This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32015D0710
Council Decision (EU) 2015/710 of 21 April 2015 on the position to be adopted on behalf of the European Union within the Joint Committee established by the Agreement between the European Coal and Steel Community and the Republic of Turkey on trade in products covered by the Treaty establishing the European Coal and Steel Community, as regards the replacement of Protocol 1 to that Agreement, concerning the definition of the concept of ‘originating products’ and methods of administrative cooperation, by a new protocol which, as regards the rules of origin, refers to the Regional Convention on pan-Euro-Mediterranean preferential rules of origin
Besluit (EU) 2015/710 van de Raad van 21 april 2015 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité, ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Republiek Turkije betreffende de handel in producten waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing is, over de vervanging van protocol nr. 1 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen
Besluit (EU) 2015/710 van de Raad van 21 april 2015 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité, ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Republiek Turkije betreffende de handel in producten waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing is, over de vervanging van protocol nr. 1 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen
PB L 113 van 01/05/2015, p. 53–57
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
1.5.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 113/53 |
BESLUIT (EU) 2015/710 VAN DE RAAD
van 21 april 2015
betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité, ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Republiek Turkije betreffende de handel in producten waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing is, over de vervanging van protocol nr. 1 bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Protocol nr. 1 bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Republiek Turkije betreffende de handel in producten waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing is (1) („de overeenkomst”), heeft betrekking op de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking („protocol nr. 1”). |
(2) |
De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (2) („de conventie”) bevat bepalingen over de oorsprong van goederen die op grond van de desbetreffende overeenkomsten tussen de partijen worden verhandeld. |
(3) |
De Unie en Turkije hebben de conventie respectievelijk op 15 juni 2011 en 4 november 2011 ondertekend. |
(4) |
De Unie en Turkije hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 4 december 2013 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Bijgevolg is op grond van artikel 10, lid 3, van de conventie de conventie voor de Unie en Turkije op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 februari 2014 in werking getreden. |
(5) |
In artikel 6 van de conventie is bepaald dat elke partij de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat de conventie daadwerkelijk wordt toegepast. Daartoe dient het bij de overeenkomst opgerichte Gemengd Comité een besluit vast te stellen om protocol nr. 1 te vervangen door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de conventie wordt verwezen. |
(6) |
Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité moet derhalve worden gebaseerd op bijgaand ontwerpbesluit, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité, ingesteld bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Republiek Turkije betreffende de handel in producten waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing is, over de vervanging van protocol nr. 1 bij die overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking door een nieuw protocol waarin, wat de oorsprongsregels betreft, naar de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels wordt verwezen, wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité.
Kleine wijzigingen van het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in het Gemengd Comité.
Artikel 2
Het besluit van het Gemengd Comité wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 21 april 2015.
Voor de Raad
De voorzitter
E. RINKĒVIČS
(1) PB L 227 van 7.9.1996, blz. 3.
(2) PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.
ONTWERP
BESLUIT Nr. …VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-TURKIJE
van …
tot vervanging van protocol nr. 1 bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Republiek Turkije betreffende de handel in producten waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing is, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking
HET GEMENGD COMITÉ EU-TURKIJE,
Gezien de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Republiek Turkije betreffende de handel in producten waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing is (1), en met name artikel 6, lid 2,
Gezien protocol nr. 1 bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Republiek Turkije betreffende de handel in producten waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing is, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 6, lid 2, van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Republiek Turkije betreffende de handel in producten waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing is („de overeenkomst”), wordt verwezen naar protocol nr. 1 bij de overeenkomst („protocol nr. 1”), dat de oorsprongsregels bevat en voorziet in cumulatie van oorsprong tussen de Unie, Turkije en andere partijen bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (2) („de conventie”). |
(2) |
Krachtens artikel 39 van protocol nr. 1 kan het in overeenstemming met artikel 14 van de overeenkomst opgerichte Gemengd Comité besluiten de bepalingen van dat protocol te wijzigen. |
(3) |
De Conventie strekt ertoe de protocollen inzake de oorsprongsregels die momenteel van kracht zijn tussen de landen van het pan-Euro-mediterrane gebied, door één rechtshandeling te vervangen. |
(4) |
De Unie en Turkije hebben de conventie respectievelijk op 15 juni 2011 en 4 november 2011 ondertekend. |
(5) |
De Unie en Turkije hebben hun akte van aanvaarding respectievelijk op 26 maart 2012 en 4 december 2013 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Bijgevolg is op grond van artikel 10, lid 3, van de conventie de conventie voor de Europese Unie en Turkije op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 februari 2014 in werking getreden. |
(6) |
De deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces zijn via de conventie opgenomen in de pan-Euro-mediterrane zone voor cumulatie van oorsprong. |
(7) |
Protocol nr. 1 moet derhalve worden vervangen door een nieuw protocol dat naar de conventie verwijst, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Protocol nr. 1 bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Republiek Turkije betreffende de handel in producten waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal van toepassing is, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Het is van toepassing met ingang van … (*).
Gedaan te …,
Voor het Gemengd Comité EU-Turkije
De voorzitter
(1) PB L 227 van 7.9.1996, blz. 3.
(2) PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.
(*) Delegaties, PB: de datum zal door het Gemengd Comité worden bepaald.
BIJLAGE
„Protocol nr. 1
betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking
Artikel 1
Toepasselijke regels van oorsprong
1. Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn aanhangsel I en de relevante bepalingen van aanhangsel II van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (1) („de conventie”), van toepassing.
2. Alle verwijzingen naar de „desbetreffende overeenkomst” in aanhangsel I en in de relevante bepalingen van aanhangsel II van de Conventie gelden als verwijzingen naar deze overeenkomst.
Artikel 2
Geschillenregeling
1. Indien er een geschil ontstaat in verband met de controleprocedures in artikel 32 van aanhangsel I van de conventie dat niet kan worden opgelost door de douaneautoriteit die de controle heeft aangevraagd en de douaneautoriteit die de controle moet uitvoeren, wordt dit aan het Gemengd Comité voorgelegd.
2. In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteit van het land van invoer.
Artikel 3
Wijzigingen van het protocol
Het Gemengd Comité kan besluiten dit protocol te wijzigen.
Artikel 4
Opzegging van de conventie
1. Indien ofwel de Europese Unie ofwel Turkije de depositaris van de conventie schriftelijk te kennen geeft de conventie op grond van artikel 9 van de conventie te willen opzeggen, openen de Europese Unie en Turkije onmiddellijk onderhandelingen over oorsprongsregels voor de toepassing van deze overeenkomst.
2. Tot de inwerkingtreding van deze nieuw overeengekomen oorsprongsregels blijven de op het moment van opzegging geldende oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II van de conventie van toepassing op deze overeenkomst. Vanaf de opzegging worden de oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II van de conventie evenwel zo uitgelegd dat zij uitsluitend bilaterale cumulatie tussen de Europese Unie en Turkije toestaan.
Artikel 5
Overgangsbepalingen — cumulatie
Niettegenstaande artikel 16, lid 5, en artikel 21, lid 3, van aanhangsel I van de conventie mag het bewijs van oorsprong een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn indien bij de cumulatie alleen EVA-landen, de Faeröer, de Europese Unie, Turkije en de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces zijn betrokken.”