EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022D1025

Besluit (EU) 2022/1025 van de Raad van 2 juni 2022 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt tijdens de vijftiende Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan met betrekking tot bepaalde wijzigingen van artikel 6, lid 2, van dat Verdrag

ST/8816/2022/INIT

PB L 172 van 29/06/2022, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2022/1025/oj

29.6.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 172/11


BESLUIT (EU) 2022/1025 VAN DE RAAD

van 2 juni 2022

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt tijdens de vijftiende Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan met betrekking tot bepaalde wijzigingen van artikel 6, lid 2, van dat Verdrag

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan (“het Verdrag”) is in 1992 in werking getreden en werd door de Unie gesloten bij Besluit 93/98/EEG van de Raad (1).

(2)

Op grond van het Verdrag overweegt de Conferentie van de partijen wijzigingen op het Verdrag en neemt zij deze aan, naargelang de situatie vereist. Wijzigingen in het Verdrag moeten worden aangenomen op een vergadering van de Conferentie van de Partijen.

(3)

Op grond van de procedure van artikel 17 van het Verdrag zal de Conferentie van de partijen, tijdens haar vijftiende vergadering in juni 2022, het voorstel van de Russische Federatie tot wijziging van artikel 6, lid 2, van het Verdrag bespreken. Dat voorstel beoogt enerzijds vaststelling van een termijn van 30 dagen waarbinnen de staat van invoer de kennisgever van een overbrenging van afvalstoffen moet antwoorden en anderzijds een redactionele wijziging.

(4)

Het is passend het namens de Unie op de vijftiende vergadering van de Conferentie van de partijen in te nemen standpunt over het voorstel van de Russische Federatie te bepalen, aangezien die wijziging voor de Unie bindend zou zijn en invloed zou hebben op de inhoud van het Unierecht, meer specifiek op Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad (2).

(5)

De Unie moet het voorstel van de Russische Federatie tot wijziging van artikel 6, lid 2, van het Verdrag niet steunen. Dit zou een lange, omslachtige procedure vereisen en het zou lange tijd duren voor een dergelijke wijziging in werking zou treden. Het lijkt onevenredig om een dergelijke procedure te starten voor een wijziging, aangezien de doelstellingen van het voorstel door andere middelen kunnen worden verwezenlijkt. In plaats daarvan moet de Unie werken aan en openstaan voor initiatieven ter verbetering van de werking van de procedure van de “voorafgaande geïnformeerde toestemming”, als bepaald in artikel 6 van het Verdrag, op voorwaarde dat dergelijke initiatieven breder van opzet zijn dan het door de Russische Federatie bij de vijftiende vergadering van de Conferentie van de partijen ingediende voorstel, in grote lijnen in overeenstemming zijn met het beleid en de doelstellingen van de Unie en geen wijziging van het Verdrag vereisen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Het standpunt dat namens de Unie op de vijftiende vergadering van de Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan moet worden ingenomen, is dat zij de door de Russische Federatie ingediende wijziging van artikel 6, lid 2, van het Verdrag niet zal steunen.

2.   De Unie zal op de vijftiende vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag het initiatief nemen of initiatieven van andere partijen steunen om de procedure van de “voorafgaande geïnformeerde toestemming”, zoals bepaald in artikel 6 van het Verdrag, beter te doen functioneren, op voorwaarde dat dergelijke initiatieven:

a)

zijn bedoeld om de procedure van de “voorafgaande geïnformeerde toestemming” beter te doen werken door de vertragingen en problemen bij de afhandeling van kennisgevingen waarmee staten van uitvoer, doorvoer of invoer worden geconfronteerd aan te pakken, en voorts om de digitalisering van die procedure te ondersteunen, zodat afvalstoffen zonder onnodige vertraging grensoverschrijdend kunnen worden overgebracht;

b)

geen wijziging van het Verdrag vereisen;

c)

bijdragen tot het milieuhygiënisch verantwoorde beheer van afvalstoffen en tot de overgang naar een mondiale circulaire economie, en

d)

bijdragen tot de correcte uitvoering van de controlemechanismen waarin het Verdrag voorziet en zorgen voor meer rechtszekerheid in dat opzicht.

Artikel 2

In het licht van de ontwikkelingen tijdens de vijftiende vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag kunnen de vertegenwoordigers van de Unie, in overleg met de lidstaten tijdens de coördinatievergaderingen ter plaatse, instemmen met kleine wijzigingen van het in artikel 1, lid 2, van dit besluit bedoelde standpunt, zonder dat de Raad daartoe een nieuw besluit moet vaststellen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Luxemburg, 2 juni 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

A. DE MONTCHALIN


(1)  Besluit 93/98/EEG van de Raad van 1 februari 1993 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan (Verdrag van Bazel) (PB L 39 van 16.2.1993, blz. 1).

(2)  Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen. (PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1).


Top