en erop heeft
aangedrongen de communicatie naar de betalingsdienstaanbieders alsook naar alle
categorieën van betalingsdienstgebruikers (ondernemingen inclusief kmo's,
instellingen van openbaar bestuur, consumenten, enz.) toe te intensiveren. De
Commissie heeft op 30 maart 2012 met technische deskundigen van de SEPA-raad,
en nogmaals op 12 juli 2013 met vertegenwoordigers van de lidstaten, een
specifieke workshop betreffende de interpretatie van Verordening (EU) nr. 260/2012
georganiseerd. Op 17 april 2013 heeft de Commissie ook een technische
deskundigengroep inzake SEPA georganiseerd. De Commissie heeft voorts zowel in
het EU-SEPA-Forum dat tweemaal per jaar plaatsvindt als in het Comité voor
betalingen met vertegenwoordigers van de lidstaten de voortgang besproken. De
SEPA-migratie heeft regelmatig op de agenda gestaan van veel technische
vergaderingen van de ECB met vertegenwoordigers van de nationale centrale
banken, alsook in bepaalde fora met vertegenwoordigers van de banksector. Met het oog op de lage migratiegraden die door
de ECB in haar verslag van maart 2013 betreffende de SEPA-migratie gepubliceerd
zijn, heeft de Raad ECOFIN van 14 mei 2013 uitgebreide Raadsconclusies
aangenomen waarin het belang van de SEPA-migratie is benadrukt en de lidstaten
en marktdeelnemers is gevraagd het SEPA-migratieproces actief te ondersteunen
en te versnellen door relevante maatregelen te nemen. Ingevolge de ECOFIN-conclusies
is op 15 mei 2013 een gezamenlijke brief van de Commissie en de ECB aan de
ministers van Financiën en de gouverneurs van de nationale centrale banken
gezonden, waarin eveneens de nadruk is gelegd op het belang van de
SEPA-migratie en de dringende behoefte aan actie op nationaal niveau. 2. Resultaten van de raadpleging van
belanghebbende partijen en effectbeoordeling 2.1. Toezending van het voorstel aan de
nationale parlementen Ontwerpen van wetgevingshandelingen, met
inbegrip van voorstellen van de Commissie, die bij het Europees Parlement en de
Raad worden ingediend, moeten overeenkomstig het aan de Verdragen gehechte
Protocol (nr. 1) betreffende de rol van de nationale parlementen in de
Europese Unie aan de nationale parlementen worden toegezonden. Overeenkomstig artikel 4 van het protocol
moet een periode van acht weken verstrijken tussen het tijdstip waarop een
ontwerp van een wetgevingshandeling voor de nationale parlementen beschikbaar
wordt gesteld, en de datum waarop het met het oog op vaststelling ervan of
vaststelling van een standpunt in het kader van een wetgevingsprocedure op de
voorlopige agenda van de Raad wordt geplaatst. Krachtens artikel 4 zijn echter
uitzonderingen mogelijk in spoedeisende gevallen, waarvoor de redenen in de handeling
of het standpunt van de Raad moeten worden aangegeven. Om de hierboven
uiteengezette redenen verzoekt de Commissie het Europees Parlement en de Raad
dit voorstel als een uiterst urgente aangelegenheid te beschouwen. 2.2. Raadpleging van andere belanghebbende
partijen en effectbeoordeling Met het oog op de lage migratiegraden die door
de ECB in december 2013 gepubliceerd zijn, hebben de Commissie en de ECB geanalyseerd
hoe waarschijnlijk het is dat de SEPA-migratie op 1 februari 2014 volledig
voltooid is. Erkend is dat dit zeer onwaarschijnlijk is ondanks het feit dat
verschillende grote gebruikers van betalingsdiensten, zoals nutsbedrijven die met
blokbetalingen werken, hebben aangegeven dat zij van plan zijn kort voor de
einddatum te migreren. Hoewel het moeilijk is om een schatting te maken
van het aantal marktdeelnemers dat tegen de wettelijke einddatum niet
SEPA-conform zal zijn, is het duidelijk dat met name op het gebied van SDD de
migratiegraden nergens in de buurt van de 100 % zullen liggen. Banken en andere betalingsdienstaanbieders
zullen waarschijnlijk vanaf 1 februari 2014 weigeren niet-conforme
SEPA-betalingen te verwerken. Het grootste niet-migratierisico houdt verband
met kmo's, waarvan er veel nog niet hebben gemigreerd. In het licht van dit
risico heeft de ECB mogelijke scenario’s en de impact ervan samen met mogelijke
oplossingen om de situatie te verhelpen, geanalyseerd. Technisch gezien kunnen
betalingsdienstaanbieders niet-conforme betalingen middels het gebruik van de
oude stelsels blijven verwerken. Bovendien zouden de marktdeelnemers die nog
niet SEPA-conform zijn moeten worden geïdentificeerd en voldoende geïnformeerd
over hoe op efficiënte wijze naar SEPA kan worden gemigreerd. Ook al kan het technisch haalbaar zijn dat de
marktdeelnemers met steun van de toezichthouders tussentijdse oplossingen
implementeren om potentiële migratieproblemen na 1 februari 2014 te overwinnen,
toch is er een reëel risico dat deze onbevredigende situatie leidt tot
verwarring bij zowel de consumenten als de andere betalingsdienstgebruikers en tot
rechtsonzekerheid bij de betalingsdienstaanbieders die geconfronteerd worden
met marktdeelnemers welke deze tussentijdse oplossingen (nog) niet hebben
geïmplementeerd. Veel van de niet-conforme marktdeelnemers zijn kleine en
middelgrote ondernemingen. Het feit dat volgens de oude regeling gedane
betalingen door de banken na 1 februari 2014 niet mogen worden verwerkt, kan
ook het eurosysteem in zijn geheel reputatieschade berokkenen. Het is
onwaarschijnlijk dat tussentijdse oplossingen, ook al zijn deze technisch
haalbaar, tijdig zullen worden geïmplementeerd. Teneinde onnodige verstoringen van het
betalingsverkeer als gevolg van de niet-naleving van de SEPA-regeling te
voorkomen en rechtszekerheid voor alle marktdeelnemers te garanderen, acht de
Commissie het echter gerechtvaardigd voor te stellen toe te staan dat dat de
oude nationale systemen en de SCT- en SDD-stelsels na 1 februari 2014 gedurende
een beperkte periode van 6 maanden naast elkaar blijven bestaan. De duur van
deze overgangsperiode moet evenredig zijn. Het is de bedoeling de
marktdeelnemers onder druk te blijven zetten om zo spoedig mogelijk te
migreren, en tegelijkertijd rechtszekerheid te waarborgen en ervoor te zorgen
dat de kosten voor de betalingsdienstaanbieders om twee betalingssystemen
parallel te blijven exploiteren beperkt zijn. De betalingsdienstaanbieders die
reeds naar SCT en SDD zijn gemigreerd, kunnen overwegen omzettingsdiensten aan
te bieden aan de marktdeelnemers die nog niet gemigreerd zijn. Tijdens de
overgangsperiode dienen de lidstaten ervan af te zien sancties op te leggen aan
de betalingsdienstaanbieders die niet-conforme betalingen verwerken en aan de betalingsdienstgebruikers
die nog niet (volledig) gemigreerd zijn. De invoering van een uitzonderlijke en
eenmalige extra periode tijdens welke verwerking van betalingen volgens het
oude systeem wordt toegestaan, zal ook een geleidelijke migratie mogelijk
maken. Met het oog op de naderende termijn, hebben verschillende grote nutsbedrijven
aangegeven dat zij dicht bij de huidige einddatum van 1 februari 2014 zullen
migreren. Daardoor kunnen op sommige plaatsen flessenhalzen ontstaan, vooral op
het niveau van de betalingsdienstaanbieders en de softwareverkopers, die met
bepaalde capaciteitsbeperkingen kunnen worden geconfronteerd. Gezien de huidige migratiecijfers en het
verwachte migratietempo, wordt een grandfatheringperiode van 6 maanden, tot 1 augustus
2014, passend geacht. Gedurende deze periode zullen de Commissie en de ECB
samen met de nationale autoriteiten het migratieproces van dichtbij blijven
volgen en klaar staan om eventueel extra maatregelen te nemen. Dit voorstel gaat niet van een afzonderlijke
effectbeoordeling vergezeld omdat voor Verordening (EU) nr. 260/2012 reeds
een effectbeoordeling is verricht. Dit voorstel verandert de verordening niet
in substantie en legt geen nieuwe verplichtingen aan het bedrijfsleven op. Het
beoogt alleen na de in artikel 6, leden 1 en 2, van de verordening
omschreven einddatum een overgangsperiode in te voeren teneinde voor de
toezichthoudende autoriteiten, betalingsdienstaanbieders, ondernemingen en
consumenten rechtsonzekerheid te vermijden. 3. Juridische elementen van het voorstel De Commissie stelt voor Verordening (EU)
nr. 260/2012 te wijzigen door de invoering van een
"grandfathering"clausule waardoor banken en andere
betalingsdienstaanbieders tot 1 augustus 2014 niet-conforme betalingen via hun
momenteel bestaande oude betalingsstelsels naast SCT en SDD kunnen blijven
verwerken. Deze wijziging zorgt ervoor dat marktdeelnemers die op februari nog
niet klaar zijn voor SEPA hun betalingen kunnen blijven doen en consumenten
geen ongemak ondervinden. Het voorstel bepaalt dat de wijziging vanaf 31
januari 2014 van toepassing is. Deze bepaling maakt eveneens een toepassing met
terugwerkende kracht mogelijk voor het geval het voorstel door het Europees
Parlement en de Raad niet vóór 1 februari, maar net na die datum zou worden
aangenomen. Zo wordt een wetgevingslacune vanaf 1 februari 2014, waardoor
rechtsonzekerheid zou ontstaan, vermeden. De invoering van deze overgangsperiode voor de
uitfasering van de oude systemen wordt als een uitzonderlijke maatregel
beschouwd die niet meer zal worden verlengd. Onverminderd de verschillende
vrijstellingen die zijn vastgesteld in artikel 16 van Verordening (EU)
nr. 260/2012 moeten alle marktdeelnemers bijgevolg tegen 1 augustus 2014
aan de SEPA-vereisten voldoen. 4. Gevolgen voor de begroting De verordening heeft geen budgettaire impact
voor de Commissie. 2013/0449 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr.
260/2012 ten aanzien van de migratie naar uniale overmakingen en automatische
afschrijvingen (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 114, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch
en Sociaal Comité[1],
Gezien het advies van de Europese Centrale
Bank[2], Handelend volgens de gewone
wetgevingsprocedure[3], Overwegende hetgeen volgt: (1) Samen met Verordening (EG)
nr. 924/2009 van het Europees Parlement en de Raad[4] vormt Verordening (EU)
nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad[5] een belangrijke
bouwsteen in de voltooiing van een gemeenschappelijke eurobetalingsruimte
(SEPA), waar geen onderscheid wordt gemaakt tussen grensoverschrijdende en
nationale betalingen in euro. De belangrijkste doelstelling van Verordening
(EU) nr. 260/2012 is het migreren van de nationale stelsels voor
overmaking en automatische afschrijving naar geharmoniseerde stelsels voor
SEPA-overmaking (SCT) en SEPA-automatische afschrijving (SDD), onder meer door aan
de Unieburgers een uniek internationaal bankrekeningnummer (IBAN) te verstrekken
dat gebruikt kan worden voor alle in euro luidende SEPA-overmakings- en
-automatische afschrijvingstransacties. (2) Verordening (EU) nr. 260/2012
heeft erin voorzien dat de SEPA-migratie tegen 1 februari 2014 plaatsvindt teneinde
de betalingsdienstaanbieders en betalingsdienstgebruikers voldoende tijd te
geven om hun processen aan te passen aan de technische vereisten die de
migratie naar SCT en SDD met zich mee brengen. (3) Sinds de aanneming van
Verordening (EU) nr. 260/2012 hebben de Commissie en de Europese Centrale
Bank de voortgang van de SEPA-migratie van nabij gevolgd. Er zijn verschillende
bijeenkomsten gehouden met de lidstaten, nationale overheidsinstanties en
marktdeelnemers. De Europese Centrale Bank heeft regelmatig voortgangsverslagen
betreffende de SEPA-migratie op basis van door de nationale centrale banken
verzamelde betalingsgegevens gepubliceerd. Uit die verslagen blijkt dat een
aantal lidstaten in de eurozone goed op schema ligt, met migratiegraden voor
SCT van momenteel dicht bij de 100 %. De grote meerderheid van de
betalingsdienstaanbieders heeft gemeld dat zij reeds SEPA-conform zijn. In
verschillende andere lidstaten lopen de migratiegraden echter achter op de
verwachtingen. Dit is in het bijzonder het geval voor SDD. (4) In mei 2013 heeft de Raad
ECOFIN in zijn conclusies[6]
opnieuw het belang van de SEPA-migratie beklemtoond. Opgemerkt is dat de
SEPA-migratie verre van volledig was en dat onmiddellijke inspanningen door
alle marktdeelnemers vereist zouden zijn om de SEPA-migratie tijdig te
voltooien. Er is een actieplan aangenomen waarin handelaren, bedrijven, kmo's
en instellingen van openbaar bestuur zijn uitgenodigd onmiddellijk de
noodzakelijke concrete interne stappen te doen om hun processen aan te passen
en hun cliënten van hun IBAN-gegevens op de hoogte te stellen. (5) Ondanks de aanzienlijke
inspanningen van de Europese Centrale Bank, de lidstaten, hun nationale
autoriteiten en de verschillende marktdeelnemers de afgelopen maanden, blijkt
uit de laatste migratiestatistieken dat de totale migratie in de eurozone naar
SEPA-overmakingen (SCT) slechts van 40% in juni tot ongeveer 64% in november
gestegen is, terwijl de totale migratie naar SEPA-automatische afschrijvingen
(SDD) slechts 26% bereikte. Terwijl uit de nationale cijfers blijkt dat in
verschillende lidstaten belangrijke voortgang is gemaakt, is er nog een
belangrijke groep lidstaten die aanzienlijk bij de verwachte migratiegraden
achterloopt. Met het oog op het huidige lage migratietempo in die lidstaten is
het daarom zeer onwaarschijnlijk dat alle marktdeelnemers tegen 1 februari 2014
SEPA-conform zullen zijn. (6) Vanaf 1 februari 2014 zullen de
banken en andere betalingsdienstaanbieders vanwege hun wettelijke
verplichtingen overmakingen of automatische afschrijvingen die niet
SEPA-conform zijn moeten weigeren te verwerken, hoewel, zoals nu reeds het
geval is, zij die betalingen technisch zouden kunnen verwerken door gebruik
blijven te maken van bestaande oude betalingsstelsel naast SCT en SDD. Zonder
volledige migratie naar SCT en SDD zijn betalingsincidenten die tot
vertragingen bij die betalingen leiden niet uit te sluiten. Alle
betalingsdienstgebruikers en met name kmo's en consumenten kunnen hiervan de gevolgen
ondervinden. (7) Het is van essentieel belang
onnodige verstoring van de betalingen als gevolg van het feit dat de
SEPA-migratie tegen 1 februari 2014 niet volledig voltooid is te vermijden.
Betalingsdienstaanbieders dient bijgevolg te worden toegestaan gedurende een
beperkte periode betalingstransacties middels hun oude stelsels naast hun SCT-
en SDD-stelsels te blijven verwerken, zoals zij nu doen. Er moet bijgevolg een
overgangsperiode worden ingevoerd die de voortzetting van een dergelijke
parallelle verwerking van betalingen in verschillende formaten mogelijk maakt.
Gezien de huidige migratiecijfers en het verwachte migratietempo, wordt een eenmalige
extra overgangsperiode van 6 maanden passend geacht. Dit grandfatheren van de
niet-SEPA-conforme oude systemen moet als een uitzonderlijke maatregel worden
beschouwd en bijgevolg zo kort mogelijk worden gehouden, aangezien een snelle
en uitgebreide migratie noodzakelijk is om de volledige voordelen van een
geïntegreerde betalingenmarkt tot stand te brengen. Het is ook belangrijk de
kosten voor de betalingsdienstaanbieders van een voortgezet gebruik van de oude
betalingsstelsels parallel aan het SEPA-systeem in de tijd te beperken.
Betalingsdienstaanbieders die reeds volledig naar SEPA gemigreerd zijn, kunnen
overwegen betalingsdienstgebruikers die nog niet zijn gemigreerd
omzettingsdiensten aan te bieden gedurende deze overgangsperiode. Tijdens de
overgangsperiode dienen de lidstaten ervan af te zien sancties op te leggen aan
betalingsdienstaanbieders die niet-conforme betalingen verwerken en aan
betalingsdienstgebruikers die nog niet gemigreerd zijn. (8) Verschillende grote
gebruikers van automatische afschrijvingsinstrumenten hebben reeds aangegeven
dat zij van plan zijn kort voor de einddatum te migreren. Elk uitstel van die
migratieplannen kan leiden tot tijdelijke druk op de inkomende betalingen en
kasstromen, en vandaar op het thesaurieniveau van de betrokken bedrijven. Door
een dergelijke late migratie op grote schaal kunnen op sommige plaatsen, met
name bij de banken en softwarerverkopers die met bepaalde
capaciteitsbeperkingen kunnen worden geconfronteerd, ook flessenhalzen
ontstaan. Die extra periode voor de infasering van het nieuwe systeem zou een
meer geleidelijke aanpak mogelijk maken. De marktdeelnemers die nog niet
begonnen zijn met het implementeren van de noodzakelijke aanpassingen voor
SEPA-conformiteit wordt gevraagd dit zo spoedig mogelijk te doen. Marktdeelnemers
die reeds zijn begonnen hun betalingsprocessen aan te passen, moeten echter de
migratie zo spoedig mogelijk voltooien. (9) Met het oog op de algemene
doelstelling om een gecoördineerde en geïntegreerde migratie te realiseren, is
het passend dat de overgangsperiode zowel voor SCT als voor SDD geldt. Verschillende
overgangsperioden voor SCT en SDD zou verwarring stichten bij de consumenten,
betalingsdienstaanbieders, kmo's alsook de andere betalingsdienstgebruikers. (10) Om redenen van rechtszekerheid
en om elke onderbreking in de toepassing van Verordening (EU) nr. 260/2012
te vermijden, is het noodzakelijk dat deze verordening urgent in werking treedt
en zij vanaf 31 januari 2014 van toepassing is. (11) Verordening (EU) nr. 260/2012
dient bijgevolg dienovereenkomstig te worden gewijzigd, HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Artikel 1 In artikel 16 van Verordening (EU) nr. 260/2012
wordt lid 1 vervangen door het volgende: "1. Niettegenstaande artikel 6, leden 1
en 2, mogen betalingsdienstaanbieders betalingstransacties in euro in formaten
die verschillen van die welke vereist zijn voor SEPA -overmakingen en
SEPA-automatische afschrijvingen tot 1 augustus 2014 blijven verwerken. De lidstaten passen de in overeenstemming met
artikel 11 vastgestelde regels inzake de sancties die gelden voor inbreuken op
artikel 6, leden 1 en 2, pas vanaf 2 augustus 2014 toe. In afwijking van artikel 6, leden 1 en 2, kunnen
de lidstaten betalingsdienstaanbieders toestaan om tot 1 februari 2016
betalingsdienstgebruikers omzettingsdiensten aan te bieden voor binnenlandse
betalingstransacties, zodat betalingsdiensgebruikers die consument zijn het
BBAN kunnen blijven gebruiken in plaats van de in punt 1, onder a), van de
bijlage gespecificeerde identificator van de betaalrekening, mits de
interoperabiliteit is gewaarborgd door technische en veilige omzetting van het
BBAN van de betaler en de begunstigde in de respectieve identificatoren van de
betaalrekeningen zoals gespecificeerd in punt 1, onder a), van de bijlage. Die
identificator van de betaalrekening wordt doorgegeven aan de initiërende
betalingsdienstgebruiker, waar nodig voordat de betaling wordt uitgevoerd. In
een dergelijk geval brengen betalingsdienstaanbieders de
betalingsdienstgebruiker geen aanvullende kosten of andere vergoedingen in
rekening die direct of indirect verband houden met deze
omzettingsdiensten." Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag
van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is vanaf 31 januari 2014
van toepassing. Deze verordening is verbindend in al
haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter [1] PB C , , blz. . [2] PB C , , blz. . [3] [4] Verordening (EG) nr. 924/2009 van het Europees Parlement
en de Raad van 16 september 2009 betreffende grensoverschrijdende betalingen in
de Gemeenschap en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2560/2001
(PB L 266 van 9.10.2009, blz. 11). [5] Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement
en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van technische en bedrijfsmatige
vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro en tot
wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 (PB L 94 van 30.3.2012, blz. 22). [6] http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/137122.pdf